GR 128.5 Wetteren – Oudegem (27,5 km)

🥾 Terrein: Afwisselend – langs de nieuwe en oude Schelde, vijvers, drassige paden, jaagpaden en bosstroken. Ook stukken modderig en soms ondergelopen, met veldwegen en kleine dorpjes als Uitbergen en Berlare.

🏰 Bezienswaardigheden:
• Natuurgebied Kalkenmeersen met diverse fauna, waaronder de bruine kiekendief
• Oude Schelde, met een hersteld ecosysteem en bedreigende Chinese wolhandkrabben
• Gedenkplaat aan het veer van Schellebelle als memento mori
• Riekend Rustpunt, een van de kleinste musea van Vlaanderen
• Scheve Villa, een deels ingezakte oude hotelruïne
• Bareldonkkapel, ook bekend als Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën
• Veer van Appels met daarna manueel bediend voetveer en lange vlonderpaden in het zompige Berlarebroek

🗺️ Afstand & duur: Circa 27,5 km – een stevige dagwandeling met meerdere rust- en eetmomenten.

⛰️ Zwaartegraad: Matig tot pittig, door de lange afstand, wisselende ondergrond en enkele uitdagende modderige en natte stukken.

⭐ Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. Tijdens etappe 5 speelde water een absolute hoofdrol, met vooral dan de Schelde, maar ook enkele vijvers. En af en toe doken er ook wat meer morbide elementen op.

De nieuwe en oude Schelde

Deze vijfde etappe was met z’n 27,5 kilometer uit de kluiten gewassen maar had heel wat moois te bieden. Al vanaf het begin is het fijn wandelen. De skyline van Wetteren wordt via een zijweg verlaten en al snel zitten we in natuurgebied de Kalkenmeersen. Hier worden we geconfronteerd met een raar geluid. De vogelapp brengt geen soelaas, maar een bordje leert ons dat het om de bruine kiekendief gaat. Een van de vele dieren die onze dag zouden kleuren.

Op dit stuk maken we ook kennis met de Oude Schelde, dat opnieuw werd uitgegraven en zo de kans kreeg om een heel mooi en divers ecosysteem te creëren. En het was, met her en der bomen badend in het water, ook erg esthetisch. Dat ecosysteem is hier echter wat bedreigd, want blijkbaar zitten hier ook Chinese wolhandkrabben, exoten die je niet in je water wil hebben. Ondertussen kwam de kerk van Schellebelle dichter. Waarschijnlijk was het effect van het prachtexemplaar van Wetteren nog te groot, want het was een dikke tegenvaller.

Op deze plek, aan het veer van Schellebelle, vonden we ook een gedenkplaatje voor Raymond Goossens, een 75-jarige man die in 2017 in het donker tegen een slecht verlichte fietssluis reed en uiteindelijk overleed aan zijn verwondingen. Een memento mori. Uiteindelijk kwam er wel een verlichtingspaal waardoor het niet enkel bij de gedenkplek bleef, maar er wel degelijk een positief gevolg uit voortkwam.

Een pad onder water en een eindeloos Uitbergen

Het eerste stuk na Schellebelle gaat door op het elan van de start van de etappe. Eerst wordt gewandeld langs een verhoogde dijk. Even later ging het pad via trappen naar beneden en opnieuw langs een mooi, drassig landschap. Via een hekje ging het een weide in waar we, gelukkig vanop een afstand, een paar uit de kluiten gewassen koeien zagen. Later zou er nog een discussie opduiken of je liever een koe of liever een paard achter je had. Gelet op mijn ervaring met deze psychopaten op vier poten was mijn intuïtie correct en heb je toch maar liever een paard dat op je afstormt.

Meer avontuur was een goede tweehonderd meter verder te vinden. Een grote boom versperde een stuk van het bos dat volledig onder water stond. De logica leidde ons dus naar het andere pad, dat ook licht modderig was. Maar aangezien dat meer en meer verwilderd werd en ook moeilijker begaanbaar was het toch het moment om de GPX te raadplegen. Uiteindelijk bleek dat we toch voorbij de boom moesten. Omdat het niet wenselijk leek om het water te trotseren, keerden we op onze stappen terug en gingen we hier via een omweg op de dijk.

Deze moesten we blijven volgen en kregen al snel Uitbergen in het vizier, een troosteloze plek met een verwilderde ruimtelijke ordening en wat landbouwbedrijven. Ook de Schelde is hier ietwat troosteloos, misschien door het wat grijze weer. Gelukkig konden we na een tijdje toch het jaagpad verlaten en een bos in. Kort daarna kwamen we uit bij het Riekend Rustpunt, vroeger een gebouw boven een sluis, vandaag een van de kleinste musea van Vlaanderen. Ook de Scheve Villa, een oud hotel dat deels weggezakt is in de turfgrond was een opvallend gebouw.

