Wandeldag 5: Krippen – Krippen

🥾 Terrein:
Een rustige, maar afwisselende etappe met meer bos- en veldpaden dan de vorige dagen. Minder wandelaars onderweg, waardoor sommige paden wat verwilderd aanvoelden. Eerste deel stijgend met enkele pittige stukken (o.a. naar de Großer Zschirnstein), tweede deel dalend, soms overwoekerd en met muggenoverlast. Geen technische moeilijkheden, maar wel aandacht vereist bij smalle, ruigere paden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Großer Zschirnstein (561 m) – hoogste punt van Saksisch Zwitserland met panoramisch uitzicht
  • Kleingießhübel – charmant, stil dorpje onderweg
  • Salzleckenweg – ruige afdaling met wilder karakter
  • Lutherse kerk van Reinhardtsdorf – authentieke 16de-eeuwse kerk waar werd geschuild
  • ‘Droge stenen muren’ in het bos – opvallende gelijkenis met GR 221
  • Bad Schandau – ferry over de Elbe en gezellig slotmoment in het stadje

⏳ Afstand & duur:
Ongeveer 17 à 18 km (geschat), reken op 5 tot 6 uur wandelen met pauzes en.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig. De klim naar de Zschirnstein vraagt wat conditie, maar is geleidelijk. Relatief verwilderde paden maken het soms wat zwaarder.

⭐ Oordeel: 4/5

Vandaag gingen we de Malerweg grotendeels laten voor wat het was. In het normale programma was nog een stuk Tsjechië voorzien. Vorig jaar woedde er echter een grote brand, waardoor er twee alternatieven werden aangeboden. Een in Tsjechië, naar de Prebistor, wat een beetje de Boheemse tegenhanger van de Basteibrug is. Maar het is ook een enorme toeristische trekpleister. En dus, ook omwille van het voorspelde onweer en regenweer, kozen we voor het tweede alternatief, vertrekkend aan ons hotel, naar het hoogste punt van de Saksische Schweiz.

Een nodeloze zij-uitstap

De landschappen en wandelwegen waren ietsje anders dan de voorbije dagen. De route ging meer langs bospaden. En wat nog meer opviel, er waren veel minder collega-wandelaars op dit stukje. Het zorgde niet enkel voor een andere wandelervaring, maar sommige stukken waren ook duidelijk minder bewandeld en onderhouden.

Na een gezapige start ging het pad al wat steviger naar boven. Ik had in de beschrijving verkeerdelijk gelezen dat het uitzicht op de Kohlbarnstein de moeite was. Het pad ernaar toe en terug naar beneden was echter pittig en het uitzicht zo goed als afwezig. Iets wat Sara, die zich niet 100% voelde en niet doorhad dat dit een zij-uitstap was, maar matig kon appreciëren.

Op artisanale wijze naar de top

Het vervolg was opnieuw dalend langs een breed bospad waar de vista’s mooier waren dan op onze top. En zo ging het verder tot in het klein dorpje Kleingießhübel, waar we vooral de hoofdstraat moesten volgen tot aan der Hirschgrundweg, die opnieuw naar een bos voerde. Er waren op dat moment nog een goede 300 meter hoogte te overwinnen.

Dat ging doorgaans gestaag. Slechts op enkele stuken werden de trappen en treden bovengehaald. Het was op zich leuk om nog eens ‘artisanaal’ te stijgen en te dalen, een pad zoekend via stenen en boomwortels. Na een goed half uur kwamen we uiteindelijk aan op de Großer Zschirnstein (561 meter). De uitzichten waren hier heel anders dan deze van de voorbije dagen, met vooral veel bossen en de hogere Boheemse toppen in de verte.

Een beetje ongerepter

De weg ging even terug in dalende richting om vervolgens verder af te buigen. Vanaf dan zou het vooral naar beneden gaan. De Salzleckenweg was eerder verwilderd, waardoor benen en armen werden afgeranseld door takken, struiken en planten. In het stuk bos daarna werden we vooral geteisterd door steekmuggen. Tot mijn grote verbazing leidde een prikje tot een dramatisch ogende bloedpartij.

Aan de “voet” van de Wolfsberg vonden we een leuk bankje om te picknicken. Gaandeweg begon het echter te overtrekken. Tot we het plots in de verte hoorden rommelen. We besloten naar Reinhardtsdorf te wandelen, in de hoop daar een café te vinden om eventueel te schuilen. Zonder succes. Ondertussen zagen we in de verte bliksem en regen.

Schuilen in de kerk

We besloten dan maar eventjes onderdak te zoeken in de Lutherse Kerk, die gelukkig open was. Deze was ook prachtig versierd, met nog heel wat authentieke delen uit de 16de en 17de eeuw. En ons verblijf had er schijnbaar voor gezorgd dat het onweer was gaan liggen. Uit dankbaarheid besloten we een kleine donatie te geven.

