GR 128.2 Deinze – Drongen (24 km)

🥾 Terrein:
Grotendeels verhard – vooral tijdens het middengedeelte in de villawijken – met her en der zachtere paden langs de Leie of in de natuurgebieden. Technisch nergens moeilijk, al zijn modderige zones mogelijk in de Latemse Meersen. Beweeglijk parcours: van industriële zones tot weidse woonwijken, pittoreske dorpskernen en rivierpaden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Sas van Astene en bijhorende sasmeesterwoning
  • Kasteel van Ooidonk (zichtbaar vanop afstand)
  • Drie kerken: Bachte-Maria-Leerne, Sint-Martens-Leerne en Deurle
  • Deurle: charmant en witgekalkt dorpscentrum
  • Veer van Baarle: praatgrage veerman en mooie pauzeplek
  • Latemse Meersen: moerassig natuurgebied, bron van inspiratie voor kunstenaars
  • Sint-Martens-Latem: centrum van kunsthistorie met galerijen en museum
  • Koutermolen en Goedingebrug: historisch en industrieel erfgoed
  • Beelaartmeersen en Hoge Laak: slot langs groene Leieoever met luxe uitzicht

Afstand & duur:
Ongeveer 24 km. Zeker met sightseeing, veerpontpauze en eventueel musea is dit een dagvullende etappe. Voor wandelaars met een strakke timing: reken voldoende marge.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig, vooral door de lengte en het stevige slot. Overwegend vlak, maar door de afstand en de variatie in ondergrond vraagt het wel energie. Een goede wandeldag dus, met veel afwisseling.

Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef in de Leiestreek. Tussen Deinze en Drongen volgen de kleine dorpjes elkaar op.

De Leie part one

Vanaf het station van Deinze is het een goede driehonderd meter om terug op de GR 128 te geraken. Het begint waar het vorige keer eindigde, namelijk aan de Leie. Die zou de hele dag komen en gaan. Op dit eerste stuk is het minder gezellig. Het volgt voor een groot stuk een industriezone waarbij oudere en moderne fabrieken elkaar afwisselen. Een eerste “hoogtepuntje” is te vinden aan het Sas van Astene, die dateert van 1861. Aan de overkant is er nog een oude sasmeesterhuis is er ook nog een museum en een café. Maar wij volgden het jaagpad verder.

Het tweede hoogtepunt mocht er helemaal zijn. Door de bomen is het Kasteel van Ooidonk te zien, een kasteel in Vlaams-Spaanse Renaissancestijl. Het werd in 1595 herbouwd en werd daarvoor nog bewoond door Filips van Montmorency, de graaf van Horne, die in 1568 werd onthoofd op de Brusselse Grote Markt. Vandaag is het nog steeds in adellijke privéhanden, al kan je vanop een afstand gebouw en diverse bijgebouwen bewonderen.

Kleine dorpjes en vele kerken

Na een afstandelijk bezoek aan het kasteel, gaat de GR 128 langs drie kleine gehuchten. Het eerste is Bachte-Maria-Leerne, met een gezellige dorpskern aan de plaatselijke kerk, waar vooral de glasramen de moeite zijn. Even verder, op een drukke steenweg, ligt de tweede kerk, deze van Sint-Martens-Leerne. De kerk is vanbinnen waarschijnlijk iets mooier, maar de alienachtige figuren op de glasramen zijn dan weer wat bizar.

Een brug over de Leie voert naar het mooiste dorpje van de drie. Deurle heeft waarschijnlijk de mooiste kern van de drie, met een straat vol mooie, witte huizen. Dit is ook het begin van een tocht langs villa’s en kasten van villa’s. De kerk van Deurle is dan weer eerder spaarzaam en doet wat Protestants aan, waardoor deze van Bachte-Maria-Leerne uiteindelijk tot winnaar van de drie.

How the other half lives

Na het stuk Deurle gaat de GR voor het grootste stuk over verharde lanen en dreven. Aan weerszijden vallen steeds grotere huizen te bewonderen. Het zou Vlaanderen niet zijn mocht het niet heel eclectisch zijn, met landhuizen afgewisseld met moderne glazen gebouwen en af en toe ook lelijke, maar opnieuw uit de kluiten gewassen, betonnen constructies.

Het is een bijzonder stuk, vooral omdat het lange tijd door eenzelfde soort woonwijk gaat. Je kan je de ogen wel de kost geven, maar het is toch iets anders dan met een mooi landschap, een pittoresk riviertje of een gezellig dorpsplein. De hekken en hagen volgen elkaar op. Dat verandert wanneer je een graspad langs de Leie volgt. Aan de overkant zie je nog steeds grote huizen, maar de setting, vlak aan het water geeft het geheel extra cachet.

Kunstenaars

Daarna volgt nog een tweede leuk stuk. Dat begint aan de veerpont van Baarle, waar drie banken een ideale lunchplek vormen. Bij aankomst werd een groep fietsers net over de Leie gevoerd. De veerman was tijdens het kuisen van zijn aanlegsteiger best praatgraag. Hij wist te zeggen dat de steiger best glad was en enthousiaste fietsers gevaar liepen om tegen de grond te gaan als ze niet afstapten en dat door het regenweer het water zo hoog stond dat de veer niet kon uitvaren omdat het boven het hout van de steiger uitkwam.

Na deze deugddoende pauze volgde opnieuw een stuk langs grote huizen, met onder andere het ereconsulaat van Namibië in the middle of nowhere, Kort daarna volgt wel nog een stuk ongerepte natuur. De Latemse Meersen is een natuurgebied met enkele waterloopjes dat door de omstandigheden vrij moerassig aandoet. Het was blijkbaar ook het inspiratiegebied van de Latemse kunstenaar Albijn Van den Abeele.

Er komt daarna nog artistiek verantwoorde passages want ook het centrum van Sint-Martens-Latem wordt aangedaan. Naast dure en gigantische huizen wordt dit uiteraard ook vandaag nog geassocieerd met de twee Latemse scholen, met kunstenaars als Gustaaf De Smet, Gustave van de Woestyne en Constant Permeke. Ook vandaag is er nog kunst te zien in het plaatselijk museum en in de exclusievere galerijen.

Rennen naar Drongen

En dan is er nog een goede drie kilometer tot station Drongen. In eerste instantie kunnen we nog de Koutermolen bewonderen. Deze dateert van 1614 en werd in 1977 gedemonteerd en op deze plek gezet. Daarna gaat het opnieuw door een chique wijk met hoge heggen en poorten. Het contrast met de drukke E40, die even verder wordt opgezocht kan niet groter zijn.

Na een tijdje deze te volgen op een asfaltbaan, gaat het via de bijzondere Goedingebrug naar de andere kant van de Leie. Deze brug gaat onder de E40 en je hoort het dus letterlijk rammelen. De Leie wordt dan nog gevolgd in de natuurlijke setting van de Beelaartmeersen en de Hoge Laak. Ook hier zijn aan de overkant prachtige huize aan de rivier te vinden, met zelfs een mini-jachthaven. Om toch onze trein te halen werd het laatste stuk in Drongen al lopend afgelegd. Een pittig einde van een bijzonder etappe op de GR 128.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

Plaats een reactie