Bevers in Berlare

Kort daarna komen we aan het Donkmeer, waar we een hele beestenbende zien. Zo spotten we een reiger, aalscholvers, koeten en een fuut. Maar het meest opvallend is het dier dat we niet zien, de bever. Blijkbaar is Berlare een plek waar de bever terug graag in het wild vertoeft. Her en der zien we het resultaat van hun knaagwerk.

Het Donkmeer zelf is ook leuk, maar met mooier weer zou het ongetwijfeld meer tot z’n recht komen. De villa’s aan de overkant van het water daarentegen zijn los van elke weeromstandigheden veel geld voor wat het is. In Overmere-Donk hadden we onze hoop nog gevestigd op een winkel of bakker, maar helaas. Mijn wandelgezel moest dus nog even zonder een volwaardig middagmaal.

Wel een echt hoogtepunt, ook architecturaal, was de Bareldonkkapel ook wel gekend als de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. Vanbinnen is het wat donker en spaarzaam gedecoreerd, maar het is wel een opvallend gebouw. Dat kan je ook zeggen, maar niet op de goede manier over de Festivalhal met een belachelijke grote buitentribune.

Vreemde landschappen

Na een stukje door de verkavelingen van Berlare is het terug tijd om de natuur in te duiken. Eerst gaat het langs een bospad, waarbij het bos zelf privégebied is. Het is op zich al een gek gegeven, maar zeker als er af en toe ook nog bamboe opduikt. Iets leuker is het Berlarebroek, dat ook bijzonder aandoet, met eerst de bomenrij in de verte en daarna de combinatie van een schijnbaar zanderig pad en een wat desolate omgeving.

Ve(e)rtier

Hoewel het stuk erna ietsje minder was, met toch nog vrij veel asfalt door een eerder typisch landbouwlandschap, wachtte er toch nog een resem hoogtepunten op ons. Eerst was er de onverwachte gedenksteen voor Emmanueel Abbeel, een man die in 1804 in de buurt zou zijn doodgeslagen met een spade. In een andere versie werd zijn hoofd ermee afgestoken voor een gouden ketting, maar dat lijkt een nogal vreemd accessoire voor een vroeg 19de eeuwse werker.

Omdat we net het uur voor het veer van Appels hadden gemist, gingen we even binnen in het Veerhuis. Aanvankelijk waren de blikken achterdochtig in het café dat opvallend gevuld was voor een dinsdagnamiddag. Maar na een lekkere chocomelk en een hele grote wafel was bleek het een excellente keuze te zijn. Een collega-wandelaar deed zelfs zijn eigen wandelavontuur uit de doeken.

Net op tijd voor het veer maakten we de oversteek, een leuke ervaring, hoewel het maar om en beide drie minuten duurden. Zonder het goed door te hebben was er nog even verder een voetveer, waarbij we zelf nog de nodige manuele kracht moesten gebruiken. Dit laatste stukje natuur was ook nog best leuk, met een heel lang vlonderpad door het zompig gebied.

Oudegem

Onze eindbestemming was station Oudegem. Aangezien we maar een trein op het uur hadden en het vanop een afstand niet leek dat het een place to be was, mondde het toch opnieuw uit in een versneld afhaspelen van de laatste 2,5 kilometer. Eerst door sneller te wandelen, dan door wat te joggen en vervolgens door een volwaardige sprint, om zo niet voor een gesloten bareel te staan. Hijgend maar tevreden haalden we zo de trein en konden we deze lange, maar gevarieerde wandeldag afsluiten.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

GR 128.3 Drongen – Gent-Dampoort (16 km)

🥾 Terrein:
Een mooi opgebouwde route die start in landelijk gebied en eindigt in een historische binnenstad. De eerste helft is puur natuur (dijken, onverharde paden, Leie-oevers), de tweede helft wisselt af tussen stadsparken en drukke centrumstraten. De Karel Sabbeberg (38 m) zorgt onverwacht voor wat kuitenwerk.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Kerk en Oude Abdij van Drongen
  • Leie-oevers, veer van Afsnee
  • Natuurgebied De Assels
  • Blaarmeersen + Karel Sabbeberg / uitkijktoren
  • Centrum Gent: Oud Justitiepaleis, Pand, Graslei, Korenlei, Sint-Niklaaskerk, Sint-Baafskathedraal
  • Porta Ganda en Zwembad Van Eyck (Art Deco, maar niet visueel indrukwekkend)
  • Visserijvaart en Sidonie Verhelststraat (historisch interessant)

