Dag 5: Once Brewed – Gilsland (14,5 km)

Once Brewed

De vorige dagetappe had gelukkig niet te veel schade aangericht. Geen al te stramme spieren, geen bijkomende wonden aan de voeten en geen deuk in de motivatie. Na de zwaarste etappe van de hele reis stond nu een overgangsdag op het menu. Niet te lang, niet te moeilijk. Northumberland (je herkent ongetwijfeld, indien je wat vertrouwd bent met de oorspronkelijke zeven Engelse koninkrijken, Northumbria) werd ook verlaten voor Cumbria. Het is in dit graafschap waar het Lake District zich bevindt, hoewel een wandeling langs de muur van Hadrianus je noordelijk houdt. De bestemming was Gilsland, een klein, slaperig dorpje dat overleeft bij gratie van Wall-toerisme.

Once Brewed – Cawfields quarry (3 km)

De vijfde dag begint waar de vierde geëindigd is, in hetzelfde glooiende landschap. Het is hier dat op 345 meter het hoogste punt van de hele route wordt bereikt, op de Winshield Crag. Een fotomoment werd ons echter niet gegund. Op deze bescheiden top stond een groep Duitsers met een zeer praatgrage gids die wat deed denken aan Claude François. Dit is ook het land van mythen en legenden, met onder andere passages langs Bogle Hole (Goblin’s Hollow) en Bloody Gap. Een mens kan enkel vermoeden wat er hier doorheen de geschiedenis gebeurd is. Het op- en neergaan van het landschap vermindert hierna. Op het vlak van wat de natuur vermag is het eventjes uitkijken naar Cawfields quarry, een voormalige groeve die nu onder water staat en daardoor een oase van rust en voor eenden is geworden.

DSC04544

Cawfields quarry

Cawfield quarry – Thirlwall Castle (5,5 km)

Ook de passage na de groeve bevat nog wat Romeinse architectuur, onder andere aan het Great Chesters fort, waar eveneens een restant van een altaar te vinden zou zijn. Ondanks verwoede pogingen om dit altaar te lokaliseren, konden we niet met zekerheid zeggen naar welke hoop stenen we moesten kijken. Ook de volgende paar kilometers, langsheen de Walltown Crags, bieden nog aan wat je van een Hadrian’s Wall Path kunt verwachten. Even later passeer je een brug die de grens tussen Northumbria en Cumbra aangeeft.

Eens Cumbria ingetrokken verandert het landschap enigszins. De ruige crags worden ingeruild voor velden, weiden en akkers, hoewel het pad nog wel wat op en neer kan gaan. Naast al het natuurlijke schoons is er ook wat entertainment voor de historici. Thirlwall Castle is vandaag een ruïne. Dit komt gedeeltelijk omdat het gebouwd werd met stenen die eigenlijk te klein waren om de constructie te ondersteunen. Daarnaast was het ook het podium van diverse conflicten doorheen de geschiedenis. Edward I “Longshanks” was een van de prominente historische figuren die hier verbleven, in 1306, op weg naar Burgh-by-Sands, een plek waar de wandelroute nog passeert.

DSC04569

Thirlwall Castle, zonder dwerg

Thirlwall Castle – Gilsland (6 km)

Na de ruïne is het beste van de dag alweer gepasseerd. Je wandelt nog even langs een spoorlijn, een stukje muur en een vallum, om al snel aan te komen in het kleine Gilsland, dat niettemin goed in staat is om de wandelaar te verwennen. Het aanzicht van het dorpje, dat in feite bestaat uit een straat of vijf, komt ook geen seconde te vroeg, aangezien na het inchecken de hemelsluizen prompt werden geopend. Vanuit de comfortabele kamer in de Samson Inn, tijdens het drinken van een warme chocomelk, heeft zelfs dat iets pittoresk. Of was het subliem?

DSC04574

Onheilspellende wolken

Het eten

Waarschijnlijk krijgen we in het kleine Gilsland, goed voor 400 inwoners en 400.000 bezoekers, het beste eten van de hele reis voorgeschoteld. In The Samson Inn neemt Sara een risotto met halloumi en ikzelf zalmcakes. Het is haast ongelofelijk dat in een klein dorpje als dit zo’n hoogstaande culinaire ervaring kan gevonden worden, met dank aan de muur van Hadrianus.

Het verblijf

The Samson Inn is zelf ook een aangename plek om te verblijven, zeker na het plotse stormweer dat over ons neerdaalde. De regendouche is, ietwat ironisch, zalig. Een nette kamer en het bijhorende uitstekende restaurant zorgen ervoor dat we tevreden zijn van onze keuze. Gilsland telt namelijk 3 B&B’s met een goede reputatie.

Bijzonderheden

– De legende van Thirlwall castle wil dat er in het kasteel vroeger een gouden tafel stond. Bij een raid van een vijandige clan, nam een dwerg de tafel en sprong ermee in de waterput, om deze veilig te stellen. De waterput, de tafel en de dwerg zijn voorlopig nog niet gevonden.

