Bornholm proloog: Rondje Rønne

Op zee

Op deze dag verlieten we het vasteland om naar onze echte bestemming te gaan, het eiland Bornholm. Het was nog geen echte wandeldag en dus werd er met mate genoten van het puike ontbijt. In de ontbijtzaal viel het op dat de mannen vanaf een bepaalde leeftijd graag een dun, kort staartje droegen, wat zelden flatterend was. Ook zagen ze er allemaal een beetje uit alsof ze tandpijn hadden. Arme vrouwen.

Na het ontbijt trokken we gepakt en gezakt naar de haven. Gisteren hadden we nog een korte, kleine paniek gehad toen we plots iets Zweeds zagen over toegestane bagage. Gelukkig was het lost in translation en ging het louter over de handbagage. Onze rugzakken werden op een lorry gedropt en met een half uurtje vertraging vertrokken we op een uit de kluiten gewassen en commerciële ferry op zee. Altijd fijn om de golven te zien kolken.

Rondje Rønne

Na ons te vergewissen van het wat complexe bussysteem (waarover later meer) en onze bagage meteen in de hotelkamer te zetten, besloten we om, ondanks het regenweer dat voorspeld werd, toch onze wandelschoenen aan te trekken en een eerste wandeling te maken, een plaatselijke wandeling die was uitgebreid met een stuk langs de kust.

Deze wandeling ging via een bospark naar veldweggetjes, graspaden en boswegen. Omdat het eerder landinwaarts trok, was het landschap anders, maar zeker mooi. Zo waren er enkele meren waar we langs wandelden en passeerden we ook aan restanten van de lokale klei-industrie, belangrijk voor Rønne en Bornholm.

Het was op zich een mooie wandeling en ideaal om de eerste dag te spenderen, zeker aangezien we al ’s middags waren gearriveerd. Helaas kwam de voorspelde regen wel op de proppen. In het bos zelf was het nog eerder beperkt, maar eens in de suburbs begon het echt te gieten, waardoor onze nochtans best waterbestendige kledij in een mum van tijd doorweekt. Nog geen voorsmaakje van Sunshine Island dus.

Rønne deel 2

Na een relatief vermoeiende dag, door de omstandigheden, besloten we iets te gaan eten in Café Gustaf, waar we respectievelijk een hamburger en kippenburger namen. Na het eten was het gelukkig droger en zonniger, waardoor we Rønne toch konden verkennen en botsten op dezelfde kleurrijke huisjes als in Ystad, maar ook de bijzondere vuurtoren en vooral de zeer karakteristieke kerk. Mooi!

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Etappe 2: Oldenzaal – Borne

🥾 Terrein:
Afwisseling van stadse omgeving, recreatiedomein met bospaden, Twentse velden, drassige weides, overgroeide graspaden en een modderig stuk langs een beek. Overwegend onverhard, met lichte hoogteverschillen en af en toe wat klauteren door begroeiing.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Het Hulsbeek: recreatiedomein met surfvijver, grillige bospaadjes en aanlegsteiger
  • Twentse velden: landelijke charme met veel rust
  • Deurningen: dorpskern met gezellig terrasje vlakbij de kerk
  • Graspad langs de beek: mooi, natuurlijk slotstuk van de etappe

Afstand & duur:
Ongeveer 15,5 kilometer, inclusief aanloop naar Borne en detour door modder.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Kortere dag met enkele drassige passages die wat evenwicht en improvisatie vereisten. Overwegend goed te doen.

Oordeel: 4/5

Toprecreatie

Vandaag was het een kortere wandeling, nog een beetje verlengd door de aftakking naar Borne. Ik kon dit ook doen met wat minder gewicht op de rug, aangezien ik ’s avonds terug naar Oldenzaal keerde. Om aan het mooie stuk te geraken, volgde het pad wel eerst door een wat troosteloos stuk van de stad.

Maar daar stond dan weer een verrassend leuke passage door recreatiedomein Het Hulsbeek tegenover. Zeker het stuk aan de surfvijver was leuk wandelen in een smal bospad dat op en neer een grillig bochtenparcours volgde. Een aanlegsteiger volledig omringd door water was dan weer een mooi symbolisch beeld (het zal wel een functie hebben).

Na het stukje op het domein, ging het vooral door de Twentse velden. Dit was voor een stuk geasfalteerd maar net als de rest van de wandeling aangenaam vaak onverhard. Via de wat drassige velden, naderde ik Deurningen, waar vlakbij de kerk een leuk terrasje was om even iets te drinken (en een toiletbezoek in te lassen).

Drassige paden

Na de tussenstop was het nog een 4,7 kilometer op het Marskramerpad zelf, en opnieuw was het afwachten of een detour nodig was door de nattig- en drassigheid. Dat leek in eerste instantie niet het geval, maar uiteindelijk moest ik toch op mijn passen terugkeren om niet door het zompige, platgetrapte gras opgeslokt te worden.

Ook het 2de stuk leek in eerste instantie heel modderig, maar werd al snel vlot begaanbaar. Hoewel het op dat stuk wel duidelijk was dat het Marskramerpad niet zo populair of druk bewandeld is als het Pieterpad. Het gras was hoog en het was af en toe takken duwen om verder te kunnen. Maar dat heeft ook zijn charme.

Maar een mens mag niet klagen. Het is sowieso leuker dan de laatste vier kilometer op asfalt te moeten strompelen. Het laatste stuk was nog langs een beek. Hier was het af en toe glad en modderig, maar zonder erg. Zeshonderd meter later zat de officiële etappe erop.