Afstand & duur:
Ongeveer 16 km GR + 2 km extra naar station. Een goed gevulde wandeldag met veel stops en visuele afleiding. Geschikt voor een volledige dag, zonder oververmoeiend te zijn.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot gemiddeld. Ondergrond is grotendeels vlak en vlot begaanbaar. Oriëntatie in het centrum vraagt wat extra aandacht. Karel Sabbeberg is het enige noemenswaardige hoogteverschil.

Oordeel: 3,5/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef voor het grootste stuk in de Leiestreek. Maar gaandeweg werd de rustige natuur ingeruild voor het historische centrum van Gent.

Een gezellige wijk en gekronkel langs de Leie

Vanaf het station van Drongen kom je snel in het gezellige centrum van Drongen, waar de mooi uitziende kerk van ver de aandacht trekt. Binnenin is het misschien net iets minder indrukwekkend. We passeren ook de gebouwen van de Oude Abdij, een indrukwekkend complex dat wel niet vrij te bezoeken is. De dekolonisatiebeweging is hier halvelings gepasseerd. Aan de kerk is de kleine gedenksteen voor landbouwopzichter Adolf Lootens, voor zijn beschavingswerk, veranderd. De Drongense kolonialist wordt vandaag onbedoeld geprezen voor zijn betuttelwerk.

Al snel pikt de GR op waar het vorige keer is geëindigd, namelijk voornamelijk onverharde en aangename paden langs de Leie. Het deed soms wat denken aan het stuk in Sint-Martens-Latem, alleen in een iets minder exclusieve versie. De indrukwekkende nieuwbouwwoningen werden afgewisseld met iets minder verfijnde en oudere woningen. Op de Leie zelf worstelde een groep scholieren met hun kajak, de een al wat beter en gemotiveerder dan de ander.

Dit stuk bracht drie hoogtepuntjes voort. Ten eerste was er het veer van Afsnee, waar vooral de plaatselijke kerk fotogeniek stond. Ten tweede was er de zeer kleine zij-uitstap, van weliswaar enkele meters, naar natuurgebied De Assels, van waaruit de eerste torens van Gent zichtbaar werden. En dan was er nog wat vogelvertier, eerst met een Zwartkop (met dank aan de vogel-app), maar vooral met een koekoek die we wel duidelijk hoorden, maar helaas niet zagen.

De Blaarmeersen en de Gent Mountain Trail

Even later ga je via de Blaarmeersenbrug over de Ring van Gent en de Ringvaart. Niet veel later kom je in de Blaarmeersen, het recreatief domein dat af en toe in het nieuws komt en niet altijd op de beste manier. Vandaag was het echter kalm. Toen we aankwamen werden we door een jonge vrouw meteen richting een uitkijkpunt geleid. Het bleek om een uitkijktoren op de Karel Sabbeberg te gaan.

Karel Sabbe is de ultraloper die in 2023 de Barkley Marathon uitliep als 17de loper ooit. Maar de reden dat hij zijn eigen berg (38 m) op dit domein kreeg was omdat hij in 2016 het record op de Pacific Crest Trail op zijn naam schreef en twee jaar later hetzelfde deed met de Appalachian Trail. Hij bereidde zich voor door de huidige Karel Sabbeberg 100 keer per dag op en af te lopen. Indrukwekkend en welverdiend. Maar geef mij toch maar gewoon wandelen. Desalniettemin was het zicht op de toren best leuk en de tip van de Gentse local dus zeer welgekomen. En het deed de hoogtemeters verviervoudigen.

Een tocht door de geschiedenis

Het natuurgedeelte was bijna achter de rug. Niet veel later voerde de Leie naar het centrum van Gent, waar de ene bezienswaardigheid de andere opvolgde. Via het Oud Justitiepaleis en het Pand ging het naar de Sint-Michielsbrug en de Gras- en Korenlei. Ook was het een goede gelegenheid om een bezoek te brengen aan de Sint-Nicholaaskerk en de Sint-Baafskathedraal, weliswaar zonder Lam Gods.

Op deze woensdagnamiddag was Gent een mix van jonge leerlingen, studenten en een hele hoop toeristen. Met een wandeloutfit wijk je wat af van de rest. En ook in deze binnenstad leek het even alsof de GR een imaginair pad was. De rood-witte markering was iets moeilijker te vinden en af en toe moesten we op onze passen terugkeren of het pad terug oppikken.

