Wandelproject: De kastelenroute

België telt maar liefst 3000 kastelen. Daarmee is het het land met het hoogste aantal per km². Dat wil niet zeggen dat ze allemaal te bezichtigen zijn noch dat ze zichtbaar zijn langs de straatkant. Maar je kan er wel een hele hoop voorbijwandelen en een klein deeltje kan je ook echt bezoeken. Ik hou van wandelen en ik hou van langeafstandsroutes met een thema. Zo kwam ik op het idee om bijzondere, mooie, bijzonder mooie en boeiende kastelen op te lijsten en hier zelf een aaneensluitende route van te maken. Om het praktisch haalbaar te houden, wil ik (voorlopig) focussen op de kastelen in Vlaanderen.

Daarbij heb ik enkele basisregels opgesteld. Ten eerste probeer ik van station naar station te gaan, met tussenin ook voldoende plekken die met de bus toegankelijk zijn. Ten tweede probeer ik de etappes te houden rond de 20 kilometer. En ten derde plan ik de routes zo dat er naast mooie kastelen ook vooral mooie natuur te zien is, preferabel op onverharde paden.

Uiteraard is dit een langetermijnsproject. Ik weet zelf op dit moment nog niet waar de route gaat leiden en hoe deze gaat lopen. En of het überhaupt te doen is. Maar ik hoop wel aan de ontdekkingsreis op papier een mooie ontdekkingstocht op Vlaamse wegen te kunnen koppelen. Eentje waar ik zelf de elementen in steek die ik tijdens een tocht graag heb, in de hoop dat ook andere wandelaars dit weten te appreciëren.

Ik heb zelf al een lijst samengesteld met kastelen in alle provincies die zeker niet mogen ontbreken op een tocht, maar wil graag the wisdom of crowds inroepen. Ken jij een mooi kasteel, kasteeldomein of -tuin of kasteelruïne in je buurt? Laat het zeker weten!

GR 128.3 Drongen – Gent-Dampoort (16 km)

🥾 Terrein:
Een mooi opgebouwde route die start in landelijk gebied en eindigt in een historische binnenstad. De eerste helft is puur natuur (dijken, onverharde paden, Leie-oevers), de tweede helft wisselt af tussen stadsparken en drukke centrumstraten. De Karel Sabbeberg (38 m) zorgt onverwacht voor wat kuitenwerk.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Kerk en Oude Abdij van Drongen
  • Leie-oevers, veer van Afsnee
  • Natuurgebied De Assels
  • Blaarmeersen + Karel Sabbeberg / uitkijktoren
  • Centrum Gent: Oud Justitiepaleis, Pand, Graslei, Korenlei, Sint-Niklaaskerk, Sint-Baafskathedraal
  • Porta Ganda en Zwembad Van Eyck (Art Deco, maar niet visueel indrukwekkend)
  • Visserijvaart en Sidonie Verhelststraat (historisch interessant)

Afstand & duur:
Ongeveer 16 km GR + 2 km extra naar station. Een goed gevulde wandeldag met veel stops en visuele afleiding. Geschikt voor een volledige dag, zonder oververmoeiend te zijn.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot gemiddeld. Ondergrond is grotendeels vlak en vlot begaanbaar. Oriëntatie in het centrum vraagt wat extra aandacht. Karel Sabbeberg is het enige noemenswaardige hoogteverschil.

Oordeel: 3,5/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef voor het grootste stuk in de Leiestreek. Maar gaandeweg werd de rustige natuur ingeruild voor het historische centrum van Gent.

Een gezellige wijk en gekronkel langs de Leie

Vanaf het station van Drongen kom je snel in het gezellige centrum van Drongen, waar de mooi uitziende kerk van ver de aandacht trekt. Binnenin is het misschien net iets minder indrukwekkend. We passeren ook de gebouwen van de Oude Abdij, een indrukwekkend complex dat wel niet vrij te bezoeken is. De dekolonisatiebeweging is hier halvelings gepasseerd. Aan de kerk is de kleine gedenksteen voor landbouwopzichter Adolf Lootens, voor zijn beschavingswerk, veranderd. De Drongense kolonialist wordt vandaag onbedoeld geprezen voor zijn betuttelwerk.

Al snel pikt de GR op waar het vorige keer is geëindigd, namelijk voornamelijk onverharde en aangename paden langs de Leie. Het deed soms wat denken aan het stuk in Sint-Martens-Latem, alleen in een iets minder exclusieve versie. De indrukwekkende nieuwbouwwoningen werden afgewisseld met iets minder verfijnde en oudere woningen. Op de Leie zelf worstelde een groep scholieren met hun kajak, de een al wat beter en gemotiveerder dan de ander.

Dit stuk bracht drie hoogtepuntjes voort. Ten eerste was er het veer van Afsnee, waar vooral de plaatselijke kerk fotogeniek stond. Ten tweede was er de zeer kleine zij-uitstap, van weliswaar enkele meters, naar natuurgebied De Assels, van waaruit de eerste torens van Gent zichtbaar werden. En dan was er nog wat vogelvertier, eerst met een Zwartkop (met dank aan de vogel-app), maar vooral met een koekoek die we wel duidelijk hoorden, maar helaas niet zagen.

De Blaarmeersen en de Gent Mountain Trail

Even later ga je via de Blaarmeersenbrug over de Ring van Gent en de Ringvaart. Niet veel later kom je in de Blaarmeersen, het recreatief domein dat af en toe in het nieuws komt en niet altijd op de beste manier. Vandaag was het echter kalm. Toen we aankwamen werden we door een jonge vrouw meteen richting een uitkijkpunt geleid. Het bleek om een uitkijktoren op de Karel Sabbeberg te gaan.

Karel Sabbe is de ultraloper die in 2023 de Barkley Marathon uitliep als 17de loper ooit. Maar de reden dat hij zijn eigen berg (38 m) op dit domein kreeg was omdat hij in 2016 het record op de Pacific Crest Trail op zijn naam schreef en twee jaar later hetzelfde deed met de Appalachian Trail. Hij bereidde zich voor door de huidige Karel Sabbeberg 100 keer per dag op en af te lopen. Indrukwekkend en welverdiend. Maar geef mij toch maar gewoon wandelen. Desalniettemin was het zicht op de toren best leuk en de tip van de Gentse local dus zeer welgekomen. En het deed de hoogtemeters verviervoudigen.

Een tocht door de geschiedenis

Het natuurgedeelte was bijna achter de rug. Niet veel later voerde de Leie naar het centrum van Gent, waar de ene bezienswaardigheid de andere opvolgde. Via het Oud Justitiepaleis en het Pand ging het naar de Sint-Michielsbrug en de Gras- en Korenlei. Ook was het een goede gelegenheid om een bezoek te brengen aan de Sint-Nicholaaskerk en de Sint-Baafskathedraal, weliswaar zonder Lam Gods.

