GR 128.6 Oudegem – Moorsel (16,0 km)

🥾 Terrein
Een afwisselende tocht langs de Dender, met stukken fietssnelweg, graspaden door de weiden en doorsteekjes langs dorpjes. Enkele industriële zones en verkavelingen wisselen af met natuur langs de rivier en velden. Het traject was door enkele omwegen en een inkorting minder lang dan gepland.

🏞️ Bezienswaardigheden
Sas van Denderbelle – Wandelbrug met doorzichtige platen boven het kolkende water
Sint-Aldegondiskerk in Mespelare – Prachtige kerk met gezellig dorpsplein
Symbool van de Sint-Martinusroute – Langeafstandswandeling van 420 km tussen Utrecht en Tours
Ooievaars bij Gijzegem – Majestueuze vogels in de weiden
Rommelmarkt in Wieze – Lokale sfeer en bedrijvigheid
Vervallen serres – Overwoekerd en melancholisch landschap
Indrukwekkende boom bij Aalst-Rozen – Blikvanger in de velden
Skyline van Moorsel – Eindzicht met kerk, kapel en waterkasteel

⏳ Afstand & duur
± 15 km – door verkorting, ca. 4 uur wandelen

⛰️ Zwaartegraad
Gemiddeld – Geen zware klimmetjes, maar lange vlakke stukken en vermoeidheid door logistieke hindernissen en omwegen

⭐ Oordeel 3,5/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. Tijdens etappe 5 speelde water een absolute hoofdrol, met vooral dan de Schelde, maar ook enkele vijvers. En af en toe doken er ook wat meer morbide elementen op.

Een moeilijke start

Het was logistiek een moeilijke etappe. Door een autotocht naar Dendermonde en vervolgens een treinrit naar startplaats Oudegem, en later van Mollem naar Dendermonde, dachten we de meest efficiënte manier te hebben gevonden om te beginnen en te eindigen. Helaas was dat zonder onze eigen verwarde hoofd gerekend. Het bleek na een tijdje dat we in de verkeerde trein waren opgestapt. Gelukkig hadden we dit door voor we vertrokken. Helaas was onze trein naar Oudegem al gesloten en was het een uur wachten op de volgende. En dus reden we toch naar dat station.

Bij de start volgden we een fietssnelweg (tussen Gent en Mechelen) en passeerden we langs de nieuwe gevangenis van Dendermonde, waar een vrouw net iets onverstaanbaars door de luidsprekers zei. En dan ging het opnieuw mis. Dit stuk van de GR 128 loopt parallel met een deel van de GR5 A, dat ik al eerder wandelde in 2021. Aan de spoorweg zagen we aan onze linkerkant de Rood-witte GR-kleuren en gingen ervan uit dat we dan ook die weg moesten nemen.

We kwamen terecht in een stukje bescheiden natuur en werden even opgeschrikt toen een meisje met haar fiets op de kleine gravelsteentjes viel. We wandelden verder, voorbij een uit de kluiten gewassen rusthuis, een uit de kluiten gewassen internaat en een vijver met vissende Oost-Europeanen. Ik vond het gebrek aan correspondentie met het kaartje in de wandelgids als best verdacht en toen ik op de GPS-app plots zag dat Dendermonde naderde, wisten we dat we verkeerd zaten en de GR5A naar het noorden waren aan het volgen. En dus moesten we even terug. Een tweede streep door onze rekening.

Dendernatuur en -infrastructuur

Eens terug op de juiste GR (en in de juiste richting) kwamen we aan in de Beneden-Dendervallei en meerbepaald in het Bellebroek. We hadden op een anderhalf uur toch al mooi de volle 1,6 kilometer van onze 30 voorziene kilometers gedaan. Er was dus nog best wel wat te temmen. Op deze zonnige zondagochtend waren we trouwens niet de enigen op pad. Er waren heel wat wielertoeristen en een overijverige vrouw nam mij bijna mee in haar enthousiasme. Maar ik kwam er er zonder kleerscheuren of kwetsuren van af.

Gelukkig liet onze eerste echte hoogtepunt van de dag niet te lang op zich wachten. Via een padje met een beekje ging het naar de Dender en kwamen we even later aan bij de sas van Denderbelle. De sas op zich is niet opzienbarend, maar de wandelbrug is wel doorzichtig boven het kolkende water. Het was tevens de eerste plek waar heel wat andere wandelaars en fietsers zich hadden verzameld om te genieten van de zon.

Een knaller van een kerk en afscheid van de Dender

We wandelen nog een stukje langs de Dender en gingen dan richting Mespelare, waar ik van mijn wandeling op de GR5 nog herinnerde dat het niet enkel vanbuiten, maar ook vanbinnen, een bijzonder mooie kerk was. De Sint-Aldegondiskerk staat ook op een heel gezellig pleintje waar het ongetwijfeld leuk vertoeven is op de terrasjes voor zij die wat meer tijd hadden om even uit te rusten.

Daarna volgde een stukje graspad door de weiden. We zagen al sinds enkele etappes af en toe het symbool van de Sint-Martinusroute opduiken, waarbij we verkeerdelijk dachten dat dit een lokale wandelroute was. Omdat we het ook vandaag weer her en der zagen, besloten we het op te zoeken. Tot onze grote verbazing blijkt het een volwaardige wandelroute van maar liefst 420 kilometer tussen Utrecht en Tours te zijn. Het kan zo op de bucketlist.

We kwamen ietsje later aan in Gijzegem, waar de voorbereidingen voor de Bosfeesten, een feest van de plaatstelijke chiro bezig waren. Er was hierna nog een klein stukje langs weiden, waar twee ooievaars het goed leken te hebben, voor we de trap op en af de Wiezebrug namen. Hierna volgde nog een mooi stukje natuur langs de Dender, waarbij we afscheid moesten nemen van onze derde rivier, na de Leie en de Schelde.

Verval van lichaam en serre

Het tweede deel begon met een rare doorsteek door een plek met wat beperkte industrie, maar gelukkig ging het snel opnieuw de juiste richting uit. De vermoeidheid begon wel wat parten te spelen. Het mislopen van een bankje, door vier wandelgrage jongelingen, deed ons noodgedwongen uitwijken naar de bakstenen muur van een bruggetje.

