Wandeldag 5: Krippen – Krippen

🥾 Terrein:
Een rustige, maar afwisselende etappe met meer bos- en veldpaden dan de vorige dagen. Minder wandelaars onderweg, waardoor sommige paden wat verwilderd aanvoelden. Eerste deel stijgend met enkele pittige stukken (o.a. naar de Großer Zschirnstein), tweede deel dalend, soms overwoekerd en met muggenoverlast. Geen technische moeilijkheden, maar wel aandacht vereist bij smalle, ruigere paden.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Großer Zschirnstein (561 m) – hoogste punt van Saksisch Zwitserland met panoramisch uitzicht
  • Kleingießhübel – charmant, stil dorpje onderweg
  • Salzleckenweg – ruige afdaling met wilder karakter
  • Lutherse kerk van Reinhardtsdorf – authentieke 16de-eeuwse kerk waar werd geschuild
  • ‘Droge stenen muren’ in het bos – opvallende gelijkenis met GR 221
  • Bad Schandau – ferry over de Elbe en gezellig slotmoment in het stadje

⏳ Afstand & duur:
Ongeveer 17 à 18 km (geschat), reken op 5 tot 6 uur wandelen met pauzes en.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig. De klim naar de Zschirnstein vraagt wat conditie, maar is geleidelijk. Relatief verwilderde paden maken het soms wat zwaarder.

⭐ Oordeel: 4/5

Vandaag gingen we de Malerweg grotendeels laten voor wat het was. In het normale programma was nog een stuk Tsjechië voorzien. Vorig jaar woedde er echter een grote brand, waardoor er twee alternatieven werden aangeboden. Een in Tsjechië, naar de Prebistor, wat een beetje de Boheemse tegenhanger van de Basteibrug is. Maar het is ook een enorme toeristische trekpleister. En dus, ook omwille van het voorspelde onweer en regenweer, kozen we voor het tweede alternatief, vertrekkend aan ons hotel, naar het hoogste punt van de Saksische Schweiz.

Een nodeloze zij-uitstap

De landschappen en wandelwegen waren ietsje anders dan de voorbije dagen. De route ging meer langs bospaden. En wat nog meer opviel, er waren veel minder collega-wandelaars op dit stukje. Het zorgde niet enkel voor een andere wandelervaring, maar sommige stukken waren ook duidelijk minder bewandeld en onderhouden.

Na een gezapige start ging het pad al wat steviger naar boven. Ik had in de beschrijving verkeerdelijk gelezen dat het uitzicht op de Kohlbarnstein de moeite was. Het pad ernaar toe en terug naar beneden was echter pittig en het uitzicht zo goed als afwezig. Iets wat Sara, die zich niet 100% voelde en niet doorhad dat dit een zij-uitstap was, maar matig kon appreciëren.

Op artisanale wijze naar de top

Het vervolg was opnieuw dalend langs een breed bospad waar de vista’s mooier waren dan op onze top. En zo ging het verder tot in het klein dorpje Kleingießhübel, waar we vooral de hoofdstraat moesten volgen tot aan der Hirschgrundweg, die opnieuw naar een bos voerde. Er waren op dat moment nog een goede 300 meter hoogte te overwinnen.

Dat ging doorgaans gestaag. Slechts op enkele stuken werden de trappen en treden bovengehaald. Het was op zich leuk om nog eens ‘artisanaal’ te stijgen en te dalen, een pad zoekend via stenen en boomwortels. Na een goed half uur kwamen we uiteindelijk aan op de Großer Zschirnstein (561 meter). De uitzichten waren hier heel anders dan deze van de voorbije dagen, met vooral veel bossen en de hogere Boheemse toppen in de verte.

Een beetje ongerepter

De weg ging even terug in dalende richting om vervolgens verder af te buigen. Vanaf dan zou het vooral naar beneden gaan. De Salzleckenweg was eerder verwilderd, waardoor benen en armen werden afgeranseld door takken, struiken en planten. In het stuk bos daarna werden we vooral geteisterd door steekmuggen. Tot mijn grote verbazing leidde een prikje tot een dramatisch ogende bloedpartij.

