Wandeldag 3: Sandvig – Gudhjem

🥾 Terrein: Rotsige baaien en stranden, bosrijke kliffen met trappartijen, fietspad langs de weg, en wat industriële zones. Wisselende ondergrond met wat steilere stukken.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Cat’s Ears: grillige rotsformaties met herkenbare vormen
  • Prehistorische monumenten in Troldskoven: zonnewijzer (monoliet), zonneschip, grafmonument, rots van een heremiet-prediker
  • Helligdomsklipperne: spectaculaire rotsformaties met trappen en klauterpartijen
  • Black Pot (Sorte Gryde): diepe, smalle grot met uitdagende ladder
  • Paardenstenen: mysterieuze monolieten
  • Roversborgen (rover-kasteel): prachtig uitzichtpunt met trappen
  • Gudhjem: kleurrijk kustdorpje met molen en gezellige sfeer

🗺️ Afstand & duur: Circa 18 km, inclusief pauzes, klauteren en sightseeing een goede dagetappe.

⛰️ Zwaartegraad: Uitdagend door steile trappen, hoogteverschillen, klauterstukken en smalle paden.

Oordeel: 4,5/5

Na de (relatieve) rustdag in Sandvig, waarbij we het kasteel van Hammershus bezochten en dit combineerde met twee lokale wandelingen én een potje mini-golf, was het nu tijd om weer verder te gaan op het kustpad, waar we op ongeveer 18 kilometer opnieuw heel wat moois konden ontdekken, en dit zowel op vlak van natuur als op vlak van (pre)historie.

Zee en prehistorische pracht

De gids meende dat op deze derde wandeldag het mooiste stuk ging komen. Na de tweede dag, met z’n ongelofelijke variatie, was dat moeilijk te geloven. Maar los van het landschap waren er wel enkele bezienswaardigheden die sowieso de moeite waren. Een goed ontbijt drong zich op.

Eerst moesten we het stuk bewandelen dat we inmiddels al twee keer hadden gedaan voor het avondeten in Alligne. Eens daar voorbij werd het snel heel mooi, met rotsige baaien en stranden. Er waren ook wat grillige rotsformaties. Sommigen kregen omwille van hun gekke vorm ook een naam, zoals de zeer treffend gedoopte cat’s ears, tot groot jolijt van Sara.

Het dorpje Tejn was even een keerpunt. Hier was het even door een klein industrieel deeltje gaan, maar daarna was het een goede 3 kilometer op een fietspad naast een baan, met weliswaar mooie zichten over de zee. Gelukkig waren er hier wel al 2 hoogtepunten om het wat monotone pad te doorbreken.

Voor het eerste moesten we eerst een veld induiken. Het betrof hier een kleine monoliet die fungeerde als zonnewijzer voor de seizoenen. Het tweede was eveneens prehistorisch en was te vinden in het Troldskoven, waar maar liefst drie prehistorische bezienswaardigheden waren, namelijk een zonneschip (opgebouwd uit stenen), een prehistorisch grafmonument en een gigantische rots, gelinkt aan een heremiet-prediker.

Hoge kliffen en diepe grotten

Het duurde nog even tot het pad de drukte van de autoweg verliet, maar dan was het wel meteen goed voor een prachtig vervolg. Na een lunch aan een strand, begon een klim door een bos naar de befaamde rotsformaties van Helligdomsklipperne. Deze waren te bezoeken via korte trappartijtjes.

Door ook nog over de betere rotsblokken te balanceren, kwam ik aan de brug om de grot, Black Pot (Sorte Gryde) te bezoeken. Dit is een smalle grot die tot 60 meter diep gaat. De eerste poging was echter geen succes. Mijn lichte hoogtevrees speelde op en het laddertje leek onoverkomelijk, maar Sara trotseerde het wel (het laddertje maar niet de grot), waardoor ze mij ook motiveerde om het te doen. Tweede keer, goede keer. Ik zou anders spijt hebben gehad.

Op en neer naar het rovernest

Na dit intermezzo ging het heel lang op en neer door een bos, met kloven, hellingen en af en toe zicht op rots en zee. In de gids werd dit aangekondigd als het mooiste stuk van de hele kustroute. Het was zeker de moeite maar toch waren we naar mijn bescheiden mening stukken gepasseerd die net nog een trede hoger stonden.

Er waren daarna nog twee opvallendheden. Het eerste was (opnieuw) een prehistorische verzameling monolieten die de paardenstenen werden genoemd, waarbij het mij niet meteen duidelijk was waarom. Het tweede was mijn persoonlijke favoriet, Roversborgen of het roverskasteel, een met trappen te bereiken uitzichtpunt. Prachtig!

Gudhjem

Gudhjem (ongeveer uit te spreken als Gulje) zelf is een leuk en kleurrijk dorp, met ook nog een grote molen die we een dag eerder op de minigolfbaan hadden gezien. Het hotel zelf was ook zeker in orde en we konden zowaar na onze wandeling even in een zwembad plonzen. De zoektocht naar eten verliep weer moeizaam door de serieuze kostprijs, maar uiteindelijk was café Klimt best goed en aten we er een broodje kip en enchiladas.

