Bornholm proloog: Rondje Rønne

Op zee

Op deze dag verlieten we het vasteland om naar onze echte bestemming te gaan, het eiland Bornholm. Het was nog geen echte wandeldag en dus werd er met mate genoten van het puike ontbijt. In de ontbijtzaal viel het op dat de mannen vanaf een bepaalde leeftijd graag een dun, kort staartje droegen, wat zelden flatterend was. Ook zagen ze er allemaal een beetje uit alsof ze tandpijn hadden. Arme vrouwen.

Na het ontbijt trokken we gepakt en gezakt naar de haven. Gisteren hadden we nog een korte, kleine paniek gehad toen we plots iets Zweeds zagen over toegestane bagage. Gelukkig was het lost in translation en ging het louter over de handbagage. Onze rugzakken werden op een lorry gedropt en met een half uurtje vertraging vertrokken we op een uit de kluiten gewassen en commerciële ferry op zee. Altijd fijn om de golven te zien kolken.

Rondje Rønne

Na ons te vergewissen van het wat complexe bussysteem (waarover later meer) en onze bagage meteen in de hotelkamer te zetten, besloten we om, ondanks het regenweer dat voorspeld werd, toch onze wandelschoenen aan te trekken en een eerste wandeling te maken, een plaatselijke wandeling die was uitgebreid met een stuk langs de kust.

Deze wandeling ging via een bospark naar veldweggetjes, graspaden en boswegen. Omdat het eerder landinwaarts trok, was het landschap anders, maar zeker mooi. Zo waren er enkele meren waar we langs wandelden en passeerden we ook aan restanten van de lokale klei-industrie, belangrijk voor Rønne en Bornholm.

Het was op zich een mooie wandeling en ideaal om de eerste dag te spenderen, zeker aangezien we al ’s middags waren gearriveerd. Helaas kwam de voorspelde regen wel op de proppen. In het bos zelf was het nog eerder beperkt, maar eens in de suburbs begon het echt te gieten, waardoor onze nochtans best waterbestendige kledij in een mum van tijd doorweekt. Nog geen voorsmaakje van Sunshine Island dus.

Rønne deel 2

Na een relatief vermoeiende dag, door de omstandigheden, besloten we iets te gaan eten in Café Gustaf, waar we respectievelijk een hamburger en kippenburger namen. Na het eten was het gelukkig droger en zonniger, waardoor we Rønne toch konden verkennen en botsten op dezelfde kleurrijke huisjes als in Ystad, maar ook de bijzondere vuurtoren en vooral de zeer karakteristieke kerk. Mooi!

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Etappe 2: Oldenzaal – Borne

🥾 Terrein:
Afwisseling van stadse omgeving, recreatiedomein met bospaden, Twentse velden, drassige weides, overgroeide graspaden en een modderig stuk langs een beek. Overwegend onverhard, met lichte hoogteverschillen en af en toe wat klauteren door begroeiing.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Het Hulsbeek: recreatiedomein met surfvijver, grillige bospaadjes en aanlegsteiger
  • Twentse velden: landelijke charme met veel rust
  • Deurningen: dorpskern met gezellig terrasje vlakbij de kerk
  • Graspad langs de beek: mooi, natuurlijk slotstuk van de etappe

Afstand & duur:
Ongeveer 15,5 kilometer, inclusief aanloop naar Borne en detour door modder.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Kortere dag met enkele drassige passages die wat evenwicht en improvisatie vereisten. Overwegend goed te doen.

Oordeel: 4/5

Toprecreatie

Vandaag was het een kortere wandeling, nog een beetje verlengd door de aftakking naar Borne. Ik kon dit ook doen met wat minder gewicht op de rug, aangezien ik ’s avonds terug naar Oldenzaal keerde. Om aan het mooie stuk te geraken, volgde het pad wel eerst door een wat troosteloos stuk van de stad.

Maar daar stond dan weer een verrassend leuke passage door recreatiedomein Het Hulsbeek tegenover. Zeker het stuk aan de surfvijver was leuk wandelen in een smal bospad dat op en neer een grillig bochtenparcours volgde. Een aanlegsteiger volledig omringd door water was dan weer een mooi symbolisch beeld (het zal wel een functie hebben).

Na het stukje op het domein, ging het vooral door de Twentse velden. Dit was voor een stuk geasfalteerd maar net als de rest van de wandeling aangenaam vaak onverhard. Via de wat drassige velden, naderde ik Deurningen, waar vlakbij de kerk een leuk terrasje was om even iets te drinken (en een toiletbezoek in te lassen).

