Etappe 5: Rijssen – Holten

🥾 Terrein: Afwisselend met bos- en heidegebieden, zandpaden, asfaltstukken en natuur langs de Regge. Een deel met vakantiepark en schapen, gevolgd door heide met een bijzondere pingo-ruïne en de klim op de Sallandse Heuvelrug.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • De Regge-rivier met natuurrijke oevers, afgewisseld met zicht op een vakantiepark
  • Pingo-ruïne op de Zunasche Heide: geologisch fenomeen van gesmolten ijslensen
  • Canadese begraafplaats langs het pad
  • Sallandse Heuvelrug: bosrijk gebied met hoogteverschil tot 50 m
  • Eindpunt Holten, een bruisend plekje met terrasjes en wandel- en fietsroutes

Afstand & duur: Circa 12 kilometer, korte dagetappe, inclusief kleine omwegen.

⛰️ Zwaartegraad: Makkelijk tot matig, met een stevige klim op de heuvelrug en enkele modderige/zandige stukken.

Oordeel: 4/5

De laatste dag was zelfs met de officieuze stukken erbij kort. Er was nog 11,7 kilometer op het Marskramerpad zelf en 15,2 met het stuk naar en van het pad erbij. In het Huis van Bewaring was het goed vertoeven en goed ontbijten. Ze nam ik met volle maag de trein van Almelo naar startplaats Rijssen.

Ik koos ook voor een iets andere route dan gisteren. Niet per se mooier, maar wel minder bedrijventerrein, 1,9 kilometer later stond ik opnieuw aan de voetveer, ditmaal zonder passagiers en omstaanders. En zo begon de laatste 12 kilometer van deze reis op het Marskramerpad.

Nog wat Regge

Met een terugblik naar gisteren werd het pad weer vergezeld door de inmiddels vertrouwde Regge. Het was er leuk wandelen, maar ook een tikkeltje raar, omdat aan je linkerzijde een vakantiepark ligt en je op die manier dus ook inkijk hebt in de vakantiehuisjes. Meestal viel dat mee, maar er was ook af en toe een man in boxershort. Dan was de natuurpracht aan de rechterzijde toch wat leuker.

Na een klein stukje omringd door schapen, sowieso veel beter dan door psychopathische koeien, kwam ik in een wei waar een gespannen touw voor verwarring zorgde. Het leek alsof het pad naar links nam, maar dan kwam ik aan een nieuwe omheining. Uiteindelijk moest ik er gezwind over stappen en kon ik zo naar het minst leuke deel van de dag, een stuk asfalt zonder charme.

Heide en geologisch vertier

Maar het laatste deel compenseerde probleemloos. Eerst was er een stuk door de Zunasche heide, met een Pingo-ruïne, een geologisch verschijnsel waarbij een ijslens bij het smelten verhard en vaak opgevuld wordt met veen. Ik had er nog nooit van gehoord, en had eerst Pingu gelezen, wat een beetje verwarrend was. Maar de heide was, ondanks dat het om een kort stukje ging, wel weer prachtig.

De Sallandse heuvelrug

Daarna leidde een asfaltpad naar een pittige zandweg door de bossen. Het Marskramerpad loopt hier door de Sallandse heuvelrug en klimt op dit stuk naar 50 meter. Dat lijkt misschien niet zo indrukwekkend, maar door de zanderige ondergrond was het toch een inspanning.

Na wat klimmen en dalen passeer je nog langs een Canadese begraafplaats. Ook zag ik nog een collega-Marskramer en kwam ik in de andere richting een al even gepakte en gezakte gevrou tegen. Misschien niet toevallig, want eindplaats Holten ziet Marskramerpad en Pieterpad kruisen. Op die laatste route moet ik dit stuk nog wandelen.

Een kleine slotbeschouwing

En dus restte er mij nog enkel een goede 1,7 kilometer naar Holten, waar de zomerdag heel wat wandelaars, fietsers en gezinnen aantrok. Ik nestelde mij op een terrasje voor een maaltijdsalade en enkele drankjes, tevreden over deze mooie reis. Want de eerste 5 etappes van het Marskramerpad hebben zeker wat verrast, door de afwisseling, het aandeel onverharde wegen en hier en daar een authentieke en avontuurlijke natuurervaring.

