De kastelenroute 3: Sint-Pieters-Leeuw – Dilbeek

🥾 Terrein
Afwisselend en licht golvend parcours tussen Sint-Pieters-Leeuw en Dilbeek. Eerst vijvers en residentiële zones, daarna veldwegen, modderige paden door natuurgebieden en enkele verharde stukken door woonwijken. Een mix van groen, erfgoed en Vlaamse Rand-architectuur.

🏞️ Bezienswaardigheden
Kasteel van Coloma – Startpunt in een sierlijk park met vijvers
Kasteel Nieuwenhove – 17e-eeuws omgracht landhuis, beperkt zichtbaar
Watertoren van Sint-Pieters-Leeuw – Bijzondere toren uit 1933-34 op een hoogtepunt in het landschap
De Witseboom – Iconische boom uit de tv-reeks Witse
Zeventien Bruggen – Indrukwekkend spoorwegviaduct van meer dan 500 meter lang
Sint-Anna-Pede kerk – 13e-eeuws kerkgebouw, vereeuwigd door Bruegel
Watertoren Chantemerle – Charmante bakstenen toren met houten aanbouw
Brouwerij Timmermans – Oudste lambiekbrouwerij ter wereld
Kasteel Winssinger – 18e-eeuws eclectisch kasteel, grotendeels verscholen
Kasteel de Viron (gemeentehuis) – Neogotisch-eclectisch pronkstuk van Dilbeek
Wolfsputten – 90 hectare natuurgebied met vlonderpad, bossen en open velden

⏳ Afstand & duur
Ca. 16 km – ongeveer 4 uur stappen

⛰️ Zwaartegraad
Licht tot gemiddeld – Enkele korte stijgingen, modderige passages rond Ter Pede, verder vlot en goed bewandelbaar

⭐ Oordeel
4/5

Vlaanderen kent heel wat wandelpaden, maar ook een hele hoop hele, halve, grote en kleine kastelen. Op een blauwe maandag leek het mij leuk om een eigen wandelroute uit te werken die langs deze bijzondere gebouwen en plekken gaat. Tussen droom en wandeldaad staan praktische zaken, maar uitstel is geen afstel. Eindelijk kon ik beginnen aan de kastelenroute. De derde etappe heeft drie kastelen in de aanbieding, waarvan slechts eentje echt te bewonderen is. Maar dit wordt gecompenseerd door mooie natuur, bijzondere gebouwen en het land van Bruegel.

Velden, torens en speciale bomen

Een middellange wandeling tussen Sint-Pieters-Leeuw en Dilbeek klinkt op papier misschien niet zo spannend, maar het was wel de eerste wandeling die ik deed sinds ik vader werd, en bijgevolg de eerste keer dat ik voor langere tijd recreatief uit huis was. Spannend, leuk en af en toe doordrenkt van een klein beetje schuldgevoel, maar gezien de kortere afstand en de nabijheid viel het goed mee.

Deze derde etappe begon aan het kasteel van Coloma, in iets andere weersomstandigheden. Het was wat grauwer, maar gelukkig zou de regen zich beperken tot een beetje gemiezer bij aanvang. Anders dan de vorige keer, waar het begin door wat saaiere landbouwlandschappen ging, was er meteen een mooi stukje langs een vijver. Daarna volgde een residentieel stuk met een passage langs Kasteel Nieuwenhove. Het voormalige Kasteel Nieuwenhove, ook bekend als het Kasteel van Muller, was oorspronkelijk een leen van het Hof van Gaasbeek en gaat terug tot de 11e eeuw. Na verwoesting tijdens de godsdiensttroebelen werd het in 1608 heropgebouwd en bleef het nadien in handen van diverse adellijke families. Vandaag resteert een deels omgracht landhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl uit de 17e eeuw, herkenbaar aan de trapgevel en hardstenen omlijstingen. Het is helaas slechts een klein beetje te zien vanaf de straatkant, door de poort.

Even later zie je twee bijzondere elementen. Het eerste is door mensenhanden gemaakt. De watertoren, gebouwd in 1933-1934, ligt op een van de hoogste punten van Sint-Pieters-Leeuw, op 54 meter hoogte. Het tweede is een natuurlijk icoon. Hoewel kaal omwille van de herfst, blijft de Witseboom, bekend van de gelijknamige serie, een herkenbaar zicht ver buiten Zennevallei en Pajottenland.

Het land van Breugel

Na het verlaten van Sint-Pieters-Leeuw, via Vlezenbeek, trok de route Dilbeek binnen. Dit deel is gelinkt aan Bruegel en was enkele jaren geleden nog de plek waar diverse op zijn oeuvre geïnspireerde kunstwerken stonden. Ik passeerde een van deze werken: een windmolen ontworpen uit wapeningsstaal. Vandaag is er nog steeds een Bruegelwandeling met infopanelen over enkele van zijn bekende werken. Maar her en der is meer te zien dan louter namaak, ode of reproductie.

Vooraleer dat te bewonderen was, ging het eerst via een veldweg en het natuurgebied Ter Pede, waarbij het drassige landschap door de voorbije regen best modderig was geworden, naar de Zeventien Bruggen, een opvallende spoorwegviaduct van meer dan 500 meter lang en 18 à 22 meter hoog. Het blijft indrukwekkend om ernaast en eronder te wandelen.

Kort daarna kwam dan de “real deal”: het kerkje van Sint-Anna-Pede. Oorspronkelijk gebouwd in de 13de eeuw en in de 16de eeuw door Bruegel, toen nog als Sint-Annakapel, vereeuwigd in De parabel der blinden, is het een charmante plek. Nog los van de cultuurhistorische waarde is het de moeite om even te passeren. Wie dat wil, kan terecht in een van de kleine cafétjes of brasseries in de buurt.

Een indrukwekkend gemeentehuis

Na een iets minder inspirerend stuk langs asfaltbanen en assistentiewoningen was er even verder weer iets opvallends. Het voormalige domein Chantemerle, aangelegd rond 1900 op het terrein tussen de Kerkstraat en de Itterbeeksebaan, bestond uit een herenhuis met park en diverse dienstgebouwen. Daar is niet meer veel van te zien, maar gelukkig staat er nog een bijzondere bakstenen watertoren met houten aanbouw. Kort daarna passeerde de route ook nog brouwerij Timmermans, ’s werelds oudste lambiekbrouwerij.

Na de grotere Sint-Pieterskerk van Itterbeek, gelegen aan een gezellig pleintje, kwam het volgende kasteel: kasteel Winssinger. Opnieuw was het helaas niet zichtbaar. Het voormalige 18de-eeuwse kasteeldomein van Itterbeek, gelegen aan de Ninoofsesteenweg, werd na een brand in 1789 heropgebouwd en kreeg zijn huidige eclectische uitzicht eind 19de eeuw onder Léopold Winssinger. Van het domein bleven het kasteel, de hoeve met koetshuis en duiventorentje, en enkele bijgebouwen bewaard.

Na een minder charmante passage langs appartementsgebouwen en de Ninoofsesteenweg volgde het hoogtepunt van de dag. Via de hoofdstraten van Dilbeek en de Sint-Ambrosiuskerk doemde het kasteelpark van Dilbeek op, met de Sint-Alenatoren aan een vijver en Kasteel de Viron, vandaag het gemeentehuis, op een groene heuvel. Het neogotisch-eclectische Kasteel de Viron, gebouwd in 1862 naar ontwerp van Jean-Pierre Cluysenaar, werd opgetrokken op de plaats van een vroegere waterburcht.

Natuurervaringen waar Vlamingen thuis zijn

Meteen hierna ging het kort maar stevig omhoog naar het Sint-Alenapark, eerder een volwaardig bos dan een verzameling gras met her en der een boom. Het werd duidelijk dat ondanks het mindere weer heel wat gezinnen van beide groene plekken genoten. De natuurpracht werd even onderbroken door een ander architecturaal bekend stuk Dilbeek: CC De Westrand. Dit cultuurcentrum heeft niet alleen een goede regionale reputatie, het is ook de plek waar de befaamde slogan “Dilbeek, waar Vlamingen thuis zijn” te vinden is.