Op deze woensdagnamiddag was Gent een mix van jonge leerlingen, studenten en een hele hoop toeristen. Met een wandeloutfit wijk je wat af van de rest. En ook in deze binnenstad leek het even alsof de GR een imaginair pad was. De rood-witte markering was iets moeilijker te vinden en af en toe moesten we op onze passen terugkeren of het pad terug oppikken.

Vaarwel Leie, hallo Schelde

De doortocht door het centrum van Gent duurt niet te lang en dat betekent ook een afscheid van de Leie. Die vloeit namelijk in de Schelde in de Porta Ganda, de nieuwe jachthaven waarvan de naam wat blitser is dan de plek zelf. Hier is het Zwembad Van Eyck, dat in de gids werd aangekondigd als een Art Deco gebouw. Ook dat was eventjes verwarrend, aangezien je eerst de moderne aanbouw ziet. Het gebouw zelf is helaas ook niet meteen het meest indrukwekkend.

Even dreigt het weer toch nog om te slaan en begint het te druppelen, maar uiteindelijk blijft het droog. En dat is fijn want de laatste passage, richting Gentbrugge. Het kleine padje langs de Visserijvaart voert langs de achterkant van de huizen, waarvan sommige modern en gerenoveerd zijn. Een laatste hoogtepunt is de Sidonie Verhelststraat. Neen, geen familie. Ze was de eerste vrouwelijke studente aan de UGent en koos voor Natuurwetenschappen. Ondanks de onderscheiding in de tweede kandidatuur zou ze wel stoppen en dus niet de eerste vrouw zijn die afstudeerde.

Een kort stukje voert naar een brug over de Schelde. Die ziet er hier nogal pover en mistroostig uit. Maar, nu we het stuk GR 128 in Leiestreek achter de rug hebben, zal de Schelde het volgende stuk die rol overnemen. Er is dus nog ruimte voor herkansing. Daarmee was de 16 km afgelopen en was het een goede 2 kilometer noordwaarts richting Gent-Dampoort, om daar met de trein terug te keren.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

Groene wandeling 2: Bosvoorde – Evere (14,8 km)

🥾 Terrein:
Een gevarieerde etappe, met zowel onverharde bos- en parkpaden als verstedelijkte stukken. Het traject langs de Woluwe is bijzonder sfeervol, maar bij regenval ook modderig en glad. Vooral in het laatste kwart worden asfalt en appartementsblokken dominanter.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Bosvoordse vijvers
  • Ten Reukenpark, Senypark, Hertoginnendal, Mellaertsvijvers, park van Woluwe, Maloupark
  • Woluwevallei (bij droog weer: aan te raden!)
  • Lindekemalemolen: historische watermolen met wortels in de 12de eeuw
  • Kerkhof van Brussel (bekende namen begraven, geen foto’s toegestaan)

Afstand & duur:
Ongeveer 17 à 18 km met aanloop en extra lussen inbegrepen. Tijdsbesteding is sterk afhankelijk van weer, pauzes en oriëntatieproblemen.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht. Niet fysiek zwaar, maar wel opletten op gladde modderstroken en in de stad oriënteren vraagt mentale scherpte. Voldoende afwisseling maakt het een aangename tocht.

Oordeel: 3,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het tweede deel vertrekt in Bosvoorde en eindigt in Evere.

Bosvoorde city

Aangezien ik vorige keer even van het pad af moest (letterlijk) om naar station Bosvoorde te gaan, ging ik logischerwijs eerst opnieuw via deze zijweg terug. Dat duurde een kleine tien minuten, waarna ik mijn tweede stuk op de Groene Wandeling echt kon aanvatten. Het pad voert langs het Solvaypark, dat er van de zijkant best leuk uitziet. Maar door het voorspelde wisselvallige weer koos ik om mij toch aan de route te houden.

De weg komt al snel uit bij de Bosvoordse vijvers en vervolgens gaat het eventjes door de straten van Bosvoorde en langs het plaatselijke kerkhof, het eerste van drie. Niet veel later zit ik weer in het Zoniënwoud, deze keer weliswaar een leuker stukje dan het vorige. Het is minder brede laan en meer bospad, wat de boswandelervaring ten goede komt.

Parken, parken, parken en de Woluwe.

Terwijl de eerste dag nog wat meer door natuurgebied en bos trok, is er nu veel parkvertier. Dat begint met het Ten Reukenpark. Het introduceert ook een belangrijk element dat de hele route zou kleuren, de Woluwe, een zijriviertje van de Zenne. Hier wordt het nog overvleugeld door de grote vijver met enkele zwanen en ganzen.

Het volgende park is het kleinere Senypark. Niet veel later volg je een klein wegje langs de Woluwe, om uit te komen om een drukke baan. De bebouwing en de grote appartementsblokken en kantoorgebouwen zijn hier erg aanwezig, maar gelukkig maar voor een beperkte fractie van de wandeling.

Recreatief door Brussel

Het volgende stuk gaat lange tijd langs een recreatieve zone waar wandelaars, joggers en fietsers het rijk helemaal voor zich hebben. Links en rechts bevinden zich straten, de een al drukker dan ander en, voor de verandering parken. Zo gaat het langs Hertoginnendal, de Mellaertsvijvers en het park van Woluwe. Hier, in de verte, was er een bijeenkomst dat zowel een manifestatie als een bijeenkomst van een jeugdbeweging kon zijn. In ieder geval bracht het veel geroep met zich mee.

Een authentieke molen

Hoewel ik grotendeels gespaard bleef, begon het even verder te hagelen, gelukkig maar voor korte duur. Maar de dreigende wolken waren nu wel vaker aanwezig. Dat belet niet dat het volgende park, het Maloupark, ook weer best mooi is. Het is stilaan een constante, maar ook hier is er een best uit de kluiten gewassen vijver, met name de Struybeekvijver.

Een hoogtepunt van dit deel is echter de Lindekemalemolen, niet alleen vanwege de variatie, maar ook omdat het een historisch ijkpunt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is. Deze watermolen werd al in de 12de eeuw vermeld. Het diende aanvankelijk als graanmolen maar werd later een papiermolen. Het is nu in bezit van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe. Leuk om te passeren!

Modderige paden en drukke wijken

Na de authentieke molen is er nog een stukje onversneden wandelgenot naast de Woluwe. Door de regen was dit stukje best modderig en was het opletten geblazen dat je niet struikelde en zo het water kon voelen in plaats van het enkel te zien en horen kabbelen. Helaas was het ook het laatste stukje echte natuur.

Daarna was het nog enkele kilometers wandelen langs drukkere wegen, met opnieuw heel wat appartementsblokken en kantoorruimten. Even week het pad af van de gpx-track. Ik volgde het, tot ik de wegwijzers niet meer vond en me dus maar opnieuw terug richting het ‘officiële’ (of voormalig officiële?) pad. Waarschijnlijk gaat de nieuwe weg via het Roodebeekpark, wat ongetwijfeld wat charmanter is.

