Etappe 13: Vorden – Zelhem (17 km)

🥾 Terrein:
Een kortere etappe van ongeveer 17 kilometer, licht glooiend en met een mix van zandwegen, bospaden en wat asfalt. De natte bodem zorgde her en der voor plassen en modder, maar de route bleef goed begaanbaar. Opvallend weinig zitgelegenheid onderweg, wat op termijn wel wat begon te wegen.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Kasteel Vorden – niet toegankelijk wegens antiekmarkt, maar nog steeds een mooie start
  • Boomkathedraal & veenbeek – natuurlijke poëzie aan het begin van de route
  • Windmolen in Linde – draaiend, met rustpunt; klassiek Hollands intermezzo
  • Huis ’t Zelle – fraai landgoed met oprijlaan en zevensprong
  • Vingerhoedjesbos – lunch op een boomstam tussen bloeiende vingerhoedskruid, Droomvluchtwaardig
  • Zelhem & Café De Smoks – symbolisch einde met een heksentwist en een goed glas

Afstand & duur:
17 km – een mediumlange etappe. Voorzie 4 tot 5 uur effectief wandelen, lunch- en danspauzes niet meegerekend

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig – qua afstand goed te doen, maar gebrek aan rustplekken en lichte modder maakten het net iets uitdagender dan verwacht

Oordeel: 4/5

Na de dubbele etappe was er nu een kortere voorzien van ongeveer 17 kilometer. Dag vroeg om een goed maar wat meer ingetogen ontbijt in het bijzonder en wat ouderwets stijlvol interieur van hotel Bakker. Het was blijkbaar ook de vergaderzaal van de Rotary van Vorden. We konden dus wat meer onze tijd nemen en omstreeks kwart voor 10 checkten we uit voor etappe 4. We waren nu ook officieel begonnen aan het tweede deel van LAW 9, het Pieterpad, en dus met de tweede wandelgids.

Kastelen, molens en boomkathedralen

De wandeldag begon al meteen met een mooie rondgang lang het kasteel van Vorden. Hier was een curiosa en antiek fair in de kasteeltuin dus we konden er niet te dicht bijkomen. Maar het uitzicht was zelfs vanop een afstand best de moeite. Niet veel verder vormde een rij bomen een kathedraal en lag een veenbeek vrij uitgedroogd maar geurig te kabbelen.

Een volgend hoogtepunt was te vinden in Linde, waar een windmolen trots aan het draaien was, naast een rustpunt. Meteen erna doken we een weide in en vervolgens zo een leuk bos in, waar de sporen van de regen van de voorbije periode zichtbaar werd in plassen en her en der wat modder. Maar gelukkig niets om van uit te glijden.

In de verte zagen we Huis ’t Zelle, statig met een laan aan een zevensprong. En iets later passeerden we aan een recreatieterrein in Varssel, maar het kwam net iets te vroeg om te pauzeren voor een lunch en dus was het eerder een kleine zitpauze en voor de liefhebber de mogelijkheid om wat speeltuintuigen uit te proberen.

Een bom in een bos

En dan wandelden we enkele kilometers door een nog aangenamer bos. Onkarakteristiek voor het Pieterpad was er weinig zitgelegenheid, wat ons parten begon te spelen gezien het uur. Hierdoor werden we gedwongen te lunchen op een omgevallen boomstam, vlakbij een boom met vingerhoedjes. Een tafereel dat zo uit de Droomvlucht leek te komen.

En dan kwam de Pieterpad-vloek weer naar boven. Bij het opzoeken naar de busuren kregen we het bericht dat door de stakingen in andere delen van het land onze trein van de dag erna opnieuw niet zou rijden. Hierdoor moesten we opnieuw improviseren. De bus van Braamt naar Ommen leek weinig praktisch om te nemen, zeker met een wandeling en nog een autorit naar huis voor de boeg. En dus besloten we om, helaas, onze laatste wandeldag te annuleren en al vroeger opnieuw naar Ommen te gaan.