Na dit intermezzo, eigen aan de Vlaamse Rand, eindigde deze derde etappe met een prachtig natuurlijk hoogtepunt. De Wolfsputten vormen een natuurgebied van 90 hectare, even gevarieerd als uitgestrekt. Kort na de start was het aangenaam wandelen op het uit de kluiten gewassen vlonderpad. De stukken bos werden afgewisseld met open velden met mooie vergezichten. Ideaal voor een kleine tussenpauze.

De Wolfsputten werden verlaten met zicht op een vijver. Het contrast met de drukke Dansaertlaan kon nauwelijks groter zijn. Niet veel later arriveerde ik aan het station van Dilbeek, een kleine 16 kilometer nadat ik in het park van Coloma was begonnen. Hoewel twee van de drie kastelen wat hadden teleurgesteld door hun onzichtbaarheid, viel er heel wat moois te ontdekken: van Bruegeltaferelen tot een gemeentehuis om jaloers op te zijn, en van beekjes en vijvers tot een heus natuurgebied. Erg de moeite!

Meer kastelenroute kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/de-kastelenroute/

De beschrijving vind je hier:

En de gpx hier: https://www.wikiloc.com/hiking-trails/kastelenroute-etappe-3-sint-pieters-leeuw-dilbeek-240506996

GR5A.5 Flobecq – Ronse (18,0 km)

🥾 Terrein

Afwisselende etappe van Waals platteland naar Vlaamse Ardennen, met vier grote bosdoortochten (Brakelbos, Pottelberg, Sint-Pietersbos, Muziekbos), rustige landbouwwegen, korte passages door dorpen en enkele pittige klimmetjes naar getuigenheuvels. Afwisseling tussen grind, asfalt, bos- en graspaden.

🏞️ Bezienswaardigheden

Brakelbos – Sfeervol bos met beekjes, vlonderpaden en mooie lichtinval
La Houppe & Hoppeberg – Gezellige ontmoetingsplek voor wandelaars en fietsers
Pottelberg – Bosrijke heuvel met holle wegen en eerste vergezichten
Sint-Pietersbos – Rustige groene parel met houten wandelpad
Muziekbos & Muziekberg – Kruispunt van GR’s, bekend om zijn uitzicht en sfeer
Geuzentoren – 19e-eeuwse folly, plus grafheuvel uit de Bronstijd
Ronse – Historisch centrum met Hoge Mote en indrukwekkende basiliek

⏳ Afstand & duur

± 21 km – Circa 5,5 uur inclusief pauzes

⛰️ Zwaartegraad

Gemiddeld – Enkele pittige klimmetjes, maar voldoende vlakke stukken voor herstel

⭐ Oordeel 4,5/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Na een onverklaarbaar lange periode vond ik de gelegenheid (of de intentie) om een vervolg te breiden aan deze tocht. En die bracht mij naar de bossen en de getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen.

Een mooie start

De weg naar Flobecq begon al opvallend mooi. We reden tussen Lessines en Ath onder een bomenrij die bijna kon concurreren met de befaamde Dark Hedges in Noord-Ierland, maar dan wel in een variant op het Waalse platteland. Na een lang stuk door het veranderende landschap moesten we ons op een iets minder aangename weg meanderen langs bochten en wielertoeristen die met wisselend succes de steiltegraad probeerden te temmen.

Vanop de parking is het meteen een gravelpad in dat op en neer gaat tussen de koetjes en de kalfjes, die gelukkig achter een draad staan. Er waren ook veel gewone wielertoeristen en her en der ruiters te paard. Ik was dus zeker niet alleen toen ik het Brakelbos inging, het eerste van vier volwaardige bossen die deze vijfde etappe te beiden heeft.

Druk in het bos

Na een stuk asfalt moet een bospadje niet links gelaten worden maar wel worden genomen om het bos in te gaan.  Aan de ingang stond een groep ruiters verzameld, waarvan een van de paarden plots een nerveuze beweging maakte. Gelukkig was ik er al even gepasseerd. Het Brakelbos zelf is een erg leuk bos, met enkele beekjes en korte stukken vlonderpaden. Aan een van de beekjes staat een mooie boom met een strategisch geplaatst bankje. Even verder leert een wegwijzer mij dat het nog 180 kilometer is tot aan De Panne.

Op dit uur van de dag was de lichtinval in het bos prachtig. Ook de rust viel heel vaak goed mee. Tot de rust even verstoord werd door een tweespan, en niet veel later een stel dolle honden die richting de paarden blaffen. Wat verder komt de GR langs het kleine gehuchtje La Houppe, waar twee brasseries zorgen voor een verzamelplaats van wandelaars, fietsers, ruiters en motards. Voor mij was het echter te vroeg om al de dorst te lessen. Ik ging rechtdoor tot op de feitelijke Hoppeberg (148 meter).

Van ”berg” naar “berg”

Nog hoger was het op de Pottelberg (159 meter), met ook een gelijknamig bos, en aan de ingang een brasserie, sportvelden en een zendmast. Ook dit was opnieuw een mooi bos, met een holle weg en bomen die een erehaag vormden. Eens uit het bos kwamen de eerste vergezichten. De GR zelf volgde wel een asfaltweg langs eclectische huizen en even later een veldweg parallel met de baan. Een klein stukje volgt de weg zelf, maar dat was gelukkig maar kort.

Daarna volgde een klein stukje bos, dat duidelijk overstromingsgevoelig is, maar gelukkig met het weer geen probleem vormde. Er volgde opnieuw een stukje langs huizen en daarna een landbouwweg in. In een nieuwe bescheiden passage door een bos, dook plots een trap op, gelegen op een stuk dat niet op de Atlas (der buurtwegen?) stond en waarbij de gemeente Ellezelles zich onttrok van alle verantwoordelijkheid. Bijzonder. Gelukkig kwam ik er ongeschonden uit en na een kilometer tussen de akkers en weiden en het oversteken van een drukke steenweg was het gedaan met de onaangename paden. Au revoir Pays des Collines, hallo Vlaamse Ardennen.

A lunch with a view

De asfaltweg hier ging al meer op en neer, met glooiingen rondom. Een smal pad ging richting het Sint-Pietersbos. Het naderde op dat moment al 13 uur en het was al even zoeken naar een bank of andere geschikte lunchplek. Gelukkig botste ik vlakbij de ingang op een ligbank met prachtig zicht. Het Sint-Pietersbos zelf was een leuk voorsmaakje op het laatste bos van de dag. Het viel op dat er meer en meer wandelaars onderweg waren. Na een breed stuk gras, ging de GR langs een prachtige rij bomen en vervolgens kriskras door het bos. Hoogtepunt hier was een leuk houten pad waar sommige planken wel wat meegaven. Van daaruit was het gestaag klimmen naar de Muziekberg (145 meter)

Folly’s en wandelgekte

Nu was het echt het Muziekbos in, het vierde bos van de dag al, maar ook het laatste. Hier kwamen verschillende GR’s samen, met op de kruising ook nog de GR 129 Dwars door België en de StreekGR Vlaamse Ardennen. De stilte werd even verstoord door de plotse muziek en het gepraat en gekletter van brasserie Boekzitting. Hierna was ik even de weg kwijt. Het hielp niet dat een groep met een hond zelf overal naar toe draalden. Maar het bleek dat ik 1 pad te links was ingeslagen en na de rechtzetting kwam ik dan toch aan op de Muziekberg.

Een tweehonderd meter verder nam ik een sidetrack naar de Geuzentoren, een folly uit de 19de eeuw. Op de top van de toren kregen de Vlaamse Ardennen ook hun naam, door de dichter Pol De Mont die verwonderd was over het uitzicht. Ietsje verder ligt er ook nog een grafheuvel uit het Bronzen tijdperk. De mini-omweg meer dan waard! Het laatste stuk van het Muziekbos was ik plots alleen en kon ik nog genieten voor ik definitief het open terrein indook.

