Etappe 12: Holten – Vorden (29 km)

🥾 Terrein: afwisseling van asfaltwegen, onverharde landbouwwegen, bospaden; grotendeels vlak

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Huis Verwolde (1776)
  • De Dikke Boom (oudste/dikste eik van Nederland)
  • Villa De Binnenhof (voormalige pastorie)
  • Kasteel Enzerinck (1826)
  • Landhuis het Bramel
  • Herdenkingsplek familie Van de Borch van Verwolde

🗺️ Afstand : ±29 km in totaal (Holten – Laren – Vorden), goed voor een volle wandeldag

⛰️ Zwaartegraad: gemiddeld tot pittig (door de lengte en het weer)

Oordeel: 3/5

Ontbijten met actua

Vandaag combineerden we volgens de officiële route 2 etappes omdat deze respectievelijk 15 kilometer en 13,5 kilometer zijn en het ons jammer leek om 3 kortere dagen te hebben. We hadden de Sallandse Heuvelrug nu zo goed als achter ons gelaten en doken een nieuw stukje Nederland in, de Achterhoek. Er waren geen “bergjes” meer, maar lange wegen langs boerderijen, hoeves en nog beter, landhuizen en kastelen.

We begonnen al om 7u30 aan ons ontbijt, geserveerd door de Dorothée, waarbij we ook de Nederlandse actualiteit, zoals de stakingsaanzeggingen bij het spoor, de pensioenhervorming en de aantrekkingskracht van Geert Wilders, overliepen. Het was smakelijk en vulde goed. Zo stonden we klaar voor de trein van 9u00, die ons naar Holten bracht. De eerste sub-etappe ging van Holten tot Laren.

Kletsnat

De weersvoorspelling was zeer verraderlijk en al snel bleek dat het wisselvallig zou worden. Het eerste stuk langs onverharde landbouwwegen viel mee, maar op een asfaltbaan met brug en vervolgens halvelings tussen de bomen begon het stevig te regenen, het soort slagregen dat je binnen de minuut kletsnat maakte.

De bomen langs het Schipbeek zorgden soms voor beschutting en soms voor extra druppels, vooral bij een windvlaag. Even verder was er gelukkig een rustpunt, waarbij een bushokje was voorzien van een kerkbankje en in de kiosk in de buurt kon je koffie krijgen, ideaal om even op adem te komen en wat droger te worden.

De dikste boom van Nederland

Hierna volgde een stuk door het bos, waarna de eerste keer een kasteel werd gespot, namelijk huis Verwolde, in deze vorm gebouwd in 1776, waar een vrouw in 18de eeuwse kledij met een hond kwam voorbij gewandeld, waardoor we even gedesoriënteerd waren over een eventuele tijdreis. Verder stond er ook een heel mooi gekerfde uil.

Iets verder namen we een korte zij-uitstap naar de zogenaamde Dikke Boom, een naam die niet echt gestolen is. Maar de eik van een goede 500 jaar heeft wel zijn beste tijd gekend en ziet er toch een beetje uit alsof hij stilaan aan het sterven is. In ieder geval, het is wel de dikste boom van Nederland en in die hoedanigheid wel een leuke must om tijd voor te maken.

Nog voor we Laren binnenwandelde, kwamen we langs een 18de eeuwse pastorie, in de 19de eeuw omgevormd tot een villa genaamd De Binnenhof. Het was ietsje minder spectaculair dan huis Verwolde, maar wel een leuk ijkpunt aan het einde van onze eerste sub-etappe. Kort daarna arriveerden we namelijk in Laren, waar we aten aan de Kerk en leerden over een telg van de adellijke familie Van de Borch van Verwolde, die als verzetsman bij de slachtoffers van de tweede wereldoorlog werd vermeld.

Gevaarlijke toestanden

Na deze tussenstop begonnen we aan het tweede subdeel, de 13,5 kilometer tussen Laren en Vorden. Dit ging via asfaltwegen naar Groot Dochteren en zo naar het kanaal van Twente. Het weer viel mee, maar er was een andere dreiging op komst. Kort na het kanaal was er een plotse, hardnekkige aanwezigheid van een potentiële nummer 2, vermoedelijk een effect van de all you can eat tapas van de dag ervoor.

