Dag 4: Llangollen – Chirk (16 km)

Llangollen

Het is een gouden regel onder de wandelaars. Na een zware dag plan je best een kortere etappe in, zeker als je die luxe hebt. Na de onverwachte uitputtingsslag van de derde dag was er een relatief korte wandeldag gepland op dag 4. Aangezien we ’s avonds terug naar de hostel zouden gaan, konden we gewoon met een beperkte rugzak en alle tijd van de wereld genieten.

211

Op de Panorama Walk

Llangollen – Froncysyllte (7 km)

Na een korte klim richting Offa’s Dyke Path vanuit Llangollen begint de dag opnieuw zoals de vorige geëindigd was, langs de brede, geasfalteerde Panorama Walk. Het uitzicht is inderdaad mooi, al is asfalt natuurlijk minder aangenaam aan de voeten en zijn de passerende auto’s ook een (licht) storende factor in de zoektocht naar peis en vree. Gelukkig duik je al snel een bos in, meer bepaald Trevor Hall Wood.

Trevor Hall is een Victoriaans landhuis dat vandaag gedeeltelijk gebruikt wordt voor recepties en trouwfeesten. Het bos maakt deel uit van het domein, maar, zoals dat zo vaak gaat in het Verenigd Koninkrijk, is het wel toegankelijk door middel van een vast te volgen wandelpad. Het bos zelf is anders dan het gruwelijke Llandegla bos (zie dag 3) feeërieker, en herinnert de wandelaar er weer aan waarom J.R.R. Tolkien Wales gedeeltelijk als inspiratiebron nam voor zijn Midden-Aarde.

219

Wél een tof bos

Eens het bos uit ga je onder een tunnel en kom je via een poortje in een weide met paarden. Het is hier waar ik een van de diepere dierenconnecties uit mijn leven heb mogen ervaren, dankzij een kortstondige maar innige vriendschap met een paard. De selfie was al leuk, maar toen het dier het grootste stuk van de weide niet afweek van mijn zijde, had ik even het gevoel dat ik een echte paardenfluisteraar was. Helaas kwam het afscheid er snel aan. Na een korte middagpauze in Trevor, ging het naar Froncysyllte (alweer een makkelijke naam) waar het bekende (toch in het Verenigd Koninkrijk) aquaduct van de Schotse ingenieur Telford staat.

231

Vriendschap voor het leven

Froncysyllte – Chirk (9 km)

Hou je vast. Het aquaduct in Froncysyllte heet Pontcysyllte. Oorspronkelijk maakte het deel uit van een plan om de Severn in Shrewsbury te verbinden met de Mersey in Liverpool. Het aquaduct werd gebouwd in 1805. Maar de nodige middelen waren niet aanwezig om het hele traject af te maken en de komst van de trein zorgde ervoor dat ook het kanaal van Llangollen niet lang voor industriële doeleinden werd gebruikt. Het  is vandaag nog wel operationeel (bevaarbaar) maar dan eerder voor pleziervaarten. Af en toe zie je er ook nog de bekende bootjes die door paarden worden getrokken. Telfords aquaduct is wel het oudste en langste nog bevaarbare aquaduct van het Verenigd Koninkrijk en is met z’n 38 meter hoogte ook indrukwekkend.

Het pad volgt het kanaal een paar kilometer, tot je aan de zogenaamde Irish Bridge naar beneden moet en terug de groene weilanden intrekt. Het goede nieuws is dat er ook meer (of beter gezegd iets) van Offa’s Dyke te zien is.  In eerste instantie is het nog redelijk subtiel, maar na een tijdje is de aarden muur duidelijk waarneembaar. Na een stevig stuk dalen draait het pad rond Chirk Castle (zie onder), waar achter de omheining Offa’s werk te bewonderen is. Het is vanaf daar nog een half uurtje naar het eindpunt van de dag (Castle Mill) en voor ons nog twee kilometer naar het centrum van Chirk, waar ons een weerzien met familie en vrienden wachten.

249

Chirk Castle & Offa’s Dyke

Het eten

Heerlijke spaghetti bij Paul & Ruth, de Welshe volksdansvrienden van mijn ouders.

