35.144 stappen gezet (27,3 km, waarvan 17,1 km op de GR 21)
639 meter gestegen, 663 meter gedaald
Hoewel Étretat overduidelijk een must was, vooral vanwege de natuurpracht, was ik ook ergens blij dat we het kustoord konden verlaten. Het was er druk en bijgevolg niet de meest gezellige plek. Daar kon zelfs de mooist gevormde rotsformatie niet tegenop. Het ontbijt was weliswaar geweldig, met een zicht op de kust, ten minste voor wie goed door het terras van het restaurant keek.
Klifpaden en mooie dopjes


Onze derde wandeldag, de eerste volledige langs de kust, begon zoals we de dag ervoor waren geëindigd, met het trapje naar de kapel. Wat volgde was een wandeling langs de klifrand die blijkbaar zo impressionant was dat we de GR even onbewust lieten voor wat het was en gewoon de zee bleven volgen. Het leverde ons een mooi pad op, een grellig smal stukje met een diepe afgrond en een zeer steile afdaling. En dan was er uiteraard ook nog de door erosie vereenzaamde rotsformatie middenin de zee, die we vanuit alle hoeken konden bewonderen.
Onderweg kwamen we twee mooie dorpjes tegen. Vaucottes was duidelijk een plek voor de rijkere medemens, getuigen de grote, mooie Normandische villa’s. Yport was dan weer een gezellig kustplekje en op oppervlakkige basis, we spendeerden er niet al te veel tijd, leek het heel wat gezelliger en mooier dan Étretat.
Op en neer langs de kust

Deze derde dag is een dag met pittige klimmetjes en pijnlijke daalpartijen. Maar het was zodanig geconcentreerd dat het te doen was met de huidige conditie. Alleen het laatste stuk, een afdaling in Fécamp en de wandeling langs de dijk was even te uitputtend. De klim vanuit Yport daarentegen viel goed mee en gaf een mooi overzicht over het dorpje.


Het is wandelgewijs ook gewoon een mooiere dag, door het feit dat de zee veel meer aanwezig is. Dat wil niet zeggen dat de reeds vertrouwde akkers en velden niet af en toe opduiken. En op het einde van de mooie wandeldag dook Fécamp op. Een plek met veel geschiedenis, maar ook een interessant profiel vanuit de verte, met z’n jachthaven, z’n kapel en vuurtoren op een helling en nog wat windmolens om het tafereel af te maken.
Fécamp



Fécamp is omwille van z’n ruimte en z’n opbouw aangenamer dan Étretat. Maar het heeft ook een rijke geschiedenis, met de ruïne van het voormalig kasteel van de hertogen van Normandië en het Palais Bénédicte, genoemd naar de plaatselijke likeur. Ook de dijk en het strand zijn aangenaam, en de jachten in de jachthaven geven ook een eigenheid ten opzichte van de plaatsjes waar we eerder waren geland.
Na een deugddoende douche en wat rust, botsten we op een uitnodigend terras aan de kade. Het eten was er zeker lekker, maar om de reservaties waar te maken, aasde het personeel op onze tafel. Waar we bijzaten werd reeds besproken dat ze onze tafel gingen confisceren. Sara trok het zich duidelijk minder aan, maar het kostte hen toch een dessert. Na het eten gingen we even naar het strand om te genieten. Daarna was er op het TV, nog een bizarre discussie over Sint-Pieter op het nieuws.
Het eten
La Boucane, een restaurant dat zowat alles aanbood. Wij gingen echter voor de pizza. Sara was bijzonder avontuurlijk en koos voor een 5(!)-kazen pizza. Ik nam een pizza met kip en peer en dat was een aangename verrassing.
Het verblijf
Hôtel du Commerce, opnieuw een gezellige chambres d’hötes, met dit keer nog wat extra ruimte ten opzichte van de vorige. Een klein beetje uit het centrum, maar aangezien Fécamp niet al te groot is maakt dat niet zoveel uit.