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Extra wandeldag: Sandvig

🥾 Terrein:
Wandelingen langs fietspaden, weides, bossen en rotsige kustpaden, met enkele avontuurlijke stukken langs oude steengroeven.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Petrogliefen van Madsebakken: bronstijdtekeningen (3000 jaar oud) van zon, zonneschip en sterren, gegraveerd in indrukwekkende rotsblokken, met een gerestaureerd zonneschip.
  • Cirkelpad (Cirkelstein): panorama’s gecreëerd met grote houten cirkelconstructies, wandelroute door bos en weiland.
  • Hammershus: grootste middeleeuwse kasteelruïne van Noord-Europa, met een rijke geschiedenis als twistappel tussen kerk en kroon, en indrukwekkende uitzichten over het eiland.
  • Stenhuggerstein: wandelroute langs oude steengroeves en het Opaalmeer, met rotsachtige paden en heidevelden.
  • Minigolf in Sandvig: oudste minigolfbaan van Denemarken (1951), met banen geïnspireerd op Bornholmse iconen, met een leuke en competitieve afsluiter.

Afstand & duur:
Ongeveer 10 km wandelen, kleine daguitstap.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot matig; overwegend vlak terrein met af en toe rotsige paden en een kleine uitdaging bij de steengroeve.

Oordeel: 4/5

Na wandeldag twee was er een extra dag gepland in Sandvig. In eerste instantie was dit om een bezoek te kunnen brengen aan het kasteel Hammershus, de grootste kasteelruïne van Noord-Europa. Het ontbijt was die ochtend iets beperkter, maar gezien het kortere programma was dat niet zo erg.

Zonneschepen en cirkelpanorama’s

Om 10 uur verlieten we de hostel en gingen langs een fietspad naar Alligne. We moesten even op onze stappen terugkeren door een vergeten zonnecrème, maar dit bleek een geluk bij een “ongeluk”. We zagen zowaar twee reeën, waaronder een kalfje, het pad oversteken op enkele meters. Een bijzonder zicht.

Niet veel later arriveerden we aan de petrogliefen van Madsebakken. Dit zijn tekeningen uit de Bronzen Tijd, ongeveer 3000 jaar oud, die de zon, het zonneschip en de sterren uitbeelden. De petro verwijst dan weer naar de indrukwekkende rotsblokken waar deze zo lang geleden werden op getekend. Het zonneschip was nog duidelijk te zien, waarschijnlijk als enige bewust hersteld. Maar het was sowieso de moeite.

Van daaruit namen we de cirkelstein (of het cirkelpad), vernoemd naar de grote houten cirkelconstructies die er werden gezet om als panorama te dienen. Het een was al wat mooier dan het ander. Het pad zelf was eens wat anders, door een weide en een bos. Na een kleine 3 kilometer zagen we onze hoofdattractie, Hammerhus, in de verte.

Hammerhus

Het kasteel werd gebouwd door de aartsbisschop van Lund en was lange tijd een twistappel tussen de koning van Denemarken en de Katholieke Kerk. Later zou dit ook nog eigendom worden van de Hanzestad Lübeck, Zweden en uiteindelijk opnieuw Denemarken, waarbij het vaak een symbool was van repressie van de lokale bevolking, wie het ook in handen had.

De ruïne was groter dan verwacht en indrukwekkend, de moeite waard om er de tijd voor te nemen zonder druk en volledige rugzak op de schouders. Ook de uitzichten, waaronder deze over het pad dat we de dag ervoor hadden bewandeld, waren knap vanop de heuvel van iets meer dan 70 meter. We konden dus ook deze must see van Bornholm afvinken.

Prachtig wandelen door de groeven

Aan het bezoek werd nog een tweede wandeling gekoppeld. We namen opnieuw het kustpad tot in Hammerhavn en van daaruit namen we het Stenhuggerstein, langs de restanten van de oude groeven. Het opaalmeer was mooi, omringd door de imposante rotsen, waarbij jongeren van de gelegenheid gebruik maakten om een relatief diepe duik te nemen.

Vervolgens bleek het pad avontuurlijker dan verwacht, maar ook opnieuw mooier. Het eerste stukje, met de rotsige paden deden zowaar denken aan de Malerweg in Duitsland. Het tweede stuk was dan weer dezelfde soort heide die we gisteren ook zagen. Via een zandpad kwamen we terug in Sandvig.

Minigolf!

Nadat we even bekomen waren, kozen we voor een ander soort avontuur, de oudste minigolfbaan van Denemarken, uit 1951. Vroeger was het uit hout, tegenwoordig kreeg het een remake met iconen uit Bornholm (zoals Hammershus, de kerk van Rønne en een van de befaamde ronde kerken van Bornholm). Een zinderend partijtje mingolf, gewonnen door Sara met 55-66.

Na een douche deden we opnieuw de anderhalve kilometer naar Alligne om naar het pastarestaurant te gaan. Een paste ragù en cacio & pepe. Het was wel lekker maar ongelofelijk hoeveel je ervoor moest neertellen. Een restaurantbezoek in België was plots in perspectief geplaatst.

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Wandeldag 2: Hasle – Sandvig

🥾 Terrein:
Een mix van fietspaden, asfaltwegen, rotsige kliffen met trappen en klauterpartijen, heidevelden, oude groeves en ruige kustlijn.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Jons Kapel: indrukwekkende klif en trappenroute naar een monnikengrot
  • Blåskinsdalen: een natuurparel net buiten het pad
  • Ringebakkerne: oude groeve met doorkijkbrug en watermolen
  • Slotslyngen: kleurrijke paarse heide met grazende koeien
  • Rotsformatie met kamelenhoofd
  • Hammershus (in de verte)
  • Hammer Havn: vernieuwde haven met rotsformatie Kongestolen, ruïne Solomons kapel en vuurtoren
  • Sandvig: toeristisch kustdorpje met gezellige sfeer
  • Alligne: nabijgelegen dorp met restaurants

Afstand & duur:
Ongeveer 17 kilometer, volle dagetappe inclusief pauzes en uitstapjes.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot uitdagend, door trappen, klauterpartijen en hoogteverschillen, afgewisseld met relatief vlakke stukken.