Met nog 2,6 kilometer voor de boeg, vooral in bos, probeerden we zo snel mogelijk verder te trekken. We kwamen al snel terug op het stuk dat we de dag ervoor naar boven hadden gedaan, op de plaatselijke lus. Ook dalend bleef het bos mooi, met her en der ‘droge stenen muren’, zoals op de GR 221. Niet veel later waren we, opnieuw droog, in het hotel.

Afscheid van Saksisch Zwitserland

We namen nog een laatste keer de ferry nar Bad Schandau om iets te gaan drinken. Na een heerlijke ginger ale volgde een huiswijntje met bruschetta en een pizza Mista en een schapenkaasgerecht bij café-restaurant Memory, waar sommige aanwezigen nog aan een ijscoupe begonnen. Het was een fijn afscheid van Bad Schandau, de toegangspoort naar het wondermooie Saksische Zwitserland.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 4: Kurort Gohrisch – Krippen

🥾 Terrein:
Afwisselende etappe met korte maar pittige klimmetjes, veel trappen en enkele technische passages met ijzeren treden, kettingen en ladders. Het eerste deel vraagt aandacht en vaste tred, zeker op de Gohrischstein. Daarna volgt een eenvoudiger bostraject met afwisselend klimmen en dalen. Tweede helft rustiger en iets vlakker, met enkele avontuurlijke passages (omgevallen bomen, smalle paadjes). Uitbreiding via lus Grote Carolaschleife voegt extra uitzichtpunten toe.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Gohrischstein (448 m) – stevige klim met panorama’s en klauterstukken
  • Papstein – horecazaak op de top, panoramisch zicht
  • Liethermühle – historische molen met horecazaak
  • Krippen – charmant Elbedorp met historische link (Caspar David Friedrich)
  • Große Carolaschleife – korte extra lus met uitzicht op Königstein
  • Ferry naar Bad Schandau – ontspannen afsluiter met zicht op de Elbe

⏳ Afstand & duur:
Basisetappe: ca. 12 km
Met extra lus: ca. 16 km
Wandeltijd: 4,5 à 5,5 uur incl. pauzes en lus

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Door de korte, technische klimmetjes (met kettingen en ijzeren treden) vraagt dit traject enige tredvastheid. De afstand is bescheiden, maar het terrein maakt het boeiend en afwisselend.

⭐ Oordeel: 4/5

Het stenen rijk

Onze 4de wandeldag was ook een kortere, die net onder de tien kilometer zou blijven met meer meters in dalende dan stijgende lijn (voor de verandering). Het ontbijt was lekker maar ietsje beperkter. Wat op zich niet erg was, gelet op de beperkte wandeltijd. Sara was wel het verse fruit zo gewoon dat ze onbewust het enige potje druiven meenam, in plaats van gericht te plukken.

We verlieten Gohrisch langs de velden, met uitzicht op enkele rotsformaties in de verte. Daarna ging het opnieuw het bos in, waar we niet 1 maar 2 massieven zouden temmen. Het eerste, Gohrischstein, werd door onze beschrijving als deel van het ‘stenen rijk van Gohrisch’ gedoopt. Ook werd de beklimming en afdaling gecategoriseerd als ‘voor mensen met een vaste tred’. Er ontstonden dus wat verwachtingen.

En inderdaad, na de makkelijke bosweg werden de treden wat steiler en kwam er occasioneel een laddertje aan te pas. Ook werd er een nieuwe stijlvorm geïntroduceerd, de ijzeren treden die relatief ver van mekaar in de rotswanden waren verwerkt. Deze boden waarschijnlijk nog het meeste uitdaging, al werd het nergens echt lastig of gevaarlijk.

Voor we doorgingen besloten we op de top van de rots nog eventjes een zijsprong te maken naar een panorama. En de Gohrischscheibe (448 m) was absoluut de moeite. Het vereiste ook enig klauterwerk, en hier was het heel even klimmen en dalen met hulp van een ijzeren ketting. Maar dit panorama zorgde wel voor de nodige added value.

Ook de afdaling bleek best entertainend. Het ging opnieuw via trappen, ladders en de hierboven vermelde eenzame ijzeren treden. Ook de uit de rotsen gehouwen treden waren net dat tikkeltje meer oneffen, met meer hoogteverschil en met meer schokken op de knieën. Het was dus nog steeds geen avonturenparcours, maar je moest wel goed op de voeten letten.

Historische etablissementen

Onze volgende -stein was op dat vlak ietsje minder spectaculair. De weg naar Papstein verliep vooral via een veelheid aan trappen die je gestaag naar boven voerden. De top zelf bestond uit een drankgelegenheid (met enige historie) en een panorama dat we elders net ietsje indrukwekkender zagen. Op het plateau dacht ik opnieuw animo te vinden via een zij-uitstap, maar het pad naar de Große Hunskirche was net ietsje te verwilderd om tussendoor te doen. En dus was het vrij eenvoudig dalen, tot we uit het bos kwamen waar we werden opgewacht door damherten.