Heksen in de Achterhoek

Onze weemoed drukten we geheel willekeurig weg met een dans in het bos op de tonen van Vaya Con Dios. Gelukkig was er niemand in de buurt. Hierna was het nog een goede 5,5 kilometer, waarna we nog een laatste stuk in het bos en vervolgens via zand- en asfaltwegen naar Oosterwijk en niet veel later het centrum van Zelhem aflegden.

Hier dronken we nog een laatste keer iets, in Café De Smoks, genoemd naar een plaatselijke heks. Er was van hieruit een bus naar Doetinchem (shout out naar Stadshotel de Graafschap die onze overnachting onverwacht kosteloos annuleerde door omstandigheden) en de trein richting Ommen. Het was een beetje van een nostalgietrip met een verblijf in Hotel de Zon en pizza in restaurant Felice, net als vorig jaar. Gewoontedieren…

Einde #3

En daarmee zat onze derde toch op het Pieterpad er onverwacht een dag eerder op. Het was wel opnieuw een topervaring. Het weer was iets minder goed, maar dat gaf sommige stukken iets memorabel. Er was mooie natuur, met Nederlandse bergen, waterlopen en kanalen, kastelen, landhuizen en windmolens. Maar vooral weer veel ruimte voor goede gesprekken en leuke ontmoetingen.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 12: Holten – Vorden (29 km)

🥾 Terrein: afwisseling van asfaltwegen, onverharde landbouwwegen, bospaden; grotendeels vlak

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Huis Verwolde (1776)
  • De Dikke Boom (oudste/dikste eik van Nederland)
  • Villa De Binnenhof (voormalige pastorie)
  • Kasteel Enzerinck (1826)
  • Landhuis het Bramel
  • Herdenkingsplek familie Van de Borch van Verwolde

🗺️ Afstand : ±29 km in totaal (Holten – Laren – Vorden), goed voor een volle wandeldag

⛰️ Zwaartegraad: gemiddeld tot pittig (door de lengte en het weer)

Oordeel: 3/5

Ontbijten met actua

Vandaag combineerden we volgens de officiële route 2 etappes omdat deze respectievelijk 15 kilometer en 13,5 kilometer zijn en het ons jammer leek om 3 kortere dagen te hebben. We hadden de Sallandse Heuvelrug nu zo goed als achter ons gelaten en doken een nieuw stukje Nederland in, de Achterhoek. Er waren geen “bergjes” meer, maar lange wegen langs boerderijen, hoeves en nog beter, landhuizen en kastelen.

We begonnen al om 7u30 aan ons ontbijt, geserveerd door de Dorothée, waarbij we ook de Nederlandse actualiteit, zoals de stakingsaanzeggingen bij het spoor, de pensioenhervorming en de aantrekkingskracht van Geert Wilders, overliepen. Het was smakelijk en vulde goed. Zo stonden we klaar voor de trein van 9u00, die ons naar Holten bracht. De eerste sub-etappe ging van Holten tot Laren.

Kletsnat

De weersvoorspelling was zeer verraderlijk en al snel bleek dat het wisselvallig zou worden. Het eerste stuk langs onverharde landbouwwegen viel mee, maar op een asfaltbaan met brug en vervolgens halvelings tussen de bomen begon het stevig te regenen, het soort slagregen dat je binnen de minuut kletsnat maakte.

De bomen langs het Schipbeek zorgden soms voor beschutting en soms voor extra druppels, vooral bij een windvlaag. Even verder was er gelukkig een rustpunt, waarbij een bushokje was voorzien van een kerkbankje en in de kiosk in de buurt kon je koffie krijgen, ideaal om even op adem te komen en wat droger te worden.

De dikste boom van Nederland

Hierna volgde een stuk door het bos, waarna de eerste keer een kasteel werd gespot, namelijk huis Verwolde, in deze vorm gebouwd in 1776, waar een vrouw in 18de eeuwse kledij met een hond kwam voorbij gewandeld, waardoor we even gedesoriënteerd waren over een eventuele tijdreis. Verder stond er ook een heel mooi gekerfde uil.

