Etappe 5: Mollem – Sint-Kwintens-Lennik (26 km)

🥾 Terrein

Velden, bossen en dorpskernen met onverharde paden, afgewisseld met geasfalteerde trajecten. Glooiend Pajottenland zorgt voor afwisselende hoogtes.

🏞️ Bezienswaardigheden

• Rookpluim van brandende tweedehandslinnenfabriek in Mollem
Dorpskern Asbeek
Kerk en centrum van Ternat: inclusief opvallend schoolgebouw met weerspiegelend materiaal
Spoorwegbrug naar Wambeek, deelgemeente van Ternat
Glooiende landschappen van het Pajottenland
Sint-Martens-Lennik, typisch Vlaams dorp
Sint-Kwintens-Lennik: markt met standbeeld van het Brabants trekpaard ‘Prins’

⏳ Afstand & duur

± 22 km, 5 tot 6 uur wandelen, met wisselende inspanningsniveaus

⛰️ Zwaartegraad

Matig – het terrein is grotendeels zacht met onverharde paden, maar door het heuvelachtige Pajottenland is er af en toe een pittige klim.

⭐ Oordeel 3,5/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen, van Kortenberg naar Eppegem. Een langere etappe van Eppegem naar Mollem volgde in september. Met het mooie wandelweer in het vooruitzicht, was het de opportuniteit om deel vijf te temmen.

Een valse start en een mooi begin

Op de trein was het even verwarring troef. Net voor het station Mollem besloot de boordcomputer om de bestemmingen om te keren, waardoor het leek alsof we onze startplaats al voorbij waren gereden en de trein al aan de weg terug naar Brussel was begonnen. Gelukkig kwamen we uiteindelijk toch niet terecht in Zellik of Asse, maar was het niet meer dan een glitch in de NMBS-matrix.

Het kon de pret van de start niet bederven. De etappe begon meteen met een hele hoop mooie natuur. Eerst ging het door de velden van Paddenbroeken en Mazenzele, waarmee we op de grens wandelden tussen Asse, Merchtem en Opwijk. Het eerste hoogtepuntje van de dag was echter het mooie Kravaalbos, een overblijfsel van het oude Kolenwoud. Het was er aangenaam wandelen, met een grote eigenheid en zelfs even een licht spectaculaire uitkijk op een privé-vijver.

Vuur en as(se)

Elke wandeling heeft ook een moment van spanning nodig. Dat werd dit keer gebracht door een onverwacht zicht. Na uit het bos komen zagen we in de verte plots een rookpluim. De veronderstelling dat het om een van de koeltorens van Vorst ging werd al snel de kop in gedrukt. De rookpluim werd steeds donkerder en klom ook steeds hoger. Het was spectaculair, maar er was ook nog wat onduidelijkheid (en spanning) over de oorzaak. Uiteindelijk bleek het om een brand in Mollem te gaan, waar een tweedehandslinnenfabriek in vuur opging. Wij waren gelukkig al even onderweg en hadden een alibi.

Sowieso wandelden we gestaag en dapper voort, dan eens weg van en dan eens in de richting van de rookpluim, terwijl er af en toe sirenes op de achtergrond te horen waren. De andere mensen die we tegen kwamen, inwoners van het zeer treffend genaamde Asbeek, bleven er stoïcijns bij. Gelukkig waren er ook mooie vergezichten en aangename paden. Op voorhand kon ik mij niet veel voorstellen bij deze vijfde etappe, maar met elke stap groeide de appreciatie

Van kerk naar kerk

Het eerste deel ging grotendeels door velden en bossen. Hoewel deze ook aanwezig waren in het tweede gedeelte, lag er hier toch ook meer focus op de verschillende dorpskernen. Het tweede deel kan best omschreven worden als tocht van kerk naar kerk. Van het al eerder vermelde Asbeek ging het naar Ternat, waar we even pauzeerden aan de plaatselijke Okay, waar we op een half afgebroken zitbankje onze vermoeide voeten even ademruimte konden geven.

Het centrum van Ternat, met een bijzonder schoolgebouw dat bestond uit weerspiegelend materiaal, werd niet verlaten via het mooi ogend park, maar wel via een straat met zicht op het mooi ogend park. Een bizarre keuze van de samenstellers van deze GR. We doken wat verder onder een spoorwegbrug en gingen zo naar de volgende deelgemeente van Ternat, Wambeek.

Het laatste stuk ging nog even door de velden. De glooiingen werden steeds aanweziger, het Pajottenland was finaal bereikt. Dit zorgde niet enkel voor mooie uitzichten, maar ook voor wat conditietraining. Deze was gelukkig beter dan verwacht, zelfs na 20+ kilometer. Los van de passages door de dorpskernen was het grootste deel van de route over onverharde paden, wat fijner is voor de voeten.

En zo kwamen we aan het tweeluik in Lennik. Sint-Martens-Lennik en Sint-Kwintens-Lennik liggen op een boogscheut van mekaar en zijn gescheiden door een geasfalteerd pad waar vroeger blijkbaar een tram reed. Beide kerktorens zijn in de verte te zien. Sint-Martens-Lennik doet nog iets meer denken aan een Vlaams dorp van weleer. Sint-Kwintens-Lennik kan dan weer uitpakken met een iets grotere markt, met als trekpleister het indrukwekkend standbeeld van het al even indrukwekkend Brabants trekpaard, hier gedoopt tot Prins. Een mooi eindpunt voor de voorlaatste etappe, die op verschillende manieren wist te ver(r)assen.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

GR5A.3 Zandbergen – Geraardsbergen (13,4 km)

🥾 Terrein

Velden, veldwegen, bospaden en af en toe asfalt, grotendeels onverhard en aangenaam wandelbaar.