Ik nam echter het pad door de Sterrenbeeldenwijk. En daarmee was de laatste 2 kilometer ingezet. De bebouwing en beschaving waren nooit ver. Nog een laatste opzienbarendheid was het kerkhof van Brussel (fotograferen niet toegelaten!) waar naast enkele Brusselse burgemeester ook onder andere Jacques-Louis David, Paul Van den Boeynants en de schrijver van de Brabaçonne begraven liggen. Na een kilometer was het opnieuw tijd om de groene wandeling te verlaten en een 500 meter later te eindigen aan het station van Evere.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

GR 128.2 Deinze – Drongen (24 km)

🥾 Terrein:
Grotendeels verhard – vooral tijdens het middengedeelte in de villawijken – met her en der zachtere paden langs de Leie of in de natuurgebieden. Technisch nergens moeilijk, al zijn modderige zones mogelijk in de Latemse Meersen. Beweeglijk parcours: van industriële zones tot weidse woonwijken, pittoreske dorpskernen en rivierpaden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Sas van Astene en bijhorende sasmeesterwoning
  • Kasteel van Ooidonk (zichtbaar vanop afstand)
  • Drie kerken: Bachte-Maria-Leerne, Sint-Martens-Leerne en Deurle
  • Deurle: charmant en witgekalkt dorpscentrum
  • Veer van Baarle: praatgrage veerman en mooie pauzeplek
  • Latemse Meersen: moerassig natuurgebied, bron van inspiratie voor kunstenaars
  • Sint-Martens-Latem: centrum van kunsthistorie met galerijen en museum
  • Koutermolen en Goedingebrug: historisch en industrieel erfgoed
  • Beelaartmeersen en Hoge Laak: slot langs groene Leieoever met luxe uitzicht

Afstand & duur:
Ongeveer 24 km. Zeker met sightseeing, veerpontpauze en eventueel musea is dit een dagvullende etappe. Voor wandelaars met een strakke timing: reken voldoende marge.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig, vooral door de lengte en het stevige slot. Overwegend vlak, maar door de afstand en de variatie in ondergrond vraagt het wel energie. Een goede wandeldag dus, met veel afwisseling.

Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef in de Leiestreek. Tussen Deinze en Drongen volgen de kleine dorpjes elkaar op.

De Leie part one

Vanaf het station van Deinze is het een goede driehonderd meter om terug op de GR 128 te geraken. Het begint waar het vorige keer eindigde, namelijk aan de Leie. Die zou de hele dag komen en gaan. Op dit eerste stuk is het minder gezellig. Het volgt voor een groot stuk een industriezone waarbij oudere en moderne fabrieken elkaar afwisselen. Een eerste “hoogtepuntje” is te vinden aan het Sas van Astene, die dateert van 1861. Aan de overkant is er nog een oude sasmeesterhuis is er ook nog een museum en een café. Maar wij volgden het jaagpad verder.

Het tweede hoogtepunt mocht er helemaal zijn. Door de bomen is het Kasteel van Ooidonk te zien, een kasteel in Vlaams-Spaanse Renaissancestijl. Het werd in 1595 herbouwd en werd daarvoor nog bewoond door Filips van Montmorency, de graaf van Horne, die in 1568 werd onthoofd op de Brusselse Grote Markt. Vandaag is het nog steeds in adellijke privéhanden, al kan je vanop een afstand gebouw en diverse bijgebouwen bewonderen.

Kleine dorpjes en vele kerken

Na een afstandelijk bezoek aan het kasteel, gaat de GR 128 langs drie kleine gehuchten. Het eerste is Bachte-Maria-Leerne, met een gezellige dorpskern aan de plaatselijke kerk, waar vooral de glasramen de moeite zijn. Even verder, op een drukke steenweg, ligt de tweede kerk, deze van Sint-Martens-Leerne. De kerk is vanbinnen waarschijnlijk iets mooier, maar de alienachtige figuren op de glasramen zijn dan weer wat bizar.

Een brug over de Leie voert naar het mooiste dorpje van de drie. Deurle heeft waarschijnlijk de mooiste kern van de drie, met een straat vol mooie, witte huizen. Dit is ook het begin van een tocht langs villa’s en kasten van villa’s. De kerk van Deurle is dan weer eerder spaarzaam en doet wat Protestants aan, waardoor deze van Bachte-Maria-Leerne uiteindelijk tot winnaar van de drie.

How the other half lives

Na het stuk Deurle gaat de GR voor het grootste stuk over verharde lanen en dreven. Aan weerszijden vallen steeds grotere huizen te bewonderen. Het zou Vlaanderen niet zijn mocht het niet heel eclectisch zijn, met landhuizen afgewisseld met moderne glazen gebouwen en af en toe ook lelijke, maar opnieuw uit de kluiten gewassen, betonnen constructies.

Het is een bijzonder stuk, vooral omdat het lange tijd door eenzelfde soort woonwijk gaat. Je kan je de ogen wel de kost geven, maar het is toch iets anders dan met een mooi landschap, een pittoresk riviertje of een gezellig dorpsplein. De hekken en hagen volgen elkaar op. Dat verandert wanneer je een graspad langs de Leie volgt. Aan de overkant zie je nog steeds grote huizen, maar de setting, vlak aan het water geeft het geheel extra cachet.

Kunstenaars

Daarna volgt nog een tweede leuk stuk. Dat begint aan de veerpont van Baarle, waar drie banken een ideale lunchplek vormen. Bij aankomst werd een groep fietsers net over de Leie gevoerd. De veerman was tijdens het kuisen van zijn aanlegsteiger best praatgraag. Hij wist te zeggen dat de steiger best glad was en enthousiaste fietsers gevaar liepen om tegen de grond te gaan als ze niet afstapten en dat door het regenweer het water zo hoog stond dat de veer niet kon uitvaren omdat het boven het hout van de steiger uitkwam.

Na deze deugddoende pauze volgde opnieuw een stuk langs grote huizen, met onder andere het ereconsulaat van Namibië in the middle of nowhere, Kort daarna volgt wel nog een stuk ongerepte natuur. De Latemse Meersen is een natuurgebied met enkele waterloopjes dat door de omstandigheden vrij moerassig aandoet. Het was blijkbaar ook het inspiratiegebied van de Latemse kunstenaar Albijn Van den Abeele.

Er komt daarna nog artistiek verantwoorde passages want ook het centrum van Sint-Martens-Latem wordt aangedaan. Naast dure en gigantische huizen wordt dit uiteraard ook vandaag nog geassocieerd met de twee Latemse scholen, met kunstenaars als Gustaaf De Smet, Gustave van de Woestyne en Constant Permeke. Ook vandaag is er nog kunst te zien in het plaatselijk museum en in de exclusievere galerijen.

Rennen naar Drongen

En dan is er nog een goede drie kilometer tot station Drongen. In eerste instantie kunnen we nog de Koutermolen bewonderen. Deze dateert van 1614 en werd in 1977 gedemonteerd en op deze plek gezet. Daarna gaat het opnieuw door een chique wijk met hoge heggen en poorten. Het contrast met de drukke E40, die even verder wordt opgezocht kan niet groter zijn.