Iets verder namen we een korte zij-uitstap naar de zogenaamde Dikke Boom, een naam die niet echt gestolen is. Maar de eik van een goede 500 jaar heeft wel zijn beste tijd gekend en ziet er toch een beetje uit alsof hij stilaan aan het sterven is. In ieder geval, het is wel de dikste boom van Nederland en in die hoedanigheid wel een leuke must om tijd voor te maken.

Nog voor we Laren binnenwandelde, kwamen we langs een 18de eeuwse pastorie, in de 19de eeuw omgevormd tot een villa genaamd De Binnenhof. Het was ietsje minder spectaculair dan huis Verwolde, maar wel een leuk ijkpunt aan het einde van onze eerste sub-etappe. Kort daarna arriveerden we namelijk in Laren, waar we aten aan de Kerk en leerden over een telg van de adellijke familie Van de Borch van Verwolde, die als verzetsman bij de slachtoffers van de tweede wereldoorlog werd vermeld.

Gevaarlijke toestanden

Na deze tussenstop begonnen we aan het tweede subdeel, de 13,5 kilometer tussen Laren en Vorden. Dit ging via asfaltwegen naar Groot Dochteren en zo naar het kanaal van Twente. Het weer viel mee, maar er was een andere dreiging op komst. Kort na het kanaal was er een plotse, hardnekkige aanwezigheid van een potentiële nummer 2, vermoedelijk een effect van de all you can eat tapas van de dag ervoor.

Een rustpunt leek even redding te brengen, maar hier was geen toilet te bespeuren. Het begon er dus steeds minder goed uit te zien. Het begon dan ook waarschijnlijker te worden dat ik over de gracht moest gaan en mij even subtiel aan de kant moest zetten, tot er een bevrijdend bordje stond dat de belofte van een theehuis met zich meebracht. En zo geschiedde. Het Theepad kwam als geroepen.

De eindmeet

Na nog een stuk bos en een klein stukje weide, ging het via een laantje en een vijver naar het derde kasteel, namelijk het Enzerinck, een buitenplaats uit 1826 in neoclassicistische stijl. Daarna was er nog, last but not least, landhuis het Bramel. En dan was het goed voor vandaag. We strompelden na 1,7 kilometer naar station Holten en een goede 29 kilometer tussen Holten en Vorden dat laatste dorpje binnen. Het was best een gezellig plekje met een leuke tuinkamer in hotel De Bakker. Zo waren we best al goed gevorderd in de Achterhoek. En klaar voor opnieuw een buffet, maar dit keer Chinees.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Dag 5: Cheylard-L’Évêque – La Bastide Puylaurent

🥾 Terrein
Lange etappe van Cheylard-l’Évêque naar La Bastide-Puylaurent, grotendeels door bosrijk terrein in de regen. Enkele stevige, glibberige afdalingen en modderige stukken.

🏞️ Bezienswaardigheden
Lac de Louradou – Klein meer bij de ingang van het Forêt Dominiale de Mercoire
Ruïne van Luc – Fotogenieke donjon met Mariabeeld en uitzicht over de vallei
Laveyrune – Dorpje met Colonie de St. Barbe en picknickbank (weinig beschutting)
Twin Peaks-pad – Traject langs knetterende hoogspanningslijnen in mistige setting

⏳ Afstand & duur
± 20 km – Circa 6 uur wandelen, exclusief pauzes

⛰️ Zwaartegraad
Middelzwaar – Lengte, nat weer en glibberige ondergrond maken het zwaarder dan het profiel doet vermoeden

⭐ Oordeel 3,5/5

Mistroostig door de regen

Nog 131 km te gaan – 37.498 stappen gezet (29 km, waarvan 26 km op de GR 70) 

383 meter gestegen, 488 meter gedaald

Cheylard L’Evêque (1126 m) – La Bastide-Puylaurent (1016 m)

Een troosteloze start

Na een rusteloze nacht was het opnieuw opstaan met het ochtendgloren. Het ontbijt werd namelijk al om 7u15 geserveerd. Dat was eigenlijk niet eens erg. De regen die al enkele dagen werd voorspeld, zou vandaag echt uit de hemel vallen. Het was dus geen waardeloos idee om de nattigheid vroeg te trotseren. Het ontbijt was hartiger en hartelijker dan we de voorbije dagen gewoon waren geworden. Er waren allerhande cakes en lekkernijen voorzien, waaronder een zandkoekje in de vorm van Modestine.