Dag erna naar Corn Mill, leuk restaurantje met zicht op de Dee.

Het verblijf

Llangollen Hostel was gedurende drie nachten onze uitvalsbasis, omwille van het feit dat mijn ouders op dat moment in het naburige Chirk bij Welshe vrienden zaten, waar de volgende wandeldag ons naartoe zou brengen, en we daarna nog een rustdag extra inplanden. Het was een leuke hostel, met goede faciliteiten.

Bijzonderheden

In Chirk ligt een van mijn favoriete (Welshe) kastelen, het gelijknamige Chirk Castle. Zowel vanbinnen als vanbuiten de moeite. Ook de kasteeltuin en het omliggende domein zijn aanraders, met bijzondere aandacht voor de poort en de legende van de rode hand.

269

Chirk Castle vanuit de kasteeltuin

De legende van de rode hand wil dat een stervende feodale heer niet wist welke van zijn zonen de oudste was. Hij besloot een race te organiseren en de eerste die zijn sterfbed met de hand zou aanraken zou zijn bezittingen en titel erven. Toen een van de zonen merkte dat hij de race zou verliezen, hakte hij zijn hand af en gooide het naar het bed. Vandaar dus de rode, bloederige hand die in de poort verwerkt zit.

Thomas Telford was in zijn tijd een groot ingenieur en bouwde naast kanalen en bruggen, tunnels en havens.

 

 

 

 

Dag 3: Clwyd Gate – Llangollen (23 km)

Clwyd Gate

In Clwyd Gate zelf is er niet veel te beleven, maar onze dag begint met enige vertraging. De enige accomodatie lag in Llanferes, enkele kilometers van de route. De eigenares van de Inn brengt ons dus ’s morgens, na een goed ontbijt, per auto naar het startpunt. Om de een of andere reden hebben we ’s morgens geen packed lunch gekocht en rekenen we er op dat onze parovita’s zullen volstaan. Een kapitale fout, zou later blijken. Op dat moment hebben we echter nog niets door. Vandaag verlaten we de Clwydian range en gaan we richting Dee valley.

153

De laatste loodjes van de Clywdian Range (en van mijn versleten rugzak)

Clwyd Gate – Llandegla

Het leeuwendeel van de Clywdian range werd op dag 2 getemd, maar dag 3 begint zoals de vorige geëindigd is. Het gaat nog even op en neer, langsheen Moel Gyw (467 meter), waarbij dat goede ontbijt van een half uur eerder een pretbederver blijkt bij het klimmen. De dag begint eerder mistig, met de wolken die maar net boven de heuveltoppen hangen. Na Moel Gyw volgen er nog twee, Moel Llanfair (447 meter) en Moel Y Plâs (440 meter). Daarna zijn alle Moels de revue gepasseerd en wordt er afgedaald naar Llandegla. Oorspronkelijk trekken de wolken weg, maar op het moment dat we het dorpje binnenwandelen gaan de hemelsluizen even open. Gelukkig is er een klein kerkje om te schuilen tot het ergste voorbij is. Het is nog maar pas middag en dus, zo schatten we, kunnen we nog gerust een uurtje wandelen vooraleer ons middagmaal te nuttigen, nadat we het plaatselijk bos hebben verlaten.

158

Verandering van landschap doet wandelen

Llandegla – Llangollen

Helaas. Het was sowieso al een lange dag en die werd nog eens verlengd door het gruwelijke bovenvermelde bos. Boosdoeners waren een brugje over een beek, een ietwat vaag kaartje en de afwezigheid van een paaltje om ons de juiste richting uit te wijzen. Het gevolg was dat we gedurende een uur in het bos (ver)dwaalden. Alle alternatieve paden werden genomen, net zoals diverse  scenario’s de revue passeerden over wat we best deden. Naar Llandegla en daar de bus naar Llagollen? Naar het mountainbikecentrum in het bos en daar een lift vragen? Gelukkig had ik nog een ingeving, eerder een wanhopige dan een weloverwogen gok, en ging ik over het brugje en wandelde nog een driehonderd meter verder dan de plek waar ik eerder was gaan kijken, et voila, het eikelsymbool van de wandelroute en een prachtig pad door de heide. Ondertussen waren we wel nodeloos moe en hadden we eigenlijk onvoldoende gegeten. Nochtans langeafstandswandeling 101.