Aan de “voet” van de Wolfsberg vonden we een leuk bankje om te picknicken. Gaandeweg begon het echter te overtrekken. Tot we het plots in de verte hoorden rommelen. We besloten naar Reinhardtsdorf te wandelen, in de hoop daar een café te vinden om eventueel te schuilen. Zonder succes. Ondertussen zagen we in de verte bliksem en regen.

Schuilen in de kerk

We besloten dan maar eventjes onderdak te zoeken in de Lutherse Kerk, die gelukkig open was. Deze was ook prachtig versierd, met nog heel wat authentieke delen uit de 16de en 17de eeuw. En ons verblijf had er schijnbaar voor gezorgd dat het onweer was gaan liggen. Uit dankbaarheid besloten we een kleine donatie te geven.

Met nog 2,6 kilometer voor de boeg, vooral in bos, probeerden we zo snel mogelijk verder te trekken. We kwamen al snel terug op het stuk dat we de dag ervoor naar boven hadden gedaan, op de plaatselijke lus. Ook dalend bleef het bos mooi, met her en der ‘droge stenen muren’, zoals op de GR 221. Niet veel later waren we, opnieuw droog, in het hotel.

Afscheid van Saksisch Zwitserland

We namen nog een laatste keer de ferry nar Bad Schandau om iets te gaan drinken. Na een heerlijke ginger ale volgde een huiswijntje met bruschetta en een pizza Mista en een schapenkaasgerecht bij café-restaurant Memory, waar sommige aanwezigen nog aan een ijscoupe begonnen. Het was een fijn afscheid van Bad Schandau, de toegangspoort naar het wondermooie Saksische Zwitserland.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 4: Kurort Gohrisch – Krippen

🥾 Terrein:
Afwisselende etappe met korte maar pittige klimmetjes, veel trappen en enkele technische passages met ijzeren treden, kettingen en ladders. Het eerste deel vraagt aandacht en vaste tred, zeker op de Gohrischstein. Daarna volgt een eenvoudiger bostraject met afwisselend klimmen en dalen. Tweede helft rustiger en iets vlakker, met enkele avontuurlijke passages (omgevallen bomen, smalle paadjes). Uitbreiding via lus Grote Carolaschleife voegt extra uitzichtpunten toe.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Gohrischstein (448 m) – stevige klim met panorama’s en klauterstukken
  • Papstein – horecazaak op de top, panoramisch zicht
  • Liethermühle – historische molen met horecazaak
  • Krippen – charmant Elbedorp met historische link (Caspar David Friedrich)
  • Große Carolaschleife – korte extra lus met uitzicht op Königstein
  • Ferry naar Bad Schandau – ontspannen afsluiter met zicht op de Elbe

⏳ Afstand & duur:
Basisetappe: ca. 12 km
Met extra lus: ca. 16 km
Wandeltijd: 4,5 à 5,5 uur incl. pauzes en lus

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Door de korte, technische klimmetjes (met kettingen en ijzeren treden) vraagt dit traject enige tredvastheid. De afstand is bescheiden, maar het terrein maakt het boeiend en afwisselend.

⭐ Oordeel: 4/5

Het stenen rijk

Onze 4de wandeldag was ook een kortere, die net onder de tien kilometer zou blijven met meer meters in dalende dan stijgende lijn (voor de verandering). Het ontbijt was lekker maar ietsje beperkter. Wat op zich niet erg was, gelet op de beperkte wandeltijd. Sara was wel het verse fruit zo gewoon dat ze onbewust het enige potje druiven meenam, in plaats van gericht te plukken.

