Etappe 1: Pieterburen – Winsum (13 km)

Een reis naar de reis

Deze eerste dag is, alsof het zo voorzien is voor ons, een korte dag. Met maar 13 kilometer voor de boeg is het perfect mogelijk om aan te komen en zonder voorafgaande overnachting naar de eerste eindhalte te wandelen. Het was wel nog steeds voor het ochtendgloren vertrekken. Om 20 na 6 startte de reis al vanuit Halle en daarna volgde nog drie overstappen.

Tegen een hoge snelheid ging het naar Schiphol, met een kleine pauze, om vervolgens met iets minder marge over te stappen in Groningen, waar we een dag later naartoe zouden wandelen. Ten slotte bracht een lokale trein ons naar Winsum, het eindpunt van de dagetappe. Een gezwinde busrit later waren we eindelijk in Pieterburen, een dikke 6 uur na het vertrek thuis.

Pieterburen

Pieterburen zelf is klein maar gezellig, ook al zagen we maar een deel van het dorp. Er was nog ergens in de buurt een zeehondcentrum, maar deze kwamen we niet tegen. Ondanks het enthousiasme van mijn reisgezel lieten we ook de midgetgolf voor )wat het was. Omdat we over voldoende tijd beschikten voor de wandeldag besloten we onszelf wel te trakteren op een lunch. Dat deden we in de tuin van het lunchcafé Bertje Jans, genoemd naar een van de twee uitdenkers van onze wandelroute. Een tosti en een quiche (verdeeld over ons getweeën) later waren we klaar voor het feitelijke begin.

Of toch nog niet helemaal. Want we besloten nog even een bezoek te brengen aan de plaatselijke kerk. De Petruskerk (om in thema te blijven, maar toch nog een beetje af te wijken) gaat terug tot de 15de eeuw, maar de opvallende toren is wel een 19de eeuwse toevoeging, nadat de vorige werd afgebroken. Vanbinnen is het interieur nog bewaard, maar tijdens ons bezoek werd het aangevuld met kunstwerken van de plaatselijke kunstenaar Koos van Bruggen (1914-1979), die naast een carrière als huisarts zich op de beeldende kunsten toelegde.

De wierden en het water

Dit deel van het Pieterpad wordt mee vormgegeven door de zogenaamde wierden. Gelegen aan de zee heeft dit gebied een lange geschiedenis met de strijd tegen het water. In die strijd werden wierden gebouwd. Dit waren aarden woonheuvels die ervoor moesten zorgen dat bij overstromingen huis en huisraad veilig boven het water uitstak. Doorgaans was dit succesvol. Maar af en toe liep het toch mis, zoals bij de Grote Kerstvloed van 1717, die in totaal 14.000 levens eiste.

Later werden de woonheuvels heuse wierdedorpen, waarbij de belangrijkste gebouwen allemaal op een verhoging werden gebouwd. Vandaag de dag is dit her en der nog te zien. Want door beter landschapsbeheer en sterkere dijken werden de wierden meer en meer overbodig. Net zoals de muur van Hadrianus werd afgebroken voor het bouwen van huizen en boerderijen, werden ook de wierden afgegraven. Alleen werd deze grond getransporteerd naar andere delen van Nederland waar de bodem minder vruchtbaar was. Vanaf de 20ste eeuw kwam er meer en meer aandacht voor de bescherming, waardoor sommige wierden toch nog te ‘bewonderen’ zijn.

Maar dat wil niet zeggen dat water geen rol meer speelt op deze eerste dag. In de tuin van het lunchrestaurant was er al een vijvertje. En het eerste deel gaat voor een groot stuk langs de Pieterbuurstermaar, een voormalige wadgeul. Dit waren vaarwegen naar de dorpen. We volgden een klein asfaltwegje langs het water, tot we bij een houten brug de maar overstaken.

Het bleef nog even door de velden gaan. Het landschap op deze eerste dag wordt sterk bepaald door landbouw en dan vooral teelt van graan en gewassen. Wat ook een constante is, is het verharde pad. Slechts her en der gaan de voeten weg van het asfalt, doorgaans een graspad. Zelfs in het compensatiebosje Oosterbos is het op het een verharde weg te doen. Dat maakt dat het niet altijd even aangenaam wandelen is, maar het mooie landschap maakt gelukkig veel goed.