🏞️ Bezienswaardigheden

Denderbrug over de Dender
Kerk van Zandbergen
Kapel langs de route
• Wijk met karakteristieke huizen
Raspaillebos: bekend om bonshyacinten en bosanemonen
Oudenbergkapel bij de Muur van Geraardsbergen
Kasseiwegjes en trappen naar Grote Markt van Geraardsbergen

⏳ Afstand & duur

± 14 km, 3 tot 4 uur wandelen, afwisselend terrein

⛰️ Zwaartegraad

Licht tot gemiddeld – vooral onverharde paden, maar enkele stevige klimmetjes richting Geraardsbergen

⭐ Oordeel 4/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Deze zonnige paasmaandag was perfect voor een korte etappe van station Zandbergen naar Geraardsbergen.

Een rivier en wat beekjes

Vanaf het station van Zandbergen gaat de GR opnieuw even over de Dender. De rivier, die al vanaf Dendermonde her en der opduikt, wordt ditmaal overgestoken door de Denderbrug, geen originele naam maar wel een originele brug. Eens voorbij de kerk van Zandbergen begint er een tocht door velden, veldwegen, bospaden met af en toe wat asfalt. Het merendeel is onverhard en erg aangenaam. De uitlopers van de Vlaamse Ardennen worden even opgevrolijkt door een groep die op wandel ging met enkele alpaca’s. Hierna passeren we nog een kapel en een wijk met kasten van huizen.

Het mini-boshyacintfestival

Halfweg de wandeling gaat het door het Raspaillebos, vlakbij de Bosberg. We waren al enkele keren in dit bos gaan wandelen, maar dit keer werden we getrakteerd op de paarse pracht van de bonshyacinten, aangevuld met witte bosanemonen. Terwijl het Hallerbos wat verder overrompeld worden door dagjestoeristen, was het hier relatief kalm, hoewel het natuurlijk ook een beetje minder en wat meer geconcentreerd is. Maar de hele passage doorheen het Raspaillebos is gewoon aangenaam wandelplezier.

De Muur en de Wandelronde

Uit het bos volgen we gedurende een dikke kilometer nog een pad langs akkers en velden, waarbij het vergezicht aangenamer en aangenamer wordt. Twee spannen met paarden passeren ons en even verder moeten de arme dieren alles geven om een vrij steile baan te trotseren. Wij slaan iets daarvoor naar links en gaan opnieuw tussen bos en veld.

En dan klimt het nog een keer, waarna we Geraardsbergen binnenwandelen. Daar wacht ons een stukje wielergeschiedenis. De wandelronde van Vlaanderen kan uiteraard ook niet zonder dé Muur. We maken van de gelegenheid gebruik om de Oudenbergkapel te bezoeken en daarna dalen we via een reeks kasseiwegjes en trappen naar de grote markt van Geraardsbergen. En zo komt deze korte maar mooie derde etappe op de GR5A op z’n einde.

Meer wandelingen op de GR5A kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

GR5A.2 Aalst – Zandbergen (30,4 km)

🥾 Terrein

Afwisseling van stadspark, bos, woonwijk, veldwegen, knuppelpaden en asfalt.

🏞️ Bezienswaardigheden

Grote Markt Aalst: met schepenhuis en belfort
Stadspark Aalst: met twee mooie vijvers
Osbroek: natuurlijk bosgebied
Wellemeersen: overstromingsgebied van de Dender
Houten spoorwegbrug in Welle
Kapelletjes: langs een nieuw pad tussen de velden
Kerkje van Nederhasselt met bijzonder interieur
De Beverbeek
Beukenboomkapel

⏳ Afstand & duur

± 20 km, ongeveer 5 uur wandelen

⛰️ Zwaartegraad

Matig – mix van vlakke en glooiende paden, met enkele kasseistukken en veldwegen

⭐ Oordeel 3,5/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Na een start in Dendermonde blijf ik op deze tweede etappe in de Denderstreek, een tocht van een goede 30 km.

Aalsterse parken en luide natuurgebieden

Deze twee etappe begint opnieuw aan het station van Aalst. Het gaat al snel naar de grote markt, met een mooi schepenhuis en dito belfort, en daarna naar twee Aalsterse parken. Het stadspark pakt uit met twee mooie vijvers. Daarna gaat het naar het iets meer natuurlijke Osbroek, een aangenaam bosgebied dat fungeert als goede introductie voor wat nog komen moet.

Het vervolg is misschien ietsje minder charmant. Vanuit het park gaat het naar een woonwijk en de stationsbuurt van Erembodegem. Een korte tocht langs het spoor brengt je al snel naar de Wellemeersen, een overstromingsgebied van de Dender met een veelzijdige fauna en flora. Het is op zich wel mooi, maar de nabijheid van de E40 enerzijds en een serieus stuk privégebied anderzijds, maakt de ervaring wat minder. Ik was ook even op iemands terrein gewandeld. Gelukkig wees deze mij beleefd op het wandelpad.

Tussen veld en verkaveling

Het middenstuk is een afwisseling van veld en verkaveling, waarbij ook in de meer ‘natuurlijke’ stukken de menselijke aanwezigheid nooit veraf is. De Dender leidt naar een graasgebied voor Galloways waar ik helaas geen Galloway bespeur en over een kort knuppelpad. Opnieuw volgt de GR de spoorweg, maar deze keer leidt het naar een eerste hoogtepuntje, de bijzondere houten spoorwegbrug in Welle.

Vanaf daar is het een afwisseling tussen de verkaveling van Welle naar een gebetonneerd pad tussen de velden en zo naar een weg langsheen een drukke steenweg. Opnieuw ietsje minder charmant. Het is nog even behelpen in een stukje Haaltert, waar een bepaalde tuin uitpakt met emoes en een gigantische kalkoen, maar daarna wordt het steeds aangenamer wandelen.

Ik passeer nog even een veld waar de tractor net zijn mest begon te spuiten, maar het motiveerde wel om er de pas in te zetten richting Lebeke en middagpauze. Dit gaat via een aangenaam bos, waar de drukte echt achter de rug is. Vervolgens voert een nieuw ogend pad tussen de velden naar enkele kapelletjes. Het is aan een van deze dat ik na een goede 18 km mij op een bankje zet en geniet van een korte middagpauze.

Een mooi slotstuk

Het laatste derde van de wandeling zorgt echter voor een mooie afsluiter, met verschillende mooie stukjes. Een weg door de velden leidt eerst naar een holle weg en vervolgens naar een veldweg dat uitmondt in een zanderig pad door de velden. Het doet wat denken aan enkele passages langsheen de Normandische GR 21, die we deze zomer bewandelde.

Ik bezoek nog even het kerkje van Nederhasselt met een eerder bijzonder interieur. Dan volgt een mooi stuk langs de Beverbeek, waar het heel even wat modderig dreigt te worden. De GR komt ook steeds dichter bij de eerste tekenen van de Vlaamse Ardennen en Geraardsbergen. Dat wordt duidelijk wanneer er even een kasseiweg omhoog moet bewandeld worden. Dit laatste stuk gaat duidelijker op en neer.

Na het oversteken van een drukkere baan, gaat het richting de Beukenboomkapel. Helaas staat de beloofde bank er niet meer. De kapel is nu in privé-bezit en vermoedelijk is de bank gesneuveld voor de parkeerplaats die er is aangelegd. Ik rust nog even op een houten pallet en zet mijn tocht richting eindpunt Zandbergen verder. Daar gaat het nog naar de kerk van Voorde en ten slotte naar het station, waar ik met mijn vermoeide benen tevreden neerplant op het perron.

Meer wandelingen op de GR5A kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

GR5A.1 Dendermonde – Aalst (20,5 km)

🥾 Terrein

Een gevarieerde etappe die begint langs de Dender met brede paden en rustige vijvers, gevolgd door enkele kleinere dorpsweggetjes en trapjes. Het grootste deel is vlak en makkelijk begaanbaar, met een aantal fietspaden en verharde wegen richting Aalst. De route kent enkele kleine navigatie-uitdagingen door verstopte of ontbrekende GR-markeringen. Modder en plasjes zijn na de regenval beperkt, wat het wandelen comfortabel houdt.

🏞️ Bezienswaardigheden

De Dender bij Denderbelle – Een rivier met een bijzondere metalen doorkijkbrug over een sluizencomplex, een kleine uitdaging voor wie hoogtevrees heeft.
Bedevaartskerkje van Mespelare – Charmant dorpskerkje gewijd aan Sint-Aldegondis, met een beiaard van 21 klokken en een typisch dorpsplein.
Wiezebrug – Historische brug over de Oude Dender met een trapje dat het water dichtbij brengt.
Zwarte Klapbrug – Een brug van Duitse makelij uit de Tweede Wereldoorlog die het verhaal van de regio vertelt.
Aalsterse buitenwijken en sociale wijken – Interessante afwisseling van rustige velden en stadsrand met lokale sfeer.

⏳ Afstand & duur

Met ongeveer 20 kilometer is dit een gemiddelde etappe, die door het vlakke terrein goed te doen is.

⛰️ Zwaartegraad

Eenvoudig tot licht uitdagend door het zoeken van de juiste weg en een paar trapjes. Ideaal voor wandelaars die houden van een mix tussen natuur en stadsrand.

⭐ Oordeel 3,5/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Een mens moet ergens beginnen. En dat doe ik relatief in de buurt met een tocht van Dendermonde naar Aalst, met een niet zo verrassende constante…de Dender.

Dender op

De etappe begint in Dendermonde, hoewel je vanaf het station in eerste instantie veel winkelstraat ziet. Maar al snel gaat het via een brugje naar een pad langs de Dender en zo naar een kleine vijver. De GR-markeringen zijn zeker in het begin en op het einde wat verwarrend. Sommige palen zijn gevallen, soms staat de markering halfweg verstopt in een straat, waardoor je af en toe moet zoeken en al eens een stukje moet terugwandelen.

Na een kleine 6 kilometer kom je opnieuw aan de Dender, ditmaal aan de sluis van Denderbelle. De metalen doorkijkbrug is redelijk bijzonder. Voor de mensen die geplaagd worden door een grote dosis hoogtevrees kan het relatief kolkende water een kleine uitdaging zijn, maar de brug is stevig en de oversteek vergt maar enkele meters.

Een bedevaartskerkje en nog een brug

Eens aan de andere kant van het water duikt al snel de kerk van Mespelare in de verte op. Mijn gids leert mij dat dit een bedevaartsfunctie heeft. Gewijd aan Sint-Aldegondis beschikt het over een toren met beiaard met 21 klokken. Het is een kerkje met enige charme, op een typisch dorpsplein. En tussen alle bruggen en waterlopen door ook een welgekomen element op deze wandeling.

De Oude Dender leidt je van Meseplare naar Gijzegem, op het eerste gezicht een redelijk welgesteld deel van Aalst. Daarna gaat het via een set trappen naar de Wiezebrug, met opnieuw zicht op onze vriend de Dender, en zo de trap af naar de overkant. Daar maken we de kapitale fout om te rekenen op de gids en dienst belofte van een nakend picknickbankje.

Verdwenen bankjes en Aalsterse buitenwijken

De picnickbankjes zouden niet meer opduiken en voor een bankje was het wachten tot een sociale wijk in Aalst. Gelukkig was het wel gezellig wandelen tussen de velden en weiden van de Denderstreek. De regen van de voorbije week had slechts op enkele plekken echt sporen nagelaten. Het modderlopen en plasontduiken was dus tot een minimum beperkt. En bij afwezigheid van een bankje besloten we dan maar om gebruik te maken van een boomwortel, alwaar een nieuwsgierig paard ons de hele tijd gadesloeg.

Van daaruit is het niet meer ver tot de wijk Rozen in Aalst. Daarna gaat het een lang stuk via een fietspad en zo naar het Zwembadpark (of zwemkom, zoals een behulpzame Aalsterse vrouw ons vertelde toen we even de weg kwijt leken). Verder wandelen we ook nog over de Zwarte Klapbrug, van Duitse makelij tijdens de bezetting. Na een drukke baan gaat het via een labyrinth van straatjes naar het station, alwaar deze eerst etappe van de GR 5A tot z’n einde komt.

