Wandeldag 2: Kurort Rathen – Königstein

🥾 Terrein:
Afwisselende etappe met enkele pittige klimmetjes en rotsachtige passages. De eerste helft is gevarieerd met trappen, smalle paadjes, stalen brugjes en prachtige panorama’s. De tweede helft brengt bredere bospaden, tafelbergen met korte beklimmingen, en open veldwegen richting Königstein. Technisch niet extreem, maar af en toe flink klimmen en dalen, vooral op Rauenstein. Goede wandelschoenen en conditie aanbevolen.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Basteibrug – hét symbool van de Malerweg, indrukwekkend rotsdecor
  • Ruïne van Neurathen – rotsachtig kasteel via stalen bruggetjes
  • Steinerne Tisch – historische jachtplek van Saksische keurvorsten
  • Stadt Wehlen – charmant stadje met marktplaats en burchtrestant
  • Ferry over de Elbe – kort ritje met een ‘Neins’-waardige overtocht
  • Rauenstein – spectaculaire tafelberg met ladders, trappen en uitzichten
  • Mausoleum en uitkijkpunt – verrassende rustpunten in tweede helft
  • Festung Königstein – imposante vesting bovenop het plateau

⏳ Afstand & duur:
± 18,5 km (volgens GR), ca. 6 uur wandelen incl. pauzes en bezoeken

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Door de rotsformaties, trappen, stijgingen en afdalingen een fysieke dag. Vooral het stuk rond Rauenstein vraagt enige (beperkte) behendigheid. Mooie balans tussen uitdaging en beloning.

⭐ Oordeel: 4,5/5

Vandaag stonden enkele vooraf aangekondigde hoogtepunten op het menu. Onze ervaring gisteren leerde ons dat het dus opletten was voor de gemotiveerde dagtoerist. Dat was zeker het geval voor de iconische Basteibrug. En dus was het een zaak om vroeg genoeg te vertrekken. Na een vroeg ontbijt konden we ze om iets na acht Rathen achter ons laten.

Het Malerwegicoon en een bijzondere kasteelruïne

Een korte klim bracht ons naar de Basteibrug, met een prachtig uitzicht op enkele indrukwekkende rotsformaties en het omliggende landschap. Bij de aankomst was er nog amper volk te bespeuren. Tien minuten later was de situatie al heel anders. Onze keuze bleek strategisch de juiste. Zo konden we genieten van dit hoogtepunt, waarbij je je op de grote brug tussen het impressionante landschap heel klein en nietig voelt.

Onze wandelbeschrijving stuurde ons vervolgens naar het zielloze horeca-complex, al leek het mij nog de bedoeling om ergens een panorama op de brug te kunnen scoren. We keerden dan ook terug en kregen zo het gekende adembenemende uitzicht dat menig promofoto siert. Het gaat natuurlijk niet altijd over de foto’s en de panorama’s, maar deze was wel ongelofelijk mooi.

Nu we toch opnieuw aan de brug waren, gingen we nog een klein beetje verder richting ons beginpunt, waar de restanten van een opzienbarend kasteel staan. De ruïne van Neurathen was te bezoeken via een wirwar aan stalen bruggen, sommige met wat meer afgrond dan andere. In ieder geval was het een kort maar leuk bezoek aan een knap staaltje kasteelarchitectuur, ingebed in de rotsen.

Nog sprookjesachtiger

Na de beide kleine maar meer dan terechte zijsprongen gingen we opnieuw langs Bastei en zo wat weg van het toeristengevoel, tot aan de Steinerne Tisch, waar de Duitse uitleg vaagweg iets zei over keurvorsten en jachttradities. De collectie stenen kon op een ander moment zeker een geschikte picknickplek aanbieden, maar we waren nog maar net op pad.

Daarna volgde een passage die deed denken aan het stukje na Hohnstein, alleen was het allemaal nog grootser, schoner en majestueuzer. De rotsen torenden boven ons uit, vaak mossig. Indrukwekkende boomstammen lagen geknakt op de heuvelrug. Bijna elke rots was fotogeniek. Het was een hele (natuur)ervaring om hier te wandelen.

Een tweede burcht en een rotsige tafelberg

Een kort stukje asfaltering bracht ons naar het gezellige plekje Stadt Wehlen. Ook hier konden we langs restanten van een burcht wandelen. Al was deze iets minder goed bewaard en waren ligging en uitzicht wat minder spectaculair. Na een korte pauze op het marktpleintje van Wehlen namen we de ferry. Anders dan gedacht was onze gastenkaart van het hotel niet geldig op deze ferry, wat nogal onvriendelijk door de bestuurder (met twee “neins”) werd duidelijk gemaakt. Zo betaalden we elks €1,80 voor een tochtje van maximum 30 meter.