Molens, kerkjes en boerderijen

Naast de landschapselementen heb je natuurlijk ook heel wat geschiedenis en erfgoed. Dat neemt hier de vorm aan van molens, kerken en historische hoeves en boerderijen. In Eenrum brachten we even een bezoek aan de kerk. Daar werd ons een doopvont uit de 11de eeuw beloofd. Helaas was dit weggehaald om in Groningen tentoongesteld te worden. De kerk zelf was sober.

Het volgende plekje liet niet lang op zich wachten. Mensingeweer is een kleine wierde aan het Mensingeweersterloopdiep (ademt uit). Naast een hoop mooie huizen had het ook de molen Hollands Welvaart te bieden. De molen dateert van 1855 en was een koren- (maalt graan tot meel) en pelmolen (pelt gerst tot gort). Decennia na decennia ging het bergaf en in 1969 werd het door een storm vernield. De eigenaar verkocht het aan de gemeente. Bijna 55 jaar later is Hollands Welvaart in ere hersteld. Een fijn bankje aan de molen maakt het ook nog eens een goede plek voor een tussendoortje.

Wandelaars hebben vaak een streepje voor, zo lijkt. En dat is op dit Pieterpad niet anders. Mensen spreken je sneller aan, vragen waar je vandaan komt en waar je naartoe gaat, wensen je succes en delen eigen ervaringen. De gastvrijheid is hier groot. En dat uit zich ook bv. door de bankjes of stoeltjes die mensen aanbieden in hun voortuin. Op een tafeltje vonden we een boekje waar heel wat mensen boodschappen in hadden geschreven. Een leuk initiatief waar ook wij gebruik van maakten.

Na Mensingeweer ging het naar Maarhuizen, waar de Enna Jans Heerd, een monumentale boerderij staat. Deze is beschermd omwille van de grote historische waarde. De gebouwen liggen op een wierd, die deels is afgegraven. Verder op het pad vonden we nog een boekje om in te schrijven, een vijver en een kerkhof met graven uit de 17de eeuw. Ook dit kerkhof lag nog op de oorspronkelijke wierd.

Het mooiste dorp

Het is van daaruit niet meer lang tot we in Winsum aankomen, een dorpje dat in 2020 nog werd verkozen tot mooiste dorp van Nederland. Winsum bestaat uit eigenlijk uit twee wierdedorpen, waarvan Winsum een is en Obergum het ander. Daartussen ligt het Winsumerdiep. Het is inderdaad een gezellig plekje, met mooie huizen, een molen en een leuk pad naast bovenstaande waterloop.

Wij verbleven op camping Marenland, meerbepaald in een leuke trekkershut, een ideale setting voor onze eerste avond. Bij onze check-in was er eventjes rumoer toen een automobilist met de kano die op zijn dak stond de slagboom ramde en deze naar de vaantjes hielp. Onze relatief vroege aankomst gaf ons de kans om door de straten te dwalen, door de hoofdstraat, de zijstraatjes, naar de kerk en de molen en zo terug naar onze camping. De zoektocht naar avondeten was wat moeilijker, deels door de vegetarische insteek die mijn wandelgezel zocht.

Uiteindelijk belandden we gewoon terug op de camping waar De Jongens uit de Buurt niet alleen een goed menu maar ook een heel vriendelijke bediening bood. Door ons late uur waren we genoodzaakt om ons als enige buiten te zetten. Maar ondanks het wat vreemde zicht, was de avondzon wel genadig en hadden we waarschijnlijk nog de beste omstandigheden. We gingen ook voor het Weiland Weibier van de lokale brouwerij Het Zotte Kalf, waarbij het brouwwater vervangen werd door wei, de vloeistof die bij de kaasbereiding ontstaat door het stremmen van de melk na toevoeging van stremsel. Speciaal!