Dan bleek dat de lies van mijn wandelgezel de extra kilometers wat minder goed verteerde. Dit was het resultaat van een padeltoernooi de dag ervoor, waarin de tweede ronde net niet werd gehaald door een nederlaag met twee punten tegen Unibox, toen de voorlaatste. En dus beslisten we om wandelvertier boven ego te plaatsen en de wandeldag van 30 kilometer (met op dat moment nog 19 kilometer te gaan, in te korten tot een goede 15. Geen overbodige luxe, want twee dagen later bleek dat de opstekende pijn werd veroorzaakt door een liesbreuk. Dit gaf met terugwerkende kracht de nodige heroïsche saus aan deze wandeldag.

We moesten dus nog van het laatste stuk maximaal genieten. En er waren nog wel enkele opvallendheden. Bij aankomst in Wieze moesten we langs de plaatselijke rommelmarkt gaan. Ietsje verder botsten we op enkele vervallen en overwoekerde serres. Een bijzonder zicht. Daarna volgde een gravelpad tussen de velden, waarbij de zon toch ietsje meer brandde dan op voorhand gedacht. In Herdersem waren er dan weer vooral gespreide verkavelingen en paarden te zien.

Grote bomen en een nieuwe skyline

Het laatste stukje natuur werd geserveerd in een mooi stuk door de velden met hoge gewassen en een indrukwekkende boom. En daarmee kwamen we opnieuw in de bebouwde wereld, via de buitenwijk Aalst-Rozen, waar de GR5A richting Aalst-centrum trok en de GR 128 de andere kant koos. Wij namen dus het fietspad langs achtertuinen, met enkele agressieve chihuahua’s, en vervolgens een fietspad waar het continu uitwijken was voor de fietsers die uit beide kanten kwamen. Eindigen deden we met een kort stukje met zicht op de skyline van Moorsel, bijna zo indrukwekkend als deze van Wetteren. En daar, vlakbij de kapel, de kerk en het waterkasteel, namen we de bus naar Aalst en vervolgens naar Oudegem, na een wandeletappe die heel anders was verlopen, maar opnieuw veel te bieden had.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

Meer wandelingen op de GR5 A vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

GR 128.5 Wetteren – Oudegem (27,5 km)

🥾 Terrein: Afwisselend – langs de nieuwe en oude Schelde, vijvers, drassige paden, jaagpaden en bosstroken. Ook stukken modderig en soms ondergelopen, met veldwegen en kleine dorpjes als Uitbergen en Berlare.

🏰 Bezienswaardigheden:
• Natuurgebied Kalkenmeersen met diverse fauna, waaronder de bruine kiekendief
• Oude Schelde, met een hersteld ecosysteem en bedreigende Chinese wolhandkrabben
• Gedenkplaat aan het veer van Schellebelle als memento mori
• Riekend Rustpunt, een van de kleinste musea van Vlaanderen
• Scheve Villa, een deels ingezakte oude hotelruïne
• Bareldonkkapel, ook bekend als Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën
• Veer van Appels met daarna manueel bediend voetveer en lange vlonderpaden in het zompige Berlarebroek

🗺️ Afstand & duur: Circa 27,5 km – een stevige dagwandeling met meerdere rust- en eetmomenten.

⛰️ Zwaartegraad: Matig tot pittig, door de lange afstand, wisselende ondergrond en enkele uitdagende modderige en natte stukken.

⭐ Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. Tijdens etappe 5 speelde water een absolute hoofdrol, met vooral dan de Schelde, maar ook enkele vijvers. En af en toe doken er ook wat meer morbide elementen op.

De nieuwe en oude Schelde

Deze vijfde etappe was met z’n 27,5 kilometer uit de kluiten gewassen maar had heel wat moois te bieden. Al vanaf het begin is het fijn wandelen. De skyline van Wetteren wordt via een zijweg verlaten en al snel zitten we in natuurgebied de Kalkenmeersen. Hier worden we geconfronteerd met een raar geluid. De vogelapp brengt geen soelaas, maar een bordje leert ons dat het om de bruine kiekendief gaat. Een van de vele dieren die onze dag zouden kleuren.

Op dit stuk maken we ook kennis met de Oude Schelde, dat opnieuw werd uitgegraven en zo de kans kreeg om een heel mooi en divers ecosysteem te creëren. En het was, met her en der bomen badend in het water, ook erg esthetisch. Dat ecosysteem is hier echter wat bedreigd, want blijkbaar zitten hier ook Chinese wolhandkrabben, exoten die je niet in je water wil hebben. Ondertussen kwam de kerk van Schellebelle dichter. Waarschijnlijk was het effect van het prachtexemplaar van Wetteren nog te groot, want het was een dikke tegenvaller.

Op deze plek, aan het veer van Schellebelle, vonden we ook een gedenkplaatje voor Raymond Goossens, een 75-jarige man die in 2017 in het donker tegen een slecht verlichte fietssluis reed en uiteindelijk overleed aan zijn verwondingen. Een memento mori. Uiteindelijk kwam er wel een verlichtingspaal waardoor het niet enkel bij de gedenkplek bleef, maar er wel degelijk een positief gevolg uit voortkwam.

Een pad onder water en een eindeloos Uitbergen

Het eerste stuk na Schellebelle gaat door op het elan van de start van de etappe. Eerst wordt gewandeld langs een verhoogde dijk. Even later ging het pad via trappen naar beneden en opnieuw langs een mooi, drassig landschap. Via een hekje ging het een weide in waar we, gelukkig vanop een afstand, een paar uit de kluiten gewassen koeien zagen. Later zou er nog een discussie opduiken of je liever een koe of liever een paard achter je had. Gelet op mijn ervaring met deze psychopaten op vier poten was mijn intuïtie correct en heb je toch maar liever een paard dat op je afstormt.

Meer avontuur was een goede tweehonderd meter verder te vinden. Een grote boom versperde een stuk van het bos dat volledig onder water stond. De logica leidde ons dus naar het andere pad, dat ook licht modderig was. Maar aangezien dat meer en meer verwilderd werd en ook moeilijker begaanbaar was het toch het moment om de GPX te raadplegen. Uiteindelijk bleek dat we toch voorbij de boom moesten. Omdat het niet wenselijk leek om het water te trotseren, keerden we op onze stappen terug en gingen we hier via een omweg op de dijk.