Vervolgens kwamen we op een pad met naast ons, voor de variatie, een weide. Het bracht ons een beetje later in het kleine dorpje Kleinhennersdorf, een plekje met vooral her en der gespreide huizen. Daarna ging het terug het bos in, langs iemands tuin. Het was waarschijnlijk verkocht als een lokale buurtweg, maar de eigenaars lieten weten dat de wandelaar op eigen risico de tuin betrad, gevolgd door een tekst waarop te lezen viel dat wandelaars zich niet mochten laten afschrikken door de waarschuwing. Duidelijk een lokaal dispuut.

We daalden af via de weg, waar ik nog een mooie witte slak met huisje kon ontwijken. Via een klein reservoirtje en een beekje ging het naar het etablissement Liethermühle, opnieuw een historische horecagelegenheid. Daarna moesten we volgens de gids nog even klimmen en dalen. Het klimmen viel mee, al moesten we ons een weg door, boven en onder een weggevallen boom manoeuvreren.  De afdaling, hoewel met treden, was ook nog een uitdaging. Zo wandelde we Krippen binnen, waar Casper Friederich tijdens de oorlog van 1813 had verbleven. Onze welgekomen lunch werd verorberd aan de Elbe.

Rondje Krippen

Omdat het nog maar half twee was en we pas om drie uur konden inchecken, besloten we om nog een vervolg te breien aan onze kortere wandeldag. We kozen voor de Große Carolaschleife (3,7 km en 1u05) dat ook voor een deeltje het Caspar Friederich-pad volgde. De lus voerde door een mooi bos met panorama’s vanop de Koningstein. Wat later werd het pad afgebogen en gingen we opnieuw richting Krippen, eindigend in mooie afdaling.

Bad Schandau

Na het inchecken namen we de ferry (al wat langer en gratis dankzij de gastenkaart) naar Bad Schandau, waar we ons aan goed vullende Saksische kost met veel kaas (varken en kip) waagden, om zo weer te varen naar Krippen, daarbij de traag voorbij glijdende Bohemia op de hielen zittend. Een leuke manier om een goed gevulde dag af te sluiten.

Het eten

Bovenstaande zware Saksische kost

Het verblijf

Hotel garni Grundmühle, een aangenaam hotel met een ruime kamer en een douche die je doet denken dat je midden Saksisch Zwitserland staat.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 3: Königstein – Kurort Gohrisch

🥾 Terrein:
Een korte maar gevarieerde etappe met flink wat klimmen en dalen. Vooral de klim na Königstein en de pittige afdaling via het Nadelöhr maken het fysiek uitdagender dan de afstand doet vermoeden. Mooie bospaden, rotspassages en smalle doorgangen houden het interessant. Technische moeilijkheden zijn beperkt, maar trappen, ladders en smalle kloven vragen wel enige tredvastheid.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Königstein – charmant stadje met winkels en horeca
  • Pfaffenstein-massief – imposante rotsformaties, goed bewegwijzerd wandelgebied
  • Barbarine – 42 m hoge rotsnaald, icoon van de regio
  • Panorama’s zoals Teufelskessel, Dom & Einsamer Ritter
  • Nadelöhr – spannende passage met trap en ladder
  • Pfaffendorf & Kurort Gohrisch – kuuroorddorpjes met rustige sfeer

⏳ Afstand & duur:
± 12,5 km
Wandeltijd: ca. 4 – 5 uur incl. zij-uitstap en pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Technisch niet extreem, maar door het klimmen, de passages met trap en ladder en de korte maar intensieve afdalingen een fysieke dag. De beperkte afstand maakt het beheersbaar.

⭐ Oordeel: 4/5

Königstein ontdekken

Neue Schanke was de hele avond onze uitvalsbasis geweest. Het was namelijk niet mogelijk om zomaar even het dorpje zelf te verkennen. Dat moest steeds door het stukje te klimmen naar de burcht en dan flink te dalen. Op de derde wandeldag zouden we dit echter doen als deel van de route, na een ontbijt waarin de artistiek gesneden worstjes de show steelden.

Na het uitchecken moesten we dus opnieuw klimmen en daarna best pittig afdalen door een bos. Zo kwamen we aan in Königstein wat best een gezellig centrum heeft. Het maakte het extra jammer dat we aan de overkant van de heuvel hadden moeten overnachten. Maar goed, we konden hier proviand voor twee dagen inslaan en een sanitaire stop inlassen. Ik vreesde wel plots dat mijn bril was blijf liggen in ons vorig verblijf, maar terugkeren was niet echt een optie. Het was wachten op de bagage vanavond.

Opnieuw een icoon van de Malerweg

Eens uit Königstein was het meteen stijl stijgen, eerst langs een klein lokaal weggetje, daarna opnieuw via een bosweg en zo naar een bos, waar we best lang in zouden vertoeven op deze korte wandeling. Het smalle, kronkelende pad voerde langs de rotsformaties en heuveltoppen met namen als Kletterhöle en Quirlwachter, alsook een stenen drinktrog. Daarna werd het bos even verlaten om niet veel later naar het hoogtepunt van de dag te gaan, het massief van Pfaffenstein. De weg ernaar toe ging al gepaard met een toename van grillige en imposante rotsen en formaties.

En we konden ons tegoed doen aan een drieluik van natuurlijk vertier. Eerst was er de zij-uitstap naar de Barbarine, een rotsnaald van 42 meter hoog en een lokale darling. Het vergde wel wat zoekwerk maar gelukkig misten we deze parel niet. De aanhouder won in deze. De weg ernaar liep ook via een eerste smalle kloof.

Rotsen en afdaalvertier

Eens teruggekeerd hadden we twee opties. Optie 1 was een makkelijke afdaling, optie 2 gaf ons panorama maar volgens de reisgids ook een pittige afdaling. We kozen voor de volledige ervaring en dus voor het laatste. Na wat klimmen en de plaatselijke horecatrekpleister op het plateau te passeren, deden we een rondje langs de panorama’s allerhande, waaronder de Teufelskessel, de Dom en de Einsamer Ritter. Het bleek ook een goede picknickplek. Wat wel opviel waren de vele jonge ouders en zeer jonge baby’s die de tocht eveneens waagden.

Daarna restte nog de afdaling langs de zogenaamde Nadelöhr, een flessenhals waar eventjes een laddertje en een steile ijzeren trap nodig was. Ik wist er met mij met enig geschraap van de rugzak door te wurmen. De stukken daarna waren wel pittig door de hoogteverschillen van de stenen en treden, maar eerder traditioneel qua afdalingskunsten.

Een kuuroord met beperkte eetgelegenheden

We daalden verder af naar Pfaffendorf, een klein gezellig dorpje, en ten slotte naar Kurort Gohrisch, al even gezellig, ietsje groter, maar ook met veel verblijven en weinig horeca. Gelukkig verbleven we in Pension Villa Irena, waar ze zo behulpzaam waren om voor ons te reserveren. Even daarvoor hadden we ons ook gewaagd aan ons eerste (en enige) ijsje.

Uiteindelijk geraakten we zo bij Margaretehof, een gezellig restaurant dat bij het gelijknamige hotel hoort. We waagden ons aan een voorgerechtje (geitenkaaskroketjes en champignonsoep). Als hoofdgerecht namen we de lokale specialiteit, Boheemse goulash met knödelen. Het was lekker en de bediening was vriendelijk. Ik verraste onbedoeld de serveuse door per ongeluk een briefje van twintig i.p.v. vijf euro als tip te geven. Gelukkig was ze zo eerlijk om te zeggen dat dat echt wel te veel was.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 2: Kurort Rathen – Königstein

🥾 Terrein:
Afwisselende etappe met enkele pittige klimmetjes en rotsachtige passages. De eerste helft is gevarieerd met trappen, smalle paadjes, stalen brugjes en prachtige panorama’s. De tweede helft brengt bredere bospaden, tafelbergen met korte beklimmingen, en open veldwegen richting Königstein. Technisch niet extreem, maar af en toe flink klimmen en dalen, vooral op Rauenstein. Goede wandelschoenen en conditie aanbevolen.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Basteibrug – hét symbool van de Malerweg, indrukwekkend rotsdecor
  • Ruïne van Neurathen – rotsachtig kasteel via stalen bruggetjes
  • Steinerne Tisch – historische jachtplek van Saksische keurvorsten
  • Stadt Wehlen – charmant stadje met marktplaats en burchtrestant
  • Ferry over de Elbe – kort ritje met een ‘Neins’-waardige overtocht
  • Rauenstein – spectaculaire tafelberg met ladders, trappen en uitzichten
  • Mausoleum en uitkijkpunt – verrassende rustpunten in tweede helft
  • Festung Königstein – imposante vesting bovenop het plateau

⏳ Afstand & duur:
± 18,5 km (volgens GR), ca. 6 uur wandelen incl. pauzes en bezoeken

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Door de rotsformaties, trappen, stijgingen en afdalingen een fysieke dag. Vooral het stuk rond Rauenstein vraagt enige (beperkte) behendigheid. Mooie balans tussen uitdaging en beloning.

⭐ Oordeel: 4,5/5

Vandaag stonden enkele vooraf aangekondigde hoogtepunten op het menu. Onze ervaring gisteren leerde ons dat het dus opletten was voor de gemotiveerde dagtoerist. Dat was zeker het geval voor de iconische Basteibrug. En dus was het een zaak om vroeg genoeg te vertrekken. Na een vroeg ontbijt konden we ze om iets na acht Rathen achter ons laten.