Een leuke lunch en een Grieks avondmaal

Het is van hieruit nog 2,2 kilometer tot Borne. Door de ideale aankomst, rond kwart voor een, en het feit dat ik al ingecheckt was en dus gewoon naar hetzelfde hotel kon, besloot ik hier te lunchen. Dat deed ik in lunchcafé De Ster, met sociale tewerkstelling. Een lekkere tosti caprese en een leuke bediening, met een kleine steek naar de hockeynederlaag van de Red Panthers tegen Oranje.

En zo ging ik met iets minder verwachting, maar na een mooie, afwisselende en zonnige dag naar Oldenzaal met de trein, waar ik met wat verfrissende dranken met het thuisfront belde en het relaas van de dag uitschreef op het terras van het hotel.

Na Duitse en Italiaanse kost, had ik mijn zinnen gezet op Grieks. Restaurant Sirtaki was sfeervol, met zeer vriendelijke bediening, al blijft alleen eten soms wat ongemakkelijk (of misschien ben ik te zelfbewust). Het leverde mij wel een ouzo van het huis op. Na een voorgerecht met spinazie, feta en bladerdeeg koos ik voor de mixed grill. Lekker maar veel.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 1: Bad Bentheim – Oldenzaal


🥾 Terrein:
Licht heuvelachtig begin in Duitsland (met kasseiweggetjes en bos), gevolgd door velden, smalle (fiets)paden en enkele stukken natuurgebied bij het naderen van Oldenzaal. Afwisselend verhard en onverhard. De meeste hoogtemeters van de eerste vijf etappes, maar nergens echt zwaar.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Östmühle (Gildehaus): charmante korenmolen
  • Forst Bentheim: schaduwrijk bos met infobord over de Tödden
  • Dinkelbrug: grensovergang van Duitsland naar Nederland
  • Mariakapel (rustplek)
  • Binnenstad Oldenzaal & Basiliek
  • Palthehuis Museum: verrassend boeiend stads- en familieverhaal in historisch pand

Afstand & duur:
26,5 km + 650 m aanloop = 27,15 km totaal. Goede 6 à 7 uur wandelen met pauzes.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig. De afstand is stevig en er zijn enkele klimmetjes, zeker in het Duitse gedeelte.

Oordeel: 4,5/5

Eenzaam aan het ontbijt

Met 26,5 km en de meeste hoogtemeters van de eerste 5 etappes, was deze eerste wandeldag meteen de grootste uitdaging, of toch op papier. En dus had ik in het hotel ontbijt bijbesteld. Alleen was men mij wat vergeten, waardoor ik eenzaam en alleen in een andere zaal moest/mocht plaatsnemen. Op zich nog niet zo erg.

Duitse hoogtemeters

En zo was ik klaar voor de wandeldag. Na 650 meter extra van hotel naar startplaats begon ik aan het Marskramerpad, weliswaar nog met witte T op zwart vierkant als symbool. Dit was nu eenmaal nog het Duitse gedeelte. En op en neer via kasseiweggetjes verliet ik Bad Bentheim.

Net buiten het stadje duikt het pad een klein bos in, om vervolgens via asfaltwegen voorzichtig te stijgen (ok, van 47 naar 75 meter, maar dat zijn meer hoogtemeters dan de eerste 9 etappes van het Pieterpad samen). Het ‘hoogtepunt’ was te vinden in het dorpje Gildenhaus, met een opvallende kerk, maar vooral met de Östmuhle, een leuke korenmolen.

Via de Bürgergarten en een holle weg ging het weer naar beneden en zo door de velden van Achterberg. Een volgend bos, Forst Bentheim, was nog meer de moeite en zorgde voor verkoeling. Aan een schuilhut was de historie van de verschillende marskramers nog eens te lezen, in het Duits. Ik zat dus nog steeds op de Töddenweg.

Nederlands natuurvertier

Inmiddels begon de zenuwachtigheid een klein beetje toe te nemen. Door de regen in juli was het pad vorige week niet begaanbaar en was er een omweg van 3 kilometer (naast de reeds voorziene 26) nodig om het hoge water te vermijden. Maar gelukkig was dit nu niet meer nodig, los van een bescheiden maar waadbare plas. En zo wandelde ik Nederland binnen via de Dinkelbrug. Vanaf hier was het eindelijk rood-witte signalisatie!

De stukken daarna waren vaak door velden en hoewel ik geen enkele collega-Marskramer tegenkwam, waren er wel heel wat fietsers op de baan met het mooie weer. Op dit tweede deel was het dan ook vaak wandelen op een fietspad, zelfs af en toe net breed genoeg voor een fiets. Het was dus af en toe de graskant induiken.

Naar Oldenzaal

De kilometers begonnen inmiddels wel wat te wegen en een rustpauze, aan een Mariakapel, was welkom. Daarna was het nog een goede 4,5 kilometer te gaan. Het Marskramerpad gaat rond Oldenzaal en doet nog wat natuur aan voor het de historische binnenstad binnengaat. Na 26,5 kilometer kon ik rusten aan de basiliek, al begon het toen plots net te regenen.

Omdat ik sneller dan verwacht in Oldenzaal was, kon ik na de douche nog iets bezoeken. Ik besloot naar het Paltehuis te gaan, waar een 18de-19de eeuws interieur van een lokale patriciërsfamilie te bewonderen is, samen met enkele objecten uit de geschiedenis van de stad. Het was best boeiend en de info was handig vormgegeven via een tablet. Zeker een bezoekje waard.