Meer wandelingen op de GR 5A vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

Etappe 4: Eppegem – Mollem (26 km)

🥾 Terrein

Een gevarieerde route van 27 km, met een mix van zachte natuurpaden langs de Oude Zenne en Maalbeek, afgewisseld met asfaltwegen door woonwijken en dorpskernen. Rond Grimbergen is het terrein licht glooiend, met enkele onverharde stukken door bos en park. Na Meise overheerst het asfalt, met lange rechte stukken tussen akkers, spruitenvelden en bebouwing. Naar het einde toe begint het landschap licht te golven richting het Pajottenland.

🏞️ Bezienswaardigheden

Oude Zenne & industrie – Mooi contrast tussen natuur en de industriële skyline van Vilvoorde
Verbrande Brug – Brug uit 1968 op historische plek waar Spanjaarden in 1577 de originele brug vernietigden
Grimbergse Abdijkerk – Monumentale kerk met middeleeuws karakter, sfeer versterkt door vlaggen en plein
Donjon van het Prinsenbos – Enige overgebleven middeleeuwse woontoren in de regio
Maalbeekvallei – Groen wandelpad langs water en oude molens
Plantentuin van Meise (naast GR) – Eén van de grootste botanische tuinen van Europa
Spruitenveld bij Ossel – Verrassend fotogeniek stukje Vlaams platteland
Zicht op Brussel – Regelmatig uitzicht op de stad in de verte

⏳ Afstand & duur

± 27 km – Een lange maar goed te doen etappe met voldoende afwisseling, al kan het vele asfalt naar het einde toe mentaal doorwegen

⛰️ Zwaartegraad

Gemiddeld – grotendeels vlak, met een licht heuvelachtig slotstuk richting Mollem. Weinig technische stukken, maar de lengte en het asfalt vragen toch wat uithouding

⭐ Oordeel: 4/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen. Het ijzer kon verder gesmeed worden nu het heet was, met opnieuw een langere vierde etappe.

Treinbeslommeringen en Zennevertier

Het vergde weliswaar enige moeite om op onze bestemming te geraken. Vlak voor Schaarbeek stond onze trein stil en kregen we te horen dat er iemand op het spoor werd gesignaleerd. Na een goed half uur mochten we, na extra supervisie door maar liefst 3 semi-bonkige mannen van Securail, toch aanzetten. Onze tijdswinst die we via de overstap realiseerde was zo meteen ongedaan gemaakt.

Eens aangekomen in Eppegem ging het van bekend terrein, langs de kerk van Eppegem, naar onontgonnen terrein, zelfs voor een geboren Zemstenaar (Wel, Weerdenaar). Al snel brengt een klein pad ons naar de Oude Zenne, met op de achtergrond af en toe een hint van industrie. De combinatie van natuur en industrie wordt pas echt vervolmaakt wanneer we in de verte de koeltorens van Vilvoorde zien.

Dichterbij passeren we een andere klassieker in de regio, de zogenaamde Verbrande Brug. De moderne, licht iconische brug uit 1968, heeft de naam gekregen door de voorganger uit de 16de eeuw die daar werd gebouwd en door de Spanjaarden in brand gestoken werd in 1577.

Grimbergse hoogtepunten en indrukwekkende villawijken

Het hoogtepunt van de etappe ligt ongetwijfeld in en rond Grimbergen. Ik ken de gemeente al relatief goed dankzij mijn vrouw haar keramiekactiviteiten en een eerdere wandeling op de Grimbergse kapellenwandeling, maar de combinatie van natuur en erfgoed blijft aangenaam verrassen.

De korte passages langs verkavelingen en schoolgebouwen nemen we er graag bij, want daarnaast krijgen we oude molens, gekuier langs de Maalbeek, de indrukwekkende abdijkerk én de enige echte donjon van het Prinsenbos voorgeschoteld. Grimbergen heeft een rijke geschiedenis en zeker op het plein aan de abdijkerk krijg je even het gevoel dat je in de Middeleeuwen gekatapulteerd werd, zeker door de sfeervolle vlaggen die er uithangen.

Na het Prinsenbos volgt nog een stukje door de mooie natuur, met wat onverharde grond, maar vanaf Meise gaat de GR bijna exclusief over asfalt en door woonwijken. Vlak naast de plantentuin, die we door het strakke schema niet konden bezoeken, ligt het soort villawijk waar je nekpijn krijgt van de hoogte én breedte van de woningen, om nog maar te zwijgen over het feit dat je al eens een halve kilometer naast iemands perfect onderhouden en omheinde tuin kunt wandelen.

Het overgangsstuk

De vlakke Brabantse kouters worden hierna stilaan verlaten en de weg naar Mollem voelt wat aan als een overgangsstuk, met opnieuw meer asfalt en door bebouwde kommen. We kunnen ons wel nog tegoed doen aan een spruitenveld, dat opzienbarend esthetisch is, en enkele velden met zicht op Brussel. Daarna volgt een langer stuk richting Ossel, met zeer gedegen kerkgebouw.

Van daaruit is het nog een goede 7 kilometer naar Mollem in Asse. Brussel blijft in de verte opduiken, terwijl dichter bij het pad vooral weidelandschappen en akkers te vinden zijn. Een bord, op een goede 6 km van het einde, leert ons dat we nog maar 55 kilometer verwijderd zijn van begin- en eindpunt Halle. Het landschap verandert subtiel tijdens het laatste stuk, met vooral meer hellingsgraad. Het is na 27 kilometer al een kleine hint voor wat er in de volgende etappe zit aan te komen, want dan voert de GR ons naar het Pajottenland.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

Etappe 3: Kortenberg – Eppegem (17 km)

🥾 Terrein

Deze etappe start in Kortenberg met een kort stuk door bebouwing, maar duikt al snel de velden in. Het traject loopt over zachte paden langs akkers en weilanden, en schakelt vlot door naar een reeks bossen (Hellebos, Snijsselbos, Moorbos) met smalle, schaduwrijke bospaden. Tussendoor passeer je enkele dorpskernen. Na Perk en Elewijt volgt een combinatie van landelijke paadjes, een tunnel onder de E19 met graffiti, modderige bosdoorsteek en een meanderend Zennepad richting Eppegem. Goed schoeisel aanbevolen bij nat weer.