Drassige paden

Na de tussenstop was het nog een 4,7 kilometer op het Marskramerpad zelf, en opnieuw was het afwachten of een detour nodig was door de nattig- en drassigheid. Dat leek in eerste instantie niet het geval, maar uiteindelijk moest ik toch op mijn passen terugkeren om niet door het zompige, platgetrapte gras opgeslokt te worden.

Ook het 2de stuk leek in eerste instantie heel modderig, maar werd al snel vlot begaanbaar. Hoewel het op dat stuk wel duidelijk was dat het Marskramerpad niet zo populair of druk bewandeld is als het Pieterpad. Het gras was hoog en het was af en toe takken duwen om verder te kunnen. Maar dat heeft ook zijn charme.

Maar een mens mag niet klagen. Het is sowieso leuker dan de laatste vier kilometer op asfalt te moeten strompelen. Het laatste stuk was nog langs een beek. Hier was het af en toe glad en modderig, maar zonder erg. Zeshonderd meter later zat de officiële etappe erop.

Een leuke lunch en een Grieks avondmaal

Het is van hieruit nog 2,2 kilometer tot Borne. Door de ideale aankomst, rond kwart voor een, en het feit dat ik al ingecheckt was en dus gewoon naar hetzelfde hotel kon, besloot ik hier te lunchen. Dat deed ik in lunchcafé De Ster, met sociale tewerkstelling. Een lekkere tosti caprese en een leuke bediening, met een kleine steek naar de hockeynederlaag van de Red Panthers tegen Oranje.

En zo ging ik met iets minder verwachting, maar na een mooie, afwisselende en zonnige dag naar Oldenzaal met de trein, waar ik met wat verfrissende dranken met het thuisfront belde en het relaas van de dag uitschreef op het terras van het hotel.

Na Duitse en Italiaanse kost, had ik mijn zinnen gezet op Grieks. Restaurant Sirtaki was sfeervol, met zeer vriendelijke bediening, al blijft alleen eten soms wat ongemakkelijk (of misschien ben ik te zelfbewust). Het leverde mij wel een ouzo van het huis op. Na een voorgerecht met spinazie, feta en bladerdeeg koos ik voor de mixed grill. Lekker maar veel.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Proloog: Halle – Ystad

Na een deugddoende solohike in Nederland, in de voetsporen van de marskramers, wachtte enkele dagen later al meteen een nieuw avontuur, dit keer meer in het noordoosten, meer bepaald naar het Deens eiland Bornholm. Op zich is het niet zo moeilijk om er te geraken. Eerste neem je het vliegtuig (of een ander vervoersmiddel) naar Kopenhagen, dan de trein naar het Zweedse Ystad en zo de ferry naar Bornholm.

De eerste horde bleek meteen de moeilijkste. De trein in Brussel-Zuid naar de luchthaven had een vertraging door spoorlopen in Anderlecht. Gelukkig hadden we voldoende marge en konden we, na wat geklungel met de zelfscan van de bagage, op tijd boarden en zonder uiteindelijk al te veel te moeten stressen. Een half uur later landden we op Deense bodem.

Een mooie Zweedse kuststad

Het traject vereiste dus een tussenstap naar Zweden. De ferry vertrekt namelijk in Ystad. Gelukkig was de verbinding zeer vlot en via een spoorwegbrug over het water en een overstap in Malmö, arriveerden we hier rond half twee. Een eerste verkenning van de stad toonde meteen de charme. Oude vakwerkhuizen, een karakteristieke kerk, gezellige pleintjes en terrasjes en kleurrijke huizen. Een prachtig decor.

Tijdens deze eerste verkenningstocht kwamen we ook langs het plaatselijke park, waar naast een wat droog beekje met dartele eendjes ook een kerkhof van de Protestantse kerk was. Opvallend was dat het beroep van de mannelijke overledene op de grafzerk stond vermeld. Zo zag ik een burgemeester, enkele raadsleden, koopmannen, een burgerlijke ingenieur, een magistraat en nog wat andere nijvere lieden. Speciaal!

Een beetje geschiedenis

Na deze verkenning en het inchecken in het hotel, zelf een historisch pand, gingen we naar het kloostermuseum, op de plek waar ooit een Franciscanerklooster stond, maar waar al sinds 1912 een museum in gehuisvest is. Het biedt een klein maar boeiend inzicht in wat er zich binnen deze muren, maar ook in Ystad zelf afspeelde. Na een tweede wandelsessie, waarbij we langs de haven passeerden, was het tijd voor het avondmaal.