Na het avondeten gingen we opnieuw de trekkershut in, waar het inmiddels toch al wat kouder was geworden. Onder het schuchtere licht van onze lamp speelden we nog eventjes wat gezelschapsspelen (voor de liefhebbers Lost Cities en Take Ten) waarna we vrij vroeg, moe maar tevreden, ons bed inkropen, klaar voor onze eerste volledige wandeldag.

Dag 8: Carlisle – Bowness-on-Solway (24 km)

Carlisle

De laatste dag was de derde die boven de 20 km ging. Wat we niet wisten, het was toen voor ons nog het pre-smartphone tijdperk, was dat er een code oranje was afgekondigd voor wind. Dat hebben we pas ontdekt na de wandeling, al was het ons opgevallen dat er heel weinig mensen op baan waren. Deze dag stond in het teken van de derde opeenvolgende rivier. Na de Irthing en de Eden was daar nu de Solway, die uitmondt in de Ierse Zee. Bowness-on-Solway was dan ook een perfecte afsluiter van deze mooie wandelreis.

Carlisle – Burgh-By-Sands  (13,1 km)

Het pad volgt nog een tijdje de Eden, in een groene, boomrijke omgeving. Na een passage met een imposante negentiende eeuwse spoorwegbrug en wat weilanden, was er een kleine omweg nodig. De route richting Beaumont was ontoegankelijk vanwege een grondverzakking en dus moest er de iets minder aangename weg worden genomen. Beaumont zelf is een klein dorpje met een charmant kerkje, zoals er al enkelen gepasseerd zijn. Na het verlaten van het dorpsplein volgt even een natte passage, maar enkele kilometers verder kom je aan in Burgh-By-Sands.

DSC04682

Richting eindmeet

Burgh-By-Sands – Bowness-on-Solway (10,9 km)

In Burgh-By-Sands volgt de passage waar je de getijden in de gaten moet houden. Bij hoogtij kan de weg onder water lopen en moet je, net zoals de koeien, in de hogergelegen weide gaan lopen. Hoewel we dachten alles goed uitgeplozen te hebben, bleek het water toch sneller op te rukken, vooral omdat de 5 km in rechte lijn redelijk vermoeiend was door de zware tegenwind. Het feit dat we deze afstand in een sneltempo hebben afgelegd, zorgde er wel voor dat we uitgeput in het kleine Drumburgh aankwamen. Vabdaar is het nog een uurtje en half naar Bowness-on-Solway en het eindpunt van Hadrian’s Wall Path.

DSC04692

Code Oranje

Bowness-on-Solway

Aan het einde van de reis staat er een bordje met “End of Hadrian’s Wall Trial”. Helaas had de vriendelijke jongeheer die we hadden gevraagd een foto van ons bij het vermelde bordje te trekken niet door dat dat de bedoeling was. Maar we hebben de finish dus wel degelijk gehaald.

DSC04723

Het eten

Bowness-on-Solway heeft in feite ook een pub, die ook nog eens simpelweg The King’s Arms heet. Britser kan het bijna niet. Omdat het niet altijd hamburger moet zijn, nam ik heerlijke lamskroon, terwijl Sara ging voor gekruide kip.

Het verblijf

Shoregate House is een gezellige B&B met een zeer moederlijke gastvrouw, die Sara bij aankomst, toegegeven ze zag er wat bleekjes uit, overladen heeft met “Are you sure you are ok, sweetie?” In ieder geval was de kamer ruim en was er zicht op zee, iets wat na acht dagen vertoeven in de glooiende heuvels van het land van de muur van Hadrianus niet misstaat.

Bijzonderheden

– Edward I Longshanks overleed in Burgh by Sands.

Dag 7: Newtown – Carlisle (19 km)

Newtown

Er was geen reden om al te lang te blijven dralen in Newton. Na het lekkere ontbijt (met eitjes van de kippen van de eigenaars) is het vanuit Irthington nog een dikke kilometer omhoog opnieuw op het pad te geraken. En vanaf daar is het een rustige dag langs de oevers van de Eden.

Newtown – Crosby-on-Eden (9 km)

Dag 7 is niet echt een overgangsetappe, hoewel je het gevoel kan krijgen dat er toch minder te zien is dan op andere dagen. Het eerste deel van de reis gaat langs een vallum en door weiden, maar los van het mooie groene gras is er niets dat echt in het oog springt. Het kleine plaatsje Crosby-on-Eden is er ook enkel om gewoon door te wandelen, hoewel het kleine kerkje nog best mag gezien worden.

DSC04635

Daar zijn die wolken weer.

Crosby-on-Eden – Carlisle (10 km)

Gelukkig is het tweede deel iets aangenamer, vooral omdat je daar de waterloop van de Eden volgt. En mensen die mij kennen weten dat ik een zwak heb voor waterloopjes en dat is hier niet anders. Naast de mooie natuur zijn er nog twee opvallende architecturale points of interests. Linstock castle is een voormalig Normandisch kasteel, dat ten dele is blijven rechtstaan en waar in de loop van de eeuwen een boerderij aan gebouwd werden. Rickerby estate werd ons in onze reisgids dan weer aangekondigd als een victoriaans landhuis met veel folietjes. Helaas was het verstopt achter een resem struiken en bomen en was enkel het torentje en het wachtershuis te zien. Na een kleine wandeling langsheen een sportcentrum kom je aan in Carlisle.

DSC04644

Een waterloopje en wat water uit de hemel

Carlisle

Wie in Carlisle is moet zeker Tullie House & Museum bezoeken. Ten eerste heeft het een uitgebreide collectie voorwerpen uit de Romeinse tijd, met een educatieve en eigentijdse vormgeving. Ten tweede worden ook andere interessante momenten in de geschiedenis aangeboord. Zo kom je meer te weten over de plunderbendes die de zogenaamde Border Area onveilig maakten of de opkomst van Carlisle in de industriële context. Verder is Carlisle een stadje waar je mooie negentiende eeuwse gebouwen en een kasteel uit de twaalfde eeuw kan zien, maar waar voor het overige niet zoveel opzienbarends te beleven valt. Het is wel ideaal om nog wat geld af te halen, aangezien geldautomaten een zeldzaamheid zijn in de kleine dorpjes langs de muur.

DSC04673

Het eten

Wandelen op de Britse eilanden is heel fijn, zeker als je historicus en/of anglofiel bent. Het enige nadeel is dat je doorgaans qua voeding nogal in hetzelfde vaarwater blijft (lees frietjes met hamburger of fish & chips). Carlisle bood als stad (toch 75000 inwoners) wel meer mogelijkheden. Omdat we onze zinnen hadden gezet op een Italiaanse restaurant gingen we naar La Mezzaluna. De bediening was er heel vriendelijk (ze namen er ons ondanks het feit dat het eigenlijk volgeboekt was toch nog ergens tussen), het eten was degelijk.

Het verblijf

Cornerhouse guesthouse is waarschijnlijk van alle verblijfplaatsen de minste. Het is degelijk, maar er is redelijk veel straatlawaai en ook de kamers waren wat afgeleefder. Vanuit een of andere vreemde insteek had ik ook gekeken dat het dicht bij het station lag, wat feitelijk irrelevant was, aangezien de wandelroute zelf Carlisle links liet liggen en we dus de volgende dag ook nog 45 minuten extra moesten wandelen. Wat op de schaal der dingen nu ook weer niet zo’n probleem was.

Bijzonderheden

Volgens Morrissey was er ook panic in the streets of Carlisle, in het gelijknamige nummer van The Smiths.

Dag 6: Gilsland – Newtown (17 km)

Gilsland

Ook de zesde dag blijft onder de 20 km. Het zwaartepunt qua authentieke stukken muur ligt duidelijk bij dag 5 en dag 6. Toch zijn ook hier nog enkele prominente Romeinse restaten, alsook een priorij met een groot verleden. Het landschap glooit wat zachter, maar dezelfde ingrediënten passeren de revue. Er zijn boerderijen, muren met trapladders, schapen, koeien en groene landschappen. Gelukkig wou de zon ook mee.