– Halloumi bestaat meestal uit schapen- en geitenkaas. Door het hoge kookpunt smelt het niet, zoals andere kazen. Het is dan ook heel lekker als vleesvervanger bij pasta’s, risotto of couscous.

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9

Dag 1: Wallsend – Heddon-on-the-wall (24 km)

Van oost naar west

Een langeafstandswandelroute heeft in feite twee start- en eindpunten. Dit is ook het geval voor Hadrian’s Wall Path. De avonturier kan kiezen tussen de oost-westroute en de west-oostroute. Wij kozen ervoor om ietwat contradictorisch te beginnen in Wallsend en te eindigen in Bowness-on-Solway. Dit heeft enkele voordelen. Wallsend is een buitenwijk van Newcastle en de dagetappe naar Heddon-on-the-Wall behoort tot de minst opzienbarende van de hele reis. De route eindigt op deze manier ook aan de kust, wat een perfecte en pittoreske afsluiter is. Wandelaars die van west naar oost gaan, doen dit vaak omwille van de weersomstandigheden, en dan meer specifiek vanwege de gunstige rugwind.

De start- en de eindplaats zijn sinds de opening van de wandelroute hetzelfde gebleven, maar toch is er op de respectievelijke plekken doorheen de tijd heel wat veranderd. Een nostalgische grootvader, die met zijn kleinkinderen een stuk muur in Chollerford bezocht, wist ons te vertellen hoe hij van Bowness naar Wallsend was gewandeld en hoe indrukwekkend het was om de reis af te sluiten in Newcastle, toen er nog industriële activiteit was. De kranen en vrachtschepen torenden boven de nietige wandelaars uit.

Omgekeerd is Bowness-on-Solway dezer dagen gecontesteerd of wordt het toch op z’n minst vaak over het hoofd gezien. Het kustdorpje ligt namelijk op een goede 30 km van het laatste restje muur. Velen laten deze plek dan ook links liggen en stoppen in Carlisle. Dat een BBC-programma over de wandelroute hetzelfde deed, schoot bij de inwoners in het verkeerde keelgat. Net zoals talrijke andere dorpjes op de route leeft Bowness namelijk van het muurtoerisme.

Wallsend – Newcastle (7 km)

De wandelroute begint, zoals reeds gezegd, in Wallsend. Het startpunt ligt vlak bij de metrohalte. Ten tijde van keizer Hadrianus stond de plaats gekend als Segedunum en was hier een groot fort gebouwd. Oorspronkelijk eindige de muur nog een mijl verder westwaarts, aan de Pons Aelius, maar om veiligheidshalve het hele gebied te dekken werd deze alsnog doorgetrokken, met een extra bijhorende defensieve structuur. Vandaag de dag is hier een gelijknamig museum gevestigd. Het biedt de geïnteresseerde wandelaar de kans om meer te weten te komen over de constructie van de muur en het leven in de forten en milecastles. Gezien de aanzienlijke kilometers die op de eerste dag moesten verteerd worden, opteerden wij niet voor een bezoek, maar zetten we meteen aan voor het eerste deel van de eerste etappe.

Tussen Wallsend en Newcastle stad bevindt men zich voornamelijk in het uitgebreide Walker Riverside Park, met af en toe zicht op industrieel erfgoed, zoals de kranen van Swan Hunter shipyard. Dit was een van ’s werelds grootste schepenbouwers, tot ze finaal de boeken neerlegden in 2006. De fabrieken die vandaag nog steeds actief zijn, vervullen de toeschouwer minder met bewondering of nostalgie. Het groen van het stadspark wordt afgewisseld met een occasionele woonwijk. Het is een atypisch begin en in dat opzicht eerder een noodzakelijk kwaad. Na enkele kilometers vervoegt het pad de rivier Tyne (Newcastle heet voluit Newcastle-upon-Tyne), de waterweg die eeuwenlang de bron van inkomsten was voor de stad. Her en der ziet men nog restanten van deze industriële hoogdagen, stille getuigen van de neergang die het noorden van Engeland heeft getroffen.

Oude scheepwerf - Newcastle

Oude scheepswerk aan de oever van de Tyne, Newcastle.

Newcastle

Na 7 km kom je in het hart van de stad terecht, hoewel de Victoriaanse historische kern niet wordt aangesneden. De route wijkt niet van de zijde van de rivier af.  Er werd heel wat geïnvesteerd in dit gebied, zoals zo vaak het geval is met voormalige docksides, waardoor industriële panden netjes samengaan met moderne gebouwen. Vooral het Baltic centre for contempary art, geïnspireerd op het uitzicht van een gordeldier, spring in het oog. Wat nog meer opvalt zijn de vele bruggen die hoog boven de rivier uittorenen. De eerste brug van in totaal 7 exemplaren is meteen de meest opvallende. Het betreft hier de Millennium Bridge, een kantelbrug die in 2002 werd geopend. Daarna volgen nog onder meer de Swing Bridge (1876), de High Level Bridge (1849) en de King Edward VIII Bridge (1906). Nadat je onder of voorbij de zeven bruggen hebt gewandeld wacht een volgend symbool van de industriële hoogdagen. De Dunston Coal Staithes werden gebruikt voor het transporteren van de kolen van koolmijn naar de kolenschepen, die hun lading naar de havens van Liverpool of Londen moesten vervoeren.