Onze tafelgenoten waren twee jonge vrouwen die Cheylard als eindpunt hadden. Ik begreep hun spijt maar al te goed. Het was niet aangenaam om je langeafstandswandeling prematuur beëindigd te zien. We hadden dit zelf ook gedaan bij Offa’s Dyke, waar we ongeveer halfweg de totale route halt hielden. Maar hier komt er nog de extra dimensie dat je een verhaal volgt, een relaas van een schrijver. Uiteraard kan je altijd terugkomen en de draad oppikken, maar het is toch fijn om het in een ruk te doen, en in evenveel dagen als Stevenson zelf.

De dagtocht naar Le Bastide was sowieso al een langere, en we hadden de keuze tussen een omweg, via de abdij Notre Dame des Neiges, of een rechtstreekse doortocht naar La Bastide. De regen, in combinatie met de wetenschap dat de volgende dag wat korter zou zijn, zou voor ons dat dilemma beslechten. Maar op een of andere masochistische manier hoort dit soort druilerige etappe er wel bij. Je ziet het landschap op een andere manier en mistige regenwolken geven het boslandschap in de Gévaudan nog wat meer mysterie. Al zou het op bepaalde punten toch even té worden.

Maar waarschijnlijk vertrok iedereen vandaag met hetzelfde gevoel. Gewoon vertrekken en uitkijken naar de warme douche die als beloning op het einde van de etappe zou voorzien. En hopen op een goed bed. Je begint steeds vol goede moed aan je wandeling, maar je waterafstotend materiaal kan maar zoveel regen afstoten. Net als bij warme temperaturen zorgt het bosrijke landschap ook hier voor wat respijt op sommige stukken. Maar het maakt de momenten waarop je in de volle regen zit des te vermoeiender en gevoelsmatig ook stukken natter.

De ruïne van Luc

Na het eerste stuk door het bos passeer je langs een klein gehuchtje genaamd Les Pradels, waar er verder niet veel te beleven valt. Het volgende ijkpunt is het kleine meertje Lac de Louradou, waar het op een mooiere dag waarschijnlijk aangenaam passeren is. Helaas was de regen dan al zodanig aanwezig dat het bladerdek net iets aangenamer leek. Het meer ligt aan de ingang van het Forêt Dominiale de Mercoire, en zou ons leiden naar het eerste echte hoogtepunt van de dag, Luc en z’n ruïne.

De goede moed werd volgehouden tot dat dorpje. Daar, bovenop een heuvel, staat de fotogenieke ruïne. Op de donjon heeft men, voor de verandering, een Mariabeeld geplaatst, dit keer een wit exemplaar van een goede 3 meter. De donjon verschafte ons ook een onderdak voor een korte pauze met wat water en een kleine snack. De Duitsers van de eerste gemeenschappelijke tafel maakten ook gebruik van deze schuilplaats. Vanop de heuvel was het uitzicht over het dorpje in de vallei mistroostig. We hadden via Google Maps onze hoop gevestigd op een crèmerie in het centrum van het dorp, maar ook dat was ons niet gegund, want wij moesten de andere kant van de spoorweg op. En dus werd onze lunch herleid tot een droog pak Parovita’s.

Bij het afdalen naar het dorpje was de regenbui ook intensiever geworden en eens de grens van drie uur in de regen gepasseerd was, was het effect op de moraal aanzienlijk. De dag ervoor was er aan tafel nog een discussie over het feit dat de lus rond Luc zou geschrapt zijn. Niets was minder waar en deden we de befaamde lus van een goede 5 kilometer zoals het vooropgesteld was. Het zou ons in zijn geheel 1 kilometer verder van het dorpje brengen, wat ook niet echt motiverend werkte. Maar je bent nu eenmaal een wandelcompletist of je bent het niet. Gelukkig was het in nevel gehulde landschap wel de moeite.