Vaarwel Leie, hallo Schelde

De doortocht door het centrum van Gent duurt niet te lang en dat betekent ook een afscheid van de Leie. Die vloeit namelijk in de Schelde in de Porta Ganda, de nieuwe jachthaven waarvan de naam wat blitser is dan de plek zelf. Hier is het Zwembad Van Eyck, dat in de gids werd aangekondigd als een Art Deco gebouw. Ook dat was eventjes verwarrend, aangezien je eerst de moderne aanbouw ziet. Het gebouw zelf is helaas ook niet meteen het meest indrukwekkend.

Even dreigt het weer toch nog om te slaan en begint het te druppelen, maar uiteindelijk blijft het droog. En dat is fijn want de laatste passage, richting Gentbrugge. Het kleine padje langs de Visserijvaart voert langs de achterkant van de huizen, waarvan sommige modern en gerenoveerd zijn. Een laatste hoogtepunt is de Sidonie Verhelststraat. Neen, geen familie. Ze was de eerste vrouwelijke studente aan de UGent en koos voor Natuurwetenschappen. Ondanks de onderscheiding in de tweede kandidatuur zou ze wel stoppen en dus niet de eerste vrouw zijn die afstudeerde.

Een kort stukje voert naar een brug over de Schelde. Die ziet er hier nogal pover en mistroostig uit. Maar, nu we het stuk GR 128 in Leiestreek achter de rug hebben, zal de Schelde het volgende stuk die rol overnemen. Er is dus nog ruimte voor herkansing. Daarmee was de 16 km afgelopen en was het een goede 2 kilometer noordwaarts richting Gent-Dampoort, om daar met de trein terug te keren.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

GR 128.2 Deinze – Drongen (24 km)

🥾 Terrein:
Grotendeels verhard – vooral tijdens het middengedeelte in de villawijken – met her en der zachtere paden langs de Leie of in de natuurgebieden. Technisch nergens moeilijk, al zijn modderige zones mogelijk in de Latemse Meersen. Beweeglijk parcours: van industriële zones tot weidse woonwijken, pittoreske dorpskernen en rivierpaden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Sas van Astene en bijhorende sasmeesterwoning
  • Kasteel van Ooidonk (zichtbaar vanop afstand)
  • Drie kerken: Bachte-Maria-Leerne, Sint-Martens-Leerne en Deurle
  • Deurle: charmant en witgekalkt dorpscentrum
  • Veer van Baarle: praatgrage veerman en mooie pauzeplek
  • Latemse Meersen: moerassig natuurgebied, bron van inspiratie voor kunstenaars
  • Sint-Martens-Latem: centrum van kunsthistorie met galerijen en museum
  • Koutermolen en Goedingebrug: historisch en industrieel erfgoed
  • Beelaartmeersen en Hoge Laak: slot langs groene Leieoever met luxe uitzicht

Afstand & duur:
Ongeveer 24 km. Zeker met sightseeing, veerpontpauze en eventueel musea is dit een dagvullende etappe. Voor wandelaars met een strakke timing: reken voldoende marge.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig, vooral door de lengte en het stevige slot. Overwegend vlak, maar door de afstand en de variatie in ondergrond vraagt het wel energie. Een goede wandeldag dus, met veel afwisseling.

Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt. De tweede etappe bleef in de Leiestreek. Tussen Deinze en Drongen volgen de kleine dorpjes elkaar op.

De Leie part one

Vanaf het station van Deinze is het een goede driehonderd meter om terug op de GR 128 te geraken. Het begint waar het vorige keer eindigde, namelijk aan de Leie. Die zou de hele dag komen en gaan. Op dit eerste stuk is het minder gezellig. Het volgt voor een groot stuk een industriezone waarbij oudere en moderne fabrieken elkaar afwisselen. Een eerste “hoogtepuntje” is te vinden aan het Sas van Astene, die dateert van 1861. Aan de overkant is er nog een oude sasmeesterhuis is er ook nog een museum en een café. Maar wij volgden het jaagpad verder.

Het tweede hoogtepunt mocht er helemaal zijn. Door de bomen is het Kasteel van Ooidonk te zien, een kasteel in Vlaams-Spaanse Renaissancestijl. Het werd in 1595 herbouwd en werd daarvoor nog bewoond door Filips van Montmorency, de graaf van Horne, die in 1568 werd onthoofd op de Brusselse Grote Markt. Vandaag is het nog steeds in adellijke privéhanden, al kan je vanop een afstand gebouw en diverse bijgebouwen bewonderen.