Deze moesten we blijven volgen en kregen al snel Uitbergen in het vizier, een troosteloze plek met een verwilderde ruimtelijke ordening en wat landbouwbedrijven. Ook de Schelde is hier ietwat troosteloos, misschien door het wat grijze weer. Gelukkig konden we na een tijdje toch het jaagpad verlaten en een bos in. Kort daarna kwamen we uit bij het Riekend Rustpunt, vroeger een gebouw boven een sluis, vandaag een van de kleinste musea van Vlaanderen. Ook de Scheve Villa, een oud hotel dat deels weggezakt is in de turfgrond was een opvallend gebouw.

Bevers in Berlare

Kort daarna komen we aan het Donkmeer, waar we een hele beestenbende zien. Zo spotten we een reiger, aalscholvers, koeten en een fuut. Maar het meest opvallend is het dier dat we niet zien, de bever. Blijkbaar is Berlare een plek waar de bever terug graag in het wild vertoeft. Her en der zien we het resultaat van hun knaagwerk.

Het Donkmeer zelf is ook leuk, maar met mooier weer zou het ongetwijfeld meer tot z’n recht komen. De villa’s aan de overkant van het water daarentegen zijn los van elke weeromstandigheden veel geld voor wat het is. In Overmere-Donk hadden we onze hoop nog gevestigd op een winkel of bakker, maar helaas. Mijn wandelgezel moest dus nog even zonder een volwaardig middagmaal.

Wel een echt hoogtepunt, ook architecturaal, was de Bareldonkkapel ook wel gekend als de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. Vanbinnen is het wat donker en spaarzaam gedecoreerd, maar het is wel een opvallend gebouw. Dat kan je ook zeggen, maar niet op de goede manier over de Festivalhal met een belachelijke grote buitentribune.

Vreemde landschappen

Na een stukje door de verkavelingen van Berlare is het terug tijd om de natuur in te duiken. Eerst gaat het langs een bospad, waarbij het bos zelf privégebied is. Het is op zich al een gek gegeven, maar zeker als er af en toe ook nog bamboe opduikt. Iets leuker is het Berlarebroek, dat ook bijzonder aandoet, met eerst de bomenrij in de verte en daarna de combinatie van een schijnbaar zanderig pad en een wat desolate omgeving.

Ve(e)rtier

Hoewel het stuk erna ietsje minder was, met toch nog vrij veel asfalt door een eerder typisch landbouwlandschap, wachtte er toch nog een resem hoogtepunten op ons. Eerst was er de onverwachte gedenksteen voor Emmanueel Abbeel, een man die in 1804 in de buurt zou zijn doodgeslagen met een spade. In een andere versie werd zijn hoofd ermee afgestoken voor een gouden ketting, maar dat lijkt een nogal vreemd accessoire voor een vroeg 19de eeuwse werker.

Omdat we net het uur voor het veer van Appels hadden gemist, gingen we even binnen in het Veerhuis. Aanvankelijk waren de blikken achterdochtig in het café dat opvallend gevuld was voor een dinsdagnamiddag. Maar na een lekkere chocomelk en een hele grote wafel was bleek het een excellente keuze te zijn. Een collega-wandelaar deed zelfs zijn eigen wandelavontuur uit de doeken.

Net op tijd voor het veer maakten we de oversteek, een leuke ervaring, hoewel het maar om en beide drie minuten duurden. Zonder het goed door te hebben was er nog even verder een voetveer, waarbij we zelf nog de nodige manuele kracht moesten gebruiken. Dit laatste stukje natuur was ook nog best leuk, met een heel lang vlonderpad door het zompig gebied.

Oudegem

Onze eindbestemming was station Oudegem. Aangezien we maar een trein op het uur hadden en het vanop een afstand niet leek dat het een place to be was, mondde het toch opnieuw uit in een versneld afhaspelen van de laatste 2,5 kilometer. Eerst door sneller te wandelen, dan door wat te joggen en vervolgens door een volwaardige sprint, om zo niet voor een gesloten bareel te staan. Hijgend maar tevreden haalden we zo de trein en konden we deze lange, maar gevarieerde wandeldag afsluiten.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

GR 128.4 Gent-Dampoort – Wetteren (23,4 km)

🥾 Terrein:
Variërend van stedelijke en buitenwijkse zones, door parken en natuurgebieden, naar modderige en natte graspaden en zandwegen. Af en toe asfalt en rustige landwegen.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Groot Begijnhof Sint-Elisabeth (Sint-Amandsberg): indrukwekkend 19e-eeuws begijnhof met kapel en infirmerie
  • Sint-Baafskouterpark: natuurpark met wildelementen en speelzones
  • Bedevaartsoord Bergenkruis: voormalige heidense plek omgevormd tot katholiek bedevaartsoord
  • Gemeentehuis Destelbergen: stijlvol en toegankelijk met goede faciliteiten
  • Standbeeld Reinaert de Vos en Bruin de Beer: kunstwerk geïnspireerd door middeleeuwse fabel
  • Damvalleimeer: ideaal lunchplekje aan stil water, ontstaan door zandwinning
  • Kattenheyehoeve: beschermd poortgebouw in landelijk gebied
  • Kasteel van Laarne: imposante waterburcht met een mooi park en omgeving
  • Kerk en standbeelden in Laarne: herinnering aan heksenvervolgingen
  • Kasteel Cooppal (Wetteren): 19e-eeuws kasteel met industrieel verleden
  • Sint-Gertrudiskerk (Wetteren): imposante kerk, markant in het stadsbeeld

🗺️ Afstand & duur: Circa 25 km, langere dagetappe, inclusief pauzes en verkenning.

⛰️ Zwaartegraad: Middelzwaar, vooral door natte, modderige stukken en wisselende ondergrond; deels stedelijk en landelijk terrein.

Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De vierde etappe bracht ons via de buitenwijken van Gent naar rustigere, maar modderige oorden in Destelbergen, Laarne en zo naar de Schelde in Wetteren.

Een historisch verantwoorde variant

Aan de start moesten we meteen een beslissing nemen over welke route we gingen nemen. De echte GR 128 loopt namelijk wat zuidelijker aan de Schelde, terwijl er een variant vertrok vanuit Gent-Dampoort station. We kozen er uiteindelijk voor om deze toch te nemen, aangezien er nog wat architecturale en historische bezienswaardigheden waren.

Dat begon al redelijk snel met een leuke passage door het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth in Sint-Amandsberg. Het werd destijds op slechts 2 jaar volledig opgetrokken en dit tussen 1873 en 1874. Dat is heel indrukwekkend als je er vandaag doorwandelt en de oppervlakte en het aantal gebouwen ziet. Naast de begijnhofkerk zelf was er ook nog onder andere een kapel en een infirmerie. Vandaag zijn er ook heel wat sociale organisaties gehuisvest.