Eenzaam bij het avondeten

Door de lange wandeling besloot ik al vroeg naar La Tavernetta te gaan. Waarschijnlijk te vroeg. Want lange tijd zat ik alleen in de zaak, los van de klanten die kwamen afhalen. Met een gezellig aangestoken kaars was het een beetje eenzaam en zielig. Maar de lekkere pizza (capricciosa met zowaar zalm en garnaal) en een lekkere tiramisu, samen met een gezellig kader, maakte het toch een leuke ervaring. Een mooie afsluiter!

Het verblijf

Ik boekte een kamer in Stadshotel Ter Stege, wat gelegen is aan de grote markt. Qua ligging kan het dus niet beter. Het is ook een hotel-restaurant dus wie niet graag zoekt kan er ook iets drinken en eten. De eenpersoonskamer was comfortabel en net. Aangezien ik hier twee dagen verbleef was ik dus best tevreden over mijn keuze.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 9: Hardenberg – Ommen (21 km)

🥾 Terrein:
Afwisselend terrein met grotendeels asfalt aan het begin, afgewisseld met gras- en zandpaden, waaronder twee stukken zandduinen bij de “Sahara van Ommen”. Af en toe lichte hoogteverschillen, vooral bij de kleine helling langs de Vecht. Veel wandelen vlak langs de rivier en door bossen zoals Hardenberg en Heetdelle.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • De Vecht als centrale waterweg, inclusief wildwaterkano-kansen en vistrap bij stuw Junne
  • Het dorp Rheeze met authentieke huizen en hoeves
  • Waterbeheerprojecten die de rivier laten kronkelen
  • Recreatiedomein en bossen Hardenberg & Heetdelle
  • De zandduinen van de “Sahara van Ommen”, een onverwacht natuurhoogtepunt

Afstand & duur:
21 km, redelijk vlak en iets meer dan een halve dag wandelen.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot matig. Weinig steile stukken, voornamelijk vlak terrein. Zandduinen zijn ietsje moeilijker begaanbaar.

Oordeel: 4,5/5

Na een geïmproviseerd ontbijt, wandelden we naar het station van Ommen en zo naar Hardenberg, voor onze laatste etappe van deze tweede ronde op het Pieterpad. Het was, na twee iets mindere dagen, een mooi einde van deze vijfdaagse, waarbij we in Hardenberg nog geholpen werden door een Skyrboost.

Water en bos

De Vecht was opnieuw de compagnon voor het eerste stuk en was zelfs nog wat prominenter aanwezig. Niet alleen was het er vaker wandelen in een rustig, natuurlijk kader, vlak aan het begin was er zelfs een wildwaterkano-opportuniteit, hoewel het echte wilde water eerder beperkt leek te blijven tot enkele meters.

Het eerste stuk ging nog grotendeels over asfalt, maar bood ook al mooie landschappen, met naast de rivier ook wat bossen en velden. Het bos van Hardenberg zorgde ook voor het eerste stuk schaduw van de bomen, al was het pad hier nog best hard (misschien een geval van nomen est omen). We passeerden ook nog ons eerste stukje zand van de dag en wandelden vervolgens door Rheeze, een klein maar mooi dorpje met heel wat authentieke huizen en hoeves.

Een kleine heuvel

Eens uit het bos kwamen we meermaals langs en over de Vecht in diverse vormen en stijlen. Zo was er het stuw van Junne, waarnaast ook nog een vistrap lag. Kort daarna zagen we een mooi voorbeeld hoe men de Vecht, in het kader van waterbeheer, opnieuw meer laat kronkelen. Een graspad naast de rivier leidde namelijk naar een kleine helling, ontstaan door het zand dat was weggegraven. En zo stegen de hoogtemeters significant.

We passeerden langs een recreatiedomein en gingen zo het volgende bos in, de Heetdelle. Hier zagen we Misha, onze Australische compagnon opnieuw. Gisteren hadden we elkaar door een andere timing gemist. Nu troffen we haar op een bankje en konden we het laatste stuk samen wandelen. Een fijn weerzien en leuk om samen te eindigen.

Eindigen in de Sahara

En dat einde was erg de moeite. Er waren twee stukken zandduinen, inclusief een omweg naar de Sahara van Ommen. Het klinkt misschien een beetje ridicuul, maar het is wel een prachtig stukje natuur en de extra meters waard.

Daarna was het via een fietspad naar Ommen, waar we afscheid namen van Misha en richting het station gingen, voor een lange rit met veel treinoverstappen, richting de regen die ons de voorbije dagen gelukkig was bespaard.

Op naar deel 3

Deze tweede reeks wandelingen op het Pieterpad waren absoluut de moeite, hoewel het tweeluik op dag drie en vier misschien ietsje minder was. Maar er blijft veel variatie zitten in de landschappen en wandelpaden en je passeert leuke plekjes en dorpjes. En zo zijn we toch al een hele hoop opgeschoten. Nog een vijftiental etappes te gaan!