Een rustpunt leek even redding te brengen, maar hier was geen toilet te bespeuren. Het begon er dus steeds minder goed uit te zien. Het begon dan ook waarschijnlijker te worden dat ik over de gracht moest gaan en mij even subtiel aan de kant moest zetten, tot er een bevrijdend bordje stond dat de belofte van een theehuis met zich meebracht. En zo geschiedde. Het Theepad kwam als geroepen.

De eindmeet

Na nog een stuk bos en een klein stukje weide, ging het via een laantje en een vijver naar het derde kasteel, namelijk het Enzerinck, een buitenplaats uit 1826 in neoclassicistische stijl. Daarna was er nog, last but not least, landhuis het Bramel. En dan was het goed voor vandaag. We strompelden na 1,7 kilometer naar station Holten en een goede 29 kilometer tussen Holten en Vorden dat laatste dorpje binnen. Het was best een gezellig plekje met een leuke tuinkamer in hotel De Bakker. Zo waren we best al goed gevorderd in de Achterhoek. En klaar voor opnieuw een buffet, maar dit keer Chinees.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 11: Hellendoorn – Holten (15 km)

🥾 Terrein: Afwisselend bos, heide en goed begaanbare zandpaden, met enkele verharde stukken. Overwegend vlak met licht glooiend reliëf op de Hellendoornse Berg en Holterberg.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Werkkamp Twilhaar (herdenkingssite WOII)
  • Schaapskooi Twilhaar met infopunt
  • Stoetselenveld (uitgestrekte heide)
  • Holterberg (58 m) met uitzichtpunt en schuilhut
  • Informatieve geschiedenis-kubussen richting Holten

🗺️ Afstand & duur: ±15 km – halve wandeldag (inclusief regenpauzes)

⛰️ Zwaartegraad: Licht tot gemiddeld – toegankelijk terrein, kortere afstand, enkele hellingen

Oordeel: 3,5/5

Vandaag was het een kortere dag van een goede 15 kilometer, naar de Sallandse Heuvelrug, maar vooraf was er wel veel regen voorspeld. Een groot deel ging, op papier toch, gelukkig langs en door bossen en dus was er goede hoop dat het zou meevallen met de grootste natheid. Aan de start bleek dat we al 195 kilometer hadden afgelegd en nog een goede 306 kilometer tot eindpunt Sint-Pietersberg voor de kiezen hadden.

Een werkkamp en schaapskooi

Tijdens het eerste stuk bos, op de Hellendoornse berg, na een stuk verharde pad, kwamen we aan het werkkamp Twilhaar. Dit was aanvankelijk een werkkamp voor werklozen en daklozen, maar werd tijdens de oorlog al snel omgevormd tot een werkkamp en later transit voor Joden. Vandaag is er een herdenkingsplaat en een infobord.

Een hele andere vibe was er even verder, aan de schapenstal van Twilhaar. De schaapskooi werd in 1973 gebouwd voor het onderhoud van de heide van de Haarleberg, maar omdat de plaatselijke korhoenpopulatie hierdoor verdween, werd de schapenkudde en het onderhoud afgevoerd. In de schaapskooi zitten vandaag nog wel wat blatende vrienden, en er was vlak erbij ook een infopunt waar je iets kon drinken en eten tegen zeer democratische prijzen.

Door heide en naar de Holterberg

Na het volgende stuk bos, het Nijverdalse spoorbos, was het volgende hoogtepunt het Stoetselenveld, een uitgebreid stuk heidegebied. Hoewel het niet in zijn paarse glorie stond, was het toch zeker de moeite waard, zelfs ondanks de soms wat onheilspellende grijze wolken. Via de Helledoornseweg, een oude doorgaande handelsweg, ging het naar het hoogste punt van vandaag.