In het dorpje Laveyrune passeren we eerst de Colonie de St. Barbe, vroeger een geliefde kampplaats. Laveyrune zelf is niet zo genadig. Er is wel een picknickbank, maar door de striemende regen is dit helaas geen optie. Net als de dag ervoor zoeken we soelaas in de kerk, maar verder dan het portaal geraken we niet. Het is niet de meeste comfortabele plek, maar het is er droog.

Twin Peaks

De regen is helaas niet de enige manier waarop we vandaag getergd worden. Ook de bewegwijzering werkt niet helemaal mee. Dit stuk was vroeger anders, waardoor de oude en de nieuwe wegwijzers elkaar afwisselen en vooral tegenspreken. Dezelfde bestemming werd zo op een paar honderd meters eerst een nabije droom en vervolgens een verre oase. Uiteindelijk vonden we het juiste pad. Het bracht ons naar een pad waar de elektriciteitsmasten knetterden door de regen en de mist. Even waande ik mij in Twin Peaks en verwachtte ik elk moment dat er een Woodsman uit het lage struikgewas zou springen.

We besloten de toch maar La Notre Dame des Neiges voor de volgende dag te laten en de afdaling in te zetten naar La Bastide Puylaurent, eerst via een vervaarlijk padje met losse stenen en daarna via een bospad en zo ten slotte het dorpje binnen via de hoofdweg. Daar wachtte ons het hotel en de warme douche.

Het verblijf

La Grande Halte was van dien aard dat men blij was dat men niet in La Petite Halte zat. Hoewel best vriendelijk personeel was het hotel toch at afgeleefd en zag het interieur eruit alsof het rechtstreeks uit een woonzorgcentrum was geplukt. Het bed was ook een beetje te klein, hoewel ik maar gemiddeld van grootte ben en de buis van de afloop tikte geregeld. Gelukkig maakte de douche veel goed.

Het eten

Het eten bestond uit een spinazie-geitenkaasquiche, lamskroon met erwten en worteltjes en een soort broodpudding, specialiteit van de regio. Gezien de rest van het hotel lieten we de huiswijn graag passeren.

Meer wandelingen op de GR 70 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-frankrijk/

Dag 4: Langogne – Cheylard L’Evêque

🥾 Terrein
Voornamelijk boswegen door de Gévaudan, afgewisseld met veldranden en kleine gehuchtjes. Licht glooiend met enkele korte stijgingen en dalingen, soms modderig bij regen. Goed te volgen, maar met enkele minder duidelijke stukken.

🏞️ Bezienswaardigheden
Bossen van de Gévaudan – Mysterieus woud met kronkelende bomen en mosrijke rotsen, decor van de legende van het Beest
Saint-Flour-de-Mercoire – Rustig dorpje op de route
Fouzillic & Fouzillac – Kleine gehuchtjes waar Stevenson zelf verdwaalde
Le Cheylard l’Évêque – Sfeervol dorp met 30-tal huizen en landelijke charme
Notre-Dame des Tout Grâces – Kapel op een heuvel met vergezicht over het dorp
Au Refuge du Moure – Authentieke gîte met artisanale streekproducten

⏳ Afstand & duur
± 15 km – 4 à 4,5 uur

⛰️ Zwaartegraad
Gemiddeld – Geen zware klimpartijen, maar lange stukken door bos met enkele minder duidelijke routes

⭐ Oordeel 3,5/5

Het beest van de Gévaudan achterna

Nog 157 km te gaan – 22.820 stappen gezet (18 km, waarvan 14,6 km op de GR 70)

331 meter gestegen, 213 meter gedaald

Langogne (915 m) – Cheylard L’Evêque (1126 m)

Het bos van het beest

Deze 4de dag op de Chemin de Stevenson was een kortere, maar daarom niet minder interessante etappe. Het was wel een waar de nodige voorzorgsmaatregelen moesten getroffen worden, aangezien men regen had voorspeld. Gelukkig bleef het bij ‘wat regen’. Enkel bij ons vertrek in Langogne en een klein beetje bij onze aankomst in Cheylard regende het echt. In onze startplaats deden we ons nog te goed aan lekker brood en lokale schapenkaas, kwestie van onze maag goed gevuld te houden.