We belandden in een best gezellige restaurantje genaamde Gusta, met lekkere pizza’s die prijs-kwaliteit goed scoorden. We zouden al snel ontdekken dat Zweden op dat vlak toch net iets aangenamer is dan Denemarken. Ook daarna bleef het een plezier om door Ystad te dwalen. Elke wandeling leverde nieuwe straatjes op, met prachtige gekleurde, oude huizen. Een hele leuke stad.

Etappe 1: Bad Bentheim – Oldenzaal


🥾 Terrein:
Licht heuvelachtig begin in Duitsland (met kasseiweggetjes en bos), gevolgd door velden, smalle (fiets)paden en enkele stukken natuurgebied bij het naderen van Oldenzaal. Afwisselend verhard en onverhard. De meeste hoogtemeters van de eerste vijf etappes, maar nergens echt zwaar.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Östmühle (Gildehaus): charmante korenmolen
  • Forst Bentheim: schaduwrijk bos met infobord over de Tödden
  • Dinkelbrug: grensovergang van Duitsland naar Nederland
  • Mariakapel (rustplek)
  • Binnenstad Oldenzaal & Basiliek
  • Palthehuis Museum: verrassend boeiend stads- en familieverhaal in historisch pand

Afstand & duur:
26,5 km + 650 m aanloop = 27,15 km totaal. Goede 6 à 7 uur wandelen met pauzes.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig. De afstand is stevig en er zijn enkele klimmetjes, zeker in het Duitse gedeelte.

Oordeel: 4,5/5

Eenzaam aan het ontbijt

Met 26,5 km en de meeste hoogtemeters van de eerste 5 etappes, was deze eerste wandeldag meteen de grootste uitdaging, of toch op papier. En dus had ik in het hotel ontbijt bijbesteld. Alleen was men mij wat vergeten, waardoor ik eenzaam en alleen in een andere zaal moest/mocht plaatsnemen. Op zich nog niet zo erg.

Duitse hoogtemeters

En zo was ik klaar voor de wandeldag. Na 650 meter extra van hotel naar startplaats begon ik aan het Marskramerpad, weliswaar nog met witte T op zwart vierkant als symbool. Dit was nu eenmaal nog het Duitse gedeelte. En op en neer via kasseiweggetjes verliet ik Bad Bentheim.

Net buiten het stadje duikt het pad een klein bos in, om vervolgens via asfaltwegen voorzichtig te stijgen (ok, van 47 naar 75 meter, maar dat zijn meer hoogtemeters dan de eerste 9 etappes van het Pieterpad samen). Het ‘hoogtepunt’ was te vinden in het dorpje Gildenhaus, met een opvallende kerk, maar vooral met de Östmuhle, een leuke korenmolen.

Via de Bürgergarten en een holle weg ging het weer naar beneden en zo door de velden van Achterberg. Een volgend bos, Forst Bentheim, was nog meer de moeite en zorgde voor verkoeling. Aan een schuilhut was de historie van de verschillende marskramers nog eens te lezen, in het Duits. Ik zat dus nog steeds op de Töddenweg.

Nederlands natuurvertier

Inmiddels begon de zenuwachtigheid een klein beetje toe te nemen. Door de regen in juli was het pad vorige week niet begaanbaar en was er een omweg van 3 kilometer (naast de reeds voorziene 26) nodig om het hoge water te vermijden. Maar gelukkig was dit nu niet meer nodig, los van een bescheiden maar waadbare plas. En zo wandelde ik Nederland binnen via de Dinkelbrug. Vanaf hier was het eindelijk rood-witte signalisatie!

De stukken daarna waren vaak door velden en hoewel ik geen enkele collega-Marskramer tegenkwam, waren er wel heel wat fietsers op de baan met het mooie weer. Op dit tweede deel was het dan ook vaak wandelen op een fietspad, zelfs af en toe net breed genoeg voor een fiets. Het was dus af en toe de graskant induiken.

Naar Oldenzaal

De kilometers begonnen inmiddels wel wat te wegen en een rustpauze, aan een Mariakapel, was welkom. Daarna was het nog een goede 4,5 kilometer te gaan. Het Marskramerpad gaat rond Oldenzaal en doet nog wat natuur aan voor het de historische binnenstad binnengaat. Na 26,5 kilometer kon ik rusten aan de basiliek, al begon het toen plots net te regenen.

Omdat ik sneller dan verwacht in Oldenzaal was, kon ik na de douche nog iets bezoeken. Ik besloot naar het Paltehuis te gaan, waar een 18de-19de eeuws interieur van een lokale patriciërsfamilie te bewonderen is, samen met enkele objecten uit de geschiedenis van de stad. Het was best boeiend en de info was handig vormgegeven via een tablet. Zeker een bezoekje waard.