🏞️ Bezienswaardigheden

Vliegtuigspotterszone nabij Zaventem – Vliegtuigen razen spectaculair laag over, voor even een echte belevenis
Hellebos – Donker, mysterieus bos met gekanaliseerd beekje
Perkse bloemen & buizerds – Her en der kleurrijke bloemen en roofvogels
Snijsselbos & Moorbos – Stilte, schaduw en geurige vegetatie
Sint-Hubertuskerk Elewijt – Rustige lunchplek in een charmant dorpscentrum
Rubenskasteel (Het Steen) – Oud buitenverblijf van Peter Paul Rubens, iconisch domein
Zennepad – Mooie slotkilometers langs de kronkelende Zenne
Den ouwe molen (sluistoren) – Vernield bouwwerk met historische waarde, zichtbaar in de verte

⏳ Afstand & duur

± 24 km – Goed te doen voor de geoefende wandelaar, met genoeg afwisseling in terrein en landschap om het boeiend te houden

⛰️ Zwaartegraad

Licht – Meestal vlak, enkele modderige stukken vragen oplettendheid en behendigheid, vooral bij nat weer

⭐ Oordeel: 4/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen.

Vliegtuigspotters

Vorige keer waren we geëindigd in het relatief mondaine Kortenberg. De GR gaat verder aan de overkant van het station. De eerste honderd meters gaan opnieuw langs een verkaveling, tot je de velden induikt. Het landschap is mooi, maar het is niet het enige element dat zorgt voor spektakel en vertier. Al snel wordt duidelijk dat het hier het rijk van de vliegtuigen is, vlakbij de luchthaven van Zaventem.

Aanvankelijk doen we nog wat lacherig over vliegtuigspotters, tot we even, per ongeluk, van de GR afwijken en een vliegtuig als een gevaarte schijnbaar vlak over onze hoofden scheert. Het is indrukwekkend en licht angstaanjagend, maar een paal van het wandelknooppuntnetwerk bevestigt dat we niet per ongeluk op de landingsbaan zijn verzeild geraakt. Er is dus misschien toch iets te zeggen voor vliegtuigspotten, hoewel we na het derde vliegtuig al niet echt meer opkijken.

Bos en Perk

Vervolgens wandelen we doorheen de gehuchten Lemmeken en Lelle, bijzondere namen, maar los van enkele mooiere oude gebouwen weinig vermeldenswaardig. Want we zijn hier uiteraard voor het groen. En dat vinden we in een reeks bossen, te beginnen met het Hellebos. Nomen est omen, want het daglicht lijkt inderdaad prompt te verdwijnen. In het bos zelf volgen we een gekanaliseerd beekje. Zo verlaten we Kampenhout, gaan doorheen Steenokkerzeel en meer bepaald naar deelgemeente Perk. Dit hele stuk zijn her en der mooie en kleurrijke bloemen te spotten, en ook worden we af en toe vergezeld door een buizerd. Het Hellebos is echter het eerste van drie bossen. Na de kerk van Perk volgen nog het Snijsselbos en het Moorbos. En na dit natuurlijk intermezzo gaat het richting gekend terrein

De heimat

Ik ben namelijk geboren en getogen in Groot-Zemst. En hoewel we Weerde, de deelgemeente waar ik het grootste deel van mijn leven heb doorgebracht, niet doorkruisen, zijn de andere plekken mij zeker niet vreemd. Eerst passeren we aan de Sint-Hubertuskerk van Elewijt, een ideale lunchplek. Vervolgens neemt een klein steegje ons naar een pad over de Zenne en in een tunnel die onder de E19 gaat, volledig versierd met clandestiene graffiti. Dit is blijkbaar ook een deel van de GR 128, de Vlaanderenroute, die in het Franse Wissant begint en in het Duitse Aken eindigt.

Eens uit de tunnel komen we terecht in een verkaveling die naar een van de bekendste buitenverblijven uit de streek voert. Het Steen, beter bekend als het Rubenskasteel, was ooit het optrekje van, wel ja, Rubens. Deze plek heeft dus een lange traditie als het op groene gordels aankomt.

De volle natuurervaring wacht ons even verder op. Elke fietser duikt vol modder uit het weggetje dat we moeten nemen. We vinden inderdaad vrij schuiverige modder terug, en proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van de bosberm om het ergste voor schoenen en broek te vermijden. Een nietsvermoedende fietser valt in een van de diepe plassen. Niet veel later kruisen we nog een duo. Mijn goedbedoelde waarschuwing wordt in de wind geslagen met een zelfzekere glimlach. Helaas voor de man ligt ook hij zes meter verder in de modder.

Het laatste gedeelte brengt ons naar de Zenne en het wandelpad dat mee meandert met de rivier. In de verte staat “Den ouwe molen”, de oude sluistoren die door de Duitsers werd vernield. Zoals reeds gezegd zullen we deze niet bezoeken. We zetten door naar links en naar Eppegem, waar we genieten van het welslagen van deze derde, mooie etappe en ons te goed doen aan een lekker ijsje.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

Virelles: In het koninkrijk van de vogels

🥾 Terrein

Een afwisselende wandeling van 15,6 km door weides, vochtige bossen en charmante dorpen. Na een vlot begin langs open velden en zicht op het meer van Virelles, duik je al snel het bos in, met opvallend veel mossen en begroeiing. Onderweg wisselen bos- en landweggetjes elkaar af, met enkele pittige klimmetjes en een kort stuk over asfalt. De route eindigt langs de Eau Blanche en met zicht op het meer.