Oordeel: 5/5

Een trage start richting het eerste hoogtepunt

Op de tweede dag was er een karrenvracht aan hoogtepunten voorzien, gebundeld in een goede 17 kilometer wandelen. Nochtans waren de eerste vijf à zes kilometers nog redelijk onopvallend, hoewel ook al best mooi. Vanuit Hasle ging het pad eerst over een fietspad en daarna over een asfaltweg, langs de kleine gehuchtjes Helligpeder en Teglkås.

Daarna begon het pad te klimmen en eveneens te verfraaien. De eerste stijging was er nog een met trapjes, maar al snel was het grillig op en neer gaan op artisanale wijze. De eerste tussenstop ging langs Jons Kapel, een hoge, indrukwekkende klif gelinkt aan een vermeende monnik genaamd Jon. Het vergt een hele resem trappen en een beetje geklauter om er te geraken. Daarachter ligt ook nog een impressionante klif van 40 meter, de white cliff genoemd vanwege het gevoeg van de vogels.

Een groeve en prachtige heide

Terug op het pad is het al snel weer tijd voor een uitje, namelijk een korte doortocht door de Blåskinsdalen, een heel erg mooi stukje natuur. Het lag niet echt op het pad, dus gingen we enkele honderd meters de natuursfeer opsnuiven. Het kustpad zelf bleef op en naar gaan en het dalen was soms technisch en best vermoeid met de volledige rugzak op de schouders. Een pad met zicht op zee daalde naar de oude groeve Ringebakkerne en een doorkijkbrug (slik) en nog verder via een oude watermolen naar Vang, ideaal voor een lunchpauze.

Het is meteen klimmen, maar de beloofde waterval Pissebakken was blijkbaar schuchter tot afwezig in de zomer. Helaas. Maar veel tijd om te treuren was er niet, want al snel volgde de schoonheid van Slotslyngen, met prachtige paarse heide. Om daar te geraken moeten we een eerste keer voorbij een stel grazende koeien, wat we gelukkig overleefden.

Kamelen en koeien

Na de paarse pracht volgde een eerste blik op de indrukwekkende ruïne van Hammershus, wat we de volgende dag op onze extra dag in Sandvig zouden bezoeken. Het was vanop een afstand al indrukwekkend. Wat we wel vandaag nog in volle glorie konden zien was de rotsformatie met een kamelenhoofd.

Het was indrukwekkend van bovenaf en ook de moeite waard om via een klein rotsig pad ook nog wat van dichter te bezichtigen. Daarna volgde een tweede passage met koeien, alleen waren deze net iets hitsiger. We volgden in het zog van een groep Duitsers en kwamen er zo ook hier zonder kleerscheuren van af.

Hammer en Alligne

De volgende tussenstop was er in Hammer Havn, vandaag opgewaardeerd en gecommercialiseerd. Dit was de rustplaats voor het noordelijk natuurgebied Hammerknudden werd ingetrokken. Ook dit deel was weer prachtig en gevarieerd stuk langs de zee, met de rotsformatie Kongestolen, de ruïne van Solomons kapel en de lokale vuurtoren.

Een kilometer later kwamen we aan in Sandvig, duidelijk al veel toeristischer dan Hasle. Ons verblijf was een degelijke hostel. Goed, aangezien we hier twee nachten zouden blijven. Alligne, het naburige dorp waarmee het eigenlijk vergroeid was, heeft echter de meeste restaurants en dus deden we nog wat extra kilometers. Na lang dralen kozen voor Margritten, met veel vlees en grill. We kozen voor en kip, waarbij ik ging voor honey glazed en Sara de rara versie waarin de kip in een jasje van puree zat.

Het was een prachtige wandeldag die zo gevarieerd was dat het haast voelde als een volledige reis gecomprimeerd in een dag. Gisteren was al mooi maar dit was het Bornholm van de boekjes en de promo. Een mooie, af en toe pittige etappe waarbij elke kilometer iets nieuws en fantastisch bood.

Wandeldag 1: Rønne – Hasle

🥾 Terrein:
Bosrijke paden met zachte ondergrond, overgaand in zanderige kustduinen en smalle kustpaadjes langs rotsen en meren. Wisselende hoogteverschillen, duinlandschap en open zeezicht, afgewisseld met wat asfalt en drukke wegen tijdens uitstap.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Nordskoven / Bykobbe Plantation: bos aangelegd tegen zandverstuiving
  • Sorhat en meren: overblijfselen van industrieel verleden met kool- en kleiwinning
  • Smaragdsøen: pitstop bij een meer, nabij fossielen en dinosauriërsvoetafdrukken
  • Kultippen: “maanlandschap” gevormd door oude koolwinning
  • Hasle: pittoresk, minder toeristisch kuststadje
  • Brogårdsteen: hoogste runensteen van Bornholm, Vikingperiode

Afstand & duur:
Circa 10 kilometer, korte dagetappe inclusief pauzes en omwegen.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot matig, vooral door zanderige paden en enkele korte hoogteverschillen.

Oordeel: 4/5

Op deze dag was het eindelijk tijd voor het eerste stuk van het kustpad van Bornholm, Kyststien in het Deens. Het selfservice hotel in Rønne deed wat ervan werd verwacht. Er was een degelijk ontbijt zonder franjes. Op de grote TV in de eetruimte was de marathon bij de mannen te bewonderen. Later, op het pad, kwam het leuke nieuws van een zilveren medaille voor Bashir Abdi. Wij hadden daarentegen een kortere etappe op de boeg van 10 kilometer.