Eenzaam bij het avondeten

Door de lange wandeling besloot ik al vroeg naar La Tavernetta te gaan. Waarschijnlijk te vroeg. Want lange tijd zat ik alleen in de zaak, los van de klanten die kwamen afhalen. Met een gezellig aangestoken kaars was het een beetje eenzaam en zielig. Maar de lekkere pizza (capricciosa met zowaar zalm en garnaal) en een lekkere tiramisu, samen met een gezellig kader, maakte het toch een leuke ervaring. Een mooie afsluiter!

Het verblijf

Ik boekte een kamer in Stadshotel Ter Stege, wat gelegen is aan de grote markt. Qua ligging kan het dus niet beter. Het is ook een hotel-restaurant dus wie niet graag zoekt kan er ook iets drinken en eten. De eenpersoonskamer was comfortabel en net. Aangezien ik hier twee dagen verbleef was ik dus best tevreden over mijn keuze.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Bornholm: Wat

Bornholm: Wat?

Bornholm is een Deens eiland in de Baltische zee op anderhalf uur varen van de Zweedse zuidkust. De oorspronkelijke naam was Burgundaholmr, waardoor er sommige historici een link zien met de Bourgondiërs. Doorheen de eeuwen wisselde het af en toe van bezitter of bezetter. De Deense koningen werden zo afgewisseld door de hanzestad Lübeck, de Zweden en de nazi’s.

Bornholm telt ongeveer 40.000 inwoners met Rønne als hoofdplaats. Geologisch gezien bestaat het uit een ouder granieten gedeelte (vooral de west- en noordkust) en een zand(steen)gedeelte (vooral de zuidkust). Dit zorgt ervoor dat de 140 kilometer lange kust heel gevarieerd is. Bornholm is een van de favoriete toeristische bestemmingen van de Denen, die het ook Solskinsøen of Sunshine island noemen vanwege het hoge aantal uren zon.

Bornholm is te bereiken via de kleine luchthaven, maar praktischer (en wat leuker) is per boot. De eenvoudigste manier is vanuit het Zweedse Ystad, waarbij het ongeveer 1 uur en 20 minuten duurt. Wij vlogen op Kopenhagen en namen dan de trein naar Ystad (eveneens ongeveer anderhalf uur).

Het Kyststi

Het Kyststi (of kustpad) van Bornholm is een kustwandelpad van ongeveer 120 kilometer dat helemaal rond het eiland gaat. Omdat je met de ferry aankomt in Rønne is het ook logisch om daar te beginnen. Op de website is het ingedeeld in 7 stukken, in de gids in 10. Het is in ieder geval wel de moeite waard om er lang genoeg over te doen, omdat er heel wat zij-uitstappen zijn die je tijdens de wandelingen kunt doen.

Het kustpad is door de vaak rotsige ondergrond, eerder dan gigantische hoogteverschillen, op sommige plekken nog wel wat uitdagender, zeker met volledige rugzak, dus goed schoeisel is aangeraden. Het eiland is goed uitgerust qua accommodatie, maar net als de rest van Denemarken is het zeer prijzig, wat soms de pret wat kan bederven.  Tijdens de zomermaanden is er ook een goede busdienst, dat werkt met zones.

Wij deden het kustpad volledig en dit op 7 dagen, met bij aankomst in Rønne en in Sandvig nog een extra wandeldag. Hierdoor lagen de wandelingen gemiddeld rond de 18 kilometer, wat zeer goed doenbaar is. Alles werd zelf geregeld en geboekt en verblijven en restaurants worden mee beschreven in de blogreeks.

Proloog: Bad Bentheim

Soloreis van oost naar west

Iets meer dan twee maanden na de tweede sessie op het Pieterpad, bevond ik mij opnieuw naar een wandelpad dat Nederland doorkruist. Een veelheid aan nog op te nemen verlof en een druk najaar in het vooruitzicht, maakte dat ik een opportuniteit had om wat extra vakantie te plannen. En omdat thuis zitten niet altijd stimuleert, besloot ik om er enkele dagen alleen op uit te trekken.

Aangezien ik dus met het Pieterpad van noord naar zuid-Nederland trek, leek het mij, toen ik hier op botste, een leuk idee om het Marskramerpad te doen, aangezien dit van oost naar west gaat. Natuurlijk volstond enkel dit gegeven niet. Door de horizontale dwarsdoorsnede is het ook een afwisselend pad en het heeft een duidelijk historische insteek. Het is dus meer dan wandelen.