Onze wandeling zou ons voornamelijk in de bossen van de Gévaudan houden, daar waar in de 18de eeuw werd gejaagd op het verschrikkelijke Beest. Tot op de dag van vandaag weet men nog steeds niet goed of het nu over een monsterlijk grote wolf ging of dat er iets anders aan de hand was. Maar het hield de lokale gemeenschap sterk bezig, zeker omdat er meer dan honderd slachtoffers vielen. Uiteindelijk zou zelfs Lodewijk XIV zijn beste jagers sturen, maar zonder al te veel succes. In 1767 werd de kandidaat-wolf gedood door de plaatselijk Jean Chastel, al was hij volgens sommigen misschien mee het brein achter de aanvallen.

Het is niet moeilijk voor te stellen welk schrikeffect de terreur van de Napoleon onder de wolven, zoals Stevenson hem doopte, moet teweeggebracht hebben. Vandaag de dag zijn er gelukkig geen wolven meer en de koeien zitten veilig achter prikkeldraad. Ook daar ging er dus geen enkele dreiging van uit. Maar ook zonder de dreiging van wolven en andere roofdieren was de tocht door het bos een hele ervaring. Vooraleer we op dat punt kwamen, was er nog een klein stuk in dezelfde geest als de dag ervoor.

Een praatgrage metgezel

Net voor Saint-Flour-de-Mercoire kruisten we het pad met de man die we eerder vlak na Saint-Martin-de-Fugères op dag 2 hadden gespot. Het was de man uit Bordeaux met de wandelstokken en het stevige wandeltempo. Hij was blijkbaar meer een man van de impro. Dat zou later onder andere blijken toen hij in Cheylard aankwam en moest vaststellen dat er nergens geen eten te kopen was en hij nog een goede 20 kilometer moest wandelen tot zijn eindpunt. Zijn doel was namelijk om zo snel mogelijk in Florac te geraken en daar te kajakken.

Hoewel ik mijn uiterste best deed om Frans te spreken, schakelde hij, zoals dat vaak gaat, meteen over in het Engels, wat hij trouwens zeer goed sprak. Voor een groot deel van de wandeling was hij onze metgezel, of beter gezegd de mijne. Want met zijn carbonwandelstokken haalde hij een nogal stevig tempo, en Sara, die nochtans zelf op het vlakke niet te onderschatten is, liep af en toe, al dan niet bewust, een metertje achter ons.

Zij zou dit later steken op het feit dat ze de rugzak moest dragen. Het was relatief warm, maar het regende ook, waardoor mijn t-shirt onder mijn jas helemaal klam van het zweet was. Om tijdens de droge periode wat te verluchten, had zij de rugzak overgenomen. Ondanks mijn galant aanbod, tot 3 maal toe, om deze over te nemen, maar Sara bleef op haar beurt galant. Al vatte ze wel het plan op om de mythe te creëren dat ze, zoals Modestine, als lastdier wed gebruikt terwijl ik vrolijk een praatje sloeg. Haar onversaagdheid om de rugzak te blijven dragen leverde haar wel de erenaam Victorine op.

Het bos zelf was gevarieerd. Geholpen door de redelijk mistige en regenachtige dag was het zelfs een tikkeltje mysterieus, met oude kronkelende bomen. Het hoogtepunt was waarschijnlijk een passage met grote met mos bedekte rotsen. Het deed mij met enige heimwee denken aan mijn vrijgezellenweekend, dat geheel volgens de geest van de auteur werd doorgebracht in de prachtige natuurlijke omgeving van het Luxemburgse Mullerthal. Maar de atmosfeer was hier toch enigszins anders.

De gespreksonderwerpen waren redelijk divers. Het ging uiteraard over Stevenson en diens wandeling, waarbij het een constante was dat de meesten eigenlijk niet zoveel afwisten over onze impliciete gastheer. Maar het ging ook over geschiedenis, over wandelervaringen, over België, over het duikersexamen die de man in Luxemburg moest afnemen en over de drang naar snelle informatie in het digitale tijdperk. De tijd vloog voorbij op deze reeds relatief korte etappe.