Richting Ronse

De Vlaamse Ardennen waren nu zichtbaar, met in de verte ook al de basiliek van Ronse. Hier neemt de GR een pad langs een spoorwegberm en zo een fietspad waar industrieel erfgoed zorgt voor een lokale toets. Het eindigt in het centrum van Ronse, met historisch erfgoed. De Hoge Mote is een voorsmaakje voor de indrukwekkende basiliek, dat deze titel pas ontving in 2019. Een mooi slot voor een etappe langs getuigenheuvels en bossen.

Meer wandelingen op de GR5A vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

Groene wandeling 4: Sint-Agatha-Berchem – Vorst (17,8 km)

🥾 Terrein

De stedelijke context ontmoet het randstedelijk groen. Een wandeling van contrasten: tussen stationswijken, tuinwijken, industrie, natuurreservaten en het Pajottenland. Afwisselend pad: grind, kasseien, asfalt, gras, en bospaadjes. Tamelijk vlak, met enkele lichte glooiingen.

🏞️ Bezienswaardigheden

Zavelenberg – Groen stiltegebied pal naast het station
Kattebroek – Rustige, natuurlijke enclave tussen woonwijken
Tuinwijk Moortebeek – Coöperatieve wijk met kleurrijke, karaktervolle huizen
Tuinwijk Goede Lucht – Minder charmant, maar boeiende straatnamen
Luizenmolen – Replica van de 19e-eeuwse windmolen
Neerpede – Anderlechts opleidingscomplex + vijver met lunchplek
Ketelhoeve – Inspirerend duurzaam voedseproject
Vogelzangpark & -beek – Rustig park met vijvers, bankjes, natuur en collectief groen
Natuurreservaat Vogelzangbeek – Ongetemde natuur met netels
Kanaal Brussel-Charleroi – Bekend zicht, met terras en sluizencomplex
Zenne & Industrielaan – Ruwe industriële afsluiter voor terugkeer naar Vorst

⏳ Afstand & duur

± 20 km – Circa 4 à 5 uur inclusief pauzes en omleidingen

⛰️ Zwaartegraad

Licht – Weinig hoogteverschillen, wel af en toe stukken asfalt

⭐ Oordeel 3,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het laatste deel van vier etappes vertrekt in Sint-Agatha-Berchem om de luswandeling te vervolledigen in Vorst, aan het station Vorst-Zuid.

Gespreid groen

Van het drukke station Sint-Agatha-Berchem, waarbij de lege lachgasflessen en de wat vreemd ogende sujetten opvielen, ging het al snel langs de groene, omheinde weide van de Zavelenberg. Kort daarna ging het naar een nette woonwijk en niet veel later een iets minder aangename drukke weg. De oude stationswinkel was omgetoverd tot een “vape shop & more”, een teken van de tijd.

Na de drukke baan voerde een kort grindpad langs een droge Molenbeek, middenin een woonwijk en zo naar Kattebroek, een groen gebied met weilanden, rietvelden en bosjes. Daarna passeerde de Groene Wandeling aan een van de vele volkstuintjes die onderweg te bewonderen zijn, de volkstuinen van de Oude Pereboom, aangelegd in 2010. Tussen twee begraafplaatsen door, deze van Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem, ging het het Wilderbos in. Na opnieuw een woonwijk volgde al snel het Scheutpark, een grindpad met wat groen en zicht op woontorens, een constant beeld op deze luswandeling.

Van wijk naar wijk

In het volgende deel bleef de bebouwing ook nooit ver weg. De Groene Wandeling klom omhoog en zo naar rechts, langs een bomenlaan. Vervolgens deed het de tuinwijk Moortebeek aan. Deze wijk werd in 1921 aangelegd vanuit een coöperatieve en heeft herkenbare huizen in licht crèmegeel en oranjerood. Erg de moeite! De verscheidenheid aan architectuur zette zich door, met appartementen in verschillende stijlen, van zielloze, verouderde woontorens tot pogingen tot aangename, modernere architectuur.

Nog een wat zielloos intermezzo kwam er aan Westland Shopping Center. Daarna kwam de tweede tuinwijk, Goede Lucht, van dezelfde coöperatieve als deze van Moortebeek. Hoewel de wijk minder aansprak, onder andere door de werken aan de straat die hierdoor open lag, vielen de straatnamen op, met Geestdriftstraat als opvallendste. Helaas stond het een beetje in contrast met de huizen zelf. Eens uit deze wijk begon een nieuw stuk.

Brussels Pajottenland

Want hier kwamen we in het Brussels Pajottenland, met kasseiwegen en glooiingen en in de verte de Luizenmolen, oorspronkelijk uit 1864, maar vandaag is de kopie uit 1996 te zien. Een omleiding zorgde voor wat onverwachte extra kilometers, die leidde naar de ingang van Neerpede, het opleidingscentrum van Anderlecht. Iets later, aan de plaatselijke vijver, was het ideaal om te lunchen. Hier raakte ik even aan de praat met een uithijgende man die me vroeg hoeveel meter ik dacht dat het tot de volgende bank was. Mijn gok (40 meter) was best ok (het was 36 meter volgens zijn compagnon). Het bleek te zijn zodat hij wist hoeveel hij naar de bank daarna moest overbruggen, want toen ik vertrok zat het tweetal daar.

Ik passeerde even later aan de Ketelhoeve, een project waarbij 4 vzw’s een plaatselijke hoeve uitbaten in het kader van circulariteit en duurzame voedseltransitie. Het zag er gezellig en inspirerend uit. Maar ik moest mijn tocht doorzetten en wandelde onversaagd langs de fermettes en villa’s die wel heel herkenbaar aandeden. Hier sijpelt de Vlaamse Rand Brussel binnen. Na een kapel en een schijnbaar gevaarlijk golfterrein, dat ik ongeschonden passeerde, moest ik langs de gigantische site van het Erasmusziekenhuis en het instituut Jules Bordet. En daarna was het weer groen op de Groene Wandeling.

Park en natuurreservaat

Via een zijweg onder de bomen ging het langs de Vogelzangbeek en zo naar het gezellige Vogelzangpark, met vijvers en een hele hoop bankjes en rustplekken. Ook hier zijn de hoge appartementsgebouwen aanwezig, maar ook heel wat collectief groen. Een rood-wit lint gaf opnieuw een omleiding aan en dus moest ik een tweehonderd meter extra doen en zo via een tweede vijver naar een kasseiweg.

Daarna volgde nog een laatste groene hoogtepunt met het natuurreservaat van de Vogelzangbeek, een stukje onversneden natuur, waarbij het ietsje meer ruimte kreeg om te woekeren en ik zo her en der (onsuccesvol) netels moest omzeilen. Plotseling botste ik op een gekende plek, de Bergensesteenweg, de Ikea links van mij, het bord van shopping Pajot rechts van mij, een ware mindfuck. En eens de drukke baan overgestoken was ik weer in het groen, met zicht op de koeltoren van Drogenbos. Het einde was in zicht.

Kanaal en industrie

Dat laatste stuk was langs een ander gekend ijkpunt, het kanaal Brussel-Charleroi, dat ik quasi elke dag op de een of andere manier passeer in Halle. Dit was blijkbaar de linkeroever van de Haven van Brussel, waar mensen waren verzameld op het terras van Le Cercle de Régats. De overkant was te bereiken via de sluis van Anderlecht. En in lijn van de wandeling van vandaag, was er nog een laatste omleiding.