Ook op de Holterberg (58 meter hoog) was het uitzicht mooi. En nog beter, hier stond ook een grote schuilhut waardoor het lunchen ondanks de tweede regenbui van de dag toch droog en zittend kon plaatsvinden. Zelfs tijdens een korte wandeldag is dat toch een absolute meerwaarde om de goede moed erin te houden.

Opnieuw in Holten

En na nog een stuk heide ging het in rechte en dalende lijn naar Holten, door een mooi en goed begaanbaar bospad. Na ongeveer anderhalve kilometer kwamen we aan op de kruising tussen het Marskramerpad en het Pieterpad, waar ik bijna tien maand eerder mijn stukje op de eerste wandelroute had geëindigd.

Daarna wandelden we richting onze eindbestemming, waar om de zoveel tijd een kubus stond die je kon draaien en waar je regionale en globale geschiedenisfeiten per jaar kon lezen. In Holten zelf moesten we de trein nemen, dus konden we nog op het gemak iets drinken in Het Klavertje, waar mijn reisgezel en ik een potje Lost Cities speelden.

Vrienden op de fiets

In Holten zelf was de accommodatie niet echt op maat en dus namen we de trein naar Rijssen. Ook hier was ik vorig jaar op het Marskramerpad geweest. Hier maakten we gebruik van het principe van Vrienden op de Fiets, waar je met een lidkaart van 10 euro (voor Belgen) en een bedrag van 25 euro per persoon bij iemand thuis kunt overnachten, inclusief ontbijt.

Ik had al een licht voorgevoel dat er misschien iets was verkeerd gelopen en bij aankomst bleek dat er toch een klein beetje iets mis was met de boeking, maar er was gelukkig ook een afzegging en zo konden we toch verblijven in het gezellige huisje bij de sympathieke gastvrouw Dorothée. Eten deden we in de Buena Vista, een tapasbar met een all you can eat-concept. Een goede formule, zo bleek, maar ook erg verraderlijk.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 5: Rijssen – Holten

🥾 Terrein: Afwisselend met bos- en heidegebieden, zandpaden, asfaltstukken en natuur langs de Regge. Een deel met vakantiepark en schapen, gevolgd door heide met een bijzondere pingo-ruïne en de klim op de Sallandse Heuvelrug.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • De Regge-rivier met natuurrijke oevers, afgewisseld met zicht op een vakantiepark
  • Pingo-ruïne op de Zunasche Heide: geologisch fenomeen van gesmolten ijslensen
  • Canadese begraafplaats langs het pad
  • Sallandse Heuvelrug: bosrijk gebied met hoogteverschil tot 50 m
  • Eindpunt Holten, een bruisend plekje met terrasjes en wandel- en fietsroutes

Afstand & duur: Circa 12 kilometer, korte dagetappe, inclusief kleine omwegen.

⛰️ Zwaartegraad: Makkelijk tot matig, met een stevige klim op de heuvelrug en enkele modderige/zandige stukken.

Oordeel: 4/5

De laatste dag was zelfs met de officieuze stukken erbij kort. Er was nog 11,7 kilometer op het Marskramerpad zelf en 15,2 met het stuk naar en van het pad erbij. In het Huis van Bewaring was het goed vertoeven en goed ontbijten. Ze nam ik met volle maag de trein van Almelo naar startplaats Rijssen.

Ik koos ook voor een iets andere route dan gisteren. Niet per se mooier, maar wel minder bedrijventerrein, 1,9 kilometer later stond ik opnieuw aan de voetveer, ditmaal zonder passagiers en omstaanders. En zo begon de laatste 12 kilometer van deze reis op het Marskramerpad.

Nog wat Regge

Met een terugblik naar gisteren werd het pad weer vergezeld door de inmiddels vertrouwde Regge. Het was er leuk wandelen, maar ook een tikkeltje raar, omdat aan je linkerzijde een vakantiepark ligt en je op die manier dus ook inkijk hebt in de vakantiehuisjes. Meestal viel dat mee, maar er was ook af en toe een man in boxershort. Dan was de natuurpracht aan de rechterzijde toch wat leuker.