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 8: Coevorden – Hardenberg (19 km)

🥾 Terrein:
Begint met stadsomgeving en stationsbuurt, daarna afwisselend natuur en industrie langs de Vecht. Het pad loopt regelmatig langs en over de rivier. Soms nat gras en wat modderige stukken, zoals bij de omweg naar het Joods bergje. Bosgedeelte in Engelandsche Bos biedt aangenaam wandelpad.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Molen ‘De Arend’ bij Coevorden
  • Poort van Drenthe (kunstwerk met grote stenen)
  • Gramsbergen: charmant centrum met kerk, Meibloomplein, aapjesstandbeeld, monument Slag van Ane, en moderne kunst
  • Joods bergje met begraafplaats, indrukwekkend uitzicht
  • Hardenberg: lange witte brug over de Vecht, kerkhof met Commonwealth-oorlogsgraven
  • Ommen: mooi stadscentrum langs de Vecht, molens, plaatselijk slot, Pinkstertulpenfestival, kinderboerderij

Afstand & duur:
19 km, afwisseling van stedelijke en natuurlijke stukken. Iets meer dan een dagdeel.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot gemiddeld. Geen zware beklimmingen, maar door natte stukken en gras soms iets uitdagender.

Oordeel: 3,5/5

Deze 4de etappe lag in lijn met deze van gisteren. Om het lichaam mee te krijgen was het dus belangrijk om dat ook te doen met de geest. En dus investeerde we in een ontbijt in ons hotel. Geen overbodige luxe. En daar waar we in een bijgebouw sliepen, kon het ontbijt wel degelijk genuttigd worden in het kasteel zelf. Daarna waren we klaar voor de op papier kortste etappe.

Industrie en natuur

Coevorden werd verlaten via de stationsbuurt en een wat drukkere baan, waarbij we botsten op een entertainmentcentrum dat nog volop koos voor een stereotype invulling van de cowboy en indianen-trope. Aan de overkant stond molen ‘De Arend’ trots. Kort daarna ging het naar een stukje natuur, met steeds aanleunend in de verte (of iets minder ver) industrie. Blijkbaar wilde men dit symbolisch scheiden door de Poort van Drenthe, een kunstwerk met grote stenen.

Van Drenthe naar Overijssel

Deze etappe betekende ook een andere symbolische overgang. We verlieten Drenthe en kwamen aan in Overijssel, en verwelkomde zo de Vecht, een rivier wiens loop doorheen de jaren serieus wijzigde. Het pad liep dus geregeld langs en over deze waterloop. En dat is altijd leuk.

Daarna volgde een passage door het verrassend mooie en charmante Gramsbergen, met een gezellig centrum. Tijdens het nuttigen van onze lunch op een bankje aan de kerk gingen de hemelsluizen voor het eerst volledig open. Een koppel en hun zoon keken smalend naar ons vanaf hun droge tafel in Harry’s, het caféetje dat over ons was gevestigd. Gelukkig was de nattigheid van korte duur en zetten we ons onversaagd door.

Via het gezellige Meibloomplein ging het verder naar onder andere een standbeeld met aapjes, een monument voor de slag van Ane (de Nederlandse Guldensporenslag!) en een fancy kunstwerk. Daar begon het opnieuw serieus te regenen. Ook dit was gelukkig van korte duur en het werd al snel heel zonnig.

Een leuk einde

Save the best for last. Het Engelandsche Bos was een klein bosje, met een aangenaam pad, dat deed terugdenken aan de eerste twee etappes van deze trip. Daarna gingen we nog even op een omweg, door het natte, hoge gras om de begraafplaats op het Joods bergje te bezoeken. Een bijzondere plek en een indrukwekkend zicht.

De intrede in Hardenberg was ook speciaal. Aan de Vecht stonden er hoge flatgebouwen en de rivier moest worden overgestoken via een lange, witte brug. Het centrum was wat minder charmant, al was er wel nog een iet of wat aangenaam kerkhof, met ook enkele oorlogsgraven van de Commenwealth. En dat trekt altijd aan.

We namen de trein naar Ommen. Dit was een veel leuker plekje. De Vecht stroomt door het centrum, met aan weerszijden mooie gebouwen en molens. Ook in het deel achter de Vecht is leuk vertoeven, met heel wat restaurants en cafétjes. Op weg naar het station passeerden we ook nog een plaatselijk slot, met Pinkstertulpenfestival, en een kinderboerderij. Een bijzonder stadje dus. Eind goed, al goed, en er werd pizza genuttigd!

Ons hotel, Hotel De Zon, was trouwens ook top. Een ruime kamer, met gratis update naar een kamer met mooi zicht. En dat klopte volledig.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 7: Sleen – Coevorden (21 km)

🥾 Terrein:

Afwisseling van bospaden, zandwegen en veel asfalt. Grote stukken langs kanalen: Jongbloedvaart en Verlengde Hoogeveensche Vaart. Laatste stuk grotendeels onverhard. Weinig zitgelegenheid onderweg, zeker voor rustige lunch.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Bruggetjes over de vaart (voor wat variatie)
  • Waarschuwingsbord voor een gevaarlijke buizerd
  • Klein Joods kerkhof
  • Plopsa Indoor met gigantische Maya de Bij
  • Watertoren van Coevorden
  • Park bij aankomst in Coevorden

Afstand & duur:

21 kilometer, vrij veel verhard wat effect heeft op tempo, maar iets meer dan dagdeel wandelen.

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door lange rechte stukken asfalt en wat monotone omgeving

Oordeel: 2/5

Deze ochtend geen ontbijt maar wel 2 koffiekoeken (voorverpakt) uit de Albert Heijn (sorry voor de product placement). Om 9 uur namen we de bus naar Sleen. De buschauffeur dacht dat ik naar Zweden wilde. Om maar te zeggen dat een gedeelde taal geen garantie is op vlotte communicatie. Om kwart na 9 konden we dus starten aan de derde etappe, de eerste met mijn compagnon.