Na de Elbe even te volgen aan de overkant was het opnieuw klimmen geblazen. In eerste instantie leek het een naar lokale wandelnormen bescheiden vervolg te worden op een aangenaam bospad. Maar dat was zonder de passage over de tafelberg Rauenstein gerekend. De wandeling voerde ons over en tussen de rotsen met stenen en ijzeren trappen en rotsige passages, af en toe met hulp van een railing.

Het aantal dagtoeristen maakte duidelijk dat dit zeer populair was, maar de uitzichten waren dan ook opnieuw fenomenaal. Na een langere stukje ijzeren trap naar beneden ging het via een breed pad tussen de weiden naar het kleine dorpje, Weißig, dat vandaag dienst deed als lunchplek van de dag.

Daarna volgde een tweede stukje veldweg, met geurige bloemen, en nog een bospadje dat langs een klein mausoleum en een uitkijkpunt leidde. Het kleine dorpje Thurnsdorf werd nog doorkruist op weg naar ons eindbestemming van de dag, Königstein en de vestingsburcht die we al meerdere malen in de verte hadden kunnen observeren.

De vesting en het afgelegen verblijf

Daar kwamen we via een stijgend bospad, een drukke parkeerplaats en ons hotel Landgasthof Neue Schanke aan. De vesting zag er op de rots indrukwekkend uit en we hadden deze van ver al langs alle kanten mogen bewonderen. Binnenin was het gigantisch en soms een beetje verloren lopen, al waren er wel enkele specifieke hoogtepunten zoals de muurschildering in het kerkje, het frivole schloss Frederick, de diepe waterput en de steeds groter wordende wijnvaten (die wel snel kapot gingen). Toch was het een beetje te prijzig.

En bij het verlaten van de burcht begon het plots stevig te regen. We konden even wachten om relatief droog het hotel te halen. Het ligt aan de andere kant van de heuvel en dus wat weg van het dorp zelf. Daarom, en ook door onze moeheid en onze bescheiden middagmaal, besloten we de lokale hapsnap te nemen. De schnitzels met frietjes waren niet al te hoogstaand maar het vulde. En dat er een dode wesp in mijn glas lag, vakkundig met een lepel verwijderd door de kok, zullen we maar even door de vingers zien.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 1: Bad Schandau – Kurort Rathen


🥾 Terrein:
Gevarieerde en pittige start van het Malerweg-traject. Stevige stijgingen en afdalingen, met enkele technische passages via trappen, smalle doorgangen en rotspaadjes. Eerste deel bestaat uit rustige boswegen, veldwegen en dorpjes. Tweede helft veel avontuurlijker met trappen, bruggetjes, rotsplateaus en een kloof. Goed begaanbaar, maar fysieke basisconditie is vereist.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Zicht op Lilienstein en Königstein – iconische panorama’s op bekendste rotsmassieven van de regio
  • Rotsformatie Drakenkopf – natuurkunst met een mythisch kantje
  • Dorpje Hohnstein – charmant met zicht op de burcht, goed voor lunchstop
  • Sprookjesachtige boskloof – watervalletjes, bruggetjes en romantische sfeer
  • IJzeren trap door kloof – spannende passage, krap maar memorabel
  • Hockstein – uitzichtpunt met zicht op Hohnstein en omgeving
  • Amselsee – recreatiemeer met bootverhuur
  • Kleine Bastei – minder druk, wel prachtig zicht over Elbe en omgeving

⏳ Afstand & duur:
Ca. 20 km – 6 à 7 uur wandelen, afhankelijk van tempo en pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door het hoogteverschil, de langere afstand en de technische passages met trappen en smalle doorgangen. Niet extreem technisch, maar zeker uitdagend voor de beginnende wandelaar.

⭐ Oordeel: 3,5/5

Vandaag begonnen we eindelijk met het wandelgedeelte, het eerste stuk van een vijfluik. Eerst was het dus aan een vroeg ontbijt om ons goed op weg te zetten. Dat lukte dit keer zonder ongelukken en brandalarmen. Nog wat boodschappen later konden we ons aan de wandeling zetten, een goede 20 kilometer.

Velden en uitzichten

Goed begonnen is half gewonnen, en dus klommen we meteen een kort maar stevig pad naar omhoog, eerst verhard, daarna door een stukje bos. Bad Schandau werd al snel achter ons gelaten. Niet veel later kwamen we aan op een plateau met zicht op de rotsformatie Lilienstein en onze bestemming van morgen, Königstein, met z’n imposante vesting.