De wandeling door Gent-Dampoort ging verder en al snel volgde een passage door het Sint-Baafskouterpark, aangelegd als natuurpark met wildelementen om niet alleen wandelen maar ook spelen leuk te maken. Als laatste punt op de variant kwam het bedevaartsoord Bergenkruis, een voorbeeld van een heidense plek die bij de kerstening werd omgetoverd voor katholieke doeleinden.

Stille waters en modderige gronden

Kort daarna kwamen we aan in het centrum van Destelbergen, waar een plechtstatig gemeentehuis zorgde voor een kwalitatief toiletbezoek, met dank aan de behulpzame onthaalbediende. Aan het gemeenteplein waren er twee opvallendheden. Ten eerste was er het standbeeld van Reinaert De Vos en Bruin De Beer, van de hand van de kunstenaar Firmin De Vos, voor wie Van de Vos Reynaerde een heuse inspiratiebron was. Het tweede was tragischer. Er stond namelijk een herdenkingsfoto voor Jorik Danneels, een jongetje van tien dat in 2006 onder een stenen vaas terechtkwam en overleed. Om even stil van te worden.

Kort daarna was het tijd voor onze lunchpauze en daarvoor botsten we gelukkig op een ideale plek, namelijk het Damvalleimeer, dat ontstond door de zandwinning voor de aanleg van de E17, die daardoor ook in de verte wat te horen was. Toch was het aan het relatief stille water perfect om het middagmaal te nuttigen en even te rusten om het volgende, avontuurlijke stuk te temmen.

Wat het had nogal veel geregend en onze gids wees er aan de hand van gele uitroeptekens al op dat het wel eens drassig kon worden. Dat was dan ook het geval en we gingen van waterige grasstroken naar heuse modderpaden, die enkel door kleine zijstroken iet of wat veilig te vermijden waren. Al moest je er de doorntakken wel bijnemen. Maar goed, een beetje avontuur mag wel! En het was ook een erekwestie om de GR te nemen i.p.v. de aangewezen alternatieve route via asfalt.

Hoeve, kasteel en kerk

Daarna was het nog een goede 6,4 kilometer tot het volgende plekje, namelijk Laarne. In tussentijd was er ook nog wel wat te beleven, zoals de Kattenheyehoeve met een beschermd poortgebouw dat voor de gelegenheid door de plaatselijke landbouwers werd gebruikt als carport voor de tractor. Langs de her en der ook natte, maar wel beter begaanbare zandwegen, kwamen we in het land van de heksen. Laarne en omstreken was namelijk het toneel van heksenvervolgingen.

Na deze doortocht kwamen we in het leuke centrum van Laarne, waar we eerst even het plaatselijke kasteel, een indrukwekkende waterburcht, konden bezichtigen. Een lange laan, met enkele bijzondere standbeelden, leidde verder naar de kerk en het oude en het nieuwe gemeentehuis. Het gezellige kerkplein was ideaal voor nog een korte pauze. De kerk zelf was helaas toe, maar op het grasperk stonden nog twee bijzondere standbeelden die verwezen naar de slachtoffers van de heksenvervolging. 5 vrouwen en 1 man stonden terecht, waarbij 4 vrouwen op de brandstapel terechtkwam, 1 onschuldig werd verklaard en de man…niet langer welkom was in Laarne.

Met vlotte tred naar de skyline van Wetteren

De laatste 6,4 kilometer waren iets minder memorabel. De grootste modderavonturen lagen achter ons, maar er was ook niet meteen iets te bezichtigen of te ontdekken. Aanvankelijk was het vooral wandelen op zandwegen en graspaden, met het Prullenbos dat zorgde voor een kort intermezzo. Hoe dichter we bij Wetteren geraakte, hoe meer de beschaving en bewoning tot ons kwam. De GR 128 werd ook nog eens omgeleid, waardoor het grootste stuk van de Schelde wegviel.

Maar in Wetteren zelf was er wel nog wat te beleven. Zo was er het kasteel Cooppal dat in 1870 werd gebouwd en dat lange tijd dienst deed als de residentie van de directeurs van de plaatselijke kruitfabriek. Eens aan de Schelde kregen we plots een best indrukwekkend (vanop een afstand) stadszicht te zien. Dat was in grote mate te danken aan de hoge en opvallende Sint-Gertrudiskerk. Wij hadden ons geparkeerd aan het station van Wetteren en dus konden we via de mooie en moderne fiets- en voetgangersbrug nog even een bezoek brengen aan deze mini-kathedraal. Het einde van een leuke en bewogen wandeldag op de GR 128.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

GR 128.3 Drongen – Gent-Dampoort (16 km)

🥾 Terrein:
Een mooi opgebouwde route die start in landelijk gebied en eindigt in een historische binnenstad. De eerste helft is puur natuur (dijken, onverharde paden, Leie-oevers), de tweede helft wisselt af tussen stadsparken en drukke centrumstraten. De Karel Sabbeberg (38 m) zorgt onverwacht voor wat kuitenwerk.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Kerk en Oude Abdij van Drongen
  • Leie-oevers, veer van Afsnee
  • Natuurgebied De Assels
  • Blaarmeersen + Karel Sabbeberg / uitkijktoren
  • Centrum Gent: Oud Justitiepaleis, Pand, Graslei, Korenlei, Sint-Niklaaskerk, Sint-Baafskathedraal
  • Porta Ganda en Zwembad Van Eyck (Art Deco, maar niet visueel indrukwekkend)
  • Visserijvaart en Sidonie Verhelststraat (historisch interessant)

Afstand & duur:
Ongeveer 16 km GR + 2 km extra naar station. Een goed gevulde wandeldag met veel stops en visuele afleiding. Geschikt voor een volledige dag, zonder oververmoeiend te zijn.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot gemiddeld. Ondergrond is grotendeels vlak en vlot begaanbaar. Oriëntatie in het centrum vraagt wat extra aandacht. Karel Sabbeberg is het enige noemenswaardige hoogteverschil.

Oordeel: 3,5/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef voor het grootste stuk in de Leiestreek. Maar gaandeweg werd de rustige natuur ingeruild voor het historische centrum van Gent.

