Op deze tweede dag werd er een luswandeling gemaakt vanuit het heuveldorpje Marvaõ. Het gaat in deze tocht van 20 km naar de Spaanse grens en het dorpje La Fontañera, waarbij er oude smokkelroutes worden gevolgd. Het pad daalt naar de vallei van de Rio Sever om opnieuw steil te klimmen richting Marvaõ.
Marvaõ – Fontañera
Vanuit Marvaõ dalen we aanvankelijk terug af via dezelfde middeleeuwse weg, te midden de kurkeiken, maar na een goed kwartier duiken we een landweggetje in. Meteen worden we getrakteerd op een mooie ruïne van een boerderij. Dan wordt het even verwarrend aangezien in onze beschrijving staat dat we tussen een zonnepaneel en een waterstationnetje moeten wandelen, terwijl we uiteindelijk gewoon de beide links moeten laten. Voeg daar nog het verkeerde padje naar rechts aan toe, en voor je het weet ben je een half uur verloren met in struikgewas te ploeteren.
Gelukkig vinden we de juiste weg en komen we aan de wijngaarden en de baan die we moeten hebben. Er volgt een redelijk lang stukje over asfalt, maar gelukkig compenseren de uitzichten. We zien Marvaõ op een heuvel liggen, steeds verder en verder. Vooraleer we aan de Spaanse grens komen passeren we nog het mooie doch ietwat typische kerkje van Galegos, een boerderij met de porcos ibericos, de typische zwarte varkens die al eens op ons bord durven belanden (Portugal is geen lachertje voor flexitariërs) en het klein, maar ietwat charmeloos gehuchtje Pitaranha. Het grensdorpje Fontañera is een ideale lunchplek.
Fontañera – Marvaõ
Na een voet te zetten in Spanje, dalen we af via de oude, rotsige smokkelpaden, die vooral werden gebruikt toen beide landen een dictatuur waren, nog niet zo lang geleden. Zoals zo vaak werd hier onder andere koffie en tabak gesmokkeld. Na een redelijk pittige afdaling, gaat het via een asfaltbaantje en een landbouwweg naar de Rio Sever, die we oversteken met stapstenen, waarna we de ruïnes van een watermolen zien, die al helemaal zijn begroeid met mossen.
Na een goede drie kilometer beginnen we terug te stijgen richting Marvaõ. Op dat moment is het niet duidelijk hoe we ons langs het kronkelige pad terug een weg naar boven gaan hijsen. We komen nog langs een charmant gehuchtje, Abegao, dat helaas geplaagd wordt door een hondsdolle hond. Hetzelfde lot is ons beschoren wanneer we enkele middeleeuwse tomben van dichtbij willen bekijken. Deze liggen echter op privéterrein en ook hier zijn de waakhonden meer dan onvriendelijk. We besluit dan maar het laatste stukje te klimmen, waarna we op een kasseiweg komen met een vrij impressionante hellingsgraad, om zo weer op onze uitvalsbasis aan te komen, waar we nog vlug een bezoekje brengen aan het kasteel en een taartje eten.
Eten
In de Varanda do Alentejo heb je een mooi uitzicht over het dorpje. Het eten is er ok, maar we dachten beiden eens iets anders te nemen en kozen voor respectievelijk vis en een lamsstoofpotje. Beiden vielen wat tegen. Maar dat kan ook liggen aan ons.
Trivia
– Het is op deze 24ste maart dat ik mijn vriendin, op deze mooie plek, ten huwelijk heb gevraagd.