Etappe 11: Hellendoorn – Holten (15 km)

🥾 Terrein: Afwisselend bos, heide en goed begaanbare zandpaden, met enkele verharde stukken. Overwegend vlak met licht glooiend reliëf op de Hellendoornse Berg en Holterberg.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Werkkamp Twilhaar (herdenkingssite WOII)
  • Schaapskooi Twilhaar met infopunt
  • Stoetselenveld (uitgestrekte heide)
  • Holterberg (58 m) met uitzichtpunt en schuilhut
  • Informatieve geschiedenis-kubussen richting Holten

🗺️ Afstand & duur: ±15 km – halve wandeldag (inclusief regenpauzes)

⛰️ Zwaartegraad: Licht tot gemiddeld – toegankelijk terrein, kortere afstand, enkele hellingen

Oordeel: 3,5/5

Vandaag was het een kortere dag van een goede 15 kilometer, naar de Sallandse Heuvelrug, maar vooraf was er wel veel regen voorspeld. Een groot deel ging, op papier toch, gelukkig langs en door bossen en dus was er goede hoop dat het zou meevallen met de grootste natheid. Aan de start bleek dat we al 195 kilometer hadden afgelegd en nog een goede 306 kilometer tot eindpunt Sint-Pietersberg voor de kiezen hadden.

Een werkkamp en schaapskooi

Tijdens het eerste stuk bos, op de Hellendoornse berg, na een stuk verharde pad, kwamen we aan het werkkamp Twilhaar. Dit was aanvankelijk een werkkamp voor werklozen en daklozen, maar werd tijdens de oorlog al snel omgevormd tot een werkkamp en later transit voor Joden. Vandaag is er een herdenkingsplaat en een infobord.

Een hele andere vibe was er even verder, aan de schapenstal van Twilhaar. De schaapskooi werd in 1973 gebouwd voor het onderhoud van de heide van de Haarleberg, maar omdat de plaatselijke korhoenpopulatie hierdoor verdween, werd de schapenkudde en het onderhoud afgevoerd. In de schaapskooi zitten vandaag nog wel wat blatende vrienden, en er was vlak erbij ook een infopunt waar je iets kon drinken en eten tegen zeer democratische prijzen.

Door heide en naar de Holterberg

Na het volgende stuk bos, het Nijverdalse spoorbos, was het volgende hoogtepunt het Stoetselenveld, een uitgebreid stuk heidegebied. Hoewel het niet in zijn paarse glorie stond, was het toch zeker de moeite waard, zelfs ondanks de soms wat onheilspellende grijze wolken. Via de Helledoornseweg, een oude doorgaande handelsweg, ging het naar het hoogste punt van vandaag.

Ook op de Holterberg (58 meter hoog) was het uitzicht mooi. En nog beter, hier stond ook een grote schuilhut waardoor het lunchen ondanks de tweede regenbui van de dag toch droog en zittend kon plaatsvinden. Zelfs tijdens een korte wandeldag is dat toch een absolute meerwaarde om de goede moed erin te houden.

Opnieuw in Holten

En na nog een stuk heide ging het in rechte en dalende lijn naar Holten, door een mooi en goed begaanbaar bospad. Na ongeveer anderhalve kilometer kwamen we aan op de kruising tussen het Marskramerpad en het Pieterpad, waar ik bijna tien maand eerder mijn stukje op de eerste wandelroute had geëindigd.

Daarna wandelden we richting onze eindbestemming, waar om de zoveel tijd een kubus stond die je kon draaien en waar je regionale en globale geschiedenisfeiten per jaar kon lezen. In Holten zelf moesten we de trein nemen, dus konden we nog op het gemak iets drinken in Het Klavertje, waar mijn reisgezel en ik een potje Lost Cities speelden.

Vrienden op de fiets

In Holten zelf was de accommodatie niet echt op maat en dus namen we de trein naar Rijssen. Ook hier was ik vorig jaar op het Marskramerpad geweest. Hier maakten we gebruik van het principe van Vrienden op de Fiets, waar je met een lidkaart van 10 euro (voor Belgen) en een bedrag van 25 euro per persoon bij iemand thuis kunt overnachten, inclusief ontbijt.

Ik had al een licht voorgevoel dat er misschien iets was verkeerd gelopen en bij aankomst bleek dat er toch een klein beetje iets mis was met de boeking, maar er was gelukkig ook een afzegging en zo konden we toch verblijven in het gezellige huisje bij de sympathieke gastvrouw Dorothée. Eten deden we in de Buena Vista, een tapasbar met een all you can eat-concept. Een goede formule, zo bleek, maar ook erg verraderlijk.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

GRP 127.3 Villers-La-Ville – Blanmont

🥾 Terrein: Afwisselend – smalle wegjes, holle wegen, pittige stijgingen, bosgebieden, velden en landbouwgebied. Soms kasseien en onverharde paden.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Monument voor Poolse piloten in Villers-la-Ville
  • Abdij van Villers-la-Ville (ruïne, fotogeniek, met kunsttentoonstellingen)
  • Bois de l’Ermitage & Bois de Sainte Catherine (bosgebieden)
  • Gedenkteken voor gesneuvelde soldaten van de Slag bij Gembloers
  • Gemeentehuis Chastre in een 17e-eeuwse hoeve met torens
  • Kasteel Blanmont (17e-18e eeuws poortgebouw) en speciale kapel

🗺️ Afstand & duur: Ongeveer 15 km, goed te combineren met een bezoek aan de abdij.