Een gezellige wijk en gekronkel langs de Leie

Vanaf het station van Drongen kom je snel in het gezellige centrum van Drongen, waar de mooi uitziende kerk van ver de aandacht trekt. Binnenin is het misschien net iets minder indrukwekkend. We passeren ook de gebouwen van de Oude Abdij, een indrukwekkend complex dat wel niet vrij te bezoeken is. De dekolonisatiebeweging is hier halvelings gepasseerd. Aan de kerk is de kleine gedenksteen voor landbouwopzichter Adolf Lootens, voor zijn beschavingswerk, veranderd. De Drongense kolonialist wordt vandaag onbedoeld geprezen voor zijn betuttelwerk.

Al snel pikt de GR op waar het vorige keer is geëindigd, namelijk voornamelijk onverharde en aangename paden langs de Leie. Het deed soms wat denken aan het stuk in Sint-Martens-Latem, alleen in een iets minder exclusieve versie. De indrukwekkende nieuwbouwwoningen werden afgewisseld met iets minder verfijnde en oudere woningen. Op de Leie zelf worstelde een groep scholieren met hun kajak, de een al wat beter en gemotiveerder dan de ander.

Dit stuk bracht drie hoogtepuntjes voort. Ten eerste was er het veer van Afsnee, waar vooral de plaatselijke kerk fotogeniek stond. Ten tweede was er de zeer kleine zij-uitstap, van weliswaar enkele meters, naar natuurgebied De Assels, van waaruit de eerste torens van Gent zichtbaar werden. En dan was er nog wat vogelvertier, eerst met een Zwartkop (met dank aan de vogel-app), maar vooral met een koekoek die we wel duidelijk hoorden, maar helaas niet zagen.

De Blaarmeersen en de Gent Mountain Trail

Even later ga je via de Blaarmeersenbrug over de Ring van Gent en de Ringvaart. Niet veel later kom je in de Blaarmeersen, het recreatief domein dat af en toe in het nieuws komt en niet altijd op de beste manier. Vandaag was het echter kalm. Toen we aankwamen werden we door een jonge vrouw meteen richting een uitkijkpunt geleid. Het bleek om een uitkijktoren op de Karel Sabbeberg te gaan.

Karel Sabbe is de ultraloper die in 2023 de Barkley Marathon uitliep als 17de loper ooit. Maar de reden dat hij zijn eigen berg (38 m) op dit domein kreeg was omdat hij in 2016 het record op de Pacific Crest Trail op zijn naam schreef en twee jaar later hetzelfde deed met de Appalachian Trail. Hij bereidde zich voor door de huidige Karel Sabbeberg 100 keer per dag op en af te lopen. Indrukwekkend en welverdiend. Maar geef mij toch maar gewoon wandelen. Desalniettemin was het zicht op de toren best leuk en de tip van de Gentse local dus zeer welgekomen. En het deed de hoogtemeters verviervoudigen.

Een tocht door de geschiedenis

Het natuurgedeelte was bijna achter de rug. Niet veel later voerde de Leie naar het centrum van Gent, waar de ene bezienswaardigheid de andere opvolgde. Via het Oud Justitiepaleis en het Pand ging het naar de Sint-Michielsbrug en de Gras- en Korenlei. Ook was het een goede gelegenheid om een bezoek te brengen aan de Sint-Nicholaaskerk en de Sint-Baafskathedraal, weliswaar zonder Lam Gods.

Op deze woensdagnamiddag was Gent een mix van jonge leerlingen, studenten en een hele hoop toeristen. Met een wandeloutfit wijk je wat af van de rest. En ook in deze binnenstad leek het even alsof de GR een imaginair pad was. De rood-witte markering was iets moeilijker te vinden en af en toe moesten we op onze passen terugkeren of het pad terug oppikken.

Vaarwel Leie, hallo Schelde

De doortocht door het centrum van Gent duurt niet te lang en dat betekent ook een afscheid van de Leie. Die vloeit namelijk in de Schelde in de Porta Ganda, de nieuwe jachthaven waarvan de naam wat blitser is dan de plek zelf. Hier is het Zwembad Van Eyck, dat in de gids werd aangekondigd als een Art Deco gebouw. Ook dat was eventjes verwarrend, aangezien je eerst de moderne aanbouw ziet. Het gebouw zelf is helaas ook niet meteen het meest indrukwekkend.

Even dreigt het weer toch nog om te slaan en begint het te druppelen, maar uiteindelijk blijft het droog. En dat is fijn want de laatste passage, richting Gentbrugge. Het kleine padje langs de Visserijvaart voert langs de achterkant van de huizen, waarvan sommige modern en gerenoveerd zijn. Een laatste hoogtepunt is de Sidonie Verhelststraat. Neen, geen familie. Ze was de eerste vrouwelijke studente aan de UGent en koos voor Natuurwetenschappen. Ondanks de onderscheiding in de tweede kandidatuur zou ze wel stoppen en dus niet de eerste vrouw zijn die afstudeerde.

Een kort stukje voert naar een brug over de Schelde. Die ziet er hier nogal pover en mistroostig uit. Maar, nu we het stuk GR 128 in Leiestreek achter de rug hebben, zal de Schelde het volgende stuk die rol overnemen. Er is dus nog ruimte voor herkansing. Daarmee was de 16 km afgelopen en was het een goede 2 kilometer noordwaarts richting Gent-Dampoort, om daar met de trein terug te keren.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

GR 128.2 Deinze – Drongen (24 km)

🥾 Terrein:
Grotendeels verhard – vooral tijdens het middengedeelte in de villawijken – met her en der zachtere paden langs de Leie of in de natuurgebieden. Technisch nergens moeilijk, al zijn modderige zones mogelijk in de Latemse Meersen. Beweeglijk parcours: van industriële zones tot weidse woonwijken, pittoreske dorpskernen en rivierpaden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Sas van Astene en bijhorende sasmeesterwoning
  • Kasteel van Ooidonk (zichtbaar vanop afstand)
  • Drie kerken: Bachte-Maria-Leerne, Sint-Martens-Leerne en Deurle
  • Deurle: charmant en witgekalkt dorpscentrum
  • Veer van Baarle: praatgrage veerman en mooie pauzeplek
  • Latemse Meersen: moerassig natuurgebied, bron van inspiratie voor kunstenaars
  • Sint-Martens-Latem: centrum van kunsthistorie met galerijen en museum
  • Koutermolen en Goedingebrug: historisch en industrieel erfgoed
  • Beelaartmeersen en Hoge Laak: slot langs groene Leieoever met luxe uitzicht

Afstand & duur:
Ongeveer 24 km. Zeker met sightseeing, veerpontpauze en eventueel musea is dit een dagvullende etappe. Voor wandelaars met een strakke timing: reken voldoende marge.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig, vooral door de lengte en het stevige slot. Overwegend vlak, maar door de afstand en de variatie in ondergrond vraagt het wel energie. Een goede wandeldag dus, met veel afwisseling.

Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef in de Leiestreek. Tussen Deinze en Drongen volgen de kleine dorpjes elkaar op.

De Leie part one

Vanaf het station van Deinze is het een goede driehonderd meter om terug op de GR 128 te geraken. Het begint waar het vorige keer eindigde, namelijk aan de Leie. Die zou de hele dag komen en gaan. Op dit eerste stuk is het minder gezellig. Het volgt voor een groot stuk een industriezone waarbij oudere en moderne fabrieken elkaar afwisselen. Een eerste “hoogtepuntje” is te vinden aan het Sas van Astene, die dateert van 1861. Aan de overkant is er nog een oude sasmeesterhuis is er ook nog een museum en een café. Maar wij volgden het jaagpad verder.

Het tweede hoogtepunt mocht er helemaal zijn. Door de bomen is het Kasteel van Ooidonk te zien, een kasteel in Vlaams-Spaanse Renaissancestijl. Het werd in 1595 herbouwd en werd daarvoor nog bewoond door Filips van Montmorency, de graaf van Horne, die in 1568 werd onthoofd op de Brusselse Grote Markt. Vandaag is het nog steeds in adellijke privéhanden, al kan je vanop een afstand gebouw en diverse bijgebouwen bewonderen.

Kleine dorpjes en vele kerken

Na een afstandelijk bezoek aan het kasteel, gaat de GR 128 langs drie kleine gehuchten. Het eerste is Bachte-Maria-Leerne, met een gezellige dorpskern aan de plaatselijke kerk, waar vooral de glasramen de moeite zijn. Even verder, op een drukke steenweg, ligt de tweede kerk, deze van Sint-Martens-Leerne. De kerk is vanbinnen waarschijnlijk iets mooier, maar de alienachtige figuren op de glasramen zijn dan weer wat bizar.

Een brug over de Leie voert naar het mooiste dorpje van de drie. Deurle heeft waarschijnlijk de mooiste kern van de drie, met een straat vol mooie, witte huizen. Dit is ook het begin van een tocht langs villa’s en kasten van villa’s. De kerk van Deurle is dan weer eerder spaarzaam en doet wat Protestants aan, waardoor deze van Bachte-Maria-Leerne uiteindelijk tot winnaar van de drie.

How the other half lives

Na het stuk Deurle gaat de GR voor het grootste stuk over verharde lanen en dreven. Aan weerszijden vallen steeds grotere huizen te bewonderen. Het zou Vlaanderen niet zijn mocht het niet heel eclectisch zijn, met landhuizen afgewisseld met moderne glazen gebouwen en af en toe ook lelijke, maar opnieuw uit de kluiten gewassen, betonnen constructies.

Het is een bijzonder stuk, vooral omdat het lange tijd door eenzelfde soort woonwijk gaat. Je kan je de ogen wel de kost geven, maar het is toch iets anders dan met een mooi landschap, een pittoresk riviertje of een gezellig dorpsplein. De hekken en hagen volgen elkaar op. Dat verandert wanneer je een graspad langs de Leie volgt. Aan de overkant zie je nog steeds grote huizen, maar de setting, vlak aan het water geeft het geheel extra cachet.

Kunstenaars

Daarna volgt nog een tweede leuk stuk. Dat begint aan de veerpont van Baarle, waar drie banken een ideale lunchplek vormen. Bij aankomst werd een groep fietsers net over de Leie gevoerd. De veerman was tijdens het kuisen van zijn aanlegsteiger best praatgraag. Hij wist te zeggen dat de steiger best glad was en enthousiaste fietsers gevaar liepen om tegen de grond te gaan als ze niet afstapten en dat door het regenweer het water zo hoog stond dat de veer niet kon uitvaren omdat het boven het hout van de steiger uitkwam.

Na deze deugddoende pauze volgde opnieuw een stuk langs grote huizen, met onder andere het ereconsulaat van Namibië in the middle of nowhere, Kort daarna volgt wel nog een stuk ongerepte natuur. De Latemse Meersen is een natuurgebied met enkele waterloopjes dat door de omstandigheden vrij moerassig aandoet. Het was blijkbaar ook het inspiratiegebied van de Latemse kunstenaar Albijn Van den Abeele.

Er komt daarna nog artistiek verantwoorde passages want ook het centrum van Sint-Martens-Latem wordt aangedaan. Naast dure en gigantische huizen wordt dit uiteraard ook vandaag nog geassocieerd met de twee Latemse scholen, met kunstenaars als Gustaaf De Smet, Gustave van de Woestyne en Constant Permeke. Ook vandaag is er nog kunst te zien in het plaatselijk museum en in de exclusievere galerijen.

Rennen naar Drongen

En dan is er nog een goede drie kilometer tot station Drongen. In eerste instantie kunnen we nog de Koutermolen bewonderen. Deze dateert van 1614 en werd in 1977 gedemonteerd en op deze plek gezet. Daarna gaat het opnieuw door een chique wijk met hoge heggen en poorten. Het contrast met de drukke E40, die even verder wordt opgezocht kan niet groter zijn.

Na een tijdje deze te volgen op een asfaltbaan, gaat het via de bijzondere Goedingebrug naar de andere kant van de Leie. Deze brug gaat onder de E40 en je hoort het dus letterlijk rammelen. De Leie wordt dan nog gevolgd in de natuurlijke setting van de Beelaartmeersen en de Hoge Laak. Ook hier zijn aan de overkant prachtige huize aan de rivier te vinden, met zelfs een mini-jachthaven. Om toch onze trein te halen werd het laatste stuk in Drongen al lopend afgelegd. Een pittig einde van een bijzonder etappe op de GR 128.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

Etappe 5: Mollem – Sint-Kwintens-Lennik (26 km)

🥾 Terrein

Velden, bossen en dorpskernen met onverharde paden, afgewisseld met geasfalteerde trajecten. Glooiend Pajottenland zorgt voor afwisselende hoogtes.