Gilsland – Birdoswald (3,2)

Al meteen na het verlaten van Gilsland volgt een eerste beloning. Eerst is er Poltross Burn, ofte milecastle nr. 48, goed bewaard en scenisch gepositioneerd aan de voet van de heuvel, waardoor het ook nog een bijzonder uitzicht  heeft. Vervolgens kom je aan een nieuw stukje excellent bewaarde muur en waarschijnlijk het beste voorbeeld van een muur waarbij de smalle muur op de brede fundering werd gebouwd. Verder gaat het via een brug over de Irthing, de eerste van drie rivieren, en een steil klimmetje naar Birdoswald, een Romeins fort met onder andere ook een graanschuur. Aangezien wij een andere historische zijuitstap hadden gepland, hielden wij het bij piepen over het muurtje/de Muur.

DSC04588

Brede funderingen, smalle muur

Birdoswald – Walton (11,2)

Niet veel later nadat je Birdoswald fort gepasseerd bent, kan je namelijk even van de weg gaan richting Lanercost Priory. De priorij werd gebouwd in de 12de eeuw door een van de nieuwe Normandische heersers. Doorheen de jaren verbleven hier enkele grote namen zoals Edward I, die hier een tijdje ziek lag, en Robert de Bruce. Aangezien het dicht bij de Schotse grens lag, kwamen er ook vaak plunderaars over de vloer. In 1538 geraakte het echter in onbruik vanwege Hendrik VIII zijn anti-katholiek beleid, vooral vanuit een oogpunt om de schatkist zo veel mogelijk te spijzen. Ondanks het feit dat het dak er letterlijk afging, is het vandaag nog mooi bewaard en zeker de moeite waard. Ondertussen passeert de route nog in Banks en Walton, twee weinig bijzondere plekjes. Net voor Walton verschijnt het laatste stukje muur van de hele route.

DSC04617

De priorij, zonder dak

Walton – Newtown (3,2 km)

Het stuk tussen Walton en Newtown bestaat voornamelijk uit weilanden, waarbij de enige afwisseling ligt in het feit dat de ene weide schapen heeft en de andere koetjes en kalfjes. Het betekent ook wel dat het makkelijk wandelen is. Newtown zelf is een klein dorpje. Op het moment van aankomst was hier een of andere feest of toernooi bezig op de village green. Het is dus het soort dorpje waar je oud en nieuw nog samen op het plaatselijke grasplein krijgt. En dat is ook best fijn.

DSC04627

Koetjes en kalfjes

Het eten

Omdat we in Irthington verbleven en de enige pub daar al volgeboekt was, hadden we gelukkig de mogelijkheid om als plan B gebruik te maken van de cafetaria aan Lanercost Priory. Niet dat dat dé culinaire ervaring van de reis was, maar een volledige dag overleven op enkel parovitas en cheddar is misschien net ietsje te veel van het goede.

Het verblijf

Vallum Barn B&B is in Irthington, ongeveer een km verwijderd van het pad (dalend in het heengaan en dus, logischerwijs de volgende dag stijgend). Het is een heel nette B&B, waar je hartelijk verwelkomd wordt door de eigenaars, met thee en cakes. De kamer is ruim en de faciliteiten super, net als het ontbijt en de packed lunches die je naar eigen goeddunken kunt samenstellen. Het enige nadeel is dus dat Irthington wat moeilijk is qua eetgelegenheden.

Bijzonderheden

– Dat de schapen aan Lanercost Priory ijdel zijn, bewijst volgende foto.

DSC04604

– In de buurt van Walton is er een stukje wachttoren dat in de grond gezonken lijkt.