Het Malerwegicoon en een bijzondere kasteelruïne

Een korte klim bracht ons naar de Basteibrug, met een prachtig uitzicht op enkele indrukwekkende rotsformaties en het omliggende landschap. Bij de aankomst was er nog amper volk te bespeuren. Tien minuten later was de situatie al heel anders. Onze keuze bleek strategisch de juiste. Zo konden we genieten van dit hoogtepunt, waarbij je je op de grote brug tussen het impressionante landschap heel klein en nietig voelt.

Onze wandelbeschrijving stuurde ons vervolgens naar het zielloze horeca-complex, al leek het mij nog de bedoeling om ergens een panorama op de brug te kunnen scoren. We keerden dan ook terug en kregen zo het gekende adembenemende uitzicht dat menig promofoto siert. Het gaat natuurlijk niet altijd over de foto’s en de panorama’s, maar deze was wel ongelofelijk mooi.

Nu we toch opnieuw aan de brug waren, gingen we nog een klein beetje verder richting ons beginpunt, waar de restanten van een opzienbarend kasteel staan. De ruïne van Neurathen was te bezoeken via een wirwar aan stalen bruggen, sommige met wat meer afgrond dan andere. In ieder geval was het een kort maar leuk bezoek aan een knap staaltje kasteelarchitectuur, ingebed in de rotsen.

Nog sprookjesachtiger

Na de beide kleine maar meer dan terechte zijsprongen gingen we opnieuw langs Bastei en zo wat weg van het toeristengevoel, tot aan de Steinerne Tisch, waar de Duitse uitleg vaagweg iets zei over keurvorsten en jachttradities. De collectie stenen kon op een ander moment zeker een geschikte picknickplek aanbieden, maar we waren nog maar net op pad.

Daarna volgde een passage die deed denken aan het stukje na Hohnstein, alleen was het allemaal nog grootser, schoner en majestueuzer. De rotsen torenden boven ons uit, vaak mossig. Indrukwekkende boomstammen lagen geknakt op de heuvelrug. Bijna elke rots was fotogeniek. Het was een hele (natuur)ervaring om hier te wandelen.

Een tweede burcht en een rotsige tafelberg

Een kort stukje asfaltering bracht ons naar het gezellige plekje Stadt Wehlen. Ook hier konden we langs restanten van een burcht wandelen. Al was deze iets minder goed bewaard en waren ligging en uitzicht wat minder spectaculair. Na een korte pauze op het marktpleintje van Wehlen namen we de ferry. Anders dan gedacht was onze gastenkaart van het hotel niet geldig op deze ferry, wat nogal onvriendelijk door de bestuurder (met twee “neins”) werd duidelijk gemaakt. Zo betaalden we elks €1,80 voor een tochtje van maximum 30 meter.

Na de Elbe even te volgen aan de overkant was het opnieuw klimmen geblazen. In eerste instantie leek het een naar lokale wandelnormen bescheiden vervolg te worden op een aangenaam bospad. Maar dat was zonder de passage over de tafelberg Rauenstein gerekend. De wandeling voerde ons over en tussen de rotsen met stenen en ijzeren trappen en rotsige passages, af en toe met hulp van een railing.

Het aantal dagtoeristen maakte duidelijk dat dit zeer populair was, maar de uitzichten waren dan ook opnieuw fenomenaal. Na een langere stukje ijzeren trap naar beneden ging het via een breed pad tussen de weiden naar het kleine dorpje, Weißig, dat vandaag dienst deed als lunchplek van de dag.

Daarna volgde een tweede stukje veldweg, met geurige bloemen, en nog een bospadje dat langs een klein mausoleum en een uitkijkpunt leidde. Het kleine dorpje Thurnsdorf werd nog doorkruist op weg naar ons eindbestemming van de dag, Königstein en de vestingsburcht die we al meerdere malen in de verte hadden kunnen observeren.

De vesting en het afgelegen verblijf

Daar kwamen we via een stijgend bospad, een drukke parkeerplaats en ons hotel Landgasthof Neue Schanke aan. De vesting zag er op de rots indrukwekkend uit en we hadden deze van ver al langs alle kanten mogen bewonderen. Binnenin was het gigantisch en soms een beetje verloren lopen, al waren er wel enkele specifieke hoogtepunten zoals de muurschildering in het kerkje, het frivole schloss Frederick, de diepe waterput en de steeds groter wordende wijnvaten (die wel snel kapot gingen). Toch was het een beetje te prijzig.

