Dag 11: Gare de Cassagnas – Saint-Germaine-de-Calberte

Het groene hartland

Nog 23 km te gaan – 28.020 stappen gezet (22 km, waarvan 14 km op de GR 70) 

570 m gestegen, 774 m gedaald

Gare de Cassagnas (693 m) – Col de la Pierre Plantée (891) – Saint-Germaine-de-Calberte (480 m)

Een rustige wandeling met drie ijkpunten

Deze voorlaatste etappe was kort en krachtig, met eerder gestaag klimwerk. Het was vandaag een goede 15 kilometer. Na reeds 200+ kilometer op de teller wordt dat al snel aanzien als een rustige wandeldag. Het grootste deel ging dan ook langs comfortabele, brede bospaden, met af en toe, doorheen de bomen, zicht op de heuvels van de Cevennen.

Slechts drie keer werd dit stramien doorbroken. De eerste keer gebeurde dit door het nemen van een korte, maar vanzelfsprekende omweg. We hadden deze zelf ingecalculeerd. Het pad leidde namelijk naar een monument voor de Camisards, opgericht ter ere van de 100ste verjaardag van het edict van religieuze tolerantie uit 1789.

De hardnekkigheid van de camisards in het aanschijn van de katholieke repressie is het beste bewijs dat onderdrukking van ideeën, indien eenzijdig en/of manu militari, enkel zorgt voor een hardnekkiger omarmen van deze ideeën en een nog stevigere verstrengeling met de eigen en collectieve identiteit. Het zegt veel dat Robert Louis Stevenson de protestantse verzetslieden zelf met enige bewondering bekeek.

Het tweede breekpunt, iets kleiner en bescheidener, was de Col de la Pierre Planté, waar een oude monoliet staat, op een goede 891 meter hoogte. Dit was de laatste keer dat we deze hoogte zouden bereiken op dit pad.

En de derde keer dat landschap en wandelweg veranderden was bij de afdaling naar Saint-Germaine-de-Calberte zelf, wat verliep langs een kronkelend, met stenen bezaaid bospadje. Stevenson schreef dat het dorpje hem overviel en ik begrijp hem. Na een goed half uur dalen en zigzaggen zie je plots huizen en indrukwekkende terrassen op de heuvelflank.

Aan de ingang van het dorp was er enige consternatie. Een wandelaar had zijn portefeuille op een bankje, ergens in het bos, laten liggen. Naar alle waarschijnlijkheid had hij dit pas enkele kilometers later ontdekt, waarna een flinke dosis wanhoop volgde en heel misschien de nuchterheid en moed om terug te keren. De portefeuille werd ergens in een café afgegeven ter bewaring. Of portefeuille en eigenaar herenigd werden weet ik niet.

Saint-Germaine-de-Calberte

Saint-Germaine-de-Calbert is een klein dorpje met enkele pleintjes, een schattige mairie en een 12de eeuwse kerk waar abbé Chaylee, de man die in le Pont-de-Montvert werd vermoord, begraven ligt, al werd er geen aparte tombe aan de man gewijd. Saint-Germaine mag dan wel een katholiek bolwerk in de Protestanse regio zijn, in de Cevennen is de man toch een beetje wat de hertog van Alva bij ons is.

In ons verblijf, Au Figuier des Cévennes, kregen we de l’Adrech-kamer, wat blijkbaar het Occitaanse woord is voor behendig, knap of in een zon badende flank. Misschien betekent het nog iets anders ook. De Stevenson-kamer had in ieder geval wat makkelijker geweest om te verklaren of uit te leggen.

Na de installatie en de douche deden we de historische wandeling door het dorpje, wat opzienbarend interessant was. Van de katholieke kerk ging het naar de protestantse kerk, de zijdefabriek en het oude gedeelte van het dorpje. Verder leerden we ook nog bij over hoe een hele hoop Joden hier werden gered tijdens de tweede wereldoorlog en kregen we nog wat info over het verblijf van Stevenson. En dan was er nog een wandeling door de fotogenieke terrassen.

Voor de tweede avond op rij konden we buiten eten. Een gezellig diner, in eerste instantie opgevrolijkt door Julie, een aandachtshongerige kattin, en een oude labrador die enthousiast werd van de geur van onze kip. Daarna volgde nog een aangenaam gesprek met een koppel uit Dinant die vaak hun vakantie doorbrengen in de Gard. Ze vertelden het verhaal van het kasteel van Calberte, dat in de jaren 60 werd gekocht en waar men 50 jaar lang elke zomervakantie nuttigde om het kasteel herop te bouwen. De stenen waren er nog, het was een kwestie van ze precies terug te plaatsen. Fijn, een conversatie met onze zuidelijke landgenoten.

Het eten

Charcuterie van de terroir, kip met frietjes en een appeltaartje

Het verblijf

Een hele ruime kamer en badkamer, met zelfs een klein keukentje. Alleen jammer van de eenpersoonsbedden!