Door het bos

Rond 11 uur, na het kopen van lunch, begonnen we aan de eerste meters van de route. Vandaag was er gelukkig al meer zon op sunshine island, weliswaar vergezeld van een hele hoop wind, die de golven naast ons met veel kracht tegen de stenen liet kletsen.

Een klein stukje asfalt door een buitenwijk scheidde ons nog van het echte begin van de natuurpracht. Weliswaar was het bij deze etappe nog niet meteen langs de zee. Eerst ging het door het noordelijke bos (Nordskoven) ook wel Bykobbe plantation genoemd. Deze bossen werden aangelegd om de verstuiving van het zand tegen te gaan. Het was een aangenaam bospad, met een zachte ondergrond.

Een nieuwe look& feel

Enkele kilometers later veranderde de look & feel van het pad. De ondergrond werd zanderiger en de zee was vaker zichtbaar. Hoewel het nog steeds bebost was, voelde het al een heel stuk meer als een kustpad, met een bescheiden duinlandschap op hoogte. De wind bleef hyperactief, waardoor er overal meeuwen gleden. Goed om meteen in de juiste stemming te komen.

We kwamen voorbij verschillende plekken die een blik wierpen op het industriële verleden van het eiland en de pogingen om op lucratieve wijze kool en klei te ontginnen. Zo was er het plekje Sorhat en wat verder nog enkele meren. Zo pauzeerden we aan Smaragdsøen om even een appel te nuttigen. In de buurt werden er trouwens fossielen en voetafdrukken van dinosauriërs gevonden.

Maanlandschap

Na de passages aan de meren bleef het een soortgelijk, smal padje, dat hier bescheiden op en neer ging, de kust volgend. Een laatste hoogtepunt was het zogeheten maanlandschap van de Kultippen, ook een resultaat van koolwinning, toen dat in de 1ste en de 2de wereldoorlog nodig was.

Daarna was het nog minder dan 2 kilometer naar Hasle, maar eerst aten we onze lunch met zicht op zee. Hasle zelf was groter dan verwacht maar ook minder toeristisch. Hier had ik even een schrikmomentje toen de rits van mijn wandelbroek plots niet meer bleek te werken en mijn smartphone vast  zat. Een toiletbezoek en wat gefriemel later, kreeg ik het onding toch open.

Vikings & vis

Na het inchecken besloten we nog een zij-uitstap te doen. De Brogardsteen is met 2 meter de hoogste runesteen op Bornholm en daarmee een van de meest prominente restanten van de Vikingperiode. Het was de moeite waard. Alleen stond het aan een drukke weg die niet voorzien was op wandelaars. Ook de terugweg, waar we besloten een andere route te nemen, zorgde voor spanning en verwarring. Na een grote omweg, kwamen we uiteindelijk opnieuw aan in Hasle.

We konden dus meteen eten. In het restaurant van ons hotel, waar een menu aan een billijke prijs werd voorzien, was er geen plaats meer. Na wat omzwervingen kwamen we bij de gezellige strandbar Kabyssen uit, waar we beide fish & chips namen met zicht op zee. Een mooie, gevulde dag en een goed voorproefje voor de topdag die morgen, alvast op papier, was voorzien.

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Bornholm proloog: Rondje Rønne

Op zee

Op deze dag verlieten we het vasteland om naar onze echte bestemming te gaan, het eiland Bornholm. Het was nog geen echte wandeldag en dus werd er met mate genoten van het puike ontbijt. In de ontbijtzaal viel het op dat de mannen vanaf een bepaalde leeftijd graag een dun, kort staartje droegen, wat zelden flatterend was. Ook zagen ze er allemaal een beetje uit alsof ze tandpijn hadden. Arme vrouwen.

Na het ontbijt trokken we gepakt en gezakt naar de haven. Gisteren hadden we nog een korte, kleine paniek gehad toen we plots iets Zweeds zagen over toegestane bagage. Gelukkig was het lost in translation en ging het louter over de handbagage. Onze rugzakken werden op een lorry gedropt en met een half uurtje vertraging vertrokken we op een uit de kluiten gewassen en commerciële ferry op zee. Altijd fijn om de golven te zien kolken.

Rondje Rønne

Na ons te vergewissen van het wat complexe bussysteem (waarover later meer) en onze bagage meteen in de hotelkamer te zetten, besloten we om, ondanks het regenweer dat voorspeld werd, toch onze wandelschoenen aan te trekken en een eerste wandeling te maken, een plaatselijke wandeling die was uitgebreid met een stuk langs de kust.

Deze wandeling ging via een bospark naar veldweggetjes, graspaden en boswegen. Omdat het eerder landinwaarts trok, was het landschap anders, maar zeker mooi. Zo waren er enkele meren waar we langs wandelden en passeerden we ook aan restanten van de lokale klei-industrie, belangrijk voor Rønne en Bornholm.

Het was op zich een mooie wandeling en ideaal om de eerste dag te spenderen, zeker aangezien we al ’s middags waren gearriveerd. Helaas kwam de voorspelde regen wel op de proppen. In het bos zelf was het nog eerder beperkt, maar eens in de suburbs begon het echt te gieten, waardoor onze nochtans best waterbestendige kledij in een mum van tijd doorweekt. Nog geen voorsmaakje van Sunshine Island dus.

Rønne deel 2

Na een relatief vermoeiende dag, door de omstandigheden, besloten we iets te gaan eten in Café Gustaf, waar we respectievelijk een hamburger en kippenburger namen. Na het eten was het gelukkig droger en zonniger, waardoor we Rønne toch konden verkennen en botsten op dezelfde kleurrijke huisjes als in Ystad, maar ook de bijzondere vuurtoren en vooral de zeer karakteristieke kerk. Mooi!

