De nostalgische zijstap
Nog 244 km te gaan – 25.401 stappen gezet (20 km)
Uit praktische en ecologische overwegingen ruilden we het idee van een pelgrimstocht naar Noorwegen in voor een literair geïnspireerd wandelavontuur. We traden niet in de voetsporen van een Noorse koning maar wel in deze van een Schotse schrijver en diens ezelin Modestine. Aan onze 14 dagen, waaronder 12 volwaardige wandeldagen, hebben we nog een begin- en een slotstuk toegevoegd. Het ene misschien uit nostalgie, het andere vanwege de relatieve nabijheid en de bijhorende opportuniteit. 6 jaar geleden waren we al eens in Lyon, met twee van onze beste vrienden. Een andere tijd, schijnbaar een ander leven. Nostalgie is een tweesnijdend zwaard. De 4 kazen-pizza van pizzeria Rossi in Hasselt was zo’n transcendentale ervaring dat ik er niet meer zou teruggaan.
Maar Lyon, gelegen in de Auvergne-Rhône-Alpes, is geen vluchtig of culinair vertier. Het is de derde grootste stad van Frankrijk, en vooral een eeuwenoude stad met een geschiedenis die tegelijk klassiek Romeins, klassiek Frans als modern is. Ten tijde van het Romeinse rijk stond het gekend als Lugdunum, een belangrijke nederzetting vanwege de strategische ligging aan de samenloop van twee rivieren. Naast een boeiend archeologisch museum kan je ook nog een amfitheater en een oud stuk viaduct zien. Vervolgens heb je de middeleeuwse wijk, vieux Lyon, met nauwe straatjes en hoge huizen, een van de hoofdredenen waarom de binnenstad erkend werd als UNESCO werelderfgoed, en Fourvière, waar de basiliek staat die boven het stadsbeeld uittorent. Daarnaast heb je de iets recentere volkswijk, gelegen op La Croix-Rousse, een heuvel van 254 meter. Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw schoten de zijdefabrieken hier als paddenstoelen uit de lucht, en de arbeiders die de machines bemanden woonden hier. Om die reden werd deze wijk la colline qui travaille genoemd, terwijl Fourvière gekend stond als la colline qui prie.

Zicht op het middeleeuwse Lyon
Ik herinnerde mij Lyon als een stad gespleten door bruggen, rivieren en tijdperken, een plek met lekker eten, zorgeloosheid en vriendschap. Nu is het het beginpunt van een reis weg van de drukte van de stad, en misschien zelfs een beetje weg van de moderne beschaving, hoewel dat vandaag de dag altijd relatief is.
Onze treinrit verliep grotendeels zonder ophef. In Lille Europe hield de trein wat langer halt, vooral omdat dit het station is waar de Britten, voorlopig nog genietend van het relatief eenvoudig verkeer tussen eiland en continent, in de wagon komen. Een uur later werden we vroeger dan voorzien tot stilstand gebracht. Een koffer was op een perron in het station van Charles de Gaulle, de Parijse luchthaven, onbemand achtergelaten. Anno 2019 is dat meer dan voldoende om treinen veiligheidshalve ergens tussen de velden te laten stoppen. Na een goed kwartier was de zaak opgelost en konden we het niemandsland uitrijden en de rit verderzetten. Na een goede 4 uur schrijven, lezen, dutten en door het raam staren, kwamen we aan in Lyon Part Dieu, de toegangspoort naar deze aangename stad.
En er passeerden enkele golden oldies de revue. De imposante Basilique Notre-Dame de Fourvière, via een klim door de jardien de Rosière, zoals zo vaak met een kruiswegthema. Hoewel de basiliek relatief recent is (ze werd afgewerkt in 1884) oogt ze als een eeuwenoude getuige van het passeren van de tijd, bovenop de heuvel en bekroond met een beeld van Maria, een rode draad doorheen onze reis. De straten en pleinen, zoals het immense Place Bellecour, met ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV voelden vertrouwd aan, net als de artisanale ijsjeszaak Terre Adélice, waar we zes jaar geleden ijs aten waar we tegen jan en alleman over mijmerden.

Uitzicht over Lyon, vanaf de bovenstad
Anders dan met de pizza uit Hasselt was een terugkeer onvermijdelijk. Sara had zelfs het avondeten ingeruild voor een hoorntje met twee bollen, wat gelukkig niet nodig was. De ijsjeszaak heeft een gamma van bijna 100 smaken, met naast de vaste waarden ook smaken als Chartreuse, geranium, gerookte spek, Piment d’Espelette en tijm. Ik vond kokosnoot en madeleine, het cakeje dat dankzij Proust tot het Franse patrimonium behoort, al avontuurlijk genoeg. Even leek er niet veel veranderd te zijn, likkend aan een ijsje met zicht op dezelfde boom die zes jaar geleden ook al in het oog sprong.
Uiteraard is de stad niet blijven stilstaan. Eens uit station Part-dieu word je in een werf gesleurd, een renovatieproject dat de wijk een nieuw elan moet geven. Het hotel Part-dieu, het oude hospitaalklooster dat toen in de steigers stond, is inmiddels een hippe multifunctionele ontmoetingsplaats met bars, winkels en atelierruimte voor jonge kunstenaars. En het netwerk voor huurfietsen dat toen zo handig was, is ten dele vervangen door de elektrische stephype die ook onze eigen hoofdstad teistert. Het zorgt voor een tussenstap in de hiërarchie. Fietsers moeten oppassen voor automobilisten, elektrische steps voor fietsers en de voetgangers voor alle drie.
Eten
Na een korte zoektocht plantten we onszelf neer in de comfortabele stoelen van het Indisch restaurant Lal Qila, vooral vanuit de verwachting dat we de komende dagen vooral oer-Franse kost voorgeschoteld zouden krijgen. Wat we krijgen is geen hoogstaande keuken. Het voor- en nadeel van veelvuldig reizen naar Engeland is dat je daar zelfs in kleine dorpjes en stadjes een verfijnde Indische culinaire ervaring op het bord krijgt. Zo aten we in Berwick-upon-Tweed, aan de Schotse grens ooit bij de 10de beste Indiër van het Verenigd Koninkrijk. Mogelijks arbitrair, maar het zegt toch iets. Misschien zat de horde wespen die het op onze schotels gemunt hadden er voor iets tussen, maar Lal Qila kon ons matig bekoren.
Verblijf
Met een volle maag en een relatief voldaan gevoel, wandelden we nog een keer over een van de vele bruggen die de stad telt, en zo naar onze Best Western, een degelijke keten waar we graag en meermaals beroep op doen. Op de regionale zender van de Franse omroep is het Festival interceltique de Lorient te zien. Doedelzakken, Irish jigs en folkloristische toeters en bellen. Net voor het licht wordt gedoofd, zien we nog even de Bretoense delegatie in volle glorie. Het authentieke Frankrijk waar we zo hopen komt al iets dichter. En dan is het tijd om te slapen, wat even wordt bemoeilijkt door onze buren, die doorheen de muren een late conversatie houden. Morgen komen de voetsporen van Stevenson dichterbij.