⛰️ Zwaartegraad: Matig, door hoogteverschillen en soms steile stukken.

Oordeel: 4/5

Je moet niet altijd naar het buitenland gaan om nieuwe dingen en plekken te ontdekken. Meer zelfs, soms ligt het in je achtertuin. Dat is eigenlijk wel het geval voor de GRP 127, beter bekend als de Tour du Brabant Wallon. Deze relatief jonge (2018) wandelroute gaat in een lus doorheen de kleinste provincie van Wallonië en biedt zo’n 266 kilometer wandelpad om te ontdekken. Eind oktober 2022 deed ik met een vriend twee etappes. Het duurde ongeveer 2,5 jaar, maar eindelijk konden we ons aan de derde, wat kortere etappe van iets meer dan 15 kilometer zetten.

Naar Villers-la-Ville (deel 2)

Net zoals het plannen van de derde wandeldag op de Tour du Brabant Wallon was het ook best een avontuur om aan het startpunt te geraken. Een kleine miscommunicatie zorgde voor een korte vertraging, aangezien we mekaar kruisten in Brussel-Zuid. Een korte wachttijd in het weinig enthousiasmerende station/werf van Ottignies, waar men een architectuur à la Bergen in het klein wil repliceren, en het kleine station van Tilly. Na een goede 2,5 uur, konden we zo in Villers-la-Ville starten.

De GRP gaat rond de kerk en zo door een stukje Villers-la-Ville, waarbij we even van het pad gingen om het monument voor de Poolse piloten te bezoeken. Op het pad zelf was het meteen mooi wandelen, langs een smalle weg en later een holle weg. Het ging al meteen serieus op en neer. Even later passeerden we de kapel voor Sainte Apolline, patroonheilige van de tandartsen. Gelukkig was het pad niet van die aard dat we onze tanden moesten stukbijten.

De abdij

De abdij van Villers-la-Ville is een gekende en fotogenieke ruïne in Waals-Brabant. Er werd in 1146 aangevangen met de bouw en op z’n hoogtepunt was de abdij een toonvoorbeeld van de grootsheid van de cisterciënzers. Zoals zo vaak geraakt het na de Franse Revolutie in onbruik en wordt het daarna eerst een inspiratiebron voor kunstenaars en vervolgens een populaire toeristische plek. Aangezien de wandeling wat korter was, was het dus perfect mogelijk om een bezoek aan de abdij te combineren. Vandaag waren er verschillende kunstwerken tentoongesteld in deze bijzondere setting.

Door de bossen

Na een lunch aan een vijvertje in de abdij, ging het verder op de GRP. Via een kasseiweg met een pittig stijgingspercentage ging het al snel een groot bosgebied in, te beginnen met het Bois de l’Ermitage en dat gaat over in het Bois de Sainte Catherine. Na wat bochtenwerk via de betere bospaden passeerden we langs een beekje, een zogenaamde Ry, de Ry Pirot.

Door de velden

De tweede helft van de wandeling had een heel andere look & feel. Het ging namelijk eerder door weiden en velden met vergezichten over de directe omgeving. Het bos van Haute-Heuval gaf meteen uit op het gehucht Haute-Heuval, wat hoofdzakelijk een uit de kluiten gewassen landbouwbedrijf en enkele woningen is. Die tocht door de velden bleef ook een goede 5 kilometer doorgaan.

Vooraleer we ons volgende dorp introkken, zagen we in de verte nog een Franse vlag wapperen. Een kleine zoektocht op het internet leert dat er hier meer dan 1000 soldaten begraven liggen, komende van verschillende begraafplaatsen. Het gaat hier niet enkel om Franse soldaten, maar ook over Marokkaanse, Algerijnse en Tunesische. Zij sneuvelden tijdens de slag van Gembloers op 14 en 15 mei 1940.

(Pseudo-)Kastelen en hoeves

Even later arriveerden we in het dorpje Chastre. In de navigatie-app werd een heus kasteel beloofd. Helaas was het eerder een bescheiden herenhuis van (vermoedelijk) een lokale notabele. Het was dus een beetje van een tegenvaller. Gelukkig was het gemeentehuis wel een voltreffer. Dat zit namelijk gehuisvest in een 17de eeuwse hoeve met enkele opvallende torens. De wandelaar wordt uitgenodigd op het binnenplein, waar op zondag ook een markt is. Tof!

De laatste 2 kilometer gaan nog eerst door een klein stukje veld en akker, langs een lokale veldweg en uiteindelijk komt de GRP uit in Blanmont, deelgemeente van Chastre. Hier staat wel een kasteel die naam waardig, al zien we wel enkel het poortgebouw van het Chateau, dat dateert uit de 17de en 18de eeuw. Aan de overkant staat nog een wat speciale kapel. Daarna is het nog een goede 300 meter tot aan het station, het laatste op de route tot in Waver, wat het vervolg plannen niet echt makkelijk maakt. In ieder geval is deze etappe memorabel en afwisselend.

Meer wandelingen op de GRP 127 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/grp-127-tour-du-brabant-wallon/