Deze leidde vooral naar industrie, met heel even een glimp op de Zenne. En na de industrie volgde de Industrielaan een druk weg met garages, bedrijven en het Brusselse Center for Food Expertise. Na een kleine doortocht door Vlaams-Brabant, meerbepaald Drogenbos, wandelde ik terug, Brussel in, namelijk naar Vorst en bevond ik mij op eindplek, die ongeveer anderhalf jaar geleden de startplek was van mijn rondtocht door Brussel, het station van Vorst-Zuid

De eindconclusie

De Groene Wandeling doet wat het moet doen, je met andere ogen naar Brussel doen kijken. En toch ook weer niet helemaal. Want in elke etappe had je wel de dualiteit, voor elke verrassing werd een stereotype gedachte over de hoofdstad bevestigd. Maar het was een boeiende toch van iets meer dan 57 kilometer, in vier etappes, langs parken en bossen, wijken en buildings, rivieren, kanalen, beekjes en vijvers en vooral boeiende architectuur en geschiedenis. Een aanrader voor wie graag vlot bereikbare en korter etappes zoekt en zo ook eens Brussel met de ogen van een wandelaar wil zien.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

Etappe 13: Vorden – Zelhem (17 km)

🥾 Terrein:
Een kortere etappe van ongeveer 17 kilometer, licht glooiend en met een mix van zandwegen, bospaden en wat asfalt. De natte bodem zorgde her en der voor plassen en modder, maar de route bleef goed begaanbaar. Opvallend weinig zitgelegenheid onderweg, wat op termijn wel wat begon te wegen.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Kasteel Vorden – niet toegankelijk wegens antiekmarkt, maar nog steeds een mooie start
  • Boomkathedraal & veenbeek – natuurlijke poëzie aan het begin van de route
  • Windmolen in Linde – draaiend, met rustpunt; klassiek Hollands intermezzo
  • Huis ’t Zelle – fraai landgoed met oprijlaan en zevensprong
  • Vingerhoedjesbos – lunch op een boomstam tussen bloeiende vingerhoedskruid, Droomvluchtwaardig
  • Zelhem & Café De Smoks – symbolisch einde met een heksentwist en een goed glas

Afstand & duur:
17 km – een mediumlange etappe. Voorzie 4 tot 5 uur effectief wandelen, lunch- en danspauzes niet meegerekend

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig – qua afstand goed te doen, maar gebrek aan rustplekken en lichte modder maakten het net iets uitdagender dan verwacht

Oordeel: 4/5

Na de dubbele etappe was er nu een kortere voorzien van ongeveer 17 kilometer. Dag vroeg om een goed maar wat meer ingetogen ontbijt in het bijzonder en wat ouderwets stijlvol interieur van hotel Bakker. Het was blijkbaar ook de vergaderzaal van de Rotary van Vorden. We konden dus wat meer onze tijd nemen en omstreeks kwart voor 10 checkten we uit voor etappe 4. We waren nu ook officieel begonnen aan het tweede deel van LAW 9, het Pieterpad, en dus met de tweede wandelgids.

Kastelen, molens en boomkathedralen

De wandeldag begon al meteen met een mooie rondgang lang het kasteel van Vorden. Hier was een curiosa en antiek fair in de kasteeltuin dus we konden er niet te dicht bijkomen. Maar het uitzicht was zelfs vanop een afstand best de moeite. Niet veel verder vormde een rij bomen een kathedraal en lag een veenbeek vrij uitgedroogd maar geurig te kabbelen.

Een volgend hoogtepunt was te vinden in Linde, waar een windmolen trots aan het draaien was, naast een rustpunt. Meteen erna doken we een weide in en vervolgens zo een leuk bos in, waar de sporen van de regen van de voorbije periode zichtbaar werd in plassen en her en der wat modder. Maar gelukkig niets om van uit te glijden.

In de verte zagen we Huis ’t Zelle, statig met een laan aan een zevensprong. En iets later passeerden we aan een recreatieterrein in Varssel, maar het kwam net iets te vroeg om te pauzeren voor een lunch en dus was het eerder een kleine zitpauze en voor de liefhebber de mogelijkheid om wat speeltuintuigen uit te proberen.

Een bom in een bos

En dan wandelden we enkele kilometers door een nog aangenamer bos. Onkarakteristiek voor het Pieterpad was er weinig zitgelegenheid, wat ons parten begon te spelen gezien het uur. Hierdoor werden we gedwongen te lunchen op een omgevallen boomstam, vlakbij een boom met vingerhoedjes. Een tafereel dat zo uit de Droomvlucht leek te komen.

En dan kwam de Pieterpad-vloek weer naar boven. Bij het opzoeken naar de busuren kregen we het bericht dat door de stakingen in andere delen van het land onze trein van de dag erna opnieuw niet zou rijden. Hierdoor moesten we opnieuw improviseren. De bus van Braamt naar Ommen leek weinig praktisch om te nemen, zeker met een wandeling en nog een autorit naar huis voor de boeg. En dus besloten we om, helaas, onze laatste wandeldag te annuleren en al vroeger opnieuw naar Ommen te gaan.

Heksen in de Achterhoek

Onze weemoed drukten we geheel willekeurig weg met een dans in het bos op de tonen van Vaya Con Dios. Gelukkig was er niemand in de buurt. Hierna was het nog een goede 5,5 kilometer, waarna we nog een laatste stuk in het bos en vervolgens via zand- en asfaltwegen naar Oosterwijk en niet veel later het centrum van Zelhem aflegden.

Hier dronken we nog een laatste keer iets, in Café De Smoks, genoemd naar een plaatselijke heks. Er was van hieruit een bus naar Doetinchem (shout out naar Stadshotel de Graafschap die onze overnachting onverwacht kosteloos annuleerde door omstandigheden) en de trein richting Ommen. Het was een beetje van een nostalgietrip met een verblijf in Hotel de Zon en pizza in restaurant Felice, net als vorig jaar. Gewoontedieren…

Einde #3

En daarmee zat onze derde toch op het Pieterpad er onverwacht een dag eerder op. Het was wel opnieuw een topervaring. Het weer was iets minder goed, maar dat gaf sommige stukken iets memorabel. Er was mooie natuur, met Nederlandse bergen, waterlopen en kanalen, kastelen, landhuizen en windmolens. Maar vooral weer veel ruimte voor goede gesprekken en leuke ontmoetingen.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 12: Holten – Vorden (29 km)

🥾 Terrein: afwisseling van asfaltwegen, onverharde landbouwwegen, bospaden; grotendeels vlak

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Huis Verwolde (1776)
  • De Dikke Boom (oudste/dikste eik van Nederland)
  • Villa De Binnenhof (voormalige pastorie)
  • Kasteel Enzerinck (1826)
  • Landhuis het Bramel
  • Herdenkingsplek familie Van de Borch van Verwolde

🗺️ Afstand : ±29 km in totaal (Holten – Laren – Vorden), goed voor een volle wandeldag

⛰️ Zwaartegraad: gemiddeld tot pittig (door de lengte en het weer)

Oordeel: 3/5

Ontbijten met actua

Vandaag combineerden we volgens de officiële route 2 etappes omdat deze respectievelijk 15 kilometer en 13,5 kilometer zijn en het ons jammer leek om 3 kortere dagen te hebben. We hadden de Sallandse Heuvelrug nu zo goed als achter ons gelaten en doken een nieuw stukje Nederland in, de Achterhoek. Er waren geen “bergjes” meer, maar lange wegen langs boerderijen, hoeves en nog beter, landhuizen en kastelen.

We begonnen al om 7u30 aan ons ontbijt, geserveerd door de Dorothée, waarbij we ook de Nederlandse actualiteit, zoals de stakingsaanzeggingen bij het spoor, de pensioenhervorming en de aantrekkingskracht van Geert Wilders, overliepen. Het was smakelijk en vulde goed. Zo stonden we klaar voor de trein van 9u00, die ons naar Holten bracht. De eerste sub-etappe ging van Holten tot Laren.

Kletsnat

De weersvoorspelling was zeer verraderlijk en al snel bleek dat het wisselvallig zou worden. Het eerste stuk langs onverharde landbouwwegen viel mee, maar op een asfaltbaan met brug en vervolgens halvelings tussen de bomen begon het stevig te regenen, het soort slagregen dat je binnen de minuut kletsnat maakte.

De bomen langs het Schipbeek zorgden soms voor beschutting en soms voor extra druppels, vooral bij een windvlaag. Even verder was er gelukkig een rustpunt, waarbij een bushokje was voorzien van een kerkbankje en in de kiosk in de buurt kon je koffie krijgen, ideaal om even op adem te komen en wat droger te worden.

De dikste boom van Nederland

Hierna volgde een stuk door het bos, waarna de eerste keer een kasteel werd gespot, namelijk huis Verwolde, in deze vorm gebouwd in 1776, waar een vrouw in 18de eeuwse kledij met een hond kwam voorbij gewandeld, waardoor we even gedesoriënteerd waren over een eventuele tijdreis. Verder stond er ook een heel mooi gekerfde uil.