Slenteren langs het kanaal

Vandaag zou het een dag zijn met een wat monotoner karakter, met een stukje zandweg, waar we Mish, de Australische Pieterpatter die ik gisteren had ontmoet, al snel opnieuw tegenkwamen. Zij wandelde de hele dag met ons mee. Dat hielp ongetwijfeld voor alle partijen om de wat saaiere stukken te animeren. Het gesprek ging dan weer wel alle kanten uit. Van Australië, tot wandelavonturen, tot de politieke toestand van Europa en Australië, maar even goed het eurovisiesongfestival.

Twee kanalen en een hoop asfalt

Na een stuk bospad, ging het dus naar het water, meer bepaald naar de Jongbloedvaart. Een groot stuk was, zoals al gezegd, langs een zanderig pad, wat nog aangenaam wandelen was. Maar daarna volgde een stuk asfalt langs de Verlengde Hoogeveensche vaart. Er werd af en toe van kant gewisseld via een brugje. Het moest zorgen voor een klein beetje afwisseling.

Daarna passeerden we enkele plekjes, zoals Holsloot, Den Hool en Dalerveen, waar de hoop op een picknickbankje de kop werd ingedrukt en we uiteindelijk onze lunch moesten nuttigen op een stukje gras naast de weg.

Een klein beetje beterschap

Het deel daarna zou opnieuw voor een groot stuk over asfalt lopen. Al waren er wel wat opvallendheden. Zo was er een waarschuwingsbord dat alludeerde op een gevaarlijke buizerd. Gelukkig geraakten we ongedeerd aan de overkant. Verder was er nog een klein Joods kerkhof en een Plopsa Indoor center met een reuzegrote Maya de Bij.

Het laatste stuk was grotendeels onverhard, maar de zon was inmiddels zo hard aan het schijnen dat ook dat heel erg pittig was. Daar moest nog wat extra asfalt naast de Stieltjes kanaal aan toegevoegd worden. Eens in Coevorden werd het leuker. Zo arriveerden we in het park en langs een mooie watertoren. Niet veel later werden we beloond op een terras met wat verfrissend bier en bitterballen. Een half uur later begon het te regenen. Even ontsnapt dus!

Stress bij het avondeten

Het avondeten was bijzonder. Tussen twee rokende Polen en een lange wachttijd in besloot mijn smartphone om even de geest te geven. De hamburger was gigantisch waardoor een dessert niet meer aan de orde was. Misschien zaten de nacho’s, ter ere van de derde wandeldag, er nog voor iets tussen. We verbleven in Fletcher hotel Kasteel Coevorden. Helaas betekende dat geen verblijf in het kasteel zelf, maar wel in een bijgebouwd. Maar met een ruime en nette kamer hadden we niet veel te klagen.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 6: Schoonloo – Sleen (23 km)

🥾 Terrein:
Overwegend bosrijk, met stukken over zanderige paden, veldkeien (flinten) en later langere stukken asfalt. Vooral boswachterijen Schoonloo en Sleenerzand vormen de ruggengraat van deze etappe. Paden soms oneffen of hard, maar goed begaanbaar. Een aantal kortere uitstapjes richting natuurgebieden zoals De Kijl en de Papeloze Kerk zorgen voor afwisseling.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Oranjekanaal met pittoresk bruggetje
  • De Papeloze Kerk (gerestaureerd hunebed)
  • Monument Bertje Jans & Toos Goorhuis-Tjalsma
  • Grafheuvel in Sleenerzand
  • Oorlogsmonument (neergestort vliegtuig)
  • Centrum van Sleen met terrasjes
  • Emmen: marktplein, Wildlands zoo in de buurt van het hotel

Afstand & duur:
Redelijk lange dagetappe, vooral door de combinatie van bos en een stevig slotstuk van ± 4 km asfalt. Start rond 9u, eindstation Emmen bereikt in de vooravond.

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld. De veldkeienpaden zijn fysiek zwaarder en mentaal vermoeiend, maar verder nergens uitgesproken lastig. De lange rechte stukken vragen wel om doorzettingsvermogen en een mentaal duwtje.

Oordeel: 3,5/5

Aangezien ik alleen in het hotel verbleef, trakteerde ik mijzelf op een ontbijtbuffet, dat deed wat het moest doen, namelijk zorgen voor een goede start. En ook ervoor zorgen dat ik genoeg at voor een goede doorstart. Uiteindelijk kon ik de bus nemen om 8u32 en om iets voor 9 stond ik aan de grote steen in het centrum van Schoonloo, mij alweer in te smeren met zonnecrème.

Een jojo-start

Vanuit Schoonloo ging het al snel opnieuw het bos in. Ik was samen vertrokken met twee oudere mannen, die in het begin op hun stappen waren teruggekeerd omdat ze het pad niet vonden, en daarbij werden geholpen door een blonde vrouw. Door hun dagrugzak (en vooral de vergelijking met mijn iets gewichtigere tegenhanger) wandelden we min of meer op hetzelfde tempo, waardoor er al eens een zogenaamde jojo werd gedaan. Wanneer ik de twee metgezellen passeerden, maar even later even moest stoppen om bv. mijn fleece uit te doen, werd ik ingehaald. Het zou even duren voor ze definitief uit beeld verdwenen.

Werklozen maken het moeilijk

Het grootste stuk ging opnieuw door een bos. Dit deel in de boswachterij van Schoonloo werd in de jaren 20 opnieuw onder handen genomen. De heide werd omgespit en er werden bomen geplant. Wat iets minder aangenaam was, was het feit dat men toen ook het bospad verharde met veldkeien (zogenaamde flinten). Het was ongetwijfeld een nobel initiatief, maar voor de wandelaar zijn de kasseien wat minder aangenaam. Zoals een renner tijdens Parijs-Roubaix, besloot ik het grootste stuk op de dunne aarden strook te wandelen.

Vooraf waren er enkele gebieden die op mijn kaartje in de gids enig potentieel hadden. Maar zowel de Tweelingen als de Meeuwenplassen waren korte stukjes waar je niet echt door het stukje natuur kon of ging. Maar er was ook een kort maar krachtig lichtpuntje, namelijk het kleine natuurgebied De Kijl, een restant hoogveen en natte heide met vennen. Er werd op voorhand gewaarschuwd voor eventuele intimiderende grazers, maar de Schotse hooglanders waren nergens te bespeuren.

Oude en nieuwe monumenten

In het tweede stuk volgde enkele ingrediënten die het geheel eigenheid gaven, naast het vele boswandelen. Dat begon met een klein maar mooi bruggetje over het Oranjekanaal. Het was een korte tussenpauze om daarna weer naar bos te gaan, meer bepaald de boswachterij Sleenerzand, wat duidelijk maakte dat ons eindpunt naderde.

Na een tijdje botste ik op een monument (een rare steen), ter ere van Bertje Jans en Toos Goorhuis-Tjalsma, de bedenkers van het Pieterpad. Maar het hoogtepunt van deze etappe lag niet op het Pieterpad zelf, maar wel op een goede 400 meter van het pad. De Papeloze Kerk is een gerestaureerd hunebed. Het was een ideale lunchplek van de dag. Even verder was er ook nog een grafheuvel. Prehistorische sensaties alom.

Ontmoeting op het asfalt

Wat nog restte was een goede 3 kilometer door het bos, met na een tijdje een oorlogsmonument voor een neergestort vliegtuig, en dan 4 kilometer asfalt naar eindbestemming Sleen. Daar geraakte ik aan de praat met de Australische Mish. Ze had op de Camino Primitivo de tip gekregen op het Pieterpad te wandelen. Dat en het feit dat ze familie in Nederland had, maakte dat ze helemaal Down Under kwam om in Nederland van noord naar zuid te wandelen. De leuke babbel zorgde ervoor dat de kilometers op het asfalt snel voorbij gingen.

Sleen en Emmen

Na de wandeling misten we net de bus. Daardoor werd een verfrissende drank genuttige op een leuk Sleens terrasje. Aan de bushalte maakte ik ook nog kennis met Josh, een ingenieur uit Wisconsin die al anderhalf jaar in Nederlande woonde. Hij deed het Pieterpad in stukjes. Het was ergens bijzonder dat deze globetrotters kozen voor het Pieterpad, al had ik natuurlijk zelf ook gekozen voor dit pad.

De bus voerde naar Emmen, waar ik een hotel vlakbij de lokale zoo Wildlands had geboekt. Het was een leuk plekje met een groot marktplein. Door het goede weer zaten de terrasjes vol. Na een snelle hap, een vegetarische wrap, pikte ik om 9 uur mijn compagnon op aan het station, waar de plaatselijke jeugd bezig was om plaatselijke jeugddingen te doen, zoals in het beste geval een kinderstep uitproberen en in het minder goede geval mij proberen te lonken om mij waarschijnlijk drugs aan de man te brengen. Daarmee eindigde ook mijn tweedaagse waarop ik op mijn eigen gezelschap was aangewezen. Het viel beter mee dan verwacht.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 5: Rolde – Schoonloo (19 km)

🥾 Terrein:
Afwisselend terrein met vlakke stukken over voormalige spoorlijnen, smalle bospaadjes, en een bijzonder zompige passage door het Meindersveen. Eerste deel was vooral open landbouwgebied, later werd het bosrijker, met een kort maar modderig veengebied als hoogtepunt. Eindigde met een relatief saai stuk asfalt richting Grolloo.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Twee mooie hunebedden bij de kerk van Rolde
  • Andersche Diep, met vernieuwd bruggetje
  • Het Meindersveen: nat, modderig, maar de moeite
  • Kort stukje heide: Grolloërveld
  • Centrum van Assen met de Brink

Afstand & duur:
Start iets voor 13u in Rolde, aankomst aan busstation Assen in de vooravond. Matige etappe qua lengte.

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld. Geen grote hoogteverschillen, maar zompige stukken, warme temperaturen, en het lange asfaltstuk richting het einde vroegen mentaal doorzettingsvermogen.

Oordeel: 4/5

Treingerelateerde avonturen

Door een onvoorziene omstandigheid bij mijn reisgezel, werden de wandelplannen enigszins gewijzigd. Ik zou namelijk de eerste twee (van de vijf) wandeldagen alleen afleggen. En dat betekent dus ook dat ik de relatief lange reisweg op m’n eentje moest trotseren. Daarnaast had ik, door de toen nog voorspelde regen, de twee campings ingeruild voor een iets comfortabelere hotelkamer.

De treinrit was voldoende eenduidig en op papier waren er geen obstakels te verwachten. Via de Eurostar ging het van Brussel naar Schiphol. Mijn Aziatische buurvrouw claimde voor een groot deel de buitenzijde en deed dat al slapend met haar hoofd op het uitklapbaar tafeltje, waardoor ik zonder drank en vertier zat ingesloten. In Schiphol zelf werd er dan weer veel gewandeld, maar duidelijk niet door wandelaars, zo toonde de vele tokkelende en daardoor botsende reizigers. Van hieruit ging het met de trein naar Assen.