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Bornholm: Wat

Bornholm: Wat?

Bornholm is een Deens eiland in de Baltische zee op anderhalf uur varen van de Zweedse zuidkust. De oorspronkelijke naam was Burgundaholmr, waardoor er sommige historici een link zien met de Bourgondiërs. Doorheen de eeuwen wisselde het af en toe van bezitter of bezetter. De Deense koningen werden zo afgewisseld door de hanzestad Lübeck, de Zweden en de nazi’s.

Bornholm telt ongeveer 40.000 inwoners met Rønne als hoofdplaats. Geologisch gezien bestaat het uit een ouder granieten gedeelte (vooral de west- en noordkust) en een zand(steen)gedeelte (vooral de zuidkust). Dit zorgt ervoor dat de 140 kilometer lange kust heel gevarieerd is. Bornholm is een van de favoriete toeristische bestemmingen van de Denen, die het ook Solskinsøen of Sunshine island noemen vanwege het hoge aantal uren zon.

Bornholm is te bereiken via de kleine luchthaven, maar praktischer (en wat leuker) is per boot. De eenvoudigste manier is vanuit het Zweedse Ystad, waarbij het ongeveer 1 uur en 20 minuten duurt. Wij vlogen op Kopenhagen en namen dan de trein naar Ystad (eveneens ongeveer anderhalf uur).

Het Kyststi

Het Kyststi (of kustpad) van Bornholm is een kustwandelpad van ongeveer 120 kilometer dat helemaal rond het eiland gaat. Omdat je met de ferry aankomt in Rønne is het ook logisch om daar te beginnen. Op de website is het ingedeeld in 7 stukken, in de gids in 10. Het is in ieder geval wel de moeite waard om er lang genoeg over te doen, omdat er heel wat zij-uitstappen zijn die je tijdens de wandelingen kunt doen.

Het kustpad is door de vaak rotsige ondergrond, eerder dan gigantische hoogteverschillen, op sommige plekken nog wel wat uitdagender, zeker met volledige rugzak, dus goed schoeisel is aangeraden. Het eiland is goed uitgerust qua accommodatie, maar net als de rest van Denemarken is het zeer prijzig, wat soms de pret wat kan bederven.  Tijdens de zomermaanden is er ook een goede busdienst, dat werkt met zones.

Wij deden het kustpad volledig en dit op 7 dagen, met bij aankomst in Rønne en in Sandvig nog een extra wandeldag. Hierdoor lagen de wandelingen gemiddeld rond de 18 kilometer, wat zeer goed doenbaar is. Alles werd zelf geregeld en geboekt en verblijven en restaurants worden mee beschreven in de blogreeks.

Dag 6: Saint-Valery-en-Caux – Quiberville

37.833 stappen gezet (29,1 km, waarvan 26,8 km op de GR 21)

362 meter gestegen, 424 meter gedaald

🥾 Terrein

De wandeling startte met wat korte, stevige trapjes omhoog en wisselde bossen en weiden af. Daarna volgden brede veld- en bospaden, vaak zacht en comfortabel onder de voeten. Het laatste stuk bestond vooral uit onverharde paden en grasstroken, wat de voeten wat ontlastte na de eerdere asfaltkilometers. Af en toe daalden we over lange trappen en er waren enkele pittige klimmetjes. De laatste kilometers waren vooral glooiend, met een zachte afdaling richting strand en hotel.

🏞️ Bezienswaardigheden

‘La tête de mort’: met windmolens
• Manneville-ès-Plains: Pittoreske dorpje met typisch Normandisch kerkje en cottages
Veules-les-Roses: bekend om zijn schilderachtige steegjes, molens en de Veules rivier (kortste rivier van Frankrijk)
De lange trap van 231 treden bij Sotteville-sur-Mer:
Saint-Aubin-sur-Mer: Kustplekje met kleurrijke
Kapelletje St-Julien

⏳ Afstand & duur

± 27 km, ongeveer 7 uur wandelen

⛰️ Zwaartegraad

Middelzwaar – trapjes en klimmetjes, maar veel comfortabel wandelterrein op onverharde paden

⭐ Oordeel 4/5

De koninginnenetappe! 27 kilometer op de GR! Na onze 24,5 + 2,5 helletocht was het vandaag de volwaardige langste. Na de pijn van de dag ervoor leverde het enigszins wat stress en preventieve voetpijn op. Maar met goede moed zetten we ons aan onze voorlaatste dag.

Mooie dorpjes

Gelukkig was alles wat beter dan gisteren. De dorpjes waren mooier, de kust was vaker aanwezig, de paadjes wat comfortabeler en het laatste stuk, hoewel nog steeds pijnlijk aan de voeten, bestond niet louter uit kilometers asfalt. Na een goed ontbijt namen we afscheid van het geweldige hotel in de leuke stad. Opnieuw begon de etappe met wat trapjes omhoog, gevolgd door wat weiden en bossen.

Dit kwam uit op een plek genaamd ‘La tête de mort’, maar gruwelijker dan wat windmolens werd het gelukkig niet. Het eerste mooie dorp was Manneville-ès-Plains, met een mooi kerkje, een vijvertje in het centrum van het dorp en vol pittoreske Normandische cottages. De typische Normandische architectuur had inmiddels mijn hart veroverd.