🏞️ Bezienswaardigheden

• Rookpluim van brandende tweedehandslinnenfabriek in Mollem
Dorpskern Asbeek
Kerk en centrum van Ternat: inclusief opvallend schoolgebouw met weerspiegelend materiaal
Spoorwegbrug naar Wambeek, deelgemeente van Ternat
Glooiende landschappen van het Pajottenland
Sint-Martens-Lennik, typisch Vlaams dorp
Sint-Kwintens-Lennik: markt met standbeeld van het Brabants trekpaard ‘Prins’

⏳ Afstand & duur

± 22 km, 5 tot 6 uur wandelen, met wisselende inspanningsniveaus

⛰️ Zwaartegraad

Matig – het terrein is grotendeels zacht met onverharde paden, maar door het heuvelachtige Pajottenland is er af en toe een pittige klim.

⭐ Oordeel 3,5/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen, van Kortenberg naar Eppegem. Een langere etappe van Eppegem naar Mollem volgde in september. Met het mooie wandelweer in het vooruitzicht, was het de opportuniteit om deel vijf te temmen.

Een valse start en een mooi begin

Op de trein was het even verwarring troef. Net voor het station Mollem besloot de boordcomputer om de bestemmingen om te keren, waardoor het leek alsof we onze startplaats al voorbij waren gereden en de trein al aan de weg terug naar Brussel was begonnen. Gelukkig kwamen we uiteindelijk toch niet terecht in Zellik of Asse, maar was het niet meer dan een glitch in de NMBS-matrix.

Het kon de pret van de start niet bederven. De etappe begon meteen met een hele hoop mooie natuur. Eerst ging het door de velden van Paddenbroeken en Mazenzele, waarmee we op de grens wandelden tussen Asse, Merchtem en Opwijk. Het eerste hoogtepuntje van de dag was echter het mooie Kravaalbos, een overblijfsel van het oude Kolenwoud. Het was er aangenaam wandelen, met een grote eigenheid en zelfs even een licht spectaculaire uitkijk op een privé-vijver.

Vuur en as(se)

Elke wandeling heeft ook een moment van spanning nodig. Dat werd dit keer gebracht door een onverwacht zicht. Na uit het bos komen zagen we in de verte plots een rookpluim. De veronderstelling dat het om een van de koeltorens van Vorst ging werd al snel de kop in gedrukt. De rookpluim werd steeds donkerder en klom ook steeds hoger. Het was spectaculair, maar er was ook nog wat onduidelijkheid (en spanning) over de oorzaak. Uiteindelijk bleek het om een brand in Mollem te gaan, waar een tweedehandslinnenfabriek in vuur opging. Wij waren gelukkig al even onderweg en hadden een alibi.

Sowieso wandelden we gestaag en dapper voort, dan eens weg van en dan eens in de richting van de rookpluim, terwijl er af en toe sirenes op de achtergrond te horen waren. De andere mensen die we tegen kwamen, inwoners van het zeer treffend genaamde Asbeek, bleven er stoïcijns bij. Gelukkig waren er ook mooie vergezichten en aangename paden. Op voorhand kon ik mij niet veel voorstellen bij deze vijfde etappe, maar met elke stap groeide de appreciatie

Van kerk naar kerk

Het eerste deel ging grotendeels door velden en bossen. Hoewel deze ook aanwezig waren in het tweede gedeelte, lag er hier toch ook meer focus op de verschillende dorpskernen. Het tweede deel kan best omschreven worden als tocht van kerk naar kerk. Van het al eerder vermelde Asbeek ging het naar Ternat, waar we even pauzeerden aan de plaatselijke Okay, waar we op een half afgebroken zitbankje onze vermoeide voeten even ademruimte konden geven.

Het centrum van Ternat, met een bijzonder schoolgebouw dat bestond uit weerspiegelend materiaal, werd niet verlaten via het mooi ogend park, maar wel via een straat met zicht op het mooi ogend park. Een bizarre keuze van de samenstellers van deze GR. We doken wat verder onder een spoorwegbrug en gingen zo naar de volgende deelgemeente van Ternat, Wambeek.

Het laatste stuk ging nog even door de velden. De glooiingen werden steeds aanweziger, het Pajottenland was finaal bereikt. Dit zorgde niet enkel voor mooie uitzichten, maar ook voor wat conditietraining. Deze was gelukkig beter dan verwacht, zelfs na 20+ kilometer. Los van de passages door de dorpskernen was het grootste deel van de route over onverharde paden, wat fijner is voor de voeten.

En zo kwamen we aan het tweeluik in Lennik. Sint-Martens-Lennik en Sint-Kwintens-Lennik liggen op een boogscheut van mekaar en zijn gescheiden door een geasfalteerd pad waar vroeger blijkbaar een tram reed. Beide kerktorens zijn in de verte te zien. Sint-Martens-Lennik doet nog iets meer denken aan een Vlaams dorp van weleer. Sint-Kwintens-Lennik kan dan weer uitpakken met een iets grotere markt, met als trekpleister het indrukwekkend standbeeld van het al even indrukwekkend Brabants trekpaard, hier gedoopt tot Prins. Een mooi eindpunt voor de voorlaatste etappe, die op verschillende manieren wist te ver(r)assen.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

GR5A.3 Zandbergen – Geraardsbergen (13,4 km)

🥾 Terrein

Velden, veldwegen, bospaden en af en toe asfalt, grotendeels onverhard en aangenaam wandelbaar.

🏞️ Bezienswaardigheden

Denderbrug over de Dender
Kerk van Zandbergen
Kapel langs de route
• Wijk met karakteristieke huizen
Raspaillebos: bekend om bonshyacinten en bosanemonen
Oudenbergkapel bij de Muur van Geraardsbergen
Kasseiwegjes en trappen naar Grote Markt van Geraardsbergen

⏳ Afstand & duur

± 14 km, 3 tot 4 uur wandelen, afwisselend terrein

⛰️ Zwaartegraad

Licht tot gemiddeld – vooral onverharde paden, maar enkele stevige klimmetjes richting Geraardsbergen

⭐ Oordeel 4/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Deze zonnige paasmaandag was perfect voor een korte etappe van station Zandbergen naar Geraardsbergen.

Een rivier en wat beekjes

Vanaf het station van Zandbergen gaat de GR opnieuw even over de Dender. De rivier, die al vanaf Dendermonde her en der opduikt, wordt ditmaal overgestoken door de Denderbrug, geen originele naam maar wel een originele brug. Eens voorbij de kerk van Zandbergen begint er een tocht door velden, veldwegen, bospaden met af en toe wat asfalt. Het merendeel is onverhard en erg aangenaam. De uitlopers van de Vlaamse Ardennen worden even opgevrolijkt door een groep die op wandel ging met enkele alpaca’s. Hierna passeren we nog een kapel en een wijk met kasten van huizen.