En bij het verlaten van de burcht begon het plots stevig te regen. We konden even wachten om relatief droog het hotel te halen. Het ligt aan de andere kant van de heuvel en dus wat weg van het dorp zelf. Daarom, en ook door onze moeheid en onze bescheiden middagmaal, besloten we de lokale hapsnap te nemen. De schnitzels met frietjes waren niet al te hoogstaand maar het vulde. En dat er een dode wesp in mijn glas lag, vakkundig met een lepel verwijderd door de kok, zullen we maar even door de vingers zien.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 1: Bad Schandau – Kurort Rathen


🥾 Terrein:
Gevarieerde en pittige start van het Malerweg-traject. Stevige stijgingen en afdalingen, met enkele technische passages via trappen, smalle doorgangen en rotspaadjes. Eerste deel bestaat uit rustige boswegen, veldwegen en dorpjes. Tweede helft veel avontuurlijker met trappen, bruggetjes, rotsplateaus en een kloof. Goed begaanbaar, maar fysieke basisconditie is vereist.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Zicht op Lilienstein en Königstein – iconische panorama’s op bekendste rotsmassieven van de regio
  • Rotsformatie Drakenkopf – natuurkunst met een mythisch kantje
  • Dorpje Hohnstein – charmant met zicht op de burcht, goed voor lunchstop
  • Sprookjesachtige boskloof – watervalletjes, bruggetjes en romantische sfeer
  • IJzeren trap door kloof – spannende passage, krap maar memorabel
  • Hockstein – uitzichtpunt met zicht op Hohnstein en omgeving
  • Amselsee – recreatiemeer met bootverhuur
  • Kleine Bastei – minder druk, wel prachtig zicht over Elbe en omgeving

⏳ Afstand & duur:
Ca. 20 km – 6 à 7 uur wandelen, afhankelijk van tempo en pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door het hoogteverschil, de langere afstand en de technische passages met trappen en smalle doorgangen. Niet extreem technisch, maar zeker uitdagend voor de beginnende wandelaar.

⭐ Oordeel: 3,5/5

Vandaag begonnen we eindelijk met het wandelgedeelte, het eerste stuk van een vijfluik. Eerst was het dus aan een vroeg ontbijt om ons goed op weg te zetten. Dat lukte dit keer zonder ongelukken en brandalarmen. Nog wat boodschappen later konden we ons aan de wandeling zetten, een goede 20 kilometer.

Velden en uitzichten

Goed begonnen is half gewonnen, en dus klommen we meteen een kort maar stevig pad naar omhoog, eerst verhard, daarna door een stukje bos. Bad Schandau werd al snel achter ons gelaten. Niet veel later kwamen we aan op een plateau met zicht op de rotsformatie Lilienstein en onze bestemming van morgen, Königstein, met z’n imposante vesting.

Vervolgens ging het naar twee kleine dorpjes. Rathmansdorf bereikten we via een bospadje, voor Porschdorf klommen we eerst omhoog, weg van de weg, om daarna stevig te dalen. Hier zagen we een brug in opbouw, wat ons opnieuw deed afvragen waarom ze geen bruggen over de Elbe bouwen, maar kiezen voor de ferry.

Een mooi pad en honderden treden

Kort na dit tweede dorp volgende we een pad met veel kleine trapjes, bruggen en boomwortels, dat parallel aan de weg bleef lopen. Aan onze linkerkant begonnen de rotsen en bomen echter boven onze hoofden te torenen. Dit was slechts een voorsmaakje van onze beklimming van de dag. Volgens onze gids moesten we +- 800 treden zien te overwinnen om Brand te bereiken, daarmee en goede 150 meter stijgen.

Het gedeelte daarna ging eerst via een kiezelpad tussen de bomen. Maar vanaf dan waren we wel eindelijk de Malerweg aan het volgen. Na een korte poos zagen we opvallend meer wandelaars (maar 99 % in de tegenovergestelde richting zagen). De bosomgeving werd indrukwekkender, met grotere rotsformaties en diepere hellingen. Ook zagen we de Drakenkopf, een rots die doet denken aan, wel ja, een drakenkop.

Na nog wat gekronkel doorheen de bossen, besloten we het dorpje Hohnstein te bezoeken en daar ons middagmaal te verorberen. Het dorpje was wel schattig, maar minder idyllisch dan we ons op basis van het klokkengeluid in het bos hadden voorgesteld. Boven ons torende Schloss Hohnstein hoog boven de huizen uit. Maar omdat we nog best wat moesten afwandelen, lieten we die beklimming voor wat het was.

Sprookjesachtige natuurpracht

Het eerste deel was mooi, maar vanaf Hohnstein begon de natuurpracht echt. De rotsen en beboste heuvels werden nu vergezeld door stroompjes, watervalletjes en zelfs een keer een Romantisch ogend bruggetje boven onze hoofden. Een sprookjesachtig tafereel. Uit het bos kwamen we in Polenstal, dat enkel leek te bestaan uit een pension.