Na nog enkele velden en bossen daalden we af naar het allermooiste dorpje, dat ook zo erkend wordt in Frankrijk, namelijk Veules-les-Roses. Het strand en de dijk waren weinig speciaal, maar vanaf de kerkruïne werd het alsmaar mooier. Van de gezellige steegjes ging het naar een reeks molens en een schilderachtig plekje met water en enkele huizen. Veules-les-Roses heeft ook de Veules, de kortste rivier van Frankrijk, met nog geen 2 kilometer. Het was de moeite waard om even naar de bron te gaan nadat we tien minuten eerder de monding waren gepasseerd.

Lange trappen en kleurrijke cabines

Hoewel we al even op pad waren, moesten we nog een goede 15,7 kilometer afleggen. Anders dan gisteren hadden we echter ijkpunten om het geheel wat in te delen. Na een korte klim gingen we door een veld en zo naar Sotteville-sur-Mer, waar we de 231 trappen richting zee aan ons voorbij lieten gaan. Het uitzicht was vanboven al goed genoeg en nog eens 462 treden op en af kon niet tegen het perfect geplaatste picknickbankje op.

Van daaruit was het nog steeds 11 kilometer. Gelukkig ging het grotendeels langs onverharde paden, langs de rand van velden met af en toe wat zicht op zee. Er restten ons nog twee tussenstops. Eerst in Saint-Aubin-sur-Mer, met z’n kleurrijke strandcabines en een kort, maar leuk kustpadje. Hier waren het niet de meeuwen, maar de sperwers die onze aandacht trokken, met hun hang- en vliegwerk.

De tweede en laatste tussenstop was een kapelletje gewijd aan St-Julien. Hier besloten we nog even te zitten tot enkele druppels er anders over besloten. Gelukkig was het maar een korte bui en werden onze laatste kilometers niet nodeloos bezwaard door neerslag.

Naar Quiberville

En dus was het nog 4 kilometers ploeteren, met steeds pijnlijkere voeten en een stramme kuit. Gelukkig was onze calvarietocht vooral op gras te doen. De laatste halve kilometer was het dalen tot aan het strand, waar ons hotel, met originele naam Hotel de la Plage, meteen te vinden was. Maar er was een kamer met zicht op zee, een douche, en belangrijker, avondeten!

Het eten

Crispy crêpes met kip, koolvis met rijst en groentjes en citroen-merengue.

Het verblijf

Zicht op zee, grote kamer, goed hotel

Meer wandelingen op de GR 21 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-21-albasten-kust/

Dag 5: Sassetot-le-Mauconduit – Saint-Valery-en-Caux

🥾 Terrein

De dag startte met een afwisselend parcours: een klimmetje gevolgd door een mooie afdaling langs het klifpad van Les Grandes Dalles naar Les Petites Dalles, een pad dat visueel én onder de voeten erg aangenaam is. Daarna volgde een lange strook met glooiende paden door kleine dorpjes en gehuchten. Het laatste deel bestond helaas uit een eindeloze asfaltstrook van bijna 5 km, vlak en saai, met weinig afwisseling en veel pijnlijke voeten.

🏞️ Bezienswaardigheden

Klifpad tussen Les Grandes en Les Petites Dalles: Klim en afdaling langs het spectaculaire klifpad
Mooie Normandische villa’s langs het pad
Veulettes-sur-Mer: met een groot, rustig strand en kerk met Commonwealth-graven voor de “ongekende soldaat”
Durdent: Oversteek van de korte kustrivier van 25 km
Educatief pad: met indrukwekkende en goed bewaarde WOII-bunker, met Franse en Duitse uitleg
Kerncentrale van Paluel: in de verte (niet direct een hoogtepunt)

⏳ Afstand & duur

± 27 km, met een pittige zwaarte door klimmetjes en het lastige einde

⛰️ Zwaartegraad

Zwaar – veel hoogtemeters en het laatste stuk was een mentale en fysieke beproeving door lange asfaltstrook

⭐ Oordeel 2,5/5

40.753 stappen gezet (31,4 km, waarvan 24,2 km op de GR 21)

410 meter gestegen, 420 meter gedaald

Van groot naar klein

Vandaag stond het eerste deel van een pittig tweeluik op het menu. Samen met het stukje vanuit het hotel haalden we vandaag de kaap van de 27 km. Enig ontzag/bezorgdheid was ons deel bij zowel het vertrek als de aankomst.

De wandeling zelf was vaak mooi, maar eindigde een beetje op een sisser en vooral met vrij veel pijn. Het begon nochtans mooi, met een klimmetje en wat dalen van les Grandes Dalles naar les Petites Dalles, langsheen het soort klifpadje dat oog en voeten graag hebben. We klommen meteen opnieuw, met zicht op de betere Normandische villas. Daarna volgde een lang stuk langsheen enkele kleinere dorpjes, gehuchten en lawaaierige windmolens.

Een kustoord en een zeerivier

Ons eerste echte ijkpunt was Veulettes-sur-Mer, wat we bereikten via het gehucht Le Mensil en het betere daalwerk, langsheen de kerk, waar ook enkele Commonwealth-graven te vinden waren, allen voor de “ongekende soldaat”. Veulettes zelf had een groot strand met amper volk, deels door het feit dat het een werkdag was, deels door het weer, dat toch wat donkerder was dan de vorige dagen. De blauwe hemel die gisteren al wat weg was, was nu helemaal vervangen door onheilspellend grijs.

Na een pauze met fruit staken we het kustriviertje de Durdent over, dat met z’n 25 kilometer kort was, maar verre van de kortste waterloop die we zouden tegenkomen. Daarna klommen we nog een keer naar boven, naar het educatieve pad dat zowel de plaatselijke ecologie als de tweede wereldoorlog combineerde. De Fransen waren zo sympathiek om alles ook in het Duits te vertalen. Hoogtepunt was een zeer impressionante bunker die mooi bewaard was gebleven.