Iets verder namen we een korte zij-uitstap naar de zogenaamde Dikke Boom, een naam die niet echt gestolen is. Maar de eik van een goede 500 jaar heeft wel zijn beste tijd gekend en ziet er toch een beetje uit alsof hij stilaan aan het sterven is. In ieder geval, het is wel de dikste boom van Nederland en in die hoedanigheid wel een leuke must om tijd voor te maken.

Nog voor we Laren binnenwandelde, kwamen we langs een 18de eeuwse pastorie, in de 19de eeuw omgevormd tot een villa genaamd De Binnenhof. Het was ietsje minder spectaculair dan huis Verwolde, maar wel een leuk ijkpunt aan het einde van onze eerste sub-etappe. Kort daarna arriveerden we namelijk in Laren, waar we aten aan de Kerk en leerden over een telg van de adellijke familie Van de Borch van Verwolde, die als verzetsman bij de slachtoffers van de tweede wereldoorlog werd vermeld.

Gevaarlijke toestanden

Na deze tussenstop begonnen we aan het tweede subdeel, de 13,5 kilometer tussen Laren en Vorden. Dit ging via asfaltwegen naar Groot Dochteren en zo naar het kanaal van Twente. Het weer viel mee, maar er was een andere dreiging op komst. Kort na het kanaal was er een plotse, hardnekkige aanwezigheid van een potentiële nummer 2, vermoedelijk een effect van de all you can eat tapas van de dag ervoor.

Een rustpunt leek even redding te brengen, maar hier was geen toilet te bespeuren. Het begon er dus steeds minder goed uit te zien. Het begon dan ook waarschijnlijker te worden dat ik over de gracht moest gaan en mij even subtiel aan de kant moest zetten, tot er een bevrijdend bordje stond dat de belofte van een theehuis met zich meebracht. En zo geschiedde. Het Theepad kwam als geroepen.

De eindmeet

Na nog een stuk bos en een klein stukje weide, ging het via een laantje en een vijver naar het derde kasteel, namelijk het Enzerinck, een buitenplaats uit 1826 in neoclassicistische stijl. Daarna was er nog, last but not least, landhuis het Bramel. En dan was het goed voor vandaag. We strompelden na 1,7 kilometer naar station Holten en een goede 29 kilometer tussen Holten en Vorden dat laatste dorpje binnen. Het was best een gezellig plekje met een leuke tuinkamer in hotel De Bakker. Zo waren we best al goed gevorderd in de Achterhoek. En klaar voor opnieuw een buffet, maar dit keer Chinees.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 11: Hellendoorn – Holten (15 km)

🥾 Terrein: Afwisselend bos, heide en goed begaanbare zandpaden, met enkele verharde stukken. Overwegend vlak met licht glooiend reliëf op de Hellendoornse Berg en Holterberg.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Werkkamp Twilhaar (herdenkingssite WOII)
  • Schaapskooi Twilhaar met infopunt
  • Stoetselenveld (uitgestrekte heide)
  • Holterberg (58 m) met uitzichtpunt en schuilhut
  • Informatieve geschiedenis-kubussen richting Holten

🗺️ Afstand & duur: ±15 km – halve wandeldag (inclusief regenpauzes)

⛰️ Zwaartegraad: Licht tot gemiddeld – toegankelijk terrein, kortere afstand, enkele hellingen

Oordeel: 3,5/5

Vandaag was het een kortere dag van een goede 15 kilometer, naar de Sallandse Heuvelrug, maar vooraf was er wel veel regen voorspeld. Een groot deel ging, op papier toch, gelukkig langs en door bossen en dus was er goede hoop dat het zou meevallen met de grootste natheid. Aan de start bleek dat we al 195 kilometer hadden afgelegd en nog een goede 306 kilometer tot eindpunt Sint-Pietersberg voor de kiezen hadden.

Een werkkamp en schaapskooi

Tijdens het eerste stuk bos, op de Hellendoornse berg, na een stuk verharde pad, kwamen we aan het werkkamp Twilhaar. Dit was aanvankelijk een werkkamp voor werklozen en daklozen, maar werd tijdens de oorlog al snel omgevormd tot een werkkamp en later transit voor Joden. Vandaag is er een herdenkingsplaat en een infobord.

Een hele andere vibe was er even verder, aan de schapenstal van Twilhaar. De schaapskooi werd in 1973 gebouwd voor het onderhoud van de heide van de Haarleberg, maar omdat de plaatselijke korhoenpopulatie hierdoor verdween, werd de schapenkudde en het onderhoud afgevoerd. In de schaapskooi zitten vandaag nog wel wat blatende vrienden, en er was vlak erbij ook een infopunt waar je iets kon drinken en eten tegen zeer democratische prijzen.

Door heide en naar de Holterberg

Na het volgende stuk bos, het Nijverdalse spoorbos, was het volgende hoogtepunt het Stoetselenveld, een uitgebreid stuk heidegebied. Hoewel het niet in zijn paarse glorie stond, was het toch zeker de moeite waard, zelfs ondanks de soms wat onheilspellende grijze wolken. Via de Helledoornseweg, een oude doorgaande handelsweg, ging het naar het hoogste punt van vandaag.

Ook op de Holterberg (58 meter hoog) was het uitzicht mooi. En nog beter, hier stond ook een grote schuilhut waardoor het lunchen ondanks de tweede regenbui van de dag toch droog en zittend kon plaatsvinden. Zelfs tijdens een korte wandeldag is dat toch een absolute meerwaarde om de goede moed erin te houden.

Opnieuw in Holten

En na nog een stuk heide ging het in rechte en dalende lijn naar Holten, door een mooi en goed begaanbaar bospad. Na ongeveer anderhalve kilometer kwamen we aan op de kruising tussen het Marskramerpad en het Pieterpad, waar ik bijna tien maand eerder mijn stukje op de eerste wandelroute had geëindigd.

Daarna wandelden we richting onze eindbestemming, waar om de zoveel tijd een kubus stond die je kon draaien en waar je regionale en globale geschiedenisfeiten per jaar kon lezen. In Holten zelf moesten we de trein nemen, dus konden we nog op het gemak iets drinken in Het Klavertje, waar mijn reisgezel en ik een potje Lost Cities speelden.

Vrienden op de fiets

In Holten zelf was de accommodatie niet echt op maat en dus namen we de trein naar Rijssen. Ook hier was ik vorig jaar op het Marskramerpad geweest. Hier maakten we gebruik van het principe van Vrienden op de Fiets, waar je met een lidkaart van 10 euro (voor Belgen) en een bedrag van 25 euro per persoon bij iemand thuis kunt overnachten, inclusief ontbijt.

Ik had al een licht voorgevoel dat er misschien iets was verkeerd gelopen en bij aankomst bleek dat er toch een klein beetje iets mis was met de boeking, maar er was gelukkig ook een afzegging en zo konden we toch verblijven in het gezellige huisje bij de sympathieke gastvrouw Dorothée. Eten deden we in de Buena Vista, een tapasbar met een all you can eat-concept. Een goede formule, zo bleek, maar ook erg verraderlijk.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 10: Ommen – Hellendoorn (21 km)

🥾 Terrein: Gevarieerd en licht heuvelachtig met zandpaden, bos- en heidegebied. Enkele klimmetjes (tot 88 meter), goed begaanbaar.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Besthmenerberg (uitkijktoren – gesloten)
  • Archemerberg & Lemelerberg
  • Sterrenkamp / kamp Erika (geschiedenis)
  • Dikke Steen (oude grenssteen)
  • Overijssels kanaal
  • Vliegmonument RAF-crash (1943)
  • Eelerberg en vallei

🗺️ Afstand & duur: ±21 km – dagetappe

⛰️ Zwaartegraad: Gemiddeld – enkele hoogtemeters en langere paden, maar technisch niet zwaar

⭐ Oordeel: 4,5/5

De Pieterpad-lastigheid bleef zich manifesteren. Na het debacle van 2022 (door dubbele boeking bij de reisgezel moesten we onze eerste ronde uitstellen naar 2023) en de onvoorziene omstandigheid van 2024 (2 dagen alleen wandelen door privé-omstandigheden bij de reisgezel) besloot de NS nu een dag voor ons vertrek om te gaan staken, waardoor het even leek of het weer (deels) in het water ging vallen. Maar een treinrit naar Mechelen-Nekkerspoel en een autorit naar Ommen later, waren we toch op weg voor deel drie op het Pieterpad, op voorhand voorzien voor vijf dagen, waarop we zes etappes zouden doen.