Stevenson is de weg kwijt

Op voorhand had onze gids ons gewaarschuwd voor dit stuk, omdat het moeilijker te navigeren zou zijn. Dit kwam misschien wel door de eigen ervaring van Stevenson, die hier nodeloos lang heeft moeten zoeken naar het juiste pad. Stevenson liep compleet verloren in het bos, tot hij in het kleine gehuchtje Fouzillic kwam. Helaas ging hij van daaruit verkeerd en kwam zo terecht in Fouzillac, nog verder van Cheylard. Uiteindelijk moest hij de nacht doorbrengen in het donkere bos. Vandaag zijn het nog steeds, zoals in zijn tijd, kleine gehuchtjes met een huis of drie en wat vee. Het zorgt ervoor dat je niet de snelste noch de meest logische weg volgt.

Na deze passage en een kleine daling door een laatste stukje bos, kwamen we vergezeld van wat regen aan in Cheylard l’Evêque, een plekje waar normaal gezien 68 mensen wonen en met een 30-tal huizen. Dat betekende dus dat elke dag in het hoogseizoen de aanwezige bevolking met bijna 50% toenam. Helaas was door ons stevig tempo onze gîte nog niet open en was er ook niet meteen een schuilplaats of afgedekte picknickplaats.

Le Cheylard

En dus zochten we even onderkomen in het plaatselijke kerkje, net als onze metgezel en wat andere wandelaars. De meesten onder hen gingen vandaag nog wat verder wandelen. Sara moest haar schroom wat overwinnen om in een kerk te eten, maar het was wel een droge en een aangename plek om je maaltijd te nuttigen en te rusten. En de schapenkaas die we die ochtend hadden gekocht smaakte eveneens.

Om de tijd de doden klommen we ook nog even naar de Notre-Dame des Tout Graces, waar een klein, steil padje middenin het dorp naar vertrok. De kapel, opnieuw met een Mariabeeld bovenop het gebouw, torende boven het dorpje uit en het grijze weer zorgde voor een mistroostig maar eveneens mooi vergezicht. Het was en perfecte plek voor wat contemplatie, over de dag en over het vervolg van de reis.

Omstreeks half drie konden we dan onze opwachting maken in Au Refuge du Moure, een gezellige en authentieke plek, middenin het dorp, en voor wie het grotere plaatje bekeek, middenin het bos. Door het vroege uur hadden we tijd te over om te lezen, te schrijven en van de plaatselijke geneugten te proeven. Sara ging voor een warme chocomelk en ik koos het lokaal gebrouwen artisanale biertje van de brasseurs du Sornin. Daarna konden we op ons gemak douchen en nog wat luieren in bed. Een echte snipperdag.

Nadien kregen we onze tweede table commune voorgeschoteld. De setting was beter en het gevoel dus ook. We zaten met z’n zessen aan onze tafel, met onder andere het koppel uit de Provence van de eerste gemeenschappelijke maaltijd en twee nieuwe gezichten. Het gesprek was hartelijk en mijn reserves na de eerste ervaring waren verdwenen. De sleutel tot een goed gesprek in een taal die ik niet zo machtig ben was duidelijk de schroom, of beter gezegd het laten vallen van de schroom. Na enkele dagen lukte dit al duidelijk beter. Op deze manier kreeg je het gevoel deel uit te maken van een lichting wandelaars, een wandelgemeenschap als het ware.

Verblijf

Een heel gezellige gîte. Volgens ons boekje moesten we een wc delen, maar we genoten toch van een ‘en suite’

Eten

Een heerlijke sla met o.a. ei, een heel lekkere toast en stukken vlees die ook lekker waren maar die we niet helemaal konden thuisbrengen. Het hoofdgerecht was een varkensstoofpotje met chorizo, olijven en rijst, de kaasschotel en een amandel-peer-carameltaartje.

Meer wandelingen op de GR 70 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-frankrijk/