We verlieten Gohrisch langs de velden, met uitzicht op enkele rotsformaties in de verte. Daarna ging het opnieuw het bos in, waar we niet 1 maar 2 massieven zouden temmen. Het eerste, Gohrischstein, werd door onze beschrijving als deel van het ‘stenen rijk van Gohrisch’ gedoopt. Ook werd de beklimming en afdaling gecategoriseerd als ‘voor mensen met een vaste tred’. Er ontstonden dus wat verwachtingen.

En inderdaad, na de makkelijke bosweg werden de treden wat steiler en kwam er occasioneel een laddertje aan te pas. Ook werd er een nieuwe stijlvorm geïntroduceerd, de ijzeren treden die relatief ver van mekaar in de rotswanden waren verwerkt. Deze boden waarschijnlijk nog het meeste uitdaging, al werd het nergens echt lastig of gevaarlijk.

Voor we doorgingen besloten we op de top van de rots nog eventjes een zijsprong te maken naar een panorama. En de Gohrischscheibe (448 m) was absoluut de moeite. Het vereiste ook enig klauterwerk, en hier was het heel even klimmen en dalen met hulp van een ijzeren ketting. Maar dit panorama zorgde wel voor de nodige added value.

Ook de afdaling bleek best entertainend. Het ging opnieuw via trappen, ladders en de hierboven vermelde eenzame ijzeren treden. Ook de uit de rotsen gehouwen treden waren net dat tikkeltje meer oneffen, met meer hoogteverschil en met meer schokken op de knieën. Het was dus nog steeds geen avonturenparcours, maar je moest wel goed op de voeten letten.

Historische etablissementen

Onze volgende -stein was op dat vlak ietsje minder spectaculair. De weg naar Papstein verliep vooral via een veelheid aan trappen die je gestaag naar boven voerden. De top zelf bestond uit een drankgelegenheid (met enige historie) en een panorama dat we elders net ietsje indrukwekkender zagen. Op het plateau dacht ik opnieuw animo te vinden via een zij-uitstap, maar het pad naar de Große Hunskirche was net ietsje te verwilderd om tussendoor te doen. En dus was het vrij eenvoudig dalen, tot we uit het bos kwamen waar we werden opgewacht door damherten.

Vervolgens kwamen we op een pad met naast ons, voor de variatie, een weide. Het bracht ons een beetje later in het kleine dorpje Kleinhennersdorf, een plekje met vooral her en der gespreide huizen. Daarna ging het terug het bos in, langs iemands tuin. Het was waarschijnlijk verkocht als een lokale buurtweg, maar de eigenaars lieten weten dat de wandelaar op eigen risico de tuin betrad, gevolgd door een tekst waarop te lezen viel dat wandelaars zich niet mochten laten afschrikken door de waarschuwing. Duidelijk een lokaal dispuut.

We daalden af via de weg, waar ik nog een mooie witte slak met huisje kon ontwijken. Via een klein reservoirtje en een beekje ging het naar het etablissement Liethermühle, opnieuw een historische horecagelegenheid. Daarna moesten we volgens de gids nog even klimmen en dalen. Het klimmen viel mee, al moesten we ons een weg door, boven en onder een weggevallen boom manoeuvreren.  De afdaling, hoewel met treden, was ook nog een uitdaging. Zo wandelde we Krippen binnen, waar Casper Friederich tijdens de oorlog van 1813 had verbleven. Onze welgekomen lunch werd verorberd aan de Elbe.

Rondje Krippen

Omdat het nog maar half twee was en we pas om drie uur konden inchecken, besloten we om nog een vervolg te breien aan onze kortere wandeldag. We kozen voor de Große Carolaschleife (3,7 km en 1u05) dat ook voor een deeltje het Caspar Friederich-pad volgde. De lus voerde door een mooi bos met panorama’s vanop de Koningstein. Wat later werd het pad afgebogen en gingen we opnieuw richting Krippen, eindigend in mooie afdaling.