Een volgend hoogtepuntje bood zich al snel aan. De trappen doken weer op. In het begin was dit nog een combo van hout en aarde, een beetje later hout en dan moesten we een ijzeren trap op door een smalle kloof. Vooral het betreden van de ingang was zelfs met onze bescheiden dagrugzak even wringen. Ik vroeg me af welk kunst- en vliegwerk nodig zou zijn met een volwaardige trekrugzak.

Hierna kwamen we aan de Hockstein, een plateau met uitzicht over de omgeving, waaronder het dorpje Hohnstein en z’n burcht. Het laatste stuk van de wandeling was een makkelijk pad door het bos. De exponentiële toename van medewandelaars verraadde de nabijheid van onze eindbestemming.

Recreatiemeer en een klein panorama

Deze begon met een passage aan de Amselsee, geen idyllisch meertje maar wel een paradijs voor waterplezier, met heel wat roei- en peddelboten. Nog een halve kilometer later kwamen we aan in Kurort Rathen, populaire als uitvalsbasis voor de befaamde Basteibrug. Dat maakten de vele toeristen alvast duidelijk.

We besloten om een klein ommetje te maken naar de kleine Bastei, een uitkijkpunt naar de andere kant van Rathen, de Elbe en opnieuw de Lilienstein en een stukje Konigstein. Na dit extra uitje ging we naar ons hotel Amselgrundschlossen. Niet veel later begon het fel te regenen. We mochten dus niet klagen over de aangename wandelomstandigheden van de dag. En dat bleef het nog de hele avond doen. Gelukkig konden we reserveren in ons hotel en was de regen vooral een getokkel op de achtergrond. Al was de vraag hoe dat zich de volgende dag op het pad zou vertalen.

Het verblijf

Hotel Amselgrundschlossen is een gezellig hotel dat perfect past in het door groen en rotsen omringde kuuroord.

Het eten

We namen beide gebakken kip met kroketjes en een paprikasaus. Best lekker. En we gunden ons daarnaast ook appelstrudel.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Dag 3: Dresden – Bad Schandau

Vals alarm

De ochtendstond heeft vaak goud in de mond. Deze ochtend had het echter vooral een pittig element en een wat bittere nasmaak. Genietend van het ontbijt in de tuin van het hotel, werden we plots opgeschrikt door een brandalarm. Het toeval wilde dat Sara de gsm had laten insteken om op te laden wat het paniekbrein meteen triggerde. Eerst was het dus wat verwarrend, maar toen er drie grote en een kleine brandweerwagen met sirenes kwamen aangereden, werd het toch wat spannender. Gelukkig bleek het loos alarm en kon het blusmateriaal snel opgeborgen worden.

Barokke patsers

We verlieten het gastvrije Martha en bezochten eerst de zeer barokke Frauekirche, om daarna in de musea in het voormalige paleis van de keurvorsten rond te dwalen. Hier was het uitpakken en opzien baren aan 200% met naturalia, artificalia, wapens en wapenuitrustingen, Ottomaanse uitrustingen en tenten en, voor de liefhebbers (ik ben er geen van), de derde grootste muntcollectie van Duitsland. Ook waren er enkele imposante zalen, doorgaans niet bemeubeld, maar daarom niet minder tot de verbeelding sprekend.

Na ons bijna drie uur zoet te houden in het museum, kochten we lunch kopen in het al even decadente, maar veel modernere shoppingcenter Altmarkt. Ons middagmaal werd verorberd aan de Elbe, op de zogenaamde Brühlsche Terrasse, een verzameling van allerhande historische gebouwen in een kleine parkomgeving. De volgende bestemming was opnieuw het station (3x keer is scheepsrecht) die ons deze keer echt naar de Säksische Schweiz ging voeren. Van Dresden (+- 550.000) inwoners naar Bad Schandau (+- 3.500)

Naar de Säksische Schweiz

Terwijl we op de trein zaten, kwam de voorspeelde neerslag uit de lucht vallen. Meer dan de dagen ervoor veranderde het landschap in sneltempo. Nog maar twintig minuten van Dresden konden we al genieten van bossen, heuvels en de Elbe die oevers en dorpen doormidden kliefde. Wat ook opviel, ondanks het feit dat onze weerapp een onweericoontje aangaf, waagden diverse mensen zich nog in kajakken en bootjes op de rivier.

Vlakbij het station van Bad Schandau was de ferry te vinden die personen van de ene kant naar de andere kant van de Elbe voert, naar het centrum. Daar was ons hotel ook vlakbij te vinden, een geel gebouwd met de treffende naam Elbhotel (Niet te verwarren met Elbresidenz en Elbterrasse, die op een boogscheut van elkaar liggen).