🏞️ Bezienswaardigheden

Meer van Virelles – Rustige, natuurlijke waterplas met rijke biodiversiteit
Bossen van Virelles – Mossige bomen, vochtige prairie en intense geuren
Lompret – Officieel een van de mooiste dorpen van Wallonië, met watervalletjes en een authentiek centrum
Eau Blanche – Slingerend riviertje dat een feeëriek accent geeft aan het laatste bosgedeelte
Viaduct van Virelles – Verrassende verschijning in het groen

⏳ Afstand & duur

± 15,6 km – Comfortabele dagtocht met voldoende afwisseling en rustpunten

⛰️ Zwaartegraad

Licht tot gemiddeld – Overwegend vlot terrein met een paar korte maar pittige klimmetjes

⭐ Oordeel

Om even te ontsnappen aan de dagelijkse stress besloten we nog eens een uitstap te maken naar het zuiden van het land. Ons oog viel op Virelles, in Chimay. Ornithologen en liefhebbers van de betere vogelfotografie moet ik echter deels teleurstellen. Je bent er wel degelijk omringd door heel wat vogels, maar helaas heb ik er geen kunnen vastleggen met mijn fototoestel, dat niet echt is uitgerust voor dat soort natuurfotografie. Ik hoop dat te compenseren met wandelplezier.

Een meer en een hoop mossige bomen

Het dorpje Virelles zelf ligt niet op de route. Het is op zich niet al te opzienbarend, al is het gezien het beperkt aantal extra meters die het vergt wel de moeite om even een bezoek te brengen aan het kerkje. Maar op het hoofdprogramma staan voornamelijk de bossen van Virelles en omgeving. Met z’n 15,6 kilometer is het zeker niet de langste wandeling, maar wel een verrassend afwisselde.

Aan het begin krijg je voornamelijk weidelanden voorgeschoteld, terwijl het hoofddecor, de bossen van Chimay in de verte opduiken. Ook het meer van Virelles, een van de vele uit de buurt, kan je af en toe in de verte spotten. Dit stukje Wallonië is blijkbaar vrij speciaal door de vochtigheid, waardoor er zich een rijke fauna en flora kan ontwikkelen. Het is zelfs zo dat men bepaalde delen aanprijst als “vochtige prairie”.

Of het er iets mee te maken heeft, weet ik niet, maar de bomen zijn vaak wel gedeeltelijk bedekt in kleurige mossen en worden af en toe lichtjes gewurgd door een plant. Uiteindelijk wordt het bos toch even verlaten en krijg je terug een mooi bucolisch landschap. Na een grote weg over te steken, kan je je weer tegoed doen aan natuurpracht. Het asfalt wordt hier ingeruild voor een aangenaam bospadje.

Het mooie Lompret

In de verte duikt na een klimmetje het mooie dorpje Lompret op. Het is opnieuw een van de zogenaamde mooiste Waalse dorpen, en werd bekroond met een officiële titel. Dat heeft het voor een stuk te danken aan z’n klein, authentieke kern, de oude weverij maar vooral door de verwevenheid met het water, dat zich er via watervalletjes een weg door kronkelt.

Het landschap verandert hier heel even wat. Maar eens het plekje Vaulx gepasseerd gaat het een laatste keer het bos in. Ditmaal ben je vergezeld van de Eau Blanche, een riviertje dat het geheel nog iets extra geeft. Daarna volgt een korte maar zeer pittige beklimming, tussen de kleurrijke bloemetjes. Het viaduct van Virelles duikt plots op uit het niets, en de rivier is nog even je metgezel, tot het laatste stuk. Een drukke weg brengt je naar de parking aan Aquascope, met opnieuw zicht op het meer, het eindpunt van een erg mooie en afwisselende wandeling.

Meer wandelingen in België vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-belgie/

Celles: Een bucolisch landschap

🥾 Terrein
Afwisselend traject van dorp naar vallei, via verharde straatjes, graspaden en bospaden langs de Lesse. Enkele stevige klimmetjes, vooral bij warm weer voelbaar.

🏞️ Bezienswaardigheden
Celles – Een van de mooiste dorpen van Wallonië, met collegiale kerk en ermitage
Kruisweg naar de ermitage – Minimalistische, moderne interpretatie van de 12 staties
Lessevallei – Kalme rivier met rotsformaties en schaduwrijke stukken bos
Panorama boven de Lesse – Uitzicht op groene heuvels en rotsen
Furfooz – Rustig gehucht op het grondgebied van Dinant
Kasteel van Vêves – Sprookjesachtig kasteel met rijke geschiedenis en intacte kamers

⏳ Afstand & duur
± 17 km – Ongeveer 5 uur wandelen met pauzes

⛰️ Zwaartegraad
Gemiddeld – Geen extreem lange afstanden, maar meerdere korte en steile klimmetjes, zeker pittig bij warm weer

⭐ Oordeel 4/5

Voor deze wandeling keren we terug naar de Condroz, niet zover van Falaën waar we een mooie wandeling naar een ruïne deden. Celles is opnieuw een van de mooiste dorpjes van Wallonië en ditmaal echt meer dan terecht. De wandeling is iets langer, 18 km en wat extra afstand als je het kasteel van Vêves wilt bezoeken. Het landschap wordt aangekondigd als bucolisch (landelijk, herderlijk), wat zeker in het begin klopt, maar al snel wordt het wat ruwer, met meer bos en een rotsachtig landschap.

Celles

Zoals reeds gezegd is Celles ook een van de inmiddels befaamde plus beaux villages de Wallonie. Van alle dorpjes die we deden spant Celles volgens ons de kroon. De huizen zijn zeer charmant, er is een zeer gezellig pleintje, vlak aan de indrukwekkende collegiale kerk en iets boven het dorp torent de ermitage uit. Dit dorpje is op z’n zachtst uitgedrukt zeer fotogeniek. Het was  het eerste dorpje op deze staycation waar we in het “centrum” ook onze mondmaskers moesten opzetten, wat bij deze temperaturen en bezweet van het wandelen misschien net iets minder gezellig is.