Bad Schandau

Na het inchecken namen we de ferry (al wat langer en gratis dankzij de gastenkaart) naar Bad Schandau, waar we ons aan goed vullende Saksische kost met veel kaas (varken en kip) waagden, om zo weer te varen naar Krippen, daarbij de traag voorbij glijdende Bohemia op de hielen zittend. Een leuke manier om een goed gevulde dag af te sluiten.

Het eten

Bovenstaande zware Saksische kost

Het verblijf

Hotel garni Grundmühle, een aangenaam hotel met een ruime kamer en een douche die je doet denken dat je midden Saksisch Zwitserland staat.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Malerweg en Saksische Zwitserland: Wat?

Deze zomer deden we een stukje Europa dat al lang op onze lijst stond, Saksisch Zwitserland, met daarin de bekende wandelroute Malerweg (de schildersweg, waarover later meer). Saksisch Zwitserland ligt in (verrassing) Saksen, in het oostelijk deel van Noord-Duitsland, nabij de Tsjechische grens. Het is gekend voor zijn specifieke natuurpracht. 

Een prachtig landschap 

De typische rotsformaties in de Sächsische Schweiz

De kern van Saksisch Zwitserland wordt afgebakend door het nationaal park Sächsische Schweiz, wat nog wordt aangevuld door het Nationaal park České Švýcarsko, het Boheemse Zwitserland, waar een soortgelijk landschap en geologie te vinden is. Deze is ontstaan door erosie op het vroegere zandsteengebergte, dat oorspronkelijk onder de zeebodem lag. Door deze erosie krijg je de bijzondere rotsformaties en massieven die het landschap kenmerken. 

Inspiratie voor kunstenaars en trekpleister voor toerisme 

Caspar David Friederich – Der Wanderer über dem Nebelmeer

Het landschap wordt niet enkel gewaardeerd door wandelaars. Ook al in de 18de en 19de eeuw was het populair. Eerst bij een hele resem schilders. De bekendste daarvan is ongetwijfeld Caspar David Friederich en in zijn zog andere  kunstenaars zoals Johann Christian Dahl en Ludwig Richter. Zij lieten zich inspireren door de landschappen. Zonovergoten en mistig, dag en nacht, maar steeds de grootsheid ervarend en erend. 

Ook het toerisme kwam er al vroeg op gang. Zowel in de dorpjes als op de wandelpaden zijn er verscheidene getuigen van de populariteit vanaf de 19de eeuw. Het gaat dan niet enkel over de overduidelijke wandelcultuur, maar ook hotels, restaurants en cafés pronken met een lange traditie die tot in de 19de eeuw teruggaat. Wandelen, schilderen en klimmen zitten hier wel degelijk vervat in het lokale DNA. En dan heb je nog de dorpen die uitpakken met het label “kuuroord”. 

De Malerweg 

De Malerweg is rond de 115 km en zo goed als een lus met nog een aantal kilometers naar het start- en eindpunt, dat wel een klein beetje uit mekaar ligt. Het is een relatief korte wandeling, maar heeft wel wat hoogtemeters, waardoor je best wel wat langer kunt doen over een kleiner aantal kilometers. Omwille van de toeristische aantrekkingskracht zijn de verschillende dorpen en stadjes uitgerust met heel wat hotels, B&B’s, campings en restaurants.  De dorpjes liggen kort bij mekaar en zijn verbonden via een spoorlijn. Wat wel bijzonder is, voetgangers nemen niet de brug over de Elbe. Daarvoor zijn er verschillende (zeer) lokale ferry’s voorzien.

Onze reis 

We hebben onze reis gemakshalve opnieuw bij Zuiderhuis geboekt. Het voordeel is naast het ontzorgen ook het feit dat er opnieuw bagagevervoer is voorzien. De eerste dag van de reis begint in Dresden. Aangezien dat een lange treinreis is besloten we om een tussenstop te voorzien. Dat hebben we ook gedaan op het einde. We wandelden 4 dagen (zo goed als volledig) op de Malerweg en er is ook nog een vijfde wandeldag in Saksisch Zwitserland, naar het hoogste punt.