Vervolgens ging het naar twee kleine dorpjes. Rathmansdorf bereikten we via een bospadje, voor Porschdorf klommen we eerst omhoog, weg van de weg, om daarna stevig te dalen. Hier zagen we een brug in opbouw, wat ons opnieuw deed afvragen waarom ze geen bruggen over de Elbe bouwen, maar kiezen voor de ferry.

Een mooi pad en honderden treden

Kort na dit tweede dorp volgende we een pad met veel kleine trapjes, bruggen en boomwortels, dat parallel aan de weg bleef lopen. Aan onze linkerkant begonnen de rotsen en bomen echter boven onze hoofden te torenen. Dit was slechts een voorsmaakje van onze beklimming van de dag. Volgens onze gids moesten we +- 800 treden zien te overwinnen om Brand te bereiken, daarmee en goede 150 meter stijgen.

Het gedeelte daarna ging eerst via een kiezelpad tussen de bomen. Maar vanaf dan waren we wel eindelijk de Malerweg aan het volgen. Na een korte poos zagen we opvallend meer wandelaars (maar 99 % in de tegenovergestelde richting zagen). De bosomgeving werd indrukwekkender, met grotere rotsformaties en diepere hellingen. Ook zagen we de Drakenkopf, een rots die doet denken aan, wel ja, een drakenkop.

Na nog wat gekronkel doorheen de bossen, besloten we het dorpje Hohnstein te bezoeken en daar ons middagmaal te verorberen. Het dorpje was wel schattig, maar minder idyllisch dan we ons op basis van het klokkengeluid in het bos hadden voorgesteld. Boven ons torende Schloss Hohnstein hoog boven de huizen uit. Maar omdat we nog best wat moesten afwandelen, lieten we die beklimming voor wat het was.

Sprookjesachtige natuurpracht

Het eerste deel was mooi, maar vanaf Hohnstein begon de natuurpracht echt. De rotsen en beboste heuvels werden nu vergezeld door stroompjes, watervalletjes en zelfs een keer een Romantisch ogend bruggetje boven onze hoofden. Een sprookjesachtig tafereel. Uit het bos kwamen we in Polenstal, dat enkel leek te bestaan uit een pension.

Een volgend hoogtepuntje bood zich al snel aan. De trappen doken weer op. In het begin was dit nog een combo van hout en aarde, een beetje later hout en dan moesten we een ijzeren trap op door een smalle kloof. Vooral het betreden van de ingang was zelfs met onze bescheiden dagrugzak even wringen. Ik vroeg me af welk kunst- en vliegwerk nodig zou zijn met een volwaardige trekrugzak.

Hierna kwamen we aan de Hockstein, een plateau met uitzicht over de omgeving, waaronder het dorpje Hohnstein en z’n burcht. Het laatste stuk van de wandeling was een makkelijk pad door het bos. De exponentiële toename van medewandelaars verraadde de nabijheid van onze eindbestemming.

Recreatiemeer en een klein panorama

Deze begon met een passage aan de Amselsee, geen idyllisch meertje maar wel een paradijs voor waterplezier, met heel wat roei- en peddelboten. Nog een halve kilometer later kwamen we aan in Kurort Rathen, populaire als uitvalsbasis voor de befaamde Basteibrug. Dat maakten de vele toeristen alvast duidelijk.

We besloten om een klein ommetje te maken naar de kleine Bastei, een uitkijkpunt naar de andere kant van Rathen, de Elbe en opnieuw de Lilienstein en een stukje Konigstein. Na dit extra uitje ging we naar ons hotel Amselgrundschlossen. Niet veel later begon het fel te regenen. We mochten dus niet klagen over de aangename wandelomstandigheden van de dag. En dat bleef het nog de hele avond doen. Gelukkig konden we reserveren in ons hotel en was de regen vooral een getokkel op de achtergrond. Al was de vraag hoe dat zich de volgende dag op het pad zou vertalen.

Het verblijf

Hotel Amselgrundschlossen is een gezellig hotel dat perfect past in het door groen en rotsen omringde kuuroord.

Het eten

We namen beide gebakken kip met kroketjes en een paprikasaus. Best lekker. En we gunden ons daarnaast ook appelstrudel.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Dag 3: Dresden – Bad Schandau

Vals alarm

De ochtendstond heeft vaak goud in de mond. Deze ochtend had het echter vooral een pittig element en een wat bittere nasmaak. Genietend van het ontbijt in de tuin van het hotel, werden we plots opgeschrikt door een brandalarm. Het toeval wilde dat Sara de gsm had laten insteken om op te laden wat het paniekbrein meteen triggerde. Eerst was het dus wat verwarrend, maar toen er drie grote en een kleine brandweerwagen met sirenes kwamen aangereden, werd het toch wat spannender. Gelukkig bleek het loos alarm en kon het blusmateriaal snel opgeborgen worden.

Barokke patsers

We verlieten het gastvrije Martha en bezochten eerst de zeer barokke Frauekirche, om daarna in de musea in het voormalige paleis van de keurvorsten rond te dwalen. Hier was het uitpakken en opzien baren aan 200% met naturalia, artificalia, wapens en wapenuitrustingen, Ottomaanse uitrustingen en tenten en, voor de liefhebbers (ik ben er geen van), de derde grootste muntcollectie van Duitsland. Ook waren er enkele imposante zalen, doorgaans niet bemeubeld, maar daarom niet minder tot de verbeelding sprekend.

Na ons bijna drie uur zoet te houden in het museum, kochten we lunch kopen in het al even decadente, maar veel modernere shoppingcenter Altmarkt. Ons middagmaal werd verorberd aan de Elbe, op de zogenaamde Brühlsche Terrasse, een verzameling van allerhande historische gebouwen in een kleine parkomgeving. De volgende bestemming was opnieuw het station (3x keer is scheepsrecht) die ons deze keer echt naar de Säksische Schweiz ging voeren. Van Dresden (+- 550.000) inwoners naar Bad Schandau (+- 3.500)

Naar de Säksische Schweiz

Terwijl we op de trein zaten, kwam de voorspeelde neerslag uit de lucht vallen. Meer dan de dagen ervoor veranderde het landschap in sneltempo. Nog maar twintig minuten van Dresden konden we al genieten van bossen, heuvels en de Elbe die oevers en dorpen doormidden kliefde. Wat ook opviel, ondanks het feit dat onze weerapp een onweericoontje aangaf, waagden diverse mensen zich nog in kajakken en bootjes op de rivier.

Vlakbij het station van Bad Schandau was de ferry te vinden die personen van de ene kant naar de andere kant van de Elbe voert, naar het centrum. Daar was ons hotel ook vlakbij te vinden, een geel gebouwd met de treffende naam Elbhotel (Niet te verwarren met Elbresidenz en Elbterrasse, die op een boogscheut van elkaar liggen).

Een ruïne en een gezellig dorpje

Omdat het al snel gestopt was met regenen, zagen we onze kans schoon om het klein dorpje wat te verkennen. En toen we op het stadsplannetje plots “schlossruin” zagen staan, konden we onszelf niet bedwingen. Het was meteen een goede oefening voor de komende dagen. Het pad leidde gedurende 500 meter naar omhoog, eerst via houten en ijzeren treden, dan via een slingerende bosweg.

De ruïne zelf was een semi-ruïne. Er stond op deze plaats wel degelijk een echt kasteel dat in de 15de werd beschadigd. Maar de ruïne zoals die vandaag te bewonderen (en een beetje te beklimmen) is, is eigenlijk een folie die men in de negentiende eeuw heeft herbouwd met te stenen van de oorspronkelijke tolburcht. Het was echter wel en mooi gelegen en we kregen zo ook een eerste panorama.

Na de installatie in het Elbhotel liepen we nog even door de gezellige straten van Bad Schandau, met al wat tekenvertier (met het potlood, niet met de vieze beesten die ziekten geven). We vonden nog een leuk plekje op het terras van ons hotel en genoten daar van onze eerste echte Duitse kost.

Het verblijf

Het Elbhotel is een groot hotel gelegen aan de Elbe. De kamers zijn er eveneens groot en het verblijf zeer comfortabel.

Het eten

Een soort omelet-quiche met champignons, ui, spek en patatjes. Sara ging voor de schweineschnitzel.

Dag 2: Hannover – Dresden

Treinobservaties

De nacht was best verkwikkend na een relatief vermoeiende dag en een avond vol schlagers op televisie. Het ontbijt in de Premier Inn was eveneens veelzijdig, met voor elk wat wils. Ik probeerde voor de leut en uit interesse de vegan salami. Het was beter dan verwacht.

Rond kwart voor tien verlieten we het hotel richting station. Sara nam de taak op zich om onze proviand aan te vullen, met wisselend succes. Geen broodjes, wel wilde bloemenkaas die best prijzig was. Op de trein was het even puzzelen met de zakken. Het hielp niet dat er een paar ogen in mijn nek priemden en instructies door vreemden werd gepreveld in het Duits.