De kruisweg en het bucolische Namen

DSC00179

De wandeling begint met een zeer korte kruisweg naar de ermitage. Deze bestaat uit enkele trappen en wordt vergezeld van een moderne interpretatie van de 12 stadia, een minimalistische versie met geometrische figuren. Daarna klimt het pad naar de velden, en kan je meteen zien waarom deze wandeling wordt geafficheerd als bucolisch. In het begin ga je vooral over asfalt, maar al snel wordt het een graspad, tot je in Lavis en later het gehuchtje Gendron komt. Daar ga je door een bospadje naar het plaatselijke station. Het is vanaf dit punt dat de wandeling een andere vorm aanneemt.

Langs de kalme Lesse in een eerder pittoresk landschap

Je gaat hier de Lesse over en neemt een bosweg. Er is opnieuw een parking nabij en langs het pad zijn ook her en der auto’s geparkeerd. De mooiste plekjes langs het water zijn op die manier ingepalmd door gezinnen die picknicken of koelte zoeken aan het water. Wij wandelen dus verder, onder andere langs een indrukwekkende bomenrij, en vinden een picknickplek op een boomstam. Misschien ietsje minder mooi, maar wel heerlijk rustig.

Daarna ga je enkele keren onder en op de spoorwegbrug, waarbij de Lesse even een metgezel blijft. Je gaat door een mooi stukje natuur, met af en toe zicht op grote en grillige rotsen. Ook gaat het geregeld stevig omhoog, wat bij deze temperaturen geen sinecure is. Het geklim is echter de moeite waard, want je krijgt er een heerlijke panorama voor in de plaats.

Terug naar het bucolische en naar een indrukwekkend kasteel

Na het panorama gaat het terug het bos uit en krijg je opnieuw weiden, velden, akkers en de betere kasteelhoeve voor de kiezen. Zo kom je even later in het gehuchtje Furfooz, waarbij je, zo blijkt, al op het grondgebied van Dinant zit. Na het gehucht duiken we terug de velden in, waar het inmiddels bijzonder heet is geworden. Gelukkig brengt een bos even verfrissing.

Kort daarna maken we een omwegje naar het kasteel van Vêves. Het is een indrukwekkend kasteel, in de handen van het geslacht Beaufort, dat geschiedenis ademt. De linken met onder andere Lodewijk XVI, Napoleon en het Congres van Wenen zijn binnenin te zien. Ook zijn er enkele kamers bewaard gebleven. Het is misschien ietsje aan de prijzige kant, maar als je in de buurt bent mag je dit kasteel toch niet missen.

Terug naar Celles

Het is terug even klimmen vanuit het kasteel en daarna ga je weer naar de velden. De temperatuur is inmiddels serieus de hoogte ingeschoten, dus het is een fijn weerzien met Celles en z’n gezellig plein waar het genieten is van een verfrissend drankje in een covidveilige setting.

 

 

Wéris: Grootse landschappen

🥾 Terrein
Mix van bospaden, plateauwegen en asfalt, afgewisseld met steile klimmetjes en afdalingen. Enkele passages over smalle, slecht onderhouden paden met doornen en zelfs door een tuin/weide.

🏞️ Bezienswaardigheden
Pierre Haina – 3 meter hoge scheve kalksteen, jaarlijks gekalkt, mythisch karakter
Lit du Diable – Rotsformatie bekend als het “Bed van de Duivel”
Col de Ridieux – Plateau met mooie vergezichten (370 m)
La Forge & Mormont – Kleine, rustige gehuchten met kerk en rustbankje
Fanzel & l’Aisne – Kort rivierzich met charmant brugje
Dolmen en megalieten van Wéris – Prehistorische sites (druk in hoogseizoen)

⏳ Afstand & duur
± 14 km – Ongeveer 4,5 uur inclusief omweg naar Pierre Haina

⛰️ Zwaartegraad
Gemiddeld – Enkele steile stukken en smalle paden, maar technisch niet zwaar

⭐ Oordeel 4/5

Onze 4de “staycation”-wandeling brengt ons naar onze verste bestemming, Wéris, een deelgemeente van Durbuy. Het feit dat het zo dicht tegen deze toeristische trekpleister ligt en zelf ook met enkele prehistorische megalieten en dolmen kan uitpakken, maakt dat het ook erg druk is, vooral aan deze bezienswaardigheden en in het dorpje zelf. Gelukkig was dat niet het geval op deze bijna 15 km lange tocht.

Stenen en duivels

Vanaf de parking gaat het via een asfaltpad al snel naar het bos. De eerste bezienswaardigheid ligt niet echt op het pad, maar het is toch de steile omweg waard. Je klimt door een bos en komt al snel aan bij de Pierre Haina, een drie meter hoge scheve steen die blijkbaar elk jaar wordt gekalkt en een beetje fallisch aandoet. Het is vreemd dat de wandelroute deze weg niet aandoet, maar wel de iets minder spectaculaire Lit du Diable. Sara had Satans bed in ieder geval wat groter verwacht.

Heerlijke panorama’s en kleine gehuchten

Het stuk in het bos duurt niet al te lang, maar wordt al snel ingeruild voor een aangenaam pad op een plateau, waarbij de vergezichten alvast de moeite zijn. Een bordje duidt iets later aan dat we op de Col de Ridieux zijn aangekomen, met een hoogte van 370 meter. Daarna wordt het landschap weer wijdser, terwijl we de afdaling inzetten, waarbij ik Sara nog wat probeer te entertain met het verhaal van de Normandische verovering (Ja, kijk. We houden beiden van geschiedenis en van wandelen, win-win) Op dit eerste deel komen we langs twee gehuchten. Eerst daalt het tot La Forge, dat zo goed als volledig bestaat uit een straat. Daarna gaat het via een zeer steil pad naar Mormont, alwaar we kunnen genieten van een bankje op de ‘village green’ met zicht op de plaatselijke kerk.