Een ruïne en een gezellig dorpje

Omdat het al snel gestopt was met regenen, zagen we onze kans schoon om het klein dorpje wat te verkennen. En toen we op het stadsplannetje plots “schlossruin” zagen staan, konden we onszelf niet bedwingen. Het was meteen een goede oefening voor de komende dagen. Het pad leidde gedurende 500 meter naar omhoog, eerst via houten en ijzeren treden, dan via een slingerende bosweg.

De ruïne zelf was een semi-ruïne. Er stond op deze plaats wel degelijk een echt kasteel dat in de 15de werd beschadigd. Maar de ruïne zoals die vandaag te bewonderen (en een beetje te beklimmen) is, is eigenlijk een folie die men in de negentiende eeuw heeft herbouwd met te stenen van de oorspronkelijke tolburcht. Het was echter wel en mooi gelegen en we kregen zo ook een eerste panorama.

Na de installatie in het Elbhotel liepen we nog even door de gezellige straten van Bad Schandau, met al wat tekenvertier (met het potlood, niet met de vieze beesten die ziekten geven). We vonden nog een leuk plekje op het terras van ons hotel en genoten daar van onze eerste echte Duitse kost.

Het verblijf

Het Elbhotel is een groot hotel gelegen aan de Elbe. De kamers zijn er eveneens groot en het verblijf zeer comfortabel.

Het eten

Een soort omelet-quiche met champignons, ui, spek en patatjes. Sara ging voor de schweineschnitzel.

Malerweg en Saksische Zwitserland: Wat?

Deze zomer deden we een stukje Europa dat al lang op onze lijst stond, Saksisch Zwitserland, met daarin de bekende wandelroute Malerweg (de schildersweg, waarover later meer). Saksisch Zwitserland ligt in (verrassing) Saksen, in het oostelijk deel van Noord-Duitsland, nabij de Tsjechische grens. Het is gekend voor zijn specifieke natuurpracht. 

Een prachtig landschap 

De typische rotsformaties in de Sächsische Schweiz

De kern van Saksisch Zwitserland wordt afgebakend door het nationaal park Sächsische Schweiz, wat nog wordt aangevuld door het Nationaal park České Švýcarsko, het Boheemse Zwitserland, waar een soortgelijk landschap en geologie te vinden is. Deze is ontstaan door erosie op het vroegere zandsteengebergte, dat oorspronkelijk onder de zeebodem lag. Door deze erosie krijg je de bijzondere rotsformaties en massieven die het landschap kenmerken. 

Inspiratie voor kunstenaars en trekpleister voor toerisme 

Caspar David Friederich – Der Wanderer über dem Nebelmeer

Het landschap wordt niet enkel gewaardeerd door wandelaars. Ook al in de 18de en 19de eeuw was het populair. Eerst bij een hele resem schilders. De bekendste daarvan is ongetwijfeld Caspar David Friederich en in zijn zog andere  kunstenaars zoals Johann Christian Dahl en Ludwig Richter. Zij lieten zich inspireren door de landschappen. Zonovergoten en mistig, dag en nacht, maar steeds de grootsheid ervarend en erend. 

Ook het toerisme kwam er al vroeg op gang. Zowel in de dorpjes als op de wandelpaden zijn er verscheidene getuigen van de populariteit vanaf de 19de eeuw. Het gaat dan niet enkel over de overduidelijke wandelcultuur, maar ook hotels, restaurants en cafés pronken met een lange traditie die tot in de 19de eeuw teruggaat. Wandelen, schilderen en klimmen zitten hier wel degelijk vervat in het lokale DNA. En dan heb je nog de dorpen die uitpakken met het label “kuuroord”. 

De Malerweg 

De Malerweg is rond de 115 km en zo goed als een lus met nog een aantal kilometers naar het start- en eindpunt, dat wel een klein beetje uit mekaar ligt. Het is een relatief korte wandeling, maar heeft wel wat hoogtemeters, waardoor je best wel wat langer kunt doen over een kleiner aantal kilometers. Omwille van de toeristische aantrekkingskracht zijn de verschillende dorpen en stadjes uitgerust met heel wat hotels, B&B’s, campings en restaurants.  De dorpjes liggen kort bij mekaar en zijn verbonden via een spoorlijn. Wat wel bijzonder is, voetgangers nemen niet de brug over de Elbe. Daarvoor zijn er verschillende (zeer) lokale ferry’s voorzien.

Onze reis 

We hebben onze reis gemakshalve opnieuw bij Zuiderhuis geboekt. Het voordeel is naast het ontzorgen ook het feit dat er opnieuw bagagevervoer is voorzien. De eerste dag van de reis begint in Dresden. Aangezien dat een lange treinreis is besloten we om een tussenstop te voorzien. Dat hebben we ook gedaan op het einde. We wandelden 4 dagen (zo goed als volledig) op de Malerweg en er is ook nog een vijfde wandeldag in Saksisch Zwitserland, naar het hoogste punt.