Aan het station van Assen voltrok zich opnieuw een bijzonder tafereel. Een groep rekruten van het leger ging naar huis voor het weekend. De selectie was wel enigszins bijzonder. Ze waren allemaal nogal verslingerd aan sigaretten (de echte, zelfs niet de vape-variant). Ook was er een nogal luide jongen met blonde middenstreep die overtuigend Killing in the Name Of van Rage Against the Machine zong. Geen idee of hij de ware betekenis van de tekst kende, maar goed is anders.

Terug naar Rolde

Ook de busrit was even verwarrend. Ik kende de liefde voor het pinnen al. Maar de buslijn had nu ook een systeem waarmee je makkelijk in- en uit kon pinnen met je bankkaart i.p.v. dat je nog een ticket moest kopen. Handig! Maar mijn onwetendheid kon niet op mededogen rekenen van de nogal assertieve en korte buschauffeur.

Om 10 voor 1 kon ik dan eindelijk terug oppikken waar ik vorig jaar, samen met mijn compagnon, was gestopt. Om weliswaar meteen terug van het pad te gaan want er was al meteen zij-vertier voorzien. Vlakbij de kerk van Rolde lagen namelijk twee mooie hunebedden te wachten. Het was hier ook meteen raak voor een gesprek.

Op een bankje zat een oudere vrouw te rusten naast haar fiets. Ze vroeg of ik ook een pad ‘liep’. Ze had zelf een stuk Pieterpad gewandeld, maar was gestopt door een verouderde gids. Ook gaf ze een handige tip mee, namelijk het concept van “Vrienden op de fiets”, waar je bij gastgezinnen kon logeren. Interessant. En de hunebedden zelf waren erg knap!

Een aarzelende start

Het eerste deel voerde over een lang stuk voormalige spoorlijn. Het was leuk genoeg wandelen en het uitzicht was ook best aangenaam, hoewel eerder doorheen velden, weiden en akkers. Het werd al iets leuker in het Andersche Diep, een natuurgebied met na een tijdje een smal, kronkelend pad. In de gids werd nog een stukje avontuur beloofd via een geïmproviseerd bruggetje met touw, maar er was inmiddels al een volwaardig houten brugje over de beek gezet.

Daarna volgde een heel lang stuk door bosgebied. Af en toe deed het denken aan soortgelijke dagen op de Chemin de Stevenson, de GR 70 in de Cevennes. Dat werd nog versterkt door het feit dat er heel wat insecten waren, inclusief mugjes, die rond de eenzame wandelaar verzamelde. Bij het doodkloppen van een ervan plensde er zelfs bloed op mijn been (hopelijk dat van mij…)

Venig vertier

Gelukkig was er ook nog een bijzonder stukje, waarbij ik mogelijk een omleiding negeerde. Het Meindersveen is een heel mooi stukje natuur. Op een plek was het door de regen van de dagen ervoor en de nabijheid van veen wel heel erg zompig en modderig, maar niet genoeg om een omleiding te verantwoorden en dit stukje te missen. Al moet gezegd zijn dat ik wel even met 1 voet in de zompige bodem wegzakte.

Het daaropvolgende Grolloërveld, een stukje heide, was dan misschien een tikkeltje teleurstellend. Maar dat was zonder het laatste stuk asfalt (met nog een heel klein beetje bos) gerekend. Met enige vermoeidheid ging ik de bus op naar Assen, na een mooie eerste etappe onder een aangename lentezon.

Assen

Assen zelf is een klein stadje met een gezellig centrum, de Brink, waar Hotel De Jonge gelegen is. Omdat het al een lange dag was geweest, besloot ik naar het hotel-restaurant te gaan, waar ik voor de verandering werd gezien als niet-Nederlandstalig en in het Engels werd geholpen. Ik liet het passeren en versterkte die gedachte nog meer door een lekkere Fish & Chips te eten.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Groene wandeling 3: Evere – Sint-Agatha-Berchem (13,8 km)

🥾 Terrein:
Sterk gevarieerd terrein: van woonstraten en spoorlijnen tot uitgebreide parken, kanaalzones, en zelfs een stukje GR en Camino. Hoogteverschillen zijn beperkt, maar het stadsverkeer en de vele overgangen maken de wandeling mentaal intensiever. De lengte is eerder beperkt, maar het voelt als een lange dag door het afwisselende decor.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Modernistisch stadhuis van Evere (1938)
  • Station Schaarbeek en omgeving
  • Parken van Laken (met beperkt toegankelijke ruïnes)
  • Chinees Paviljoen & Japanse Pagode (verloederd, maar visueel nog steeds indrukwekkend)
  • Monument voor de Dynastie op 50m hoogte
  • Zicht op het Atomium
  • Koloniale Tuin met Normandische cottage (!?)
  • Koning Boudewijnpark & Poelbos
  • Molenbeek (de waterloop, niet de wijk)
  • Populierenbos Nestor Martin

Afstand & duur:
14 km, eerder dagdeel, wel met veel stops en zijpaadjes. De echte afstand is niet overdreven lang, maar door de visuele prikkels, culturele uitstapjes en extra kilometers buiten het officiële pad voelt het als een stevigere wandeling.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht . De ondergrond is vlot begaanbaar, maar de stadscontext vereist wat oriëntatievermogen en geduld op verkeersknooppunten.