Een bijzonder pad, een gehucht met een riviertje en nog meer panorama’s

DSC00112

Vlak na Mormont zijn we even in de war wanneer het pad door iemands tuin leidt. Waarschijnlijk gaat het hier om een buurtweg, maar het feit dat de persoon in kwestie, wie weet uit protest, zijn barbecue zo heeft gepositioneerd dat het echt wel lijkt alsof je op privé-terrein zit, helpt niet. Dat gevoel wordt nog sterker wanneer je je moet bukken om onder een draad te gaan en in een weide terechtkomt. En vervolgens op een pad dat tamelijk slecht onderhouden is, waardoor armen en benen meermaals met doornen in contact kwamen. Het is wel een echte wandelervaring. Het pad leidt naar een laatste gehucht, Fanzel, waar je heel kort kunt genieten van het riviertje l’Aisne. Daarna klimt het terug via een afsaltweg met opnieuw geweldige panorama’s.

Een duivelse kat in een bos en weer naar Wéris

Daarna gaat het nog een laatste keer het bos in. Daar komen we een zwarte kat tegen, die ons zeer enthousiast onthaald. Gezien onze eerdere ontdekking van het bed van de Duivel maak ik meteen de link. Sara, daarentegen, verwijt mij actief mee te werken aan de diabolisering van zwarte katten, die hierdoor vaak minder worden gekozen in kattenasielen. Het beestje was in ieder geval aanhankelijk, al was het wel wat vreemd, zo midden in een bos.

Er volgt nog een lus om daarna toch in Wéris te komen, waar het opvallend drukker is. Van alle wandelingen die we al deden is hier veruit het meeste volk aanwezig. Dat wordt nog erger wanneer we beslissen om toch nog even naar de dolmen en megalieten te gaan kijken, omdat daar in de nabijheid ook nog een parking is. We zien beide sites, maar het merendeel wordt ingenomen door West-Vlamingen, waarbij de kinderen nogal graag zitten en springen op de oeroude stenen. Misschien dus de moeite om te doen buiten het hoogseizoen. Maar de wandeling, die is zeker te doen zonder al te veel medewandelaars.

 

Falaën: Naar de ruïne van Montaigle

🥾 Terrein
Afwisseling van veldwegen, bospaden en asfalt, met enkele korte maar stevige klimmetjes. Enkele stukken smal en minder onderhouden.

🏞️ Bezienswaardigheden
Falaën – Charmant dorp, lid van Les Plus Beaux Villages de Wallonie, met 17e-eeuwse kasteelhoeve
Ruïnes van Montaigle – Romantisch gelegen burcht uit de 14e eeuw, gebouwd door het geslacht Dampierre
Flavion – Rustig zijriviertje met schilderachtige oeverpaden
Hoeve van Montaigle – Historische hoeve boven op de heuvel

⏳ Afstand & duur
± 10 km – Ongeveer 3 uur inclusief bezoek aan de ruïnes

⛰️ Zwaartegraad
Gemiddeld – Kort maar met enkele pittige klimmetjes, warm weer maakt het zwaarder

⭐ Oordeel 4/5

Dit keer een kortere wandeling, maar daarom a minder mooi en zeker niet minder intensief. We hadden namelijk een zeer zonnige dag gekozen, waar het temperatuur de tweede helft van de 30 zou bereiken. Om die reden was het dus aangewezen om vroeg genoeg te beginnen. Op deze lustocht vanuit Falaën, een kleine 10 kilometer, zouden we overigens het pad voor ons alleen hebben. En dat gold ook voor onze tussenstop, de mooie en romantische ruïne van Montaigle.

Falaën, een Waalse parel

De wandeling begint in Falaën, een dorpje dat ook de titel van un des plus beaux villages de Wallonie mag dragen, net zoals Vierves-sur-Viroin de dag ervoor. Dit heeft Falaën naast z’n charmante huisjes ook te danken aan de kasteelhoeve die dateert uit de 17de eeuw, gebouwd als bescherming tegen de roversbendes. Het overleefde de Franse Revolutie ongeschonden, door de connecties van de toenmalige eigenaars en is nu nog steeds in privé-bezit. Een indrukwekkend zicht.

De ruïnes van Montaigle

De wandeling volgt de rode rechthoek met nummer 5 en is dus, los van een bepaald punt waar we al dan niet door eigen toedoen even verkeerd liepen, best goed aangeduid. De gpx is hier te downloaden en is evenwel een handig hulpmiddel. Wij kozen om het kasteel meteen bij openingsuur (11 uur) te bezoeken en deden het dus in de andere richting dan wordt voorgeschreven. Maar dat maakt niet zoveel uit.

Je vertrekt vanuit het dorpje en wandelt even door de velden. In de verte kan je de indrukwekkende abdij van Maredsous zien. Na een paar kilometer ga je het bos in. Je passeert het gehucht Le Marteau. Niet veel verder zie je na een bocht plots de indrukwekkende en romantische ruïne van Montaigle opduiken.

Het kasteel werd in de 14de eeuw gebouwd door het geslacht Dampierre (ja, van Gwijde), op de plek waar eerder al een vestiging stond. Het gebouw raakte in onbruik na de oorlog tussen Karel V en Henri II. In de 19de eeuw werd de verloederde restanten gered van de totale ondergang en met de hulp van het Waals gewest en vrijwilligers kan je het vandaag bezoeken. Een aanrader voor liefhebbers.

Langs de Flavion

Vlak na het kasteel volgt een mooie passage langs de Flavion, een zijrivier van de Molignée, die tevens zijn naam aan de vallei geeft en die zelf in de Maas vloeit. Het weidepadje naast de rivier wordt al gauw onbegaanbaar en het is even nodig om onder de prikkeldraad te kruipen voor wat stevige ondergrond. Een stijgend stuk over asfalt brengt je naar de hoeve van Montaigle.

Vervolgens klimt het pad terug langs de rivier, waar enkele strategisch geplaatste boomstammen ons een mooie picknickplaats schonken. Het bospad komt uiteindelijk via het gehuchtje Flun uit op een asfaltpad dat enkele keren stijgt en daalt, wat geen sinecure is door de temperatuur, die ook al serieus gestegen is. Eens bovenaan passeer je de kasteelhoeve en ben je al snel weer in het centrum van Falaën