GRP 127.2 Nijvel – Villers-La-Ville

🄾 Terrein:
Een stevige etappe. De eerste helft bevat nogal wat asfalt, maar dit wordt goedgemaakt met mooie uitzichten, dorpspassages en interessante ontmoetingen. Tweede helft veel aangenamer met bospaden, veldwegen, glooiend terrein en meer natuurlijk reliƫf. Geen technische moeilijkheden, maar voldoende variatie om het boeiend te houden.

šŸžļø Bezienswaardigheden:

  • Parc de la Dodaine in Nijvel – charmant stadspark in Franse stijl
  • Bois de Nivelles – hoogste punt van de GRP 127 (167 m)
  • Miniatuurvliegveld – onverwacht entertainment onderweg
  • Bron van de Mayaux – rustige lunchplek met zitbank
  • Bron van de Dijle (iets verderop, niet aangedaan)
  • Kasteel van Hautain-le-Val – imposant, 12e-19e eeuw, goed zichtbaar vanop afstand
  • Le ChĆ¢telet – ruĆÆne van middeleeuwse burcht, omgevormd tot hoeve, verrassend fotogeniek met luchtballon
  • Sentier au Grand PrĆ© langs de Thyle – rustig slotstuk richting Villers-la-Ville

ā³ Afstand & duur:
25,4 km – best intensief qua afstand. Reken op 6 tot 7 uur wandelen inclusief pauzes.

ā›°ļø Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Niet extreem zwaar qua terrein, maar door de afstand en het glooiende karakter wel een dagvullende inspanning.

⭐ Oordeel: 4/5

Je moet niet altijd naar het buitenland gaan om nieuwe dingen en plekken te ontdekken. Meer zelfs, soms ligt het in je achtertuin. Dat is eigenlijk wel het geval voor de GRP 127, beter bekend als de Tour du Brabant Wallon. Deze relatief jonge (2018) wandelroute gaat in een lus doorheen de kleinste provincie van WalloniĆ« en biedt zo’n 266 kilometer wandelpad om te ontdekken. Eind oktober 2022 deed ik met een vriend twee etappes. Dit is, met serieuze vertraging, het verhaal van wandeldag 2, dat begon op het marktplein van Nijvel, voor een tocht van 25,4 km.

Een onverwacht Nijvel

Op de eerste dag ontdekte we al dat Nijvel een opvallend aangename binnenstad had. Dat werd nog versterkt door het plaatselijke park Parc de la Dodaine, in 1815 aangelegd met vijvers en volgens de Franse stijl. De beelden, zoals de waterspuwers en de engeltjes, zijn blijkbaar later uit Brussel naar hier verhuisd. Maar het helpt wel om de dag te starten en is slechts een van de vele ontdekkingen tussen Nijvel en Villers-la-Ville.

Het hoogste punt en asfaltpassages

Vanuit Nijvel werd een klein beekje gevolgd om vervolgens op een afstalfweg te belanden. Het eerste deel van deze tweede dag doet dat helaas wel een beetje meer. Het uitzicht is weliswaar mooi, dus dat is een meevaller. Na enkele kilometers kwamen we al aan het hoogste punt van deze GRP 127. Iets voor de kapel van het gehucht Bois de Nivelles halen we de 167 meter. Vanaf dan is het niet enkel bergaf, maar wel sowieso lager.

Daarna ging het terug opnieuw een tijdje over asfalt. Onderweg was er wel voldoende entertainment. Zo passeerden we langs een kapelletje, een niet nader geĆÆdentificeerde centrale en vooral langs een vliegveld voor miniatuurvliegtuigjes dat op de zonnige dag door enkele enthousiastelingen werd gebruikt. Het gezoem van de modelvliegtuigjes was gedurende een groot deel van het asfaltstuk de soundtrack. Na een tijdje werd het gelukkig onverhard en niet veel later bevonden we ons in Hautain-le-Val.

Twee bronnen en een heus kasteel

Was het park in Nijvel nog een kleine ontdekking, dan bood Hautain-le-Val er nog wat meer en meer opzienbarende. Eerst was er de bron van de beek Mayaux, inclusief een bankje. Ideaal om de lunch te nuttigen. Even verder is er een brugje dat een andere bron vermeldde, dat van de Dijle. De bron zelf is weliswaar nog een goede kilometer verwijderd, net iets te ver voor een omweg.

Het hoogtepunt is echter een heus kasteel. Het chateau van Hautain-le-Val heeft roots in de twaalfde of dertiende eeuw, maar het symmetrische uiterlijk dateert van veel later, al zijn er nog wel elementen uit de zestiende eeuw bewaard gebleven. Het kasteel is vandaag niet toegankelijk, maar het is wel indrukwekkend en aangenaam om langs verschillende kanten te bewonderen.

Nog een kasteel te gaan

Het tweede deel is sowieso aangenamer dan het eerste. Het voornaamste stuk asfalt is achter de rug en nu volgden we vooral bospaden, veldwegen en ander onverhard vertier. Even volgen we de jonge Dijle, nog niet meer dan een potige beek. Het terrein glooit en het was op sommige stukken aangenaam wandelen maar ook geregeld uitdagend.

Dit gedeelte is opvallend afwisselend en aangenaam om te ontdekken en te bewandelen. Een deel gaat over glooiende heuvels, een deel door mooie, dichte bossen en een deel door een meer agrarisch landschap. Af en toe zijn er tekenen van kleine woonkernen. En dan is het wachten op ons tweede kasteel van de dag.

Was Hautain-le-Val al een fijne ontdekking, dan was dat helemaal het geval voor Le Châtelet. Hier zagen we de restanten van een twaalfde eeuwse burcht, ooit bezit van de kasteelheren van Marbais, die ook de grond zouden schenken waar later de abdij van Villers-la-Ville werd gebouwd. Ooit een machtige uitvalsbasis, geraakte de burcht vanaf de 16de eeuw in onbruik en werd in latere eeuwen herbestemd als onderdeel van een hoeve. Tijdens onze passage kreeg het geheel nog extra cachet door een voorbijglijdende luchtballon. De moeite!

Naar Villers-La-Ville (deel 1)

Daarna zijn we niet meer zo ver van onze eindbestemming. De GRP 127 volgt Le Sentier au Grand PrƩ en houdt daarmee een deel de rivier Thyle, een zijrivier van de Dijle, links van de wandelaar. Na een tijdje werd deze overgestoken om zo in Villers-La-Ville te komen. Van de befaamde abdij is op dat moment nog niets te merken. Dat is pas het geval op de volgende etappe. We krijgen wel al een eerste blik op de treinrit terug. Goed vooruitzichten dus.

Meer wandelingen op de GRP 127 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/grp-127-tour-du-brabant-wallon/

Plaats een reactie