Omdat de eerste wandeldag al meteen de kaap van de 26 km overschrijdt, was het niet wenselijk om dit te combineren met de heenreis. En dus plande ik eerst een bezoek aan Bad Bentheim, de startplaats van het pad. Dit is een kuuroord dat net over de grens ligt, met als centrale attractie de plaatselijke burcht, een middeleeuws kasteel met een rijke geschiedenis binnen het Grafschaft Bentheim, gelegen op 91 meter boven de zeespiegel.

De treinrit

De reis naar Bad Bantheim viel uiteen in twee grote stukken. Vanuit Brussel-Zuid ging het eerst naar Amsterdam-Centraal en van daaruit naar Bad Bentheim. Dat viel dus al bij al goed mee. Het was vooral in Brussel opschrikken, toen een dakloze man een nog niet volledige lege beker naar en kind gooide. De korte passage in Amsterdam-Centraal was gelukkig normaal.

De rest van de treinrit verliep ook best ok. Ik zat naast een soort influencer die de hele rit bezig was met het bewerken van een video over een of ander product om de tattoo op z’n arm (deze was helemaal met inkt ingekleurd) te behandelen. Hij leek op een sjofele Pogacar met een hipsterlook. Nadat er in Deventer 2 wilde Duitse kinderen bijkwamen, mocht de treinrit toch tot een eind komen.

Bad en Burg Bentheim

Om kwart na 2, na +- 6 uur reizen, arriveerde ik in Bad Benteim. Via een leuk parkje, het Schlosspark, met zicht op de burcht, kwam ik aan in het centrum. Na wat dralen in de zon, ging ik naar het hotel, waar anders dan beloofd op de website het personeel enkel Duits sprak en ik mij dus op Pfaffiaanse wijze uit de slag moest redden.

Daarna ging het naar de hoofdbrok van de dag, Burg Bentheim. En dit was echt een topper. Van het klimmen op de muren en de torens, tot de verschillende te bezoeken zalen, van alchemisten tot manuscripten, bood het best veel voor €8. Bad Bentheim staat ook al even gekend om een specifieke lokale zandsteen, waarin heel wat huizen, maar ook de kerk en het kasteel zijn opgetrokken. Verder staat er ook een standbeeld van niemand minder dan Otto von Bismarck, omdat deze in 1869 het stadje bezocht.

Eten en verblijf

Na mijn toeristische escapade ging ik op zoek naar eten. Ik wilde vandaag gaan voor de Duitse kost en vond dit in Alt Bentheim, met een goede wiener schnitzel. Ik was best tevreden met mijn keuze, jammer dat het even ongemakkelijk werd toen bleek dat mijn debetkaart niet werd aanvaard. Gelukkig was het geldautomaat en bijhorende redding nabij.

Het hotel zelf, DS Hotel Bad Bentheim, was een tikkeltje te rustiek en het was ook bloedheet op de kamer. Maar uiteindelijk betaalde ik niet zoveel, dus klagen is uit den boze. Het was een kwestie van goed drinken en zo goed mogelijk slapen om klaar te zijn voor de eerste en meteen de langste wandeling.

Het Marskramerpad: Wat?

De marskramer: Wat?

Het marskramerpad is genoemd naar een specifiek soort handelaar, of beter gezegd specifieke soorten. Want iedereen kan nog wel iets voorstellen bij een marskramer, een handelaar die onderweg is. Door mijn keuze voor dit pad ontdekte ik echter een specifieke geschiedenis, waarbij Duitsland en Nederland in de 16de en 17de eeuw (dus in feite de Republiek) de hoofdrol spelen.

Want, zo blijkt, zijn er enkele verschillende types. Zo zijn er de Hannekesmaaiers. Dit waren seizoensarbeiders uit het verarmde Westfaalse platteland die gingen werken tijdens de zaai- en oogstijd. De naam komt van “Hannes”, wat blijkbaar toen werd gebruikt om te verwijzen naar de Duitsers. Een andere bijnaam is iets specialer. Ze werden blijkbaar ook poepen genoemd.

Een tweede type is de Kiepenkerl. Dit waren marskramers die te voet door de Republiek trokken met een kiep (gevlochten mand) op de rug. Zij verkochten garen, knopen, naalden en kousen. Deze verkochten ze op strategische plekken. En ten slotte heb je ook nog de tödden. Deze specialiseerden zich dan weer in linnen en lappen.

Het Marskramerpad: Wat?

Toen ik besloot om er eens alleen op uit te trekken, voor het eerst, dacht ik dat Nederland wel een veilige keuze was voor mocht het tegenvallen. Aangezien ik met het Pieterpad al gefaseerd van noord naar zuid aan het wandelen ben, leek het mij leuk om het Marskramerpad te doen, een wandeling doorheen Nederland, maar dan van oost naar west.