Met een enkele tussenstop in een tankstation, kwamen we uiteindelijk op hetzelfde uur als eerst gepland aan met de trein. Alleen moesten we hier nog lunchen, wat we deden op een bankje aan het station van Ommen. Ook de weersvoorspellingen waren wat wankel voor de komende dagen, en dus was het afwachten of we onze eindbestemming van de dag droog zouden bereiken.

Naar de bergen van Nederland

Op deze eerste etappe van 21 kilometer moesten we naar Nederlandse normen best wat hoogtemeters overwinnen. Zo deden we achtereenvolgens de Besthmenerberg (33 meter), de Archemerberg (88 meter) en de Lemelerberg (47;5 meter). Deze lagen ook nog eens in mooi bos- en heidegebied, waardoor onze derde ronde op het Pieterpad met veel natuurpracht en een mooie wandelervaring beloofde te starten.

De ‘klim’ naar de eerste berg verliep eenvoudig. We verlieten Ommen via een zijweg van de drukke baan en een pad naast de velden, waar onheilspellende wolken zich verzamelden, ging het al snel naar een bos- en zandweg naar de Besthmenerberg. De uitkijktoren die op deze top stond was helaas niet meer begaanbaar. Het was geïnspecteerd en hieruit was gebleken dat het op zich nog in goede staat was, maar niet meer in een voldoende goede staat om er nog mensen op toe te laten. Enigszins jammer en speciaal.

Goeroes, regenbuien en dikke stenen

Deze plek heeft ook een bijzondere rol in de Nederlandse geschiedenis, een die mij volledig onbekend was. Het was hier dat er sterrenkampen werden gehouden namens de goeroe Jiddu Krisnamurit. Blijkbaar waren er in deze periode nog wel enkele goeroes uit Indië populair. Helaas werd de accommodatie voor deze spirituele kampen later gebruikt als concentratiekamp Erika.

Via de steile oever en een brugje over de ouwe getrouwe Regge ging het naar de volgende berg, waar het al ietsje uitdagender was. Na een schuilhut met educatieve uitleg over het landschap, begonnen we te stijgen. Het klimwerk op zich viel best mee, maar hier kwam de eerste regenbui van de dag, die gelukkig niet lang duurde en onder de takken van een vrij uit de kluiten gewassen boom kon worden doorgebracht.

Het uitzicht en de natuur was er wel erg mooi. We daalden zo af richting de Dikke Steen, een half uitgegraven zwerfkei die later dienst deed als grenssteen tussen de marken van Archem en Lemele. Zo zakten we af naar de Lemelerberg, hier op 47,5 meter en doorkruisten zo Lemele zelf via een uit de kluiten gewassen feestzaal.

Een donker bos

Met beter weer gingen we richting het Overijssels kanaal, wat vandaag zijn economische functie heeft verloren, maar daardoor wel meer natuurlijke waarde heeft gekregen. Even daarvoor zagen we een geïmproviseerd uitgegraven parcours, al dan niet voor motorracen of tractorentertainment. Het zou vreemd genoeg niet onze enige keer zijn.

In het laatste stuk ging van het zandweg naar zandweg en konden we nog een stukje wandelen door een aangenaam bos. Hier bevond zich de Eelerberg, met bijhorende vallei, wat in deze setting, met een door de donkere wolken vrij duistere setting. In dit bos kregen we ook de tweede regenvlaag over ons, waarbij we opnieuw onze toevlucht moesten zoeken naar een boom.

Naar Hellendoorn

Met eerst wat regen, dan miezer en vervolgens opnieuw droog weer, gingen we vermoeid en hongerig het laatst stuk richting Hellendoorn af, langs een plek waar in 1943 een vliegtuigongeluk was gebeurd en enkele RAF-piloten waren omgekomen. Zo kwamen we aan in het hotel, met een zeer ruime kamer. En konden gelukkig gewoon in het restaurant eten, na een deugddoende douche. Een mooie start van de derde ronde op het Pieterpad.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

De kastelenroute 2: Lembeek – Sint-Pieters-Leeuw

🥾 Terrein: Vooral verharde paden, woonwijken, landbouwvelden, een klein bosje en enkele veldwegen. Beperkte natuur, vooral open landschap.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Kasteel Manenbroek (privéterrein, alleen van ver te bewonderen)
  • Kasteel van Budingen (privéterrein)
  • Kerken van Oudenaken en Sint-Laureins-Berchem
  • Kasteel van Gaasbeek: indrukwekkend domein met 13e-eeuwse burcht, poortgebouw, tuin en ijsjeszaak
  • Kasteel van Groenenberg: 19e-eeuws gebouw met mooi park en vijver
  • Natuurgebied Volsenbroek met Zuunbeek meanders
  • Kasteel en park van Coloma, met rozentuin (prachtig vanaf mei)

🗺️ Afstand & duur: Ongeveer 21 km, dagwandeling.

⛰️ Zwaartegraad: Makkelijk tot matig, door verharde paden en weinig hoogteverschillen.

Oordeel: 3,5/5

Vlaanderen kent heel wat wandelpaden, maar ook een hele hoop hele, halve, grote en kleine kastelen. Op een blauwe maandag leek het mij leuk om een eigen wandelroute uit te werken die langs deze bijzondere gebouwen en plekken gaat. Tussen droom en wandeldaad staan praktische zaken, maar uitstel is geen afstel. Eindelijk kon ik beginnen aan de kastelenroute. De tweede etappe start in Lembeek en gaat iets meer over verharde paden, maar als compensatie kan je wel genieten van enkele topkastelen, waaronder dat van Gaasbeek.

Noodzakelijk kwaad

Door de keuze om Lembeek mee te nemen was het iets moeilijker om een attractief begin van de tweede etappe te voorzien. De eerste dikke anderhalve kilometer ging namelijk door woonwijken. Daarna was er al lichte verbetering op komst doordat de bebouwing plaatsmaakt voor open velden. Het is hier klassiek landbouwgebied dat de eerste helft van de wandeling domineert. Echte natuur is nog heel spaarzaam, los van een piepklein stukje bos in Pepingen.

Privé-kastelen

De eerste twee kastelen die op deze tweede etappe te zien zijn, zijn speciaal. Het eerste, kasteel Manenbroek is zelfs helemaal niet te zien. Omringd door een heg en bomen kan je vanaf de achterkant niet veel zien. De weg ervoor is privé en dus niet toegankelijk. Hetzelfde geldt voor het kasteel van Budingen in Breedhout, Halle. Hier loopt een weg, maar de oprijlaan vooraan geeft aan dat het privéterrein is. Veiligheidshalve bewonder je dus best het kasteel vanop een afstand.

Even later kwam de route tot twee maal toe bij Leeuwse kerken. De eerste is deze van Oudenaken, met z’n opvallende groene dak. Een veldweg zorgde opnieuw voor een kort maar mooi stukje natuur, een zompig stukje met vlonderpad, waarbij de Molenbeek wordt overgestoken. Kort daarna volgde de tweede kerk, deze van Sint-Laureins-Berchem. Hier wordt ook voor een stukje de StreekGR Groene Gordel gevolgd. Via een zijweg komt het eerste echte kastelenhoogtepunt in zicht.

Het kasteel van Gaasbeek

Via een smal padje ging het naar het domein van het kasteel van Gaasbeek dat impressionant op een verhoging aan de overkant van een vijver ligt. Via deze vijver en een steile klim via houten treden verscheen het al even indrukwekkende poortgebouw. Zonder enige twijfel dit is dit een absoluut hoogtepunt op een thematische wandelroute rond kastelen.