Het mini-boshyacintfestival

Halfweg de wandeling gaat het door het Raspaillebos, vlakbij de Bosberg. We waren al enkele keren in dit bos gaan wandelen, maar dit keer werden we getrakteerd op de paarse pracht van de bonshyacinten, aangevuld met witte bosanemonen. Terwijl het Hallerbos wat verder overrompeld worden door dagjestoeristen, was het hier relatief kalm, hoewel het natuurlijk ook een beetje minder en wat meer geconcentreerd is. Maar de hele passage doorheen het Raspaillebos is gewoon aangenaam wandelplezier.

De Muur en de Wandelronde

Uit het bos volgen we gedurende een dikke kilometer nog een pad langs akkers en velden, waarbij het vergezicht aangenamer en aangenamer wordt. Twee spannen met paarden passeren ons en even verder moeten de arme dieren alles geven om een vrij steile baan te trotseren. Wij slaan iets daarvoor naar links en gaan opnieuw tussen bos en veld.

En dan klimt het nog een keer, waarna we Geraardsbergen binnenwandelen. Daar wacht ons een stukje wielergeschiedenis. De wandelronde van Vlaanderen kan uiteraard ook niet zonder dé Muur. We maken van de gelegenheid gebruik om de Oudenbergkapel te bezoeken en daarna dalen we via een reeks kasseiwegjes en trappen naar de grote markt van Geraardsbergen. En zo komt deze korte maar mooie derde etappe op de GR5A op z’n einde.

Meer wandelingen op de GR5A kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

GR5A.2 Aalst – Zandbergen (30,4 km)

🥾 Terrein

Afwisseling van stadspark, bos, woonwijk, veldwegen, knuppelpaden en asfalt.

🏞️ Bezienswaardigheden

Grote Markt Aalst: met schepenhuis en belfort
Stadspark Aalst: met twee mooie vijvers
Osbroek: natuurlijk bosgebied
Wellemeersen: overstromingsgebied van de Dender
Houten spoorwegbrug in Welle
Kapelletjes: langs een nieuw pad tussen de velden
Kerkje van Nederhasselt met bijzonder interieur
De Beverbeek
Beukenboomkapel

⏳ Afstand & duur

± 20 km, ongeveer 5 uur wandelen

⛰️ Zwaartegraad

Matig – mix van vlakke en glooiende paden, met enkele kasseistukken en veldwegen

⭐ Oordeel 3,5/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Na een start in Dendermonde blijf ik op deze tweede etappe in de Denderstreek, een tocht van een goede 30 km.

Aalsterse parken en luide natuurgebieden

Deze twee etappe begint opnieuw aan het station van Aalst. Het gaat al snel naar de grote markt, met een mooi schepenhuis en dito belfort, en daarna naar twee Aalsterse parken. Het stadspark pakt uit met twee mooie vijvers. Daarna gaat het naar het iets meer natuurlijke Osbroek, een aangenaam bosgebied dat fungeert als goede introductie voor wat nog komen moet.

Het vervolg is misschien ietsje minder charmant. Vanuit het park gaat het naar een woonwijk en de stationsbuurt van Erembodegem. Een korte tocht langs het spoor brengt je al snel naar de Wellemeersen, een overstromingsgebied van de Dender met een veelzijdige fauna en flora. Het is op zich wel mooi, maar de nabijheid van de E40 enerzijds en een serieus stuk privégebied anderzijds, maakt de ervaring wat minder. Ik was ook even op iemands terrein gewandeld. Gelukkig wees deze mij beleefd op het wandelpad.

Tussen veld en verkaveling

Het middenstuk is een afwisseling van veld en verkaveling, waarbij ook in de meer ‘natuurlijke’ stukken de menselijke aanwezigheid nooit veraf is. De Dender leidt naar een graasgebied voor Galloways waar ik helaas geen Galloway bespeur en over een kort knuppelpad. Opnieuw volgt de GR de spoorweg, maar deze keer leidt het naar een eerste hoogtepuntje, de bijzondere houten spoorwegbrug in Welle.

Vanaf daar is het een afwisseling tussen de verkaveling van Welle naar een gebetonneerd pad tussen de velden en zo naar een weg langsheen een drukke steenweg. Opnieuw ietsje minder charmant. Het is nog even behelpen in een stukje Haaltert, waar een bepaalde tuin uitpakt met emoes en een gigantische kalkoen, maar daarna wordt het steeds aangenamer wandelen.

Ik passeer nog even een veld waar de tractor net zijn mest begon te spuiten, maar het motiveerde wel om er de pas in te zetten richting Lebeke en middagpauze. Dit gaat via een aangenaam bos, waar de drukte echt achter de rug is. Vervolgens voert een nieuw ogend pad tussen de velden naar enkele kapelletjes. Het is aan een van deze dat ik na een goede 18 km mij op een bankje zet en geniet van een korte middagpauze.

Een mooi slotstuk

Het laatste derde van de wandeling zorgt echter voor een mooie afsluiter, met verschillende mooie stukjes. Een weg door de velden leidt eerst naar een holle weg en vervolgens naar een veldweg dat uitmondt in een zanderig pad door de velden. Het doet wat denken aan enkele passages langsheen de Normandische GR 21, die we deze zomer bewandelde.

Ik bezoek nog even het kerkje van Nederhasselt met een eerder bijzonder interieur. Dan volgt een mooi stuk langs de Beverbeek, waar het heel even wat modderig dreigt te worden. De GR komt ook steeds dichter bij de eerste tekenen van de Vlaamse Ardennen en Geraardsbergen. Dat wordt duidelijk wanneer er even een kasseiweg omhoog moet bewandeld worden. Dit laatste stuk gaat duidelijker op en neer.

Na het oversteken van een drukkere baan, gaat het richting de Beukenboomkapel. Helaas staat de beloofde bank er niet meer. De kapel is nu in privé-bezit en vermoedelijk is de bank gesneuveld voor de parkeerplaats die er is aangelegd. Ik rust nog even op een houten pallet en zet mijn tocht richting eindpunt Zandbergen verder. Daar gaat het nog naar de kerk van Voorde en ten slotte naar het station, waar ik met mijn vermoeide benen tevreden neerplant op het perron.

Meer wandelingen op de GR5A kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/