Na een klein stukje omringd door schapen, sowieso veel beter dan door psychopathische koeien, kwam ik in een wei waar een gespannen touw voor verwarring zorgde. Het leek alsof het pad naar links nam, maar dan kwam ik aan een nieuwe omheining. Uiteindelijk moest ik er gezwind over stappen en kon ik zo naar het minst leuke deel van de dag, een stuk asfalt zonder charme.

Heide en geologisch vertier

Maar het laatste deel compenseerde probleemloos. Eerst was er een stuk door de Zunasche heide, met een Pingo-ruïne, een geologisch verschijnsel waarbij een ijslens bij het smelten verhard en vaak opgevuld wordt met veen. Ik had er nog nooit van gehoord, en had eerst Pingu gelezen, wat een beetje verwarrend was. Maar de heide was, ondanks dat het om een kort stukje ging, wel weer prachtig.

De Sallandse heuvelrug

Daarna leidde een asfaltpad naar een pittige zandweg door de bossen. Het Marskramerpad loopt hier door de Sallandse heuvelrug en klimt op dit stuk naar 50 meter. Dat lijkt misschien niet zo indrukwekkend, maar door de zanderige ondergrond was het toch een inspanning.

Na wat klimmen en dalen passeer je nog langs een Canadese begraafplaats. Ook zag ik nog een collega-Marskramer en kwam ik in de andere richting een al even gepakte en gezakte gevrou tegen. Misschien niet toevallig, want eindplaats Holten ziet Marskramerpad en Pieterpad kruisen. Op die laatste route moet ik dit stuk nog wandelen.

Een kleine slotbeschouwing

En dus restte er mij nog enkel een goede 1,7 kilometer naar Holten, waar de zomerdag heel wat wandelaars, fietsers en gezinnen aantrok. Ik nestelde mij op een terrasje voor een maaltijdsalade en enkele drankjes, tevreden over deze mooie reis. Want de eerste 5 etappes van het Marskramerpad hebben zeker wat verrast, door de afwisseling, het aandeel onverharde wegen en hier en daar een authentieke en avontuurlijke natuurervaring.

Wetende dat er nog heel wat moois, zoals onder andere de Veluwe, wordt aangedaan, kijk ik dan ook uit naar het vervolg. Het soloreizen was ook een ervaring. Het wandelen op zich was geen probleem, al had een babbel af en toe wel leuk geweest. Maar dit is duidelijk het Pieterpad niet en dus is het zelfs in augustus minder druk bewandeld. Het alleen eten was iets minder leuk, maar ook dat went. Een geslaagde kennismaking met het meest oostelijke deel op deze route dus.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 4: Delden – Rijssen

🥾 Terrein:
Zandpaden door bos en langs rivier, enkele asfaltstroken, steile hellingen en modderige passages. Wisselende ondergrond met uitdagende klimmetjes, natte weides en een veer om de Regge over te steken. Afsluitend een weinig aantrekkelijk stuk over industrieterrein.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Twentekanaal: uitdagende klim naar brug
  • Landgoed Het Rheins: rustplek met appel-vlierbloesemsap
  • Regge-rivier: natuurgebied met weides en grazende koeien
  • Veer over de Regge: handbediend voetveer, spannend en leuk
  • Station Almelo: overnachtingsplek in een voormalige gevangenis

Afstand & duur:
Ongeveer 24 kilometer inclusief pauzes, omleidingen en extra stuk.

⛰️ Zwaartegraad:
Uitdagend door modderige paden, koeienpassages en omleidingen. Het veer en klauterwerk aan kanaal verhogen de avontuurlijke factor.

Oordeel: 3,5/5

Een rustige start

Een wat moeilijkere nacht, misschien door het wat smalle bed, werd gecompenseerd door een goed ontbijt. Om iets na 9 vertrok ik aan het hotel. Om de drukke baan te vermijden, nam ik opnieuw de binnenweg en deed ik de laatste kilometer van gisteren opnieuw. Niet dat dat zo speciaal was, maar het was er toch wat aangenamer wandelen.