Op deze locatie was er al in de 13de eeuw een burcht. Het is een plek vol geschiedenis, zowel qua gebeurtenissen als qua personen, met onder andere de graaf van Egmont die er hier enkele jaren zijn residentie had. Het uitzicht vandaag is 19de eeuws. Gaasbeek heeft naast een knappe collectie ook een mooie tuin. Een bezoek is dan ook de moeite waard.

Aan de tuin is er ook nog een lange laan waar het fijn is om nog even de trap af te dalen richting de kapel en de vijvers of om op een bankje je lunch te verorberen. En voor wie wat later dan het middagmaal op deze plek komt is er ook de Krijmerie, een ijsjeszaak. Historisch en ander vertier genoeg dus.

Het kasteel van Groenenberg

Enkele honderden meters later was daar het volgende kasteel al. Qua gebouw is het misschien iets minder in het oog springend dan dat van Gaasbeek. Dit kasteel dateert van de late 19de eeuw en werd gebouwd in opdracht van een Brusselse notaris. Naast het kasteel is vooral het mooie domein en park de moeite, met heel wat fleurige bloemen en een vijver. Op deze ietwat koude maar zonnige lentedag was het hier fijn vertoeven. Twee toppers op een boogscheut van mekaar.

Door de velden naar Coloma

Het laatste stuk ging vooral door enkele straten in Vlezenbeek, voorbij het revalidatiecentrum Inkendaal, Na een goede twee kilometer aan onvermijdelijke onverharde paden komt er opnieuw een veldweg aan. In de verte werd de kerk van Sint-Pieters-Leeuw zichtbaar. Voor een ruïneliefhebber als mij was het ook nog een fijn om een verloederde en verwilderde constructie aan te treffen.

Het laatste stukje bood ook nog wat moois. Zo was er het natuurgebied Volsenbroek, waarbij de Zuunbeek nieuwe meanders kreeg waardoor het niet alleen zorgt voor een natuurlijk bufferbekken maar ook een paradijs is geworden voor vogels. Sommige stukken zijn hierdoor wat zompig, maar op eerdere wandelingen heb ik al meer modder moeten temmen.

Het laatste stuk ging langs de kerk van Sint-Pieters-Leeuw om aan een kapel het park van Coloma. Het is nog net iets te vroeg, maar vanaf mei zijn hier een hele hoop rozen te bewonderen, namelijk 3000 soorten en 300.000 exemplaren. Maar ook zonder deze bloei is het hier leuk vertoeven rond het water.

Het mooie kasteel van Coloma dateert uit de 16de eeuw en werd gebouwd in opdracht van een Brusselse schepen. Omringd door water staat er vlak ernaast ook nog een koetsiershuis. Een ideale eindplaats voor deze tweede etappe, die qua natuur misschien ietsje minder te bieden had dan de eerste etappe, maar qua kastelen wel een hele resem hoogtepunten kende.

Meer kastelenroute kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/de-kastelenroute/

De beschrijving vind je hier:

En de gpx hier: https://www.wikiloc.com/hiking-trails/kastelenroute-etappe-2-lembeek-sint-pieters-leeuw-207126924

GRP 127.3 Villers-La-Ville – Blanmont

🥾 Terrein: Afwisselend – smalle wegjes, holle wegen, pittige stijgingen, bosgebieden, velden en landbouwgebied. Soms kasseien en onverharde paden.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Monument voor Poolse piloten in Villers-la-Ville
  • Abdij van Villers-la-Ville (ruïne, fotogeniek, met kunsttentoonstellingen)
  • Bois de l’Ermitage & Bois de Sainte Catherine (bosgebieden)
  • Gedenkteken voor gesneuvelde soldaten van de Slag bij Gembloers
  • Gemeentehuis Chastre in een 17e-eeuwse hoeve met torens
  • Kasteel Blanmont (17e-18e eeuws poortgebouw) en speciale kapel

🗺️ Afstand & duur: Ongeveer 15 km, goed te combineren met een bezoek aan de abdij.

⛰️ Zwaartegraad: Matig, door hoogteverschillen en soms steile stukken.

Oordeel: 4/5

Je moet niet altijd naar het buitenland gaan om nieuwe dingen en plekken te ontdekken. Meer zelfs, soms ligt het in je achtertuin. Dat is eigenlijk wel het geval voor de GRP 127, beter bekend als de Tour du Brabant Wallon. Deze relatief jonge (2018) wandelroute gaat in een lus doorheen de kleinste provincie van Wallonië en biedt zo’n 266 kilometer wandelpad om te ontdekken. Eind oktober 2022 deed ik met een vriend twee etappes. Het duurde ongeveer 2,5 jaar, maar eindelijk konden we ons aan de derde, wat kortere etappe van iets meer dan 15 kilometer zetten.

Naar Villers-la-Ville (deel 2)

Net zoals het plannen van de derde wandeldag op de Tour du Brabant Wallon was het ook best een avontuur om aan het startpunt te geraken. Een kleine miscommunicatie zorgde voor een korte vertraging, aangezien we mekaar kruisten in Brussel-Zuid. Een korte wachttijd in het weinig enthousiasmerende station/werf van Ottignies, waar men een architectuur à la Bergen in het klein wil repliceren, en het kleine station van Tilly. Na een goede 2,5 uur, konden we zo in Villers-la-Ville starten.

De GRP gaat rond de kerk en zo door een stukje Villers-la-Ville, waarbij we even van het pad gingen om het monument voor de Poolse piloten te bezoeken. Op het pad zelf was het meteen mooi wandelen, langs een smalle weg en later een holle weg. Het ging al meteen serieus op en neer. Even later passeerden we de kapel voor Sainte Apolline, patroonheilige van de tandartsen. Gelukkig was het pad niet van die aard dat we onze tanden moesten stukbijten.

De abdij

De abdij van Villers-la-Ville is een gekende en fotogenieke ruïne in Waals-Brabant. Er werd in 1146 aangevangen met de bouw en op z’n hoogtepunt was de abdij een toonvoorbeeld van de grootsheid van de cisterciënzers. Zoals zo vaak geraakt het na de Franse Revolutie in onbruik en wordt het daarna eerst een inspiratiebron voor kunstenaars en vervolgens een populaire toeristische plek. Aangezien de wandeling wat korter was, was het dus perfect mogelijk om een bezoek aan de abdij te combineren. Vandaag waren er verschillende kunstwerken tentoongesteld in deze bijzondere setting.

Door de bossen

Na een lunch aan een vijvertje in de abdij, ging het verder op de GRP. Via een kasseiweg met een pittig stijgingspercentage ging het al snel een groot bosgebied in, te beginnen met het Bois de l’Ermitage en dat gaat over in het Bois de Sainte Catherine. Na wat bochtenwerk via de betere bospaden passeerden we langs een beekje, een zogenaamde Ry, de Ry Pirot.

Door de velden

De tweede helft van de wandeling had een heel andere look & feel. Het ging namelijk eerder door weiden en velden met vergezichten over de directe omgeving. Het bos van Haute-Heuval gaf meteen uit op het gehucht Haute-Heuval, wat hoofdzakelijk een uit de kluiten gewassen landbouwbedrijf en enkele woningen is. Die tocht door de velden bleef ook een goede 5 kilometer doorgaan.

Vooraleer we ons volgende dorp introkken, zagen we in de verte nog een Franse vlag wapperen. Een kleine zoektocht op het internet leert dat er hier meer dan 1000 soldaten begraven liggen, komende van verschillende begraafplaatsen. Het gaat hier niet enkel om Franse soldaten, maar ook over Marokkaanse, Algerijnse en Tunesische. Zij sneuvelden tijdens de slag van Gembloers op 14 en 15 mei 1940.

(Pseudo-)Kastelen en hoeves

Even later arriveerden we in het dorpje Chastre. In de navigatie-app werd een heus kasteel beloofd. Helaas was het eerder een bescheiden herenhuis van (vermoedelijk) een lokale notabele. Het was dus een beetje van een tegenvaller. Gelukkig was het gemeentehuis wel een voltreffer. Dat zit namelijk gehuisvest in een 17de eeuwse hoeve met enkele opvallende torens. De wandelaar wordt uitgenodigd op het binnenplein, waar op zondag ook een markt is. Tof!