Het pad (LAW 3) begint net over de grens, in het Duitse Bad Bentheim en eindigt 372 kilometer verder in Den Haag (meerbepaald aan de kust in Scheveningen). Doorheen de wandeling passeer je dus langs steden en plekken die terug doen denken aan de geschiedenis van de marskramers, maar ook van de handel in z’n geheel, denk maar aan de Hanzesteden.

Voor fans van het thema is er goed nieuws. LAW 3 maakt eigenlijk deel uit van een hele lang wandelroute, de E11, die helemaal doorloopt tot in de Baltische staten, meerbepaald tot in het Estse Tallinn. Er is ook een Duitse variant, de Töddenweg, en die loopt van Bad Bentheim door naar Osnabrück.

De gids raadt 20 etappes aan, doorgaans tussen de 16 en de 23 kilometer. Net zoals het Pieterpad met z’n noord-zuidas, zorgt ook deze manier van wandelen door Nederland voor heel wat afwisseling. Zo passeer je onder andere de Sallandse heuvelrug, de hoge Veluwe, de Utrechtse heuvelrug en het Rijnland. Heel wat te ontdekken dus!

Etappe 9: Hardenberg – Ommen (21 km)

🥾 Terrein:
Afwisselend terrein met grotendeels asfalt aan het begin, afgewisseld met gras- en zandpaden, waaronder twee stukken zandduinen bij de “Sahara van Ommen”. Af en toe lichte hoogteverschillen, vooral bij de kleine helling langs de Vecht. Veel wandelen vlak langs de rivier en door bossen zoals Hardenberg en Heetdelle.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • De Vecht als centrale waterweg, inclusief wildwaterkano-kansen en vistrap bij stuw Junne
  • Het dorp Rheeze met authentieke huizen en hoeves
  • Waterbeheerprojecten die de rivier laten kronkelen
  • Recreatiedomein en bossen Hardenberg & Heetdelle
  • De zandduinen van de “Sahara van Ommen”, een onverwacht natuurhoogtepunt

Afstand & duur:
21 km, redelijk vlak en iets meer dan een halve dag wandelen.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot matig. Weinig steile stukken, voornamelijk vlak terrein. Zandduinen zijn ietsje moeilijker begaanbaar.

Oordeel: 4,5/5

Na een geïmproviseerd ontbijt, wandelden we naar het station van Ommen en zo naar Hardenberg, voor onze laatste etappe van deze tweede ronde op het Pieterpad. Het was, na twee iets mindere dagen, een mooi einde van deze vijfdaagse, waarbij we in Hardenberg nog geholpen werden door een Skyrboost.

Water en bos

De Vecht was opnieuw de compagnon voor het eerste stuk en was zelfs nog wat prominenter aanwezig. Niet alleen was het er vaker wandelen in een rustig, natuurlijk kader, vlak aan het begin was er zelfs een wildwaterkano-opportuniteit, hoewel het echte wilde water eerder beperkt leek te blijven tot enkele meters.

Het eerste stuk ging nog grotendeels over asfalt, maar bood ook al mooie landschappen, met naast de rivier ook wat bossen en velden. Het bos van Hardenberg zorgde ook voor het eerste stuk schaduw van de bomen, al was het pad hier nog best hard (misschien een geval van nomen est omen). We passeerden ook nog ons eerste stukje zand van de dag en wandelden vervolgens door Rheeze, een klein maar mooi dorpje met heel wat authentieke huizen en hoeves.

Een kleine heuvel

Eens uit het bos kwamen we meermaals langs en over de Vecht in diverse vormen en stijlen. Zo was er het stuw van Junne, waarnaast ook nog een vistrap lag. Kort daarna zagen we een mooi voorbeeld hoe men de Vecht, in het kader van waterbeheer, opnieuw meer laat kronkelen. Een graspad naast de rivier leidde namelijk naar een kleine helling, ontstaan door het zand dat was weggegraven. En zo stegen de hoogtemeters significant.

We passeerden langs een recreatiedomein en gingen zo het volgende bos in, de Heetdelle. Hier zagen we Misha, onze Australische compagnon opnieuw. Gisteren hadden we elkaar door een andere timing gemist. Nu troffen we haar op een bankje en konden we het laatste stuk samen wandelen. Een fijn weerzien en leuk om samen te eindigen.

Eindigen in de Sahara

En dat einde was erg de moeite. Er waren twee stukken zandduinen, inclusief een omweg naar de Sahara van Ommen. Het klinkt misschien een beetje ridicuul, maar het is wel een prachtig stukje natuur en de extra meters waard.