Een eindeloze dwaaltocht

Onze middagpauze hadden we voorzien in Janville. Eerst moeten we nog voorbij een kerncentrale (in de verte), een weinig zeggend gehuchtje en verlieten we de GR voor de gpx-track, vermoedelijk door een recente trajectwijziging. Helaas was Janville, deelgemeente van Paluel, ook maar een scheet in een fles. Na een pijnlijk stukje op een astfalbaan vonden we geen bankje, ook niet aan het plaatselijke kerkje, en dus was het old skool eten in de graskant. Het smalste stokbrood ooit bleek ook niet zo voedzaam.

Maar het ergste moest nog komen. De lus rond de kerncentrale werd verdergezet. En daar waar de info vanop de GR-website ons een laatste paar kilometer langs de kust had beloofd, kregen we een zeer pijnlijk, schijnbaar oneindige kruisweg van 5 kilometer op asfalt voorgeschoteld. Het landschap rondom ons veranderde niet. Er waren velden en strobalen aan de ene kant en velden en strobalen aan de andere. Halfweg begon het ook nog eens voor het eerst te regenen. Het was pijnlijk voor lichaam en geest.

Saint-Valery-en-Caux

Maar uiteindelijk haalden we dan toch onze eindbestemming. Zeker door het grijze weer en de sterke wind won het aan charme. Het is geen echte badplaats maar eerder een stad aan zee en het was fijn om de golven te zien en horen klotsen.

Sara kwam in aanraking met de gevaarlijke kant van het kustleven toen een meeuw eerst precies mikte op haar blikje en 5 minuten later een andere (of niet, wie weet) een klein beetje net boven haar wenkbrauw. Gelukkig was drie keer in deze geen scheepsrecht.

Het eten

Eindelijk een goede ervaring! Op aanraden van de serveuse koos ik de rundsbrochette met frietjes en camembertsaus (wat heel lekker was) en daarbij nog een coupe met mango, passievrucht en banaan.

Het verblijf

Hotel Les Bains was ook een schot in de roos, met een nette, ruime kamer, heel leuk ingericht en met zeer vriendelijk personeel. Eind goed, al goed.

Meer wandelingen op de GR 21 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-21-albasten-kust/

Dag 4: Fécamp – Sassetot-le-Mauconduit

🥾 Terrein

De dag begon met een stevige klim naar een kapel op een heuvel, omgeven door een imposante klif met vuurtoren, bunkers en een uitkijkpunt. Daarna volgden een korte passage door bos en open velden met zicht op windmolens. Het pad wisselde af tussen verharde straatjes in dorpjes en pittige afdalingen en beklimmingen in de beboste valleuses. Een lastig stuk liep over hard beton met putten gevuld met kiezelstenen. Het laatste deel was vlakker, met een wandeling langs de kust bij Les Grandes Dalles, gevolgd door een korte afstand naar het hotel in Sassetot.

🏞️ Bezienswaardigheden

Kapel op een heuveltje: gewijd aan vissers, nabij de indrukwekkende klif met vuurtoren en WOII-bunkers
• Uitzicht vanaf het uitkijkpunt boven de kapel
Bosrijke valleuses
Kerkhof van Saint-Pierre-en-Port: met Commonwealth oorlogsgraven
Les Grandes Dalles: Woelige kust en strand
Sassetot-le-Mauconduit: Met Château de Sissi en gezellige village green

⏳ Afstand & duur

± 18 km, comfortabel te wandelen maar met enkele uitdagende stukken voor de voeten

⛰️ Zwaartegraad

Gemiddeld – pittige beklimmingen en stevige afdalingen, met een vermoeiend deel op hard beton en kiezelputten, maar ook rustiger vlakke stukken

⭐ Oordeel 3,5/5

36.050 stappen gezet (27,3 km, waarvan 16,8 km op de GR 21)

344 meter gestegen, 289 meter gedaald

Windkracht 10

Fécamp was een aangename verrassing gebleken en zou aan het begin van deze 4de wandeldag nog wat troeven op tafel gooien. We klommen naar de kapel die, net als die van de dag ervoor in Étretat, gewijd was aan de vissers en op een heuveltje stond. Maar de klif die boven het plekje uittorende herbergde ook nog een vuurtoren en enkele bunkers uit de tweede wereldoorlog. Voeg daar nog een uitkijkpunt aan toe, en onze dag kende een fantastische start.

Na een korte doortocht door een bos en wat velden, met de statige rij windmolens voor, naast en wat later achter ons, volgde het weinig opzienbarende Senneville-sur-Fécamp. Helaas kwam niet veel later het al even weinig charmante Eletot bij. Maar we waren hier natuurlijk niet in eerste instantie voor de dorpjes, maar wel voor de natuur. En die wist de verwachtingen wel waar te maken. We daalden af naar de beboste valleuses, waar een actieve zee gepaard ging met een zeer sterke wind. We besloten niet te genieten van het uitzicht op het bankje, maar klommen naar boven, waar we een mooi uitzicht als beloning kregen.

Boodschapperikkelen

Tussen de bossen van de vallei en Eletot moesten onze voeten de gruwelijkste ondergrond doorstaan, een combinatie van de hardste beton met putten en kiezelsteentjes waarmee de putten waren gevuld. Maar de GR geeft en neemt en we vonden er in het dorpje wel een gezellige picknickbank waar onze heerlijke saucisson werd binnengespeeld, samen met een stokbrood gemaakt door de meester-bakker van Frankrijk voor Carrefour. In Frankrijk is stokbrood belangrijk, zo niet heilig, zelfs in je supermarkt.