De eerste 2,5 kilometer was grotendeels gekend terrein. Het waren voornamelijk zandpaden tussen de bomen, met af en toe een beetje asfalt. Het zand was door de regen hier en daar wat zwaar geworden. Er was dus wat spanning over de passages naast de rivier die vandaag prominent aanwezig waren.

Een eerste nieuwe ingrediënt kwam er met het Twentekanaal. Het pad naar de brug was goed verstopt, waardoor ik mij naar boven hees langs een steile helling die niet het pad bleek te zijn. Het was desondanks een goede oefening in het betere wandelklimwerk.

Na dit intermezzo was het terug tijd voor wat zandpaden en kleine asfaltwegen. Hier kwam het Marskramerpad uit op een iets drukkere weg, waar een goed verdoken paadje zowaar de afdalingskwaliteiten testte. Na nog een goede kilometer passeerde het pad aan landgoed het Rheins, met rust en vertier voor elks (en voor mij een pauze met appel-vlierbloesemsap).

Wandelen langs de Regge

Hierna volgde weer een zandpad, maar de afwisseling en gevarieerdheid was nabij. Een groot deel van het resterende stuk volgde de rivier de Regge. Het was even vrezen voor natte voeten, zeker na de plensbui van gisteren. Maar dat viel heel goed mee. En de weide naast de rivier waar soms naar het pad moest gezocht worden deed denken aan de meer vrije right to roam-routes die we destijds in het Verenigd Koninkrijk bewandelden.

De grootste horde bleek uiteindelijk niet eens de modder te zijn, maar wel een stel koeien en kalfjes die de weg blokkeerden. Ik ging naar best vermogen langs de kudde heen. Het was even verschieten toen een koe zich nogal intimiderend rechtzette, maar gelukkig geraakte ik heelhuids aan de overkant.

Na deze passage was een picknickbank welgekomen. In de verte zag ik een koppel met hun kind dralen in de wei en steeds op hun stappen terugkerend. Bijna wilde ik mijn galante zelve zijn, maar gelukkig had ik op tijd door dat ze helemaal de weg niet kwijt waren maar aan het geocachen waren.

Na dit deel was er een kleine omleiding (best veelzeggend gezien de redelijk ononderhouden paden die al gepasseerd waren). Het was weer langs een zandpad. Op een brug had ik, op dag vier, een eerste gesprek met een collega-wandelaar. Hij deed het Marskramerpad niet, maar was wel positief over het traject. Dat belooft.

Verwarring en versperring

Wat later was er weer een verwarrende passage aan een brug. Het was niet duidelijk welke kant er op of onder moest gegaan worden, maar de derde keer, was de goede keer. Ik zat dan wel op het juiste pad, maar zou toch op mijn passen moeten terugkeren. Ik had op X/Twitter gezien dat iemand had gemeld dat het vlonderpad kapot was. Er was geen beterschap en ik probeerde nog wel een weg te vinden, maar het was te drassig.

Ik moest een eigen omleiding zoeken, keerde terug naar de brug en nam een stuk Reggepad. Zo omzeilde ik de hele drukke baan en ging ik via een iets minder drukke baan terug het Marskramerpad op. Daarna was het nog een twee kilometer tot aan het einde van de etappe.

Veer, voetpad en treinspoor

Ik deed er nog 300 meter van de volgende dag bij. Hier moest de rivier overgestoken worden via een voetveer, zelf te besturen via een draaiwiel. Ik had het geluk dat ik meekon met een Nederlands koppel en hun kind, waarbij de vader plichtsbewust aan het wiel draaide. Zo kon ik veilig en droog naar de overkant.

Na een reeds uitgebreide en vrij gevulde wandeling van +- 24 kilometer moest ik nog naar het station strompelen via een weinig boeiend industrieterrein. De trein ging naar Almelo waar ik verbleef in een omgebouwde voormalige gevangenis. Bijzonder! Door het latere uur (weer een wielerwedstrijd, maar dit keer de vrouwen) had ik niet veel inspiratie, maar wel veel honger en belandde weer in een pizzeria. Best lekker.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/