183

Door de Welshe heide

Het pad bracht ons een goed half uur later naar een geasfalteerde weg. Daar zetten we ons even neer om alsnog te eten. Ondertussen was het weliswaar al half drie. De geasfalteerde weg is geen ideale ondergrond, maar het is wel de voorloper van de zogenaamde panorama walk, zo genoemd vanwege de geweldige uitzichten over de Dee vallei. En er volgen nog enkele hoogtepunten. Eerst is er de indrukwekkende rotsformatie World’s End. Maar dan moet het sublieme (in de Romantische betekenis van het woord) pas echt beginnen. De Eglwyseg crags zijn puinhellingen die op zich niet erg hoog liggen, maar het relatief smalle pad en de kale afgrond maken wel dat het voor een semi-hoogtevreesmens als ik eventjes spannend was. Gelukkig is het uitzicht en de setting formidabel.

196

Op de Eglwyseg crags

Eens voorbij de crags daalt het pad opnieuw naar een asfaltweg, dit keer wel degelijk de zogenaamde panorama walk. Fun fact, in onze trailblazer gids stond “Peacocks live here” en jawel, we wisten dat we op de juiste plek waren aangekomen door het hemelse geluid van enkele pauwen. Minder goed nieuws was wel dat Llangollen volgens onze gids nog ongeveer 1 uur wandelen verwijderd was en dat al onze proviand op was en we nog maar een klein beetje water over hadden. Wat later zagen we ons referentiepunt in de verte opduiken, de ruine van Dinas Brân. Onze lijdensweg was nog niet volledig gedaan. Er werd ons namelijk een bankje beloofd aan het punt waar we het pad zouden verlaten om naar Llangollen te gaan. Helaas was dit ingepalmd door een vrouw die met haar auto naar boven was gereden om van het uitzicht te genieten. Ik heb Sara nog net kunnen tegenhouden of er was een gevecht uitgebroken. Na toch eventjes te rusten, konden we het laatste stuk dalen en strompelden we het kleine stadje binnen, na een mooie maar nodeloos vermoeiende dag.

207

Dinas Brân

Het eten

De Dee Corner Cafe Bistro is gewoon een degelijke cafe bistro, waarbij de grote hamburger (met extra bacon) gelet op onze lijdensweg (die we onszelf dus een beetje hadden aangedaan) goed binnenging. Goede porties, leuke setting.

Het verblijf

Llangollen Hostel was gedurende drie nachten onze uitvalsbasis, omwille van het feit dat mijn ouders op dat moment in het naburige Chirk bij Welshe vrienden zaten, waar de volgende wandeldag ons naartoe zou brengen, en we daarna nog een rustdag extra inplanden. Het was een leuke hostel, met goede faciliteiten.

Bijzonderheden

– De “ll” wordt in het Welsh uitgesproken als een, tja, een shlj. Je kan het best proberen door de tong tegen de bovenste voortanden te zetten en vanonder de tong een sissend geluid te maken. Shljangoshljen, dus.

– De “w” is dan weer een oe. Eglwyseg wordt dus Egloeyseg.

– Trouwe lezers van mijn blog weten dat Llangollen de plaats is waar ik al het meest ben geweest in het buitenland. Zie hiervoor mijn ode aan Wales.

– Llangollen zelf ligt niet op de route, maar is de 2 km zijsprong meer dan waard. Naast de gezellige binnenstad heb je er ook nog de ruine van Dinas Brân, die je al van ver op het pad ziet en Plas Newydd, het huis van de ladies of Llangollen die onder andere the Duke of Wellington, Lord Byron en Sir Walter Scott over de vloer hebben gekregen.

– Dinas Brân betekent “kasteel van Brân”. Brân the blessed is een Welshe koning en een reus uit de mythen, waaronder de Middeleeuwse verhalencyclus de Mabinogion.