De vier uur durende treinrit tussen Hannover en Dresden gaf de gelegenheid om het landschap en het wisselen ervan te observeren, hoewel de variatie ervan beperkter bleek dan gedacht. Het was voor een groot stuk pastoraal, met akkers en velden. Soms was het al eens wat meer bosrijk, soms meer glooiend. Ook wisselden oude en nieuwe windmolens elkaar af (weliswaar met een ratio in het voordeel van de nieuwe). Al bij al deed het vooral denken aan kolonisten van Catan.

De meeste haltes klonken vertrouwd in de oren. Magdeburg had een mooie, weliswaar verkleurde dom. Braunschweig was dan weer een iets minder indrukwekkend provinciestadje. We stopten ook in Halle, een licht verwarrende ervaring. Het was na dit bekend onbekend rustpunt dat we ons waagde aan de exotische en prijzige kaas, wat beter meeviel dan verwacht.

Nieuwe oude barok en Romantische zielen

Anderhalf uur later arriveerden we in Dresden. We wandelden eerst naar het hotel, dat gelegen was in de wijk Neustadt, aan de andere kant van de rivier. Zo kregen we een eerste impressie van het Firenze aan de Elbe. De barokke stad werd heropgebouwd na de vernietigende bombardementen. Negentig procent van de binnenstad was vernietigd. De restauratie zou decennia duren en pas na de eenmaking afgerond worden in zijn huidige pracht.

Het is een gegeven in de meeste Duitse steden. Het historische is per definitie niet authentiek. Maar dat maakt het niet minder mooi. Ons hotel, hotel Martha, lag in het nieuwere gedeelte, ook al had het meer dan honderd jaar geschiedenis als herberg/hotel/overnachting. Op de website is te vinden dat het ook een christelijke traditie kent. En inderdaad, het nieuwe testament was op het nachtkastje te vinden.

Na ons geïnstalleerd te hebben gingen we naar het Albertinum, een kunstmuseum dat heel wat te bieden heeft. Zo zijn er heel wat werken van Romantische schilders. Naast de gekende Caspar David Friederich kregen we ook al wat voorsmaakjes van onze wandelroute dankzij onder andere Johann Gottfried Jentzsch  en Johann Gottlob Schumann. Het is meteen duidelijk dat het landschap van de Säksische Schweiz mooi en inspirerend is.

Zaal na zaal schoven de decennia op. Van realistischere pastorale taferelen ging het al snel naar het impressionisme en expressionisme. En gezien de specifieke Duitse context was er ook een zaal geweid aan de Weimarperiode en Nazi-Duitsland, met verschillende stijlen, invalshoeken en politieke zijden. En zelfs het hedendaagse kon charmeren, met Gerhard Richter en een kleurrijke installatie.

Die eerste had een indrukwekkend werk waarin hij 48 fotorealistische maar artistiek wazige portretten maakte van 48 mannen die op een of andere manier de vaderfiguurrol opnam voor de man en de artiest Richter. Onder andere Thomas Mann, Oscar Wilde en Franz Kafka passeerden de revue. De manier van presentatie, van de blik naar rechts tot de blik naar links, en een spiegelinstallatie in het midden maakten het werk erg de moeite. Het Albertinum heeft dus een gevarieerde collectie in een mooi jasje.

Het Firenze aan de Elbe

Na ons museumbezoek gingen we naar een van de vele tapas bars in het centrum. Een excellente keuze, ook al koos ik de verkeerde kleur wijn en zag ik mij genoodzaakt om deze alleen binnen te hijsen. Na het eten deden we nog een kleine wandeling langs de Elbe en het oude stadsgedeelte. Hoogtepunt hiervan was de Zwinger, een voormalig paleizencomplex dat vandaag vooral dienst doet als plek voor musea allerhande.

Zelfs ondanks de werken aan het binnenplein was het een prachtige plek, vol barokke grandeur. Door de combinatie van de vele standbeelden, balustrades, trappartijen en een heuse waterpartij kon je je wanen in een Italiaans palazzo. Dresden delivers! En we hadden nog wat tijd om hier dingen te ontdekken en er nog even te vertoeven. Goede vooruitzichten.

Eten

Las Tapas. Een drukke tapasbar vlakbij de Frauenkirche en de Elbe. Goed gelegen. Door de drukte werden we aan de toog gezet, maar dat was op zich geen probleem.

Verblijf

Hotel Martha is een net hotel met een hoop geschiedenis in het deel Neustadt.