Daarna was het via een fietspad naar Ommen, waar we afscheid namen van Misha en richting het station gingen, voor een lange rit met veel treinoverstappen, richting de regen die ons de voorbije dagen gelukkig was bespaard.

Op naar deel 3

Deze tweede reeks wandelingen op het Pieterpad waren absoluut de moeite, hoewel het tweeluik op dag drie en vier misschien ietsje minder was. Maar er blijft veel variatie zitten in de landschappen en wandelpaden en je passeert leuke plekjes en dorpjes. En zo zijn we toch al een hele hoop opgeschoten. Nog een vijftiental etappes te gaan!

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 8: Coevorden – Hardenberg (19 km)

🥾 Terrein:
Begint met stadsomgeving en stationsbuurt, daarna afwisselend natuur en industrie langs de Vecht. Het pad loopt regelmatig langs en over de rivier. Soms nat gras en wat modderige stukken, zoals bij de omweg naar het Joods bergje. Bosgedeelte in Engelandsche Bos biedt aangenaam wandelpad.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Molen ‘De Arend’ bij Coevorden
  • Poort van Drenthe (kunstwerk met grote stenen)
  • Gramsbergen: charmant centrum met kerk, Meibloomplein, aapjesstandbeeld, monument Slag van Ane, en moderne kunst
  • Joods bergje met begraafplaats, indrukwekkend uitzicht
  • Hardenberg: lange witte brug over de Vecht, kerkhof met Commonwealth-oorlogsgraven
  • Ommen: mooi stadscentrum langs de Vecht, molens, plaatselijk slot, Pinkstertulpenfestival, kinderboerderij

Afstand & duur:
19 km, afwisseling van stedelijke en natuurlijke stukken. Iets meer dan een dagdeel.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot gemiddeld. Geen zware beklimmingen, maar door natte stukken en gras soms iets uitdagender.

Oordeel: 3,5/5

Deze 4de etappe lag in lijn met deze van gisteren. Om het lichaam mee te krijgen was het dus belangrijk om dat ook te doen met de geest. En dus investeerde we in een ontbijt in ons hotel. Geen overbodige luxe. En daar waar we in een bijgebouw sliepen, kon het ontbijt wel degelijk genuttigd worden in het kasteel zelf. Daarna waren we klaar voor de op papier kortste etappe.

Industrie en natuur

Coevorden werd verlaten via de stationsbuurt en een wat drukkere baan, waarbij we botsten op een entertainmentcentrum dat nog volop koos voor een stereotype invulling van de cowboy en indianen-trope. Aan de overkant stond molen ‘De Arend’ trots. Kort daarna ging het naar een stukje natuur, met steeds aanleunend in de verte (of iets minder ver) industrie. Blijkbaar wilde men dit symbolisch scheiden door de Poort van Drenthe, een kunstwerk met grote stenen.

Van Drenthe naar Overijssel

Deze etappe betekende ook een andere symbolische overgang. We verlieten Drenthe en kwamen aan in Overijssel, en verwelkomde zo de Vecht, een rivier wiens loop doorheen de jaren serieus wijzigde. Het pad liep dus geregeld langs en over deze waterloop. En dat is altijd leuk.

Daarna volgde een passage door het verrassend mooie en charmante Gramsbergen, met een gezellig centrum. Tijdens het nuttigen van onze lunch op een bankje aan de kerk gingen de hemelsluizen voor het eerst volledig open. Een koppel en hun zoon keken smalend naar ons vanaf hun droge tafel in Harry’s, het caféetje dat over ons was gevestigd. Gelukkig was de nattigheid van korte duur en zetten we ons onversaagd door.

Via het gezellige Meibloomplein ging het verder naar onder andere een standbeeld met aapjes, een monument voor de slag van Ane (de Nederlandse Guldensporenslag!) en een fancy kunstwerk. Daar begon het opnieuw serieus te regenen. Ook dit was gelukkig van korte duur en het werd al snel heel zonnig.

Een leuk einde

Save the best for last. Het Engelandsche Bos was een klein bosje, met een aangenaam pad, dat deed terugdenken aan de eerste twee etappes van deze trip. Daarna gingen we nog even op een omweg, door het natte, hoge gras om de begraafplaats op het Joods bergje te bezoeken. Een bijzondere plek en een indrukwekkend zicht.

De intrede in Hardenberg was ook speciaal. Aan de Vecht stonden er hoge flatgebouwen en de rivier moest worden overgestoken via een lange, witte brug. Het centrum was wat minder charmant, al was er wel nog een iet of wat aangenaam kerkhof, met ook enkele oorlogsgraven van de Commenwealth. En dat trekt altijd aan.