Na een tijdje deze te volgen op een asfaltbaan, gaat het via de bijzondere Goedingebrug naar de andere kant van de Leie. Deze brug gaat onder de E40 en je hoort het dus letterlijk rammelen. De Leie wordt dan nog gevolgd in de natuurlijke setting van de Beelaartmeersen en de Hoge Laak. Ook hier zijn aan de overkant prachtige huize aan de rivier te vinden, met zelfs een mini-jachthaven. Om toch onze trein te halen werd het laatste stuk in Drongen al lopend afgelegd. Een pittig einde van een bijzonder etappe op de GR 128.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

Groene wandeling 1: Vorst – Bosvoorde (11,3 km)

🥾 Terrein:
Afwisseling troef: van industriële zones over stadsparken en natuurgebieden tot bosrijke dreven. Hoogteverschil (tot ±70m) zorgt voor variatie en een korte pittige klim richting Engelandplateau. Sommige delen kunnen modderig zijn bij regenweer. Bewegwijzering over het algemeen duidelijk.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Bemptpark met zijn afgesloten vijvers en een oud spoorlijntje
  • Keyenbempt: waardevol ecologisch gebied met volkstuintjes
  • Spoorwegbrug bij Bourdon: verrassend imposant stukje infrastructuur
  • Natuurgebied Kinsendael-Kriekenput: verlaten stuk dat opnieuw leeft
  • Plateau van Engeland: beschermd, heuvelachtig en rustgevend
  • Verrewinkelbos: oud bosgebied, vroeger deel van het Zoniënwoud
  • Zoniënwoud met de Tumuli – mysterieuze grafheuvels van lang geleden
  • Vijver en Solvaypark net voor Bosvoorde als aangenaam slotaccent

Afstand & duur:
Ongeveer 11 km, goed te doen in een halve dag. Rekening houdend met pauzes en ommetjes (zoals die naar de vijver of Solvaypark), is het ideaal als korte kennismaking met de Groene Wandeling.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Geen technische moeilijkheden, wel een klimmetje hier en daar. Goede stapschoenen zijn aangeraden, zeker bij regenachtig weer.

Oordeel: 4/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Voor de eerste kennismaking kies ik voor een korte tocht tussen twee treinstations, dat van Vorst-Zuid en Bosvoorde.

Industrie en parkvertier

Het begin van deze wandeling is misschien nog wel het meest karakteristieke. Vorst-Zuid ligt middenin een stuk Brussel met heel wat industriële activiteit. Gelukkig duurt het maar even voor je dit achter je laat en in het eerste park terechtkomt. Het Bemptpark is een klein stadspark waar de vijvers achter omheiningen staan en er ook een dood spoor is voor een klein treintje.

Uitkomend op het sportcomplex van Neerstalle en het tramdepot in Ukkel, gaat het opnieuw naar een stukje groen. Keyenbempt is een natuurlijk gebied dat naast een grote ecologische waarde ook volkstuintjes huisvest, iets wat op dit stukje Groene Wandeling een constante is. Daar aansluitend is er nog een heraangelegde vlakte van Bourdon, waar je onder een best indrukwekkende spoorwegbrug wandelt.

De betere ongereptheid

De echte natuurpracht komt er al snel aan met het natuurgebied Kinsendael en Kriekenput. Kinsendael werd ooit gekocht door Charles Woeste (ja, die van Daens) en lag voor een groot stuk van de twintigste eeuw verlaten en werd niet onderhouden. Vandaag is ook dit een belangrijke stuk natuur voor fauna en flora. De Groene Wandeling doet er maar een stukje van.

Ook een volgend stukje natuurgebied mag er zijn. Het Engelandplateau stond lange tijd onder druk maar is vandaag beschermd natuurgebied. De regen van de voorbije dagen had een stuk van het pad best modderig gemaakt waardoor het oppassen geblazen was. Het is trouwens best pittig. Tussen Vorst-Zuid en het Englandplateau ligt toch al een 70 meter verschil in hoogte. Het pad stijgt best.

Tussen bos en villawijk

Na een klein stukje verkaveling volgt een eerste van twee bossen. Het Verrewinkelbos bevindt zich op de noordelijke helling van de Verrewinkelbeek en bestaat voornamelijk uit beuken. Ooit was het een onderdeel van het Zoniënwoud. Een bord waarschuwt dat het er bij stormweer best gevaarlijk kan zijn, maar vandaag was het erg fijn wandelen. Dat we ons in het rijkere stuk van Brussel begeven wordt hierna duidelijk, met een passage langs indrukwekkende villa’s, meestal met hekken en toegangspoorten.

Daarna rest nog enkel een goede drie kilometer door een oude gekende. Het Zoniënwoud werd ook aangedaan op de eerste wandeldag van streekGR Groene Gordel, maar dan wel in het nabije Sint-Genesius-Rode. Nu leidt het richting Bosvoorde. Het is vooral wandelen op een brede, rechte dreef, wat niet meteen het meest avontuurlijk is. De route bereikt hier wel het hoogste punt (126 meter). Toch is er ook nog een ander klein hoogtepuntje. Je passeert namelijk langs de Tumuli van het Zoniënwoud, twee historische grafheuvels.

Mooi en lelijk Bosvoorde

Om aan het station van Bosvoorde te geraken besloot ik naar links te gaan net voor een spoorwegbrugje, zodat ik ook nog een van de vijvers kon bezoeken en het nabijgelegen Solvaypark als start van de volgende etappe. Na een korte maar pittige klim, kom je aan in het iets minder aangename Bosvoorde, waar geen bomen maar kantoorgebouwen boven je uittorenen. Voeg daar nog een versleten, lekkend station aan toe en het is iets minder fijn. Maar toch is dit eerste stukje Groene Wandeling heel erg bevallen. Als het een voorbode is van wat nog komen moet, dan is het een leuke manier om het Brussels gewest te ontdekken.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

GRP 127.2 Nijvel – Villers-La-Ville

🥾 Terrein:
Een stevige etappe. De eerste helft bevat nogal wat asfalt, maar dit wordt goedgemaakt met mooie uitzichten, dorpspassages en interessante ontmoetingen. Tweede helft veel aangenamer met bospaden, veldwegen, glooiend terrein en meer natuurlijk reliëf. Geen technische moeilijkheden, maar voldoende variatie om het boeiend te houden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Parc de la Dodaine in Nijvel – charmant stadspark in Franse stijl
  • Bois de Nivelles – hoogste punt van de GRP 127 (167 m)
  • Miniatuurvliegveld – onverwacht entertainment onderweg
  • Bron van de Mayaux – rustige lunchplek met zitbank
  • Bron van de Dijle (iets verderop, niet aangedaan)
  • Kasteel van Hautain-le-Val – imposant, 12e-19e eeuw, goed zichtbaar vanop afstand
  • Le Châtelet – ruïne van middeleeuwse burcht, omgevormd tot hoeve, verrassend fotogeniek met luchtballon
  • Sentier au Grand Pré langs de Thyle – rustig slotstuk richting Villers-la-Ville

Afstand & duur:
25,4 km – best intensief qua afstand. Reken op 6 tot 7 uur wandelen inclusief pauzes.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Niet extreem zwaar qua terrein, maar door de afstand en het glooiende karakter wel een dagvullende inspanning.

