Pollença
Pollença is een voormalig Romeinse nederzetting (waar dus ook nog een Romeinse brug is, hieronder by night) van ongeveer 17.000 inwoners en de start van de GR221. Het ligt niet al te ver van Palma de Mallorca en je geraakt er vlot met de bus. Pollença is vooral gekend vanwege de Calvari, een heuvel met 365 trappen, vergezeld van rijen cipressen en enkele kruisen die samen de kruisweg van Jezus Christus symboliseren. Aan de top van deze beklimming ligt de kerk van de Virgen de los Ángeles. Op de eerste dag, tussen Pollença en Lluc stijgt het al aanzienlijk, van 50 naar ongeveer 700 meter, waarna je een klein beetje daalt richting de refuge.
Pollença – Font de Muntanya
Het begin van de dag is een beetje een noodzakelijk kwaad. Je wandelt een stuk langs de weg, maar na een goede kilometer mag je geluk links afslaan, waar je een klein wandelpaadje vindt dat langs de rivier stroomt. Dit deel is niet echt onderhouden, maar dat gegeven is op de hele GR221 bekeken beperkt. Na het betere klimwerk op een gammel houten laddertje, wandel je langs een stuk van de En Marc vallei, met heel wat groene, vruchtbare grond, meestal bebouwd met onder andere de zo karakteristieke olijfbomen.

De En Marc vallei
Vanaf daar volg je de Camí Vell, de middeleeuwse route tussen Pollença en het klooster van Lluc. Hier begin je echt te klimmen. De paden zijn goed onderhouden en kronkelen langsheen de helling, waardoor je wel serieus omhoog gaat, maar het meestal wel gestaag is. Je kan ook altijd wel een plekje in de schaduw van de bomen vinden om wat uit te blazen. Het pad langs de droge rivierbedding leidt uiteindelijk naar de bron (font) van Muntanya, waar een grote, ronde steen perfect fungeert als picknicktafel.
Font de Muntanya – Binifaldó
De weg klimt nog verder, en je hebt zicht op de puig (Mallorcaans voor heuvel of berg) Gros de Ternelles en de Puig Tomir. Even verder zie je ook de Puig Caragoler. Al deze toppen worden op de officiële GR-route echter links gelaten, al kan je even verder op het pad wel de afslag nemen naar Puig Tomir (1103 meter). Op een goede 600 meter kom je aan Binifaldó. Vandaag de dag huist hier een educatief centrum over de Serra de Tramuntana. Het grootste klimwerk zit er dan op, al is dit niet het hoogste punt van de dag.

Zicht op de Tramuntana
Binifaldó – Refugi de Son Amur
Vanaf hier is het nog een goed uur en half naar de Refugi de Son Amer, de officieuze eindhalte van de dag. Heel even worden we vergezeld door een bende schapen. Het pad blijft kronkelen doorheen de bossen, richting twee colls, de Coll de Pedregaret (het is hier dat je de zijroute richting Puig Tomir kunt nemen) en de Coll Pelat, het hoogste punt van de dag. De coll zit echter verborgen tussen de bomen, dus op echt mooie vergezichten word je hier niet getrakteerd. Gelukkig compenseert de route zelf dit voldoende.

Hoera, ook in Mallorca zijn er schapen
Het laatste stuk gaat zowaar in dalende lijn. Het is hier dat we onze eerste terrassen van de reis voorgeschoteld krijgen. Neen, het gaat hier dan niet over terrasjes (die zijn voor later), maar wel over de terrassen die gebruikt werden (en worden) om de heuvelachtige gebieden van het Tramuntanagebergte te cultiveren. Het is niet alleen praktisch, maar heeft ook iets esthetisch.

Wat een de achtergrond (en voorgrond)
Nog een laatste afdaling en we komen uiteindelijk aan de Son Amer Refugi aan. De refugi’s zijn de verblijven die je doorheen de GR221 kunt vinden. Je hebt er de absolute basis, maar na een dag wandelen heb je ook niet meer nodig dan dat. Het enige probleem met deze refugi was dat het warme water op was. Gelukkig zijn we geen luxepaardjes. Daarvoor was de nood aan een douche ook te groot.

Aankomst aan de Son Amer Refugi
Lluc
Deze eerste wandeldag viel qua zwaarte nog goed mee, waardoor we nog een kleine zijuitstap naar Lluc konden doen. De Santuari de Lluc is een klooster met een oorsprong in de 13de eeuw. Een Moorse herder zou hier een standbeeld van de maagd Maria hebben gevonden. Vandaag is het nog steeds een belangrijke religieuze site en pelgrimsoord, maar het huisvest ook onder andere een hostel, een kostschool en enkele faciliteiten gericht op de toerist. Leuk als je er toch bent, maar verder niet al te speciaal.

Uitblazen in Lluc
Het verblijf
Zoals hierboven al gezegd is de Refugi de Son Amer een goed verblijf met een basisuitrusting. In ons geval dus stapelbedden, koud water en een gezamenlijke eetzaal. Het aanwezige personeel was weliswaar vriendelijk. De medegasten bestonden hoofdzakelijk uit Duitse wandelaars, die nogal de vreemde gewoonte hebben om hun kledij niet te kunnen aanhouden. Wat soms tot rare toestanden leidt.
Het eten
Uit sympathie met onze medereizigers namen wij ook het vegetarisch menu. Er was echter iets misgelopen met de bestelling waardoor we in olie verzuipende sla, tomaten en rode ui kregen, en een snel bij mekaar gehaspelde omelet.
Bijzonderheden
– Zowel Pollença en Lluc zijn belangrijke religieuze sites. De Calvari speelt vanzelfsprekend een belangrijke rol in de festiviteiten van de heilige week.
– Mallorca was lange tijd in handen van de Arabieren. Dit kan je vooral merken aan de plaatsnamen. Binifaldó komt oorspronkelijk van Binihaldon, of zonen van Haldum. De staat claimde het in de negentiende eeuw voor zich, terwijl het daarvoor in het bezit van het klooster van Lluc was. De minister van financiën werd prompt geëxcommuniceerd.
– Een goede reisgids toont welke bronnen drinkbaar zijn en welke niet. De font de Muntanya is bijvoorbeeld geschikt om de drankfles te vullen.