DSC04259

Een symbiose tussen industrieel erfgoed en modernisme

Newcastle – Newburn (11,7 km)

Na het verlaten van het stadscentrum volgt een tamelijk zielloze passage door Elswick, een industrieterrein met voornamelijk tertiaire activiteit. Ook hier is een groene omgeving nooit ver weg, maar de zuivere natuur is, letterlijk, in geen velden of wegen te bespeuren. Na een korte doortocht langs een sport- en recreatieterrein volgt een tot fiets- en voetpad omgebouwde spoorwegbedding, waar de eenzame wandelaar zich plots omringd ziet door lotgenoten. Het is hier, in Lemington dat de Lemington Glass Cone te vinden is. De bakstenen kegel maakte vroeger deel uit van een heuse industriële site. De productie van glas werd er in 1997 stopgezet. De Cone is de enige restant en een lokaal monument. Het is eerder opvallend dan mooi, maar in afwachting van de eerste resten van de muur zelf een architecturale bijzonderheid.

DSC04269

Lemington Glass Cone

Newburn – Heddon-on-the-wall (6,3 km)

Kort na de passage door Lemington volgt het al even kleine dorpje Newburn, voor sommigen de eerste rustplaats van de trail. Hier neigt het landschap voor het eerst in de richting van de pastorale schoonheid die men in Northumberland kan verwachten. De route volgt opnieuw de Tyne, maar ditmaal zijn de sporen van menselijke bouwkunde relatief afwezig. Het pad gaat nu via bos naar landbouwweiden en via de oude spoorwegbedding van Wilam Waggonway richting Heddon. Deze voormalige spoorwegbedding leidt naar het geboortehuis van George Stephenson, de industrieel die onder meer bekend is geworden door zijn pionierswerk in de treinbouw. Zijn zoon Robert ontwikkelde de locomotief die later bekend zou worden als Stephenson’s Rocket, een stoomlocomotief die ongeladen 47 km/uur kon halen.

Tijdens de laatste kilometers van de dag wordt de urbane drukte van Newcastle-upon-Tyne volledig vergeten. Een steile klim (het dorpje zou in feite Heddon-on-the-hill moeten noemen), een kronkelend pad doorheen een golf course en opnieuw een pad dat de weg omhoog kiest brengen je naar het pittoreske dorpje Heddon-on-the-wall. Een miscommunicatie tussen brein en kaart zorgde er helaas voor dat de zoektocht richting B&B nodeloos werd gerekt en de hoogtemeters aandikten. Met wat hulp van behulpzame locals werd onze plaats van overnachting dan toch bereikt. Het was voorlopig nog wachten op de muur zelf.

Heddon

Landschap, Heddon-on-the-Wall

Het eten

Net zoals in de andere kleine dorpen die fungeren als rustplaatsen is het aanbod in Heddon-on-the-Wall redelijk beperkt. Vaak gaat het hier om een luttele  pub. Maar meer moet dat in de meeste gevallen echter niet zijn. Ook de Swan Inn is moderner en adequater dan men zou verwachten. De hamburgers zijn er royaal en het bier komt standaard in een dikke halve liter.

Het verblijf

In Heddon-on-the-wall kan men kiezen uit een viertal verblijven. Wij verbleven in het niet al te origineel genaamde Hadrian Way Bed & Breakfast, alwaar een warme ontvangst gecombineerd gaat met een zeer comfortabel bed en een heerlijk ontbijt. De eigenares was zeer vriendelijk, haar broer ietwat bizar. Maar dat kan na een goede 27 kilometer wandelen de pret niet bederven.

Bijzonderheden

 – Een stukje muur zou zichtbaar moeten zijn aan het begin van de wandeling, maar vanwege de angst om verloren te lopen is dit ons volledig voorbij gegaan.

– Heddon betekent ‘heuvel waar heide groeide’. Het is dus in zijn volledigheid “Heuvel waar heide groeide aan de Muur (van Hadrianus)”

– Een inwoner van Newcastle wordt ook een Geordie genoemd. Waar deze bijnaam vandaan komt is niet duidelijk. Volgens sommigen is het een verwijzing naar de steun van de inwoners van Newcastle aan koning George II. Anderen verwijzen naar de Geordie, een lamp die in de mijnen werd gebruikt en uitgevonden werd door George Stephenson, vader van Robert.

– De mond- en klauwzeerepidemie in 2001 begon naar alle waarschijnlijkheid op een boerderij in Heddon-on-the-Wall

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9