Oordeel: 4/5

Je moet niet altijd naar het buitenland gaan om nieuwe dingen en plekken te ontdekken. Meer zelfs, soms ligt het in je achtertuin. Dat is eigenlijk wel het geval voor de GRP 127, beter bekend als de Tour du Brabant Wallon. Deze relatief jonge (2018) wandelroute gaat in een lus doorheen de kleinste provincie van Wallonië en biedt zo’n 266 kilometer wandelpad om te ontdekken. Eind oktober 2022 deed ik met een vriend twee etappes. Dit is, met serieuze vertraging, het verhaal van wandeldag 2, dat begon op het marktplein van Nijvel, voor een tocht van 25,4 km.

Een onverwacht Nijvel

Op de eerste dag ontdekte we al dat Nijvel een opvallend aangename binnenstad had. Dat werd nog versterkt door het plaatselijke park Parc de la Dodaine, in 1815 aangelegd met vijvers en volgens de Franse stijl. De beelden, zoals de waterspuwers en de engeltjes, zijn blijkbaar later uit Brussel naar hier verhuisd. Maar het helpt wel om de dag te starten en is slechts een van de vele ontdekkingen tussen Nijvel en Villers-la-Ville.

Het hoogste punt en asfaltpassages

Vanuit Nijvel werd een klein beekje gevolgd om vervolgens op een afstalfweg te belanden. Het eerste deel van deze tweede dag doet dat helaas wel een beetje meer. Het uitzicht is weliswaar mooi, dus dat is een meevaller. Na enkele kilometers kwamen we al aan het hoogste punt van deze GRP 127. Iets voor de kapel van het gehucht Bois de Nivelles halen we de 167 meter. Vanaf dan is het niet enkel bergaf, maar wel sowieso lager.

Daarna ging het terug opnieuw een tijdje over asfalt. Onderweg was er wel voldoende entertainment. Zo passeerden we langs een kapelletje, een niet nader geïdentificeerde centrale en vooral langs een vliegveld voor miniatuurvliegtuigjes dat op de zonnige dag door enkele enthousiastelingen werd gebruikt. Het gezoem van de modelvliegtuigjes was gedurende een groot deel van het asfaltstuk de soundtrack. Na een tijdje werd het gelukkig onverhard en niet veel later bevonden we ons in Hautain-le-Val.

Twee bronnen en een heus kasteel

Was het park in Nijvel nog een kleine ontdekking, dan bood Hautain-le-Val er nog wat meer en meer opzienbarende. Eerst was er de bron van de beek Mayaux, inclusief een bankje. Ideaal om de lunch te nuttigen. Even verder is er een brugje dat een andere bron vermeldde, dat van de Dijle. De bron zelf is weliswaar nog een goede kilometer verwijderd, net iets te ver voor een omweg.

Het hoogtepunt is echter een heus kasteel. Het chateau van Hautain-le-Val heeft roots in de twaalfde of dertiende eeuw, maar het symmetrische uiterlijk dateert van veel later, al zijn er nog wel elementen uit de zestiende eeuw bewaard gebleven. Het kasteel is vandaag niet toegankelijk, maar het is wel indrukwekkend en aangenaam om langs verschillende kanten te bewonderen.

Nog een kasteel te gaan

Het tweede deel is sowieso aangenamer dan het eerste. Het voornaamste stuk asfalt is achter de rug en nu volgden we vooral bospaden, veldwegen en ander onverhard vertier. Even volgen we de jonge Dijle, nog niet meer dan een potige beek. Het terrein glooit en het was op sommige stukken aangenaam wandelen maar ook geregeld uitdagend.

Dit gedeelte is opvallend afwisselend en aangenaam om te ontdekken en te bewandelen. Een deel gaat over glooiende heuvels, een deel door mooie, dichte bossen en een deel door een meer agrarisch landschap. Af en toe zijn er tekenen van kleine woonkernen. En dan is het wachten op ons tweede kasteel van de dag.

Was Hautain-le-Val al een fijne ontdekking, dan was dat helemaal het geval voor Le Châtelet. Hier zagen we de restanten van een twaalfde eeuwse burcht, ooit bezit van de kasteelheren van Marbais, die ook de grond zouden schenken waar later de abdij van Villers-la-Ville werd gebouwd. Ooit een machtige uitvalsbasis, geraakte de burcht vanaf de 16de eeuw in onbruik en werd in latere eeuwen herbestemd als onderdeel van een hoeve. Tijdens onze passage kreeg het geheel nog extra cachet door een voorbijglijdende luchtballon. De moeite!

Naar Villers-La-Ville (deel 1)

Daarna zijn we niet meer zo ver van onze eindbestemming. De GRP 127 volgt Le Sentier au Grand Pré en houdt daarmee een deel de rivier Thyle, een zijrivier van de Dijle, links van de wandelaar. Na een tijdje werd deze overgestoken om zo in Villers-La-Ville te komen. Van de befaamde abdij is op dat moment nog niets te merken. Dat is pas het geval op de volgende etappe. We krijgen wel al een eerste blik op de treinrit terug. Goed vooruitzichten dus.

Meer wandelingen op de GRP 127 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/grp-127-tour-du-brabant-wallon/

GR 128.1 Tielt – Deinze (21,4 km)

🥾 Terrein:
Licht golvende etappe met aangename afwisseling tussen veldwegen, graspaden, bospassages en stukjes asfalt. De klim naar de Poelberg is kort maar pittig, de rest van de dag verloopt vrij geleidelijk. Geen technische moeilijkheden, maar het knuppelpad richting Grammene vraagt wat aandacht. Overwegend onverhard, wat het stapritme ten goede komt. Mist en ochtendnevel gaven een bijzondere sfeer.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Poelberg (45 m) – mini-puist met uitzicht, Lourdesgrot & Poelbergmolen
  • Meikensbos/Vijverbos – bos in herstel, verrassende aanplanting
  • Kerk van Wontergem – mooie binnenkant, standbeeld Lucien Buysse
  • Oude stationsbrug (WO II) – met Duitse inscriptie
  • Kerk van Grammene – mysterieuze kerkkat
  • Leiepad via Natte Meersen & Meirekouter
  • Graf van Agnes Desimpel – tragisch oorlogsverhaal
  • Lorenzobrug – smeedijzeren spoorwegbrug à la Eiffeltoren
  • Deinze – levendige stad met parkje en Grote Markt

⏳ Afstand & duur:
± 24,5 km
Wandeltijd: 6 – 6,5 uur incl. rust en sightseeing

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Niet zwaar qua terrein, maar de afstand vraagt een zekere basisconditie. Voldoende zit- en rustplekken onderweg.

⭐ Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt.

Een mistige start, de Poelberg-puist en een bizar bos

Na het bereiken van de overkant van de spoorweg begon een mistige wandeling waarbij Tielt al snel werd verlaten voor de betere lokale weg in het groen. Ons eerste hoogtepunt van de dag (en van ons GR 128-avontuur) ligt iets verder op de Poelberg. Deze Poelberg (45 meter hoog) wordt voorgesteld als een lokale Baskische mini-puist, maar de hoge stijgingspercentages lagen duidelijk aan de overkant.

Op de Poelberg liggen echter meteen enkele hoogtepunten. Zo is er het Klooster De Hoop waarbij in 1938 een Lourdes-grot werd bijgebouwd. Het historisch vertier komt echter in duo. Want iets verder, een beetje verhuld in de mist, staat ook nog de Poelbergmolen. Deze gaat terug tot de 17de eeuw en bleef tijdens de twee wereldoorlogen intact, hoewel er wel wat herstellingen nodig waren. Net zoals vele molens verloederde deze wel in de decennia daarna, tot hij werd gekocht door de gemeente en vanaf de jaren ’90 weer maalvaardig werd gemaakt.

Na deze passage ging het naar het Meikensbos. Dit is de historische naam van het Vijverbos, dat doorheen de decennia door boskap en landbouwactiviteit steeds kleiner werd. Vanaf 2000 kwam het in het bezit van Natuur & Bos dat het beetje bij beetje aan het herstellen en uitbreiden is. Door de beplanting doet het vandaag wat vreemd aan. Het lijkt namelijk soms eerder dat je door een boomgaard in een weide loopt, eerder dan een bos.

Van kerk naar kerk

Na het bos volgt de GR 128 grotendeels veldweggen, graspadjes en af en toe een asfaltbaan, richting de steenweg die onder Aarsele loopt. Over het algemeen mag je op deze etappe niet klagen over de ondergrond. Het is heel vaak onverhard, wat het malen van de kilometers aangenamer maakt. De vergezichten zijn ietsje minder dan ze konden zijn, omdat tot de middag de velden nog verhuld zijn in nevel en mist. Het geeft weliswaar ook een zekere charme aan het geheel.

Het gaat daarna van kerk naar kerk. De eerste is een goede 3 kilometer verwijderd. De kerk van Wontergem is langs buiten niet al te speciaal, maar heeft wel nog een mooie binnenkant. Verder zijn hier ook bankjes die zich lenen tot het nuttigen van een kleine snack of je lunchpakket. We waren niet de enige met die idee, getuige de enthousiaste groep van 10 vrouwen die deelnamen aan een wandeling van de Wandelclub De Natuurvrienden Deinze. Aan deze kerk is er ook een standbeeld voor de wielrenner Lucien Buysse, die 5 etappes won in de Ronde van Frankrijk en eindoverwinnaar was in 1926.

Van de kerk van Wontergem gaat het naar deze van Grammene. Het pad is hier echter nog wat mooier. Zo passeer je een oude stationsbrug, die door het Belgische leger werd opgeblazen en herbouwd werd door de Duitsers in 1942. Vandaag zie je nog de Duitse inscriptie. Ook is er een knuppelpad, dat weliswaar her en der al z’n beste tijd heeft gehad, met gammele planken tot gevolg. Even later verschijnt de kerk van Grammene. Hier wordt het grootste avontuur verzorgd door een zwarte kat die met ons mee in de kerk binnenglipte. Of dat dachten we toch. Het is ook best mogelijk dat we de kerkkat van Grammene buiten zette en zo het dorpje en omstreken in een periode van tegenslag hebben ondergedompeld…

Langs het water naar Deinze

Eens voorbij Grammene volgt het finale deel van deze eerste etappe op de GR 128, eentje die voert langs de oude en nieuwe Leie, via de paden Natte Meersen en Meirekouter. Het is aangenaam wandelen langs het water, dat op dit gedeelte een duidelijk groene kleur heeft. We passeren tijdens dit stuk, waarbij we een bocht maken, ook het graf van Agnes Desimpel, die op 26 september 1976, op 37-jarige leeftijd overleed toen ze tijdens het rooien van de aardappelen op een obus uit de eerste wereldoorlog botste en deze wegwierp, waardoor deze tot ontploffing kwam.

Even verder wandel je langs de Lorenzobrug van Grammene. Deze spoorwegbrug, gebouwd volgens dezelfde techniek als de Eiffeltoren, was bijna gesneuveld. De NMBS wilde deze namelijk afbreken en vervangen door een andere. Maar heel wat mensen tekenden protest aan, waaronder Grammenaar Laurent Vanhaesebrouck en kunstenaar Roger Raveel. De NMBS plooide en vandaag staat de brug gekend als de Lorenzobrug, als eerbetoon aan Vanhaesebrouck.

Deinze

Daarna keert het pad weer en gaat het nog voor een laatste rechte lijn langs de Leie, om zo naar Deinze te gaan. Eerst zien we nog enkel de industrie, maar al snel komen we aan de stad zelf, waar langs de Leie heel wat nieuwbouwappartementen staan. Ook horen we het enthousiaste publiek van SK Deinze tijdens hun wedstrijd tegen Seraing. Via een parkje komen we ten slotte uit op de Grote Markt, dat volgelopen is door het aangename weer en de autoluwe zondag. Een mooi eindpunt van onze eerste kennismaking met de Vlaanderenroute.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

GRP 127.1: Hennuyères – Nijvel

🥾 Terrein:
Een glooiende en gevarieerde eerste etappe, zonder echt technische stukken. Overwegend bospaden, veldwegen en verharding in dorpen. Afwisseling tussen natuur, open landschap en bebouwde omgeving. Voldoende rustpunten en begaanbare ondergrond, al zorgen sommige asfaltstukken voor wat monotone kilometers.

🏞️ Bezienswaardigheden:
• Le Grand Bois Commun – een coöperatief bos in handen van burgers
• Kerk van Virginal-Samme met kleurrijke glasramen
• Bois des Nonnes – herfstkleuren, glooiend pad en mysterieuze caravan
• Kanaal Brussel-Charleroi met doorkijk naar hellend vlak van Ronquières
• Cthulhu-achtige boom aan bosrand
• Oud kasteeltje La Castia, nu hoeve
• Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Luxemburg (1767)
• Vierkantshoeves en landelijke vergezichten bij Monstreux
• RAVeL-tracé op oude spoorlijn naar Nijvel
• Stad Nijvel met collegiale kerk, middeleeuwse Tour Simone en aangenaam centrum

Afstand & duur:
22 km – vlot haalbaar als dagtocht, ook met ov-verbindingen naar Hennuyères en Nijvel.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Enkele langere stukken verharde weg kunnen zwaar aanvoelen. Bosglooiingen zorgen voor variatie, zonder steile hellingen. Geschikt voor beginnende wandelaars met een basisconditie.

Oordeel: 3,5/5

Je moet niet altijd naar het buitenland gaan om nieuwe dingen en plekken te ontdekken. Meer zelfs, soms ligt het in je achtertuin. Dat is eigenlijk wel het geval voor de GRP 127, beter bekend als de Tour du Brabant Wallon. Deze relatief jonge (2018) wandelroute gaat in een lus doorheen de kleinste provincie van Wallonië en biedt zo’n 266 kilometer wandelpad om te ontdekken. Eind oktober deed ik met een vriend twee etappes. Dit is het verhaal van wandeldag 1, dat begon in het station van Hennuyères voor een tocht van een goede 22 km.

Een gemeenschapsbos

Hennuyères zelf is niet het meest spectaculaire dorpje. Maar gelukkig konden we al snel een padje inslaan en kwamen we terecht aan de flanken van Le Grand Bois Commun. Dit bos werd in 2018 te koop gezet. Uiteindelijk was het een coöperatieve van 2000 burgers die het kocht voor een flinke duit geld, maar het dus wel openstelt voor wandelaars en inzet op beheer en versterking van het bosgebied. Een bijzondere start en een bijzonder ontdekking.

Nadat we uit het bos kwamen, ontdekten we even de kleindorpelijke kant van dit stukje Waals-Brabant. Eerst gingen we door het gehuchtje Rouge Bouton, daarna naar het centrum van Virginal-Samme, een deelgemeente van Ittre. Daar brachten we een kort bezoekje aan de plaatselijke kerk, de église Saint-Pierre, die werd heropgebouwd in de 19de eeuw. Het is weinig opzienbarend, maar er zijn wel her en der mooie glasramen.

Een akelig bos en een vreemde boom

Het centrum van Virginal wordt verlaten via enkele kleinere buurtwegen, waarna het opnieuw naar een bos ging, dit keer het bois des nonnes. Het was er op zich aangenaam vertoeven, zeker gezien de oranje herfstpracht. Het bospad ging ook op en neer en de glooiingen zorgden voor de nodige wandeluitdaging. Er was wel een vreemd tafereel toen we plots een verlaten en licht getoucheerde caravan zagen. Gezien onze eindbestemming, Nijvel, ging mijn gedachten plots naar een zekere bende uit de jaren 80.

Eens het bos uit ging het eventjes door de velden, waarna opnieuw een ander stuk bosrand volgen. Daar zag ik een boom die niet aan niet-fictieve gangsterbendes deed denken, maar wel aan Cthulhu, het fictieve opperwezen uit de werken van H.P. Lovecraft. De boomwortels leken vervaarlijk op het sliertige gelaat van de gigantische inktvisgod. Gelukkig is het maar hout.

Ingenieuze constructies à volonté

We verlieten opnieuw het bos en kwamen dan aan een oude bekende. Het kanaal Brussel-Charleroi is uiteraard een vast gegeven in mijn leven, als Hallenaar. Hier kruisten we het opnieuw, maar kilometers verder, in Ittre. Het is maar een korte passage tot we een brug over moeten. Daarna is het terug naar een meer vertrouwd landschap, met licht glooiende velden en weiden. Maar ook hier hadden we, hetzij vanuit de verte, zicht op een ingenieuze constructie. De hoge toren van het hellend vlak van Ronquières zou enkele kilometers keer op keer opduiken.

Kleinere bouwwerken

Daarna is het nog even in en langs de bosrand, het zogenaamde Bois d’En Bas. In de verte zien we een voormalig kasteel, La Castia, dat vandaag dienst doet als boerderij, nadat het in verval geraakte en opnieuw werd opgebouwd. Een volgend historisch ijkpuntje is de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Luxemburg of Onze-Lieve-Vrouw van Walcourt. Deze gaat terug tot een kapel die gebouwd werd rond 1767. Vandaag is het een klein rustpuntje voor de wandelaar.

Een aangename binnenstad

Het is dan niet meer al te ver naar Nijvel. Het pad gaat nog even door wat velden, met zicht op een witte vierkantshoeve en een kerkje, dat van Monstreux. Het duurt dan niet meer lang of we wandelen op de RAVel, de vroegere spoorwegbedding, dat doorheen de decennia evolueerde van personenvervoer naar later vervoer in functie van de suikerindustrie. Vandaag is het dus geasfalteerd en is het aan de fietsers en de voetgangers.

Na een tijdje is het afdalen via een trap en zo Nijvel binnen. Dat gebeurt eerst via een uit de kluiten gewassen muur. Daarna gaat het de verrassend aangename binnenstad in. De collegiale kerk staat helaas in de stijgers. Verder passeren we ook nog de restanten van de omwalling, met de Tour Simone, de enige die overbleef van de omwalling met 11 torens. Deze omwalling ging terug tot de 13de eeuw maar de reeds vervallen restanten werden al door de Fransen vernield of in dienst genomen voor andere doeleinden.

Via het centrum trokken we naar het stationsgebouw, waar vreemd genoeg niet “Gare” maar wel “Station” staat. Daarmee eindigde deze eerste tocht op de GRP 127 door Waals-Brabant, een opvallend glooiende etappe met heel wat mooie natuur en her en der ook architecturaal wat verrassingen. Een mooi begin van de kennismaking met deze buurtprovincie over de taalgrens.

Meer wandelingen op de GRP 127 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/grp-127-tour-du-brabant-wallon/

Etappe 6: Sint-Kwintens-Lennik – Halle (22 km)

🥾 Terrein

Glooiende wegen in het typische Pajottenland, met dorpsdoorsteken, kerkwegels, veldpaden en verharde stukken. Hier en daar modderige stroken, maar vlot te doen. Geen zware klimmetjes, wel wat lange hellingen. Duidelijk gemarkeerd, al was het vandaag soms wat verstopt tussen deelnemers van een georganiseerde wandeltocht.

🏞️ Bezienswaardigheden

Gaasbeek – Dorp met devoot karakter; bijzondere sfeer in de kerk
Kasteel van Gaasbeek – Gezien vanop afstand langs de vijvers en terrassen
Wandelgekte – Grote groep medewandelaars van wandelvereniging Bellingen; unieke sfeer
VRT-zendmast – Lelijk maar iconisch oriëntatiepunt in Sint-Pieters-Leeuw
Sint-Laureins-Berchem & Oudenaken – Charmante dorpskernen, open vergezichten en beekvalleitjes
Kasteel Coloma – Stijlvol park met winterse rust; in de lente gekend om rozentuin
Basiliek van Halle – Symbolisch eindpunt van een pelgrimstocht van vier jaar, met intense devotie
Kanaal Brussel-Charleroi & Zenne – Slotstuk met bruggetje en laatste natuurstrook

Afstand & duur

± 20 km
Rekening houdend met pauzes en lunch: ± 5 uur wandelen

⛰️ Zwaartegraad

Matig – de combinatie van afstand, enkele langere hellingen, wisselende ondergrond en het tempo van een drukkere wandeldag maken het net pittig genoeg om je benen te voelen, zonder echt zwaar te worden.

Oordeel 3,5/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen, van Kortenberg naar Eppegem. Een langere etappe van Eppegem naar Mollem volgde in september. Met het mooie wandelweer in het vooruitzicht, was het in juli de opportuniteit om deel vijf te temmen, van Mollem naar Sint-Kwintens-Lennik. En dan, bijna vier jaar na de start van de eerste etappe was daar eindelijk het slotstuk.