De laatste 2 kilometer gaan nog eerst door een klein stukje veld en akker, langs een lokale veldweg en uiteindelijk komt de GRP uit in Blanmont, deelgemeente van Chastre. Hier staat wel een kasteel die naam waardig, al zien we wel enkel het poortgebouw van het Chateau, dat dateert uit de 17de en 18de eeuw. Aan de overkant staat nog een wat speciale kapel. Daarna is het nog een goede 300 meter tot aan het station, het laatste op de route tot in Waver, wat het vervolg plannen niet echt makkelijk maakt. In ieder geval is deze etappe memorabel en afwisselend.

Meer wandelingen op de GRP 127 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/grp-127-tour-du-brabant-wallon/

De kastelenroute 1: Beersel – Lembeek

🥾 Terrein: Afwisselend – waterburcht, bos, beek, heide, veldwegen en kleine dorpjes. Kasseien en vlonderpaden maken het gevarieerd.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Kasteel van Beersel, imposante middeleeuwse waterburcht
  • Meigemheide en Begijnbos: mooie natuurgebieden
  • Gravenhof in Dworp, historische hoeve nu feestzaal
  • Hallerbos met molenvijvers, speelbos Kristallenberg en Kapittelvijver
  • Maasdalbos, rustig bosgebied
  • Malakofftoren in Halle, romantische folly uit de 19e eeuw
  • Voormalige kasteeltuin van Lembeek met standbeeld en sfeervol Claesplein

🗺️ Afstand & duur: Ongeveer 17 km, met verschillende rustplekken en eetmogelijkheden.

⛰️ Zwaartegraad: Matig, door wisselende ondergrond en wat hoogteverschillen.

Oordeel: 5/5

Vlaanderen kent heel wat wandelpaden, maar ook een hele hoop hele, halve, grote en kleine kastelen. Op een blauwe maandag leek het mij leuk om een eigen wandelroute uit te werken die langs deze bijzondere gebouwen en plekken gaat. Tussen droom en wandeldaad staan praktische zaken, maar uitstel is geen afstel. Eindelijk kon ik beginnen aan de kastelenroute. En gemakshalve laat ik deze vertrekken in zeer bekend terrein. Etappe 1 vertrekt meteen aan een hoogtepunt, het kasteel van Beersel, en gaat via bos en beek naar de voormalige kasteelsite van Lembeek.

Beerselse geschiedenis en natuur

Wie dat wil kan beginnen met een kastelenhoogtepunt. Vanaf het station van Beersel kom je namelijk meteen uit bij de indrukwekkende waterburcht van Beersel. Het Kasteel van Beersel, gebouwd rond 1300 door Godfried van Hellebeke, diende als een strategische versterking ter verdediging van Brussel. Tijdens de Brabantse Successieoorlog in de 14e eeuw werd het meerdere keren belegerd en heropgebouwd. In de 15e eeuw werd het opnieuw beschadigd. Vanaf de 17de eeuw werd het herstelde kasteel een privé-woning. Tegenwoordig is het een van de best bewaarde waterburchten van België en een populaire toeristische trekpleister.  

Maar deze eerste etappe heeft vooral heel wat natuurpracht in de aanbieding. Na een korte aanloop door de straten van Beersel komt het pad op de Meigemheide, een mooi natuurgebied. Beek en bos zijn de metgezel op dit deel. De Kesterbeek kronkelt zich een weg en de passage door het Begijnbos is kort maar leuk. Na een kort stuk over een kasseiweg gaat het opnieuw een veldweg in. Ondanks ons eigen kronkelende route komen we een welbepaalde jogger maar liefst 4 keer tegen in een tijdspanne van een half uur. Waarschijnlijk zegt dat vooral iets over zijn indrukwekkende route.

De veldweg leidt via enkele straten naar het Gravenhof in Dworp. Dit was in de 17de eeuw het Hof van Kesterbeek en  ging doorheen de eeuwen van de familie Le Roy naar de adellijke familie die lange tijd de burgemeesters van Dworp zouden leveren. Tegenwoordig is het een feestzaal. Eens de drukke Alsembergsesteenweg over, een kort noodzakelijk kwaad, begint het tweede en al even mooie stuk van deze eerst etappe.

Het Hallerbos in

De kastelenroute gaat meteen naar rechts, langs de wat verstopte Molenvijver en de Kikkervijver, waar je even over een vlonderpad wandelt. Vervolgens gaat het opnieuw naar een stuk met heel wat kronkelende beekjes om daarna in een speelbos te gaan, de Kristallenberg doorkruisend. Hier ligt het er nog een klein beetje modderig bij ligt. Daarna gaat het via de Kapittel naar ’t Krieske; een brasserie in het bos. Het is een ideaal rustpunt. Wie wil kan er ook iets eten. Wij hielden het echter op een verfrissend drankje, aangezien we zelf een lunchpakket hadden voorzien.

Dat konden we even verder opeten in een overdekt houten paviljoen met zicht op de Kapittelvijver. Hier zaten we echt in het Hallerbos, het bekendste bos van Halle, dat ook zonder boshyacinten de moeite is om in te wandelen. De route volgt een stukje van de gele Reebokwandeling om even later in te pikken op de blauwe Sequoiawandeling. Hier zijn we getuige van de paddentrek. Enkele dappere exemplaren wagen de oversteek. Er zijn ergere plekken om te vertoeven. Even later gaan we door een tunnel onder de autostrade en komen zo aan de Arenbergvijver. Via enkel voetwegjes laten we het Hallerbos achter ons.

Verandering van spijs en nog een laatste bos

Eens uit het Hallerbos verandert het landschap ten opzichte van het eerste deel. Hier is het meer open, met velden en weiden. De glooiingen blijven wel nog aanwezig. Hoewel het hoogste punt al bereikt is (dat ligt met z’n 140 meter dichtbij de achtdreven) gaat het via de Krekelenberg (122 meter) toch nog een keer omhoog na wat daalwerk. 

Kort daarna gaat de route een laatste volwaardig bos in, namelijk het Maasdalbos. Vroeger maakte het deel uit van het Kolenwoud, maar ook vandaag is het een mooi stukje van een breder natuurgebied. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met het feit dat mijn route op papier misschien niet ideaal was. Het gekozen pad was wat onduidelijk. Daarom besloot ik het wat aan te passen en op een andere manier naar en voorbij de vijvers te gaan.

Het mooiste stukje Halle en een verdwenen kasteel

Uit het bos kwamen we aan op eindbestemming Lembeek, waar nog twee kasteelachtige bezienswaardigheden op ons wachtte. Het eerste is mijn favoriete plekje in Halle, het Malakoffdomein met de Malakofftoren, een folly uit de 19de eeuw. Het maakte deel uit van het kasteeldomein van de jeneverstoker en burgemeester Paul Claes en diende als romantisch element in het landschap. Na jaren van verval werd de toren in de 20e eeuw gerestaureerd en is nu een beschermd monument. Vandaag blijft hij een opvallend herkenningspunt in het Halse landschap.

Voor het laatste stuk gaat het het kanaal Brussel-Charleroi over en via een houten pad de voormalige kasteeltuin van het kasteel van Lembeek in. Vandaag vind je hier niet te veel meer van, het werd namelijk in 1971 gesloopt door de familie Colruyt om er uiteindelijk niets mee te doen. Hier stond nochtans vanaf de 12de eeuw een kasteel. Een nieuw werd gebouwd in 1618. Vandaag zie jer niet veel meer van, maar er is wel nog een sfeervol standbeeld van Jezus.

En sfeervol is het ook op het Claesplein waar op deze zonnige dag de terrasjes vol zitten en ook de ijsjeszaak goede zaken doet. En zo zit de eerste zelfverzonnen etappe van de zelfverzonnen kastelenroute er op. Het was een groot succes, al zeg ik het zelf, met mooie passages door de natuur en niet onbelangrijk, ook wat interessante kasteel- en kasteelachtig vertier.

Meer kastelenroute kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/de-kastelenroute/

De beschrijving vind je hier:

En de gpx hier: https://www.wikiloc.com/hiking-trails/kastelenroute-etappe-1-beersel-lembeek-204857243