Oordeel: 4,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het derde deel vertrekt in Evere en eindigt in Sint-Agatha-Berchem.

Een woonwijk, een spoorlijn en een kanaal

Het eerste stuk van de wandeling gaat voornamelijk door de straten van Evere. Naast de vaak aangename rijhuizen springt vooral het stadhuis in het oog. Het modernistische gebouw werd in 1938 gebouwd en heeft onder andere een imposante toren. Het was maar een van de vele bijzondere gebouwen op deze derde wandeldag.

Na het meer bebouwde stuk gaat het door twee parken, eerst het kleinere Doolegtpark en vervolgens het al grotere en bosrijke Goede herderpark. Na een klein en wat verloederd moerasje te passeren, gaat het terug richting de beschaving, namelijk naar het mooie station van Schaarbeek en bijhorende omgeving. Hier is het eventjes moeilijk om de weg te vinden, maar we geraken uiteindelijk toch over het kanaal.

Parkenhoogtepunten

Dit is het begin van een reeks hoogtepunten waar parken de hoofdrol spelen. Het eerste is nog een beetje van een tegenvaller. Ik zag namelijk op mijn kaart ruïnes aangeduid, maar dit bleek in het deel van het park van Laken te liggen dat niet toegankelijk was. Gelukkig volgde al snel iets opzienbarend, het park van het Chinees Paviljoen en de Japanse Pagode.

Deze tuin werd in 1910 geopend, na het overlijden van Leopold II, maar ontsproot (uiteraard) ook aan diens brein. Vroeger zat hier ook nog een museum met Oriëntaalse kunst. Vandaag is de tuin zelf wel onderhouden, maar dat kan helaas niet gezegd worden van het mooie paviljoen zelf, dat achter een omheining staat te verloederen. Jammer!

Een volgen park is het park van Laken, onderdeel van het Koninklijk Domein. Ook hier gingen we even een zij-uitstap doen naar het Monument voor de Dynastie, dat bovenop een heuvel van 50 meter staat te pronken, tussen 1878 en 1881 gebouwd ter ere van Leopold I. Als bonus wandel je terug naar de Groene Wandeling via een stukje Camino en een GR.

In de verte is het Atomium te bewonderen, terwijl in het park Brusselaars in grote getale naar buiten zijn gekomen om te genieten van de zon. Aan het Atomium is het ook drummen geblazen, want daar hebben de supporters van Union (die de beker van België zou winnen tegen Antwerp, nvdr.) zich verzameld. Wij kiezen terug voor de rust van de Koloniale Tuin (ja, er is een thema). Daar staat een enig mooie Normandische cottage. Want waarom ook niet.

Koning Boudewijn en de Molenbeek

Na een akkefietje op een kruispunt, waar een lijnbus gedurende enkele minuten zorgt voor een blokkering op de weg en in het hoofd van enkele chauffeurs, gaat het naar het Koning Boudewijnpark in Jette. Dit is een uitgestrekt park, dat uitloopt in de Poelbos, maar eerst nog passeert langs weiden, speeltuinen en vijvers. En de Molenbeek, die hier ook rustig naast de Groene Wandeling ligt de kabbelen.

Het enige wat dan nog rest is een passage op de Bosstraat, waar natuur en woontorens in de verte elkaar ontmoeten. Daarna gaat het nog langs een spoorlijn en het ietwat weinig indrukwekkend moeras van Ganshoren naar het Populierenbos van Nestor Martin, om daar de Groene Wandeling opnieuw achter ons te laten, richting het station van Sint-Agatha-Berchem.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

Wandelproject: De kastelenroute

België telt maar liefst 3000 kastelen. Daarmee is het het land met het hoogste aantal per km². Dat wil niet zeggen dat ze allemaal te bezichtigen zijn noch dat ze zichtbaar zijn langs de straatkant. Maar je kan er wel een hele hoop voorbijwandelen en een klein deeltje kan je ook echt bezoeken. Ik hou van wandelen en ik hou van langeafstandsroutes met een thema. Zo kwam ik op het idee om bijzondere, mooie, bijzonder mooie en boeiende kastelen op te lijsten en hier zelf een aaneensluitende route van te maken. Om het praktisch haalbaar te houden, wil ik (voorlopig) focussen op de kastelen in Vlaanderen.

Daarbij heb ik enkele basisregels opgesteld. Ten eerste probeer ik van station naar station te gaan, met tussenin ook voldoende plekken die met de bus toegankelijk zijn. Ten tweede probeer ik de etappes te houden rond de 20 kilometer. En ten derde plan ik de routes zo dat er naast mooie kastelen ook vooral mooie natuur te zien is, preferabel op onverharde paden.

Uiteraard is dit een langetermijnsproject. Ik weet zelf op dit moment nog niet waar de route gaat leiden en hoe deze gaat lopen. En of het überhaupt te doen is. Maar ik hoop wel aan de ontdekkingsreis op papier een mooie ontdekkingstocht op Vlaamse wegen te kunnen koppelen. Eentje waar ik zelf de elementen in steek die ik tijdens een tocht graag heb, in de hoop dat ook andere wandelaars dit weten te appreciëren.

Ik heb zelf al een lijst samengesteld met kastelen in alle provincies die zeker niet mogen ontbreken op een tocht, maar wil graag the wisdom of crowds inroepen. Ken jij een mooi kasteel, kasteeldomein of -tuin of kasteelruïne in je buurt? Laat het zeker weten!