We namen de trein naar Ommen. Dit was een veel leuker plekje. De Vecht stroomt door het centrum, met aan weerszijden mooie gebouwen en molens. Ook in het deel achter de Vecht is leuk vertoeven, met heel wat restaurants en cafétjes. Op weg naar het station passeerden we ook nog een plaatselijk slot, met Pinkstertulpenfestival, en een kinderboerderij. Een bijzonder stadje dus. Eind goed, al goed, en er werd pizza genuttigd!

Ons hotel, Hotel De Zon, was trouwens ook top. Een ruime kamer, met gratis update naar een kamer met mooi zicht. En dat klopte volledig.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 7: Sleen – Coevorden (21 km)

🥾 Terrein:

Afwisseling van bospaden, zandwegen en veel asfalt. Grote stukken langs kanalen: Jongbloedvaart en Verlengde Hoogeveensche Vaart. Laatste stuk grotendeels onverhard. Weinig zitgelegenheid onderweg, zeker voor rustige lunch.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Bruggetjes over de vaart (voor wat variatie)
  • Waarschuwingsbord voor een gevaarlijke buizerd
  • Klein Joods kerkhof
  • Plopsa Indoor met gigantische Maya de Bij
  • Watertoren van Coevorden
  • Park bij aankomst in Coevorden

Afstand & duur:

21 kilometer, vrij veel verhard wat effect heeft op tempo, maar iets meer dan dagdeel wandelen.

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door lange rechte stukken asfalt en wat monotone omgeving

Oordeel: 2/5

Deze ochtend geen ontbijt maar wel 2 koffiekoeken (voorverpakt) uit de Albert Heijn (sorry voor de product placement). Om 9 uur namen we de bus naar Sleen. De buschauffeur dacht dat ik naar Zweden wilde. Om maar te zeggen dat een gedeelde taal geen garantie is op vlotte communicatie. Om kwart na 9 konden we dus starten aan de derde etappe, de eerste met mijn compagnon.

Slenteren langs het kanaal

Vandaag zou het een dag zijn met een wat monotoner karakter, met een stukje zandweg, waar we Mish, de Australische Pieterpatter die ik gisteren had ontmoet, al snel opnieuw tegenkwamen. Zij wandelde de hele dag met ons mee. Dat hielp ongetwijfeld voor alle partijen om de wat saaiere stukken te animeren. Het gesprek ging dan weer wel alle kanten uit. Van Australië, tot wandelavonturen, tot de politieke toestand van Europa en Australië, maar even goed het eurovisiesongfestival.

Twee kanalen en een hoop asfalt

Na een stuk bospad, ging het dus naar het water, meer bepaald naar de Jongbloedvaart. Een groot stuk was, zoals al gezegd, langs een zanderig pad, wat nog aangenaam wandelen was. Maar daarna volgde een stuk asfalt langs de Verlengde Hoogeveensche vaart. Er werd af en toe van kant gewisseld via een brugje. Het moest zorgen voor een klein beetje afwisseling.

Daarna passeerden we enkele plekjes, zoals Holsloot, Den Hool en Dalerveen, waar de hoop op een picknickbankje de kop werd ingedrukt en we uiteindelijk onze lunch moesten nuttigen op een stukje gras naast de weg.

Een klein beetje beterschap

Het deel daarna zou opnieuw voor een groot stuk over asfalt lopen. Al waren er wel wat opvallendheden. Zo was er een waarschuwingsbord dat alludeerde op een gevaarlijke buizerd. Gelukkig geraakten we ongedeerd aan de overkant. Verder was er nog een klein Joods kerkhof en een Plopsa Indoor center met een reuzegrote Maya de Bij.

Het laatste stuk was grotendeels onverhard, maar de zon was inmiddels zo hard aan het schijnen dat ook dat heel erg pittig was. Daar moest nog wat extra asfalt naast de Stieltjes kanaal aan toegevoegd worden. Eens in Coevorden werd het leuker. Zo arriveerden we in het park en langs een mooie watertoren. Niet veel later werden we beloond op een terras met wat verfrissend bier en bitterballen. Een half uur later begon het te regenen. Even ontsnapt dus!

Stress bij het avondeten

Het avondeten was bijzonder. Tussen twee rokende Polen en een lange wachttijd in besloot mijn smartphone om even de geest te geven. De hamburger was gigantisch waardoor een dessert niet meer aan de orde was. Misschien zaten de nacho’s, ter ere van de derde wandeldag, er nog voor iets tussen. We verbleven in Fletcher hotel Kasteel Coevorden. Helaas betekende dat geen verblijf in het kasteel zelf, maar wel in een bijgebouwd. Maar met een ruime en nette kamer hadden we niet veel te klagen.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/