Het laatste deel van de dag was enigszins speciaal. Het restaurant van het hotel, nochtans vermeld in de Micheling-gids, was helaas gesloten op maandagen. Ikzelf was er pas een dag eerder op gebotst. Na een bezoek aan het plaatselijk kerkhof van Saint-Pierre-en-Port, met enkele Commonwealth oorlogsgraven, gingen we naar het plaatselijke winkeltje om wat proviand in te slaan. Het was al zowaar de tweede avond dat we het met wat schamele, zelf gekochte voeding moesten zien te redden.

Na de boodschappen ging het nog even naar de kust van Les Grandes Dalles. De zee was er woelig en het strand vrij beperkt. Toch waagden enkele dapperen zich aan een duik in het water. Een Duits meisje kwam ons uithoren over ons wandelavontuur. Toen dat door onze gebrek aan kennis van het Duits niet lukte, kwam de moeder. Zij hielden ook van wandelvakanties maar hadden door COVID beslist om te kamperen op een plek. Volgend jaar hopelijk beter voor hen!

Weg van de GR

2,5 km scheidden ons nog van Sassetot, een charmant dorpje met naast ons hotel ook nog het Chateau de Sissi. Hier was weliswaar ook een restaurant, maar naar ons gevoel hadden we er niet de juiste kledij voor. En dus gingen we na de wandeling braafjes naar onze chambres d’hôtes, alwaar we na de installatie ons avondmaal, een zak Brett’s chips, op een bankje op de plaatselijke village green aten, waarna we een spelletjesavond organiseerde.

Het eten

Brett’s op houtoven gebakte pizza, koekjes en cola zero

Het verblijf

Les Relais des Dalles biedt opnieuw een kamertje aan, opnieuw wat groter dan de vorige en perfect om op adem te komen.

Meer wandelingen op de GR 21 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-21-albasten-kust/

GR 21: Een introductie

Na lang twijfelen besloten we toch om deze zomer nog eens een goede ouderwetse wandelvakantie te doen. Daarvoor hadden we ook al ons hoofd gebroken over onze mogelijke bestemming. Uiteindelijk kwamen we uit bij de GR 21, wat deel uitmaakt van de lange Franse kustroute en meer bepaald de Littoral de la Normandie.

De Albasten Kust

De Albasten kust of de Côte d’Albatre is een kuststrook die tussen Le Havre en Le Tréport ligt. Deze streek is bekend voor zijn hoge krijtrotsen. Deze brokkelen af in de zee. De kalk lost daarbij op in het water. Dit verklaart de albasten kleur. De kust ligt in de Seine-Maritime, een onderdeel van Haute-Normandië (hoewel Normandië nu officieel eengemaakt is).

De zogenaamde “galets”

De kei- of vuursteen die in de rotsen zitten, brokkelen dus af. Vaak komen ze op het strand terecht. Het water zorgt ervoor dat ze uiteindelijk een ronde vorm krijgen. Deze kiezels staan lokaal gekend als les galets. Vroeger was er hier een industrie rond gebouwd, maar vandaag de dag is het voor de toeristen verboden om stenen mee te nemen.

Daarnaast zijn ook de valleuses een bekend gegeven. Het zijn inzinkingen in het land of valleien die uitgeven op de zee, zogenaamde kustvalleien dus. Je hebt drie verschillende vormen:

  • les valleuses vives: natuurlijke depressies (Fécamp, Yport, Étretat …)
  • les valleuses mortes: door mensen aangelegde depressies in het landschap, vaak vanuit de noodzaak om de kust te bereiken
  • les valleuses perchées: eenvoudige inzinkingen van het land maar zonder of niet langer toegang tot de kust.
Fichier:Claude Monet-Soleil couchant à Etretat.jpg — Wikipédia
Monet was een van de vele kunstenaars geïnspireerd door de Albasten kust

De kustlijn is een goede 130 kilometer lang en begint in Le Havre en eindigt in Le Tréport-sur-Mer. Historisch gezien waren de dorpjes en stadjes langs de kust vooral vissershavens. Maar de aanleg van een spoorlijn zorgde voor een link met Parijs en andere steden en het kusttoerisme transformeerde de vele stadjes. Zo werd het een plek waar kunstenaars graag naar toe trokken. Het landschap inspireerde hen.

GR 21

De GR21 is een lange afstandsroute van 187 km tussen Le Havre en Le Tréport. Het is een kustroute, maar het grootste deel van de wandeling is toch enige afstand van de kust verwijderd. Dat wil niet zeggen dat de zee geen vaste genoot is. De dorpjes en stadjes die door de GR worden doorkruist liggen vaak aan zee. Het maakt dat er vaak geklommen en gedaald moet worden, maar de moeilijkheidsgraad valt voor een ervaren wandelaar zeer goed mee.

Wij wandelden evenwel niet de hele GR en dit om twee praktische redenen. Ten eerste is de eerste etappe anders een goede 30 km. Het was lang geleden dat we nog met volle rugzak hadden gewandeld en tijdens de laatste maanden was onze voorbereiding niet van dien aard dat we dat meteen zagen zitten. Daarom namen we de trein naar een plekje verderop om onze wandeling te beginnen. Ook eindigden we, omwille van de terugkeer naar het werk, een goede 34 kilometer vroeger. Maar aangezien we elke dag wel meer kilometers maalden dan gepland, hebben we die 187 km zeker gehaald.