Naar Gaasbeek in een wandelgekte

Langs een klein buurtwegje wordt het marktplein, met standbeeld Prins opnieuw in een hoofdrol, verlaten. Wat volgt is een mooi parcours te midden het glooiende landschap van het Pajottenland, af en toe onderbroken door de dorpskern van een van de vele dorpse deelgemeenten. Het eerste daarvan is Gaasbeek, gekend van het gelijknamige kasteel. Maar ook de kerk op het dorpsplein is de moeite waard om eventjes binnen te springen. Daar waren we getuigen van het feit dat devotie hier nog een ding is. Een vrouw zat knielend te bidden aan het standbeeld van Maria.

Tijdens onze rit naar het startpunt waren we al te weten gekomen dat ook de wandelvereniging van het Pepingse Bellingen vandaag een wandeldag organiseerde. Deelnemers konden kiezen tussen wandelroutes gaande van 7 tot 50 km. Deze volgde vaak ook onze GR, waardoor we tussen Gaasbeek en Sint-Pieters-Leeuw geregeld tussen een opvallend aantal medewandelaars liepen. Het was enerzijds verbazend maar anderzijds ook fijn om te zien hoeveel mensen op de grauwe februaridag kozen om toch naar buiten te gaan.

Van het dorpsplein van Gaasbeek ging het richting het kasteel. Hier werd echter enkel de rand van het park gevolgd. We zagen dus wel het kasteel van z’n meest spectaculaire kant, langs het water met de bescheiden terrassen, maar de kapel of de voorkant van het kasteel werd niet bezocht. Er werd doorgestoken richting onze volgende bestemmingen, de dorpjes Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken.

Zendmast en een tweede kasteel

Vanaf een bepaald punt wordt de gekende VRT-zendmast een vast element in het decorum. Deze toren van bijna 300 meter is in Sint-Pieters-Leeuw en omgeving een haast iconisch landschapselement. Het is niet bijster mooi, maar het zorgt wel voor een grote herkenbaarheid en oriëntatie. Gelukkig is er daarnaast vooral veel natuurpracht tussen de kerken van Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken zijn de uitzichten mooi en is er ook een passage door een klein bosje.

Er worden ook diverse beekjes gevolgd op weg naar het centrum van Sint-Pieters-Leeuw, waar na enige tijd de kerktoren zichtbaar wordt. Eens voorbij het kerkplein gaat het naar het park van het kasteel van Coloma, vooral gekend van zijn rozentuin vanaf mei, maar nu misschien op z’n minst mooi, zonder vallende bladeren maar wel met kale bomen. In ieder geval was het wel de ideale plek om te lunchen en ons laatste stukje streekGR te temmen.

Naar de basiliek

Dat stukje pelgrimstocht is gekend terrein. Het is maar enkele kilometers van mijn woonplaats en het is dan ook meermaals bewandeld. Toch is het nog een mooi slotstuk. Langs de Leeuwse velden gaat het net niet naar de zendmast en daarna blijft het pad op en neer kronkelen door velden en weiden, tot de wijk Stroppen, met gelijknamige voetbal- en jeugdbewegingterreinen worden bereikt. Er wordt nog een laatste keer afgedaald langs het kanaal Brussel-Charleroi, een brugje over de Zenne genomen (waar mijn wandelgezel net voor het einde nog te maken krijgt met wat hondenpoep) en zo naar de basiliek.

Ook hier zien we nog een vroom koppel. Zij biddend op de knieën, hij biddend met een paternoster. Ons bezoek is niet sacraal, maar heeft wel iets mooi. In april 2019 begonnen we hier aan een tocht van een goede 150 km, waar we uiteindelijk, door omstandigheden net geen 4 jaar over deden. De streekGR is echter een mooie tocht rond Brussel, gevarieerd met heel wat ontdekkingen. Maar het is vooral het beste bewijs dat je niet ver hoeft te gaan voor een leuke wandelervaring.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

GR5A.4 Geraardsbergen – Flobecq (18,3 km)

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Tijdens het Allerheiligenweekend zetten we ons aan de inmiddels 4de etappe, dwars door de Vlaamse Ardennen.

De laatste Dender en Vlaamsche dorpjes

Bij het verlaten van Geraardsbergen gaat het nog even langs de Dender, die al vanaf de eerste etappe af en toe opdook op de route. Aan de overkant van de rivier liggen enkele grotere industriële gebouwen. Het doet ons op een vreemdsoortige manier denken aan onze eerste wandeldag op een langeafstandswandeling ooit, in Newcastle langs de Tyne. Hetgeen wat kort daarna volgt is wel ietsje minder spectaculair dan de weiden en velden van Northumberland.

Het pad langs de Dender wordt verlaten en als snel wordt het centrum van Overboelare, een deelgemeente van Geraardsbergen bereikt. Los van het kerkje is het niet al te opzienbarend. Bij het verlaten ervan gaat het vooral langs en door de velden, met een beetje geluk langs veldwegen of onverharde paden, maar ook vaak net ietsje te veel op asfalt. Dat wandelt natuurlijk net ietsje minder aangenaam.Even later arriveren we in het al even exotische Zarlardinge, een al even typisch Vlaamse dorpje met kerkje in het midden. Een ideale plek om te lunchen.

De Vlaamse Ardennen en bossen

Het tweede deel van de wandeling is wel veel aangenamer. Het gaat door het al veel heuvelachtigere Brakel, waardoor de echte passage door de Vlaamse Ardennen begint. Het asfalt wordt ook ingeruild voor velden en vooral voor bospaden, want het ene bos volgt het andere op. Het begint met een korte passage door het Hayesbos, gelegen op de zogenaamde getuigenheuvels in de Vlaamse Ardennen. Dit zijn overblijfselen van zandbanken die hier al enkele miljoenen geleden waren, toen de zee begon langzaam terugtrok.

De bossen daarna zijn ietsje groter en de passages worden ook wat langer. Het volgende, en laatste, dat op het menu staat is het Livierenbos of het Bois de La Louvière. Dat betekent inderdaad dat deze GR, de wandelronde van Vlaanderen, flirt met de taalgrens. Het ligt in de Pays de Collines, de Waalse broer van de Vlaamse Ardennen. De naam geeft al aan dat het vroeger een bos was waar menig wolf te vinden was.

Het is een lang bospad, maar kaarsrecht en op de zonnige novemberdag is er heel wat volk op de baan. Aan het einde van het bos vinden we nog een picknickbankje waar we ons te goed doen aan wat appelcake. Daarna wandelen we Flobecq binnen, waar we opgepikt worden. Het was een relatief lange wandeldag op de GR, maar het verschil met de vorige, vooral dankzij de verandering in het landschap, was fijn. Het toont meteen dat deze GR5A een enorm gevarieerde wandelroute is.

Meer wandelingen op de GR5A vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/