Slenteren door de stad
Een goed ontbijt is een eerste voorwaarde om een wandeldag goed te beginnen. Vandaag was het in se niet nodig, maar we hielden toch al een geslaagde generale repetitie. Sara ging, eerder uit goesting dan uit nostalgie, voor de Belgian waffles en ik nam scrambled eggs en zalm. Genoeg om onze actieve ochtend in te zetten.



Want om ons ontbijt toch goed te benutten, hadden we nog enkele uren Cork te goed. De positieve eerste indruk op dag 1 werd op dag 2 bevestigd. Fitzgerald Park was charmant en bracht ons naar de overkant van de rivier Lee. Daarna bezochten we de English Market, een overdekte markt met lokale en onafhankelijke verkopers die in vaak kleurrijke kraampjes hun producten verkochten.

We bevestigden ook onze liefde voor lokale musea, met een bezoekje aan het Cork Public Museum, dat een stadsgeschiedenis geeft aan de hand van archeologische vondsten, historische objecten en heel wat infopanelen. Naast deze globale indruk was er ook nog een tijdelijke tentoonstelling over twee lokale helden van de Ierse onafhankelijkheidsoorlog, Tomas McCurtain & Terence MacSwiney. Met een afsluitende lunch aan een kletterende fontein met kabbelende vijver namen we afscheid van Cork.
Van groot naar klein
Contrasten moeten er zijn. En gevoelsmatig, rijdend en reizend op en met een bus naar Glengarrif, was het gevoel dat de overstap van de bruisende stad van 200.000 naar een dorp met een goede 200 inwoners een serieus contrast was. Maar onze bus was vol, op het eerste zicht met heel wat collega-wandelaars, dus het was best mogelijk dat ook het kleine dorpje op zijn manier zou bruisen.


Aangekomen in Glengarriff installeerden we ons eerst in de gezellige B&B waar we een warme welkom kregen van gastvrouw Imelda. Daarna gingen we naar het terras van Casey’s Bar, waar we de warme temperaturen trachtten te temmen met een verfrissende drank. Zoals gedacht was het dorpje heel anders dan Cork, ook al is er een drukke hoofdstraat, waar al het verkeer passeert. Er zijn hier ook opvallend veel cafés en restaurants voor een dorp van deze grootte. Aan het diverse aanbod van Cork valt niet te tippen, ook al is er hier een pizzeria en kebabzaak.
De busrit gaf ons al een eerste vooruitblik op onze wandeling van morgen. Het was een kleine maar fijne sensatie om bos en heuvel te zien veranderen in berg (iets grotere heuvel) en oceaan. Vanwege de ligging zou dit deel van de Beara Peninsula een subtropisch klimaat hebben. We zagen toch meteen enkele palmbomen.
Het was met enige spanning afwachten wat de route zou geven, maar vooral hoe het zat met onze eigen conditie, bij gebrek aan een gedegen voorbereiding. Mooi zou het in ieder geval wel worden, en gezien de warmte zouden we sowieso zweten en al minstens een beetje afzien. Ook de vergezichten zouden ons gegund zijn.
Muziek en mooie uitzichten
De avond bracht ook nog wat leuks. De bar Murphy’s bleek ook The Park Bistro te zijn. Daardoor kregen we culinair ietsje meer dan pubfood. Maar de pub zorgde dan wel weer voor muzikaal vertier, gepresenteerd door een zanger-gitarist die wat weg had van Richard Hawley (qua stem) en, aldus de man, zijn vriend Finbar, de beste ‘steel guitar player’ van Glengarriff.


Na het eten deden we uit nieuwsgierigheid nog een korte uitstap naar Blue Pool, waar we de Seal Point Walk deden. We zagen (voorlopig) nog geen zeehonden, maar hadden wel al enkele mooie uitzichten over het water en het groene Garnish Island. Het begon zeker te kriebelen om eindelijk op pad te gaan.
Verblijf
Island view B&B biedt een geweldig uitzicht maar ook een heel ruime kamer en comfortabele douche. Ideaal voor een verblijf van twee dagen.
Eten
Ik nam de seafood tagliatelle en Sara een creamy chicken supreme. Daarna nog een apple crumble met een bolletje ijs en een passievrucht-cheescake.