Kleine dorpjes en vele kerken

Na een afstandelijk bezoek aan het kasteel, gaat de GR 128 langs drie kleine gehuchten. Het eerste is Bachte-Maria-Leerne, met een gezellige dorpskern aan de plaatselijke kerk, waar vooral de glasramen de moeite zijn. Even verder, op een drukke steenweg, ligt de tweede kerk, deze van Sint-Martens-Leerne. De kerk is vanbinnen waarschijnlijk iets mooier, maar de alienachtige figuren op de glasramen zijn dan weer wat bizar.

Een brug over de Leie voert naar het mooiste dorpje van de drie. Deurle heeft waarschijnlijk de mooiste kern van de drie, met een straat vol mooie, witte huizen. Dit is ook het begin van een tocht langs villa’s en kasten van villa’s. De kerk van Deurle is dan weer eerder spaarzaam en doet wat Protestants aan, waardoor deze van Bachte-Maria-Leerne uiteindelijk tot winnaar van de drie.

How the other half lives

Na het stuk Deurle gaat de GR voor het grootste stuk over verharde lanen en dreven. Aan weerszijden vallen steeds grotere huizen te bewonderen. Het zou Vlaanderen niet zijn mocht het niet heel eclectisch zijn, met landhuizen afgewisseld met moderne glazen gebouwen en af en toe ook lelijke, maar opnieuw uit de kluiten gewassen, betonnen constructies.

Het is een bijzonder stuk, vooral omdat het lange tijd door eenzelfde soort woonwijk gaat. Je kan je de ogen wel de kost geven, maar het is toch iets anders dan met een mooi landschap, een pittoresk riviertje of een gezellig dorpsplein. De hekken en hagen volgen elkaar op. Dat verandert wanneer je een graspad langs de Leie volgt. Aan de overkant zie je nog steeds grote huizen, maar de setting, vlak aan het water geeft het geheel extra cachet.

Kunstenaars

Daarna volgt nog een tweede leuk stuk. Dat begint aan de veerpont van Baarle, waar drie banken een ideale lunchplek vormen. Bij aankomst werd een groep fietsers net over de Leie gevoerd. De veerman was tijdens het kuisen van zijn aanlegsteiger best praatgraag. Hij wist te zeggen dat de steiger best glad was en enthousiaste fietsers gevaar liepen om tegen de grond te gaan als ze niet afstapten en dat door het regenweer het water zo hoog stond dat de veer niet kon uitvaren omdat het boven het hout van de steiger uitkwam.

Na deze deugddoende pauze volgde opnieuw een stuk langs grote huizen, met onder andere het ereconsulaat van Namibië in the middle of nowhere, Kort daarna volgt wel nog een stuk ongerepte natuur. De Latemse Meersen is een natuurgebied met enkele waterloopjes dat door de omstandigheden vrij moerassig aandoet. Het was blijkbaar ook het inspiratiegebied van de Latemse kunstenaar Albijn Van den Abeele.

Er komt daarna nog artistiek verantwoorde passages want ook het centrum van Sint-Martens-Latem wordt aangedaan. Naast dure en gigantische huizen wordt dit uiteraard ook vandaag nog geassocieerd met de twee Latemse scholen, met kunstenaars als Gustaaf De Smet, Gustave van de Woestyne en Constant Permeke. Ook vandaag is er nog kunst te zien in het plaatselijk museum en in de exclusievere galerijen.

Rennen naar Drongen

En dan is er nog een goede drie kilometer tot station Drongen. In eerste instantie kunnen we nog de Koutermolen bewonderen. Deze dateert van 1614 en werd in 1977 gedemonteerd en op deze plek gezet. Daarna gaat het opnieuw door een chique wijk met hoge heggen en poorten. Het contrast met de drukke E40, die even verder wordt opgezocht kan niet groter zijn.

Na een tijdje deze te volgen op een asfaltbaan, gaat het via de bijzondere Goedingebrug naar de andere kant van de Leie. Deze brug gaat onder de E40 en je hoort het dus letterlijk rammelen. De Leie wordt dan nog gevolgd in de natuurlijke setting van de Beelaartmeersen en de Hoge Laak. Ook hier zijn aan de overkant prachtige huize aan de rivier te vinden, met zelfs een mini-jachthaven. Om toch onze trein te halen werd het laatste stuk in Drongen al lopend afgelegd. Een pittig einde van een bijzonder etappe op de GR 128.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/