Dag 4: Chollerford – Once Brewed (21,4 km)

Chollerford

De meeste mensen die we waren tegengekomen, of het nu B&B-eigenaars of collega-wandelaars waren, herhaalden wat onze reisgids ons ook al had geleerd.  De route tussen Chollerford en Steel Rigg, voor ons reeds de vierde dag, was op papier de mooiste, maar ook de zwaarste. Het terrein zou uitdagender worden, de muur langer en de vergezichten spectaculairder. Vanwege ons gebrek aan ervaring met langeafstandswandelingen werd er met enige voorzichtigheid en zenuwachtigheid naar deze etappe gekeken. De lichte glooiingen die de voorbije dagen sporadisch de revue waren gepasseerd,  zouden vandaag veranderen in iets pittigere hoogteverschillen. De meeste wandelaars maakten gebruik van de taxiservice die de bagage van overnachtingsplaats naar overnachtingsplaats brengt. Wij kozen ervoor de rugzak, en dus het extra gewicht, de hele tijd bij ons te houden. Een extra portie spek bij het ontbijt was dus geen overbodige luxe.

Chollerford – Brocolitia Fort (5,5 km)

De dagetappe begint met een schijnbaar zielloze passage langs de drukke autoweg. Schijnbaar, want niet alleen passeer je een huis met de twee meest levensechte standbeelden van een leeuw die je ooit zult zien, maar ook valt je oog op de vierkantshoeve die er eerder uitziet als een grillig gevormd kasteel. Dat Chollerford geen plek voor sukkelaars is, was al langer duidelijk. De moderne beschaving zou echter snel achter ons worden gelaten, en hoe dieper we de velden intrekken, hoe meer en meer het landschap op en neer gaat. Na enkele kilometers geploeter in weiden en velden, arriveer je in Black Carts, waar een flinke portie muur op je wacht. Maar voor even moet de bestaansreden van onze wandelroute naar de achtergrond verschoven worden. Enkele honderden meters verder bevindt zich namelijk een kalksteenkerkhof. De Romeinen hadden het blijkbaar niet onder de markt met deze kolossen. Gefrustreerd door het  vruchteloze hak- en kapwerk, dumpten ze de rotsen op deze plek. Limestone corner was eveneens het meest noordelijke punt van het Romeinse rijk!

DSC04436

Romeinse luiheid

Brocolitia Fort – Housesteads (8,6 km)

De tweede passage begint aan Brocalitia Fort. Het fort zelf ziet er voor het ongeoefende oog niet anders uit dan diegene die reeds gepasseerd zijn of nog moeten passeren. Blikvanger hier is in feite de kleine tempel gewijd aan Mithras. Het Mithraïsme was een oosterse godsdienst die zeer succesvol was bij Romeinse soldaten. De tempel, een mithraeum genoemd, bestaat hier uit enkele altaren en een klein standbeeld van Mithras. Het betreffen hier echter afgietsels, aangezien de originele exemplaren zich in een museum in Newcastle bevinden, waar weer en wind geen verdere schade kunnen aanrichten. Hoewel het terrein beetje bij beetje grilliger wordt, zijn er toch meer wandelaars te bespeuren. Brocolitia Fort is namelijk een traditionele startplaats voor dagjestoeristen die de geneugten van Hadrianus’ meesterwerk willen ontdekken. Het is namelijk hier dat de crags beginnen, kliffen en heuvels à la King’s Hill en Kennel Crags, waar de muur vaak nog intact is gebleven. Reeds 14 km hebben we achter de kiezen als we aan Housesteads aankomen. Vanaf daar wordt het pas echt zwaar voor de beginner-wandelaar, maar ook echt indrukwekkend.

DSC04438

Tempel van Mithras

DSC04455

Another brick in the wall

Housesteads – Steel Rigg (Once brewed) (7,3 km)

In Housesteads kan je het gelijknamige fort bezoeken. Gezien de pijnlijke voeten en de wil om op tijd in de youth hostel te geraken, lieten wij het museum links liggen en maakten ons gereed voor de laatste 7 km van deze mooie maar uitdagende dag. Het klimmen en dalen begint vanaf hier zo’n proporties aan te nemen dat de stenen trappen welgekomen zijn. Het laatste stuk was zowel letterlijk als figuurlijk adembenemend. De voetkussens begonnen pijn te doen, de kuiten stonden gespannen en de schouders dreigden te begeven onder het gewicht van de klotsende rugzak. Na wat pittig klim- en daalwerk en een pittoreske wandeling over de Highshield crags, een klein bang momentje voor mensen die echt hoogtevrees hebben, wacht de uitgeputte wandelaar nog een laatste verrassing, de cat stairs. De afdaling is al steil genoeg voor de gemiddelde wandelaar, de vermoeide voeten en het extra gewicht van de rugzak doen de rest. Een kilometer later bereikten we moe maar tevreden onze youth hostel.

DSC04486

Over the hill and far away

SycamoreGap

Het mooiere klimwerk

Het eten

Meteen na de aankomst in de youth hostel trakteerden we onszelf op enkele oreo’s. Het hoofdgerecht was een simpele doch smaakvolle hamburger met frietjes. Sara nam de vegetarische variant, maar was niet bijster enthousiast (al kon dat even goed vanwege de vermoeidheid zijn).

Het verblijf

YHA Once Brewed werd in gebruik genomen in 1934 en is daarmee een van de oudste hostels van de YHA in het Verenigd Koninkrijk. De accommodatie is bij wijlen wat rustiek. Vooral de doucheruimte is niet wat we gewend zijn van de B&B’s, maar het is ook niet geheel onlogisch. De eetruimte heeft dan weer veel weg van een goede, ouderwetse schoolkantine. Het geheel is echter sferisch.

Bijzonderheden

-Dichtbij de tempel van Mithras vind je ook de rudimentaire restanten van een waterput, gewijd aan de Keltische godin Coventina. Bij de opgravingen werden 22 altaren en 16000 Romeinse munten opgegraven.

– Op onze laatste rustplaats, Sycamore Gap, staat een, verrassing, sycamore tree. Deze werd echter wereldberoemd door de film Robin Hood: Prince of Thieves met Kevin Costner.

– Het stuk muur vanaf Housesteads wordt vaak “Clayton wall” genoemd, naar de archeoloog John Clayton, die dit stuk muur kocht en restaureerde, hoewel hij afweek van de werkwijze van de Romeinen.

– Een stuk muur tussen Housesteads en Steel Rigg werd in 2004 zwaar beschadigd nadat een groep van 800 Nederlandse bankiers bij wijze van teambuilding gedurende 6 kilometer op de restanten van de muur hebben gewandeld.

– Once Brewed & Twice Brewed worden beide gebruikt voor het kleine dorpje. Wie van het oosten komt ziet een bord met ‘Once Brewed’, kom je uit het westen dan zie je ‘Twice Brewed’

 

Dag 2: Heddon-on-the-wall – East Wallhouses (10,5 km)

Heddon-on-the-wall

Dag 1 had ons, mede vanwege een gebrekkig oriëntatievermogen, uiteindelijk een dagtocht van 27 km opgeleverd. Aangezien de Hadrian’s Wall Trail onze eerste langeafstandswandeling was, hadden we met het oog op een mogelijks slecht recuperatievermogen besloten om op dag 2 meteen een gezapige overgangsetappe in te lassen. Van Heddon-on-the-Wall naar East Wallhouses (toponiemen met Wall zijn in trek) is het uiteindelijk maar 10,5 km. Het gaf ons de mogelijkheid om wat langer te slapen en rustig van het uitgebreide ontbijt te genieten.

We hadden bijgevolg tijd genoeg om ons eerste stuk muur de nodige aandacht te schenken die het verdient. Het is namelijk een half mirakel dat er restanten van die lengte op deze plek te vinden zijn. In de meest bevolkte gebieden gebruikte de lokale bevolking de stenen namelijk voor het bouwen van huizen, kerken en andere constructies. Ook is de drukke B6528, die een hele tijd parallel zal lopen met de wandelroute, maar enkele meters van deze site verwijderd. Enkele eeuwen daarvoor liep de Military Road hier, die een snelle verbinding tussen Newcastle en Carlisle moest verzekeren. Het zijn allemaal factoren die er op andere plekken voor zorgden dat er niets van archeologische waarde overbleef.

Hier is echter een stuk muur met een lengte van maar liefst 125 meter te vinden. Het is ook bijzonder omdat het een beeld schept van hoe de Romeinen de muur aanvankelijk vorm wouden geven. In Heddon-on-the-Wall vindt men namelijk brede funderingen én een brede muur. Door het extra werk dat dit opleverde werd hier na een tijdje van afgestapt. Op andere plekken kan men dit zien doordat een smalle muur op brede funderingen werd gebouwd. Er is hier eveneens een restant van een oven, waarschijnlijk bijgebouwd in de vroege middeleeuwen. Het heeft letterlijk wat voeten in de aarde gehad, maar dag 2 begon meteen met een historische sensatie.

DSC04296

Het eerste “stukje” muur

Heddon-on-the-Wall – Harlow Hill (6,6 km)

De urbane industrie- en recreatieterreinen lagen vanaf dag 2 finaal achter ons. Nu waren het weiden, akkers en glooiingen die het landschap domineerden. Dit betekende ook meteen dat we konden rekenen op het gezelschap van schapen, veel schapen. Doorgaans zijn deze aimabele dieren schichtig en is het aaien ervan een heuse opgave. De schapen in Heddon-on-the-Wall en omstreken bleken echter zeer sociaal en hun vertrouwen in de wandelaars oneindig. Een schaap probeerde zelfs verlekkerd wat zonnecrème op te likken. Misschien was het gewoon een gekke kudde. Onze ontmoeting met de sociale, licht psychotische dieren vond plaats op de site van Vindovala. Van het fort zelf is niet veel te zien. De grond is in het bezit van de gemeente, maar plannen om de site op te graven zijn er voorlopig nog niet.

DSC04303

Romeins fort, Engels schaap en Oudenaardse deerne

Harlow Hill – East Wallhouses (3,9 km)

Vanaf Harlow Hill, met het gedeeltelijk uit Hadrian’s wall-stenen opgetrokken kerkje, is het nog maar een kleine 4 km naar de eindbestemming van de dag, het illustere East Wallhouses met de befaamde Robin Hood Inn. De volgende noemenswaardige tussenstop is het Witthledene Reservoir’s Great North Lake. Door een continue wateraanvoer vriest dit meer zelden toe, waardoor het het hele jaar door een aanrader is voor vogelspotters. Het waterreservoir en natuurreservaat huisvest 190 soorten vogels, herten, marters, wolmuizen, eekhoorns en nog talrijke andere dieren. Sara en ik zagen… 2 zwanen. Het is echter wel een gezellige plek om te picknicken. Een goede kilometer verder bevindt zich reeds de eindbestemming van de dag, East Wallhouses, met de Robin Hood Inn én de Vallum Farm.

DSC04315

A picknick with a view

Het eten

We aten in de Robin Hood Inn. Ikzelf nam de heerlijke chicken breast, gerold in ham met geitenkaas en chorizo. Toegegeven, het is niet meteen kost dat je in de gemiddelde Vlaamse brasserie op de kaart zou terugvinden. Sara opteerde voor een klassiekere, maar daarom niet minder lekkere pastaschotel. Het hoofdgerecht was zeer te pruimen, vooral met een goede pint lokaal bier. Het voorgerecht was echter iets minder succesvol. De pepertjes waren simpelweg in stukken gehakt, zonder pitjes te verwijderen. Geen enkele dipsaus is tegen zulks pikant salvo bestand.

Het verblijf

De Robin Hood Inn is voor Hadrian’s hikers haast even monumentaal als de muur zelf. De roots van de pub liggen in 1752. Het heeft dan ook alles en meer dan wat je van dit soort historisch etablissement kunt verwachten, zoals een rustiek interieur, veel bier en een leuke naam met dito uithangbord. De kamer was relatief rudimentair, maar zeer ruim.

Bijzonderheden

– Henry Stedman, auteur van onze reisgids, was over weinig zaken zo duidelijk als over de kwaliteit van de lemon drizzle cake in Vallum Farm. Hij beschreef deze als volgt:

As for the food, I can personally recommend the scones, and it can only be a matter of time before hymns are being written and sung in praise of their lemon drizzle cake.

Toegegeven. De Lemon drizzle cake van Vallum Farm was zeer lekker.