Wetende dat er nog heel wat moois, zoals onder andere de Veluwe, wordt aangedaan, kijk ik dan ook uit naar het vervolg. Het soloreizen was ook een ervaring. Het wandelen op zich was geen probleem, al had een babbel af en toe wel leuk geweest. Maar dit is duidelijk het Pieterpad niet en dus is het zelfs in augustus minder druk bewandeld. Het alleen eten was iets minder leuk, maar ook dat went. Een geslaagde kennismaking met het meest oostelijke deel op deze route dus.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 4: Delden – Rijssen

🥾 Terrein:
Zandpaden door bos en langs rivier, enkele asfaltstroken, steile hellingen en modderige passages. Wisselende ondergrond met uitdagende klimmetjes, natte weides en een veer om de Regge over te steken. Afsluitend een weinig aantrekkelijk stuk over industrieterrein.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Twentekanaal: uitdagende klim naar brug
  • Landgoed Het Rheins: rustplek met appel-vlierbloesemsap
  • Regge-rivier: natuurgebied met weides en grazende koeien
  • Veer over de Regge: handbediend voetveer, spannend en leuk
  • Station Almelo: overnachtingsplek in een voormalige gevangenis

Afstand & duur:
Ongeveer 24 kilometer inclusief pauzes, omleidingen en extra stuk.

⛰️ Zwaartegraad:
Uitdagend door modderige paden, koeienpassages en omleidingen. Het veer en klauterwerk aan kanaal verhogen de avontuurlijke factor.

Oordeel: 3,5/5

Een rustige start

Een wat moeilijkere nacht, misschien door het wat smalle bed, werd gecompenseerd door een goed ontbijt. Om iets na 9 vertrok ik aan het hotel. Om de drukke baan te vermijden, nam ik opnieuw de binnenweg en deed ik de laatste kilometer van gisteren opnieuw. Niet dat dat zo speciaal was, maar het was er toch wat aangenamer wandelen.

De eerste 2,5 kilometer was grotendeels gekend terrein. Het waren voornamelijk zandpaden tussen de bomen, met af en toe een beetje asfalt. Het zand was door de regen hier en daar wat zwaar geworden. Er was dus wat spanning over de passages naast de rivier die vandaag prominent aanwezig waren.

Een eerste nieuwe ingrediënt kwam er met het Twentekanaal. Het pad naar de brug was goed verstopt, waardoor ik mij naar boven hees langs een steile helling die niet het pad bleek te zijn. Het was desondanks een goede oefening in het betere wandelklimwerk.

Na dit intermezzo was het terug tijd voor wat zandpaden en kleine asfaltwegen. Hier kwam het Marskramerpad uit op een iets drukkere weg, waar een goed verdoken paadje zowaar de afdalingskwaliteiten testte. Na nog een goede kilometer passeerde het pad aan landgoed het Rheins, met rust en vertier voor elks (en voor mij een pauze met appel-vlierbloesemsap).

Wandelen langs de Regge

Hierna volgde weer een zandpad, maar de afwisseling en gevarieerdheid was nabij. Een groot deel van het resterende stuk volgde de rivier de Regge. Het was even vrezen voor natte voeten, zeker na de plensbui van gisteren. Maar dat viel heel goed mee. En de weide naast de rivier waar soms naar het pad moest gezocht worden deed denken aan de meer vrije right to roam-routes die we destijds in het Verenigd Koninkrijk bewandelden.

De grootste horde bleek uiteindelijk niet eens de modder te zijn, maar wel een stel koeien en kalfjes die de weg blokkeerden. Ik ging naar best vermogen langs de kudde heen. Het was even verschieten toen een koe zich nogal intimiderend rechtzette, maar gelukkig geraakte ik heelhuids aan de overkant.

Na deze passage was een picknickbank welgekomen. In de verte zag ik een koppel met hun kind dralen in de wei en steeds op hun stappen terugkerend. Bijna wilde ik mijn galante zelve zijn, maar gelukkig had ik op tijd door dat ze helemaal de weg niet kwijt waren maar aan het geocachen waren.

Na dit deel was er een kleine omleiding (best veelzeggend gezien de redelijk ononderhouden paden die al gepasseerd waren). Het was weer langs een zandpad. Op een brug had ik, op dag vier, een eerste gesprek met een collega-wandelaar. Hij deed het Marskramerpad niet, maar was wel positief over het traject. Dat belooft.

Verwarring en versperring

Wat later was er weer een verwarrende passage aan een brug. Het was niet duidelijk welke kant er op of onder moest gegaan worden, maar de derde keer, was de goede keer. Ik zat dan wel op het juiste pad, maar zou toch op mijn passen moeten terugkeren. Ik had op X/Twitter gezien dat iemand had gemeld dat het vlonderpad kapot was. Er was geen beterschap en ik probeerde nog wel een weg te vinden, maar het was te drassig.

Ik moest een eigen omleiding zoeken, keerde terug naar de brug en nam een stuk Reggepad. Zo omzeilde ik de hele drukke baan en ging ik via een iets minder drukke baan terug het Marskramerpad op. Daarna was het nog een twee kilometer tot aan het einde van de etappe.

Veer, voetpad en treinspoor

Ik deed er nog 300 meter van de volgende dag bij. Hier moest de rivier overgestoken worden via een voetveer, zelf te besturen via een draaiwiel. Ik had het geluk dat ik meekon met een Nederlands koppel en hun kind, waarbij de vader plichtsbewust aan het wiel draaide. Zo kon ik veilig en droog naar de overkant.

Na een reeds uitgebreide en vrij gevulde wandeling van +- 24 kilometer moest ik nog naar het station strompelen via een weinig boeiend industrieterrein. De trein ging naar Almelo waar ik verbleef in een omgebouwde voormalige gevangenis. Bijzonder! Door het latere uur (weer een wielerwedstrijd, maar dit keer de vrouwen) had ik niet veel inspiratie, maar wel veel honger en belandde weer in een pizzeria. Best lekker.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 3: Borne – Delden

🥾 Terrein:
Afwisselend terrein met onverharde paden, graspaden langs beken, modderige bosstukken, tunnelpassages, kleine heidevlaktes en enkele asfaltwegen. Het natte weer maakte het traject aanzienlijk zwaarder.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Bornse beek: schilderachtig graspad langs het water
  • Kloostergarde & Karmelietenklooster in Zenderen: rustgevende tuin en indrukwekkend klooster
  • Bokdammerveld: klein maar fraai stukje heide
  • Noordmolen in Twickel: authentieke watermolen uit 1347
  • Delden: charmant stadje met gezellige sfeer

Afstand & duur:
Ongeveer 22 kilometer, inclusief aanloop van en naar het pad en extra kilometers naar het hotel.

⛰️ Zwaartegraad:
Uitdagend, vooral door modderige omstandigheden, gladde passages en natte voeten. Technisch niet moeilijk, maar fysiek vermoeiend. Dagetappe.

Oordeel: 4/5

Een vroege en chaotische start

De wandeling van vandaag was onder de twintig kilometer, maar er waren wel extra kilometers van en naar het pad, waardoor het in totaal toch tot een tweeëntwintig kwam. Door de voorspelde onweersbuien, rond 14 uur, en het late ontbijtuur, pas vanaf 9 uur, besloot ik om voor een geïmproviseerd ontbijt uit de Albert Heijn te gaan. De man van het hotel leek enigszins verbaasd over mijn vroege check-out.

Ik moest namelijk ook nog een trein nemen. Daar zat meteen de eerste horde. De verouderde machine aanvaardde mijn bankkaart niet. De conducteur maakte er niet veel spel van. Ook bij de overstap lukte het niet. Even had ik ook nog even een schrik dat ik in het gedoe mijn reisgids was vergeten. Maar uiteindelijk was het eind goed, al goed.

Een beetje geschiedenis

Na 2,2 kilometer van Borne station naar het begin van het pad, begon ik aan de feitelijke 3de etappe, die verrassend mooi was, maar ook zeer memorabel. Langsheen heel wat onverharde paden, volgde het Marskramerpad vaak beekjes en andere waterlopen. Het eerste asfaltstuk viel echter in het water. Anders dan voorspeld begon het al snel te regenen. Gelukkig bleek het maar een snelle bui. Kort daarna ging een graspad langs de Bornse beek. Een mooi stuk.

Na de natuurpracht was het tijd voor wat geschiedenis. Zenderen is namelijk verbonden met een karmelietenklooster. Dat was eerst te merken aan de Kloostergarde, een mooie, diverse tuin, waar ook een theehuis aan verbonden is. En dan was er het klooster zelf, een impressionant gebouw.

Modder, modder en modder

Daarna begonnen de spannende stukken te komen, eerst onder een lage voetgangersbrug onder een spoorweg en naar een zeer verwilderd pad. De eerste voorgestelde omleiding bij drassig weer leek niet nodig. Een modderige passage was nog te temmen. Dat was de tweede keer iets anders. Via enkele takken kon ik nog over het eerste deel, maar dan begon het.

Het werd her en der al wat modderiger, maar ik zakte er pas echt door, toen ik onder een tunnel moest. Mijn ondiepe plas op dag 1 indachtig, ging ik ervan uit dat ook deze niet zo diep ging zijn. Dat viel echter tegen. Ik zakte er in en kon mij nog maar net rechthouden. En het ergste/vuilste moest nog komen.

De stukken met modder werden groter, maar ik was inmiddels al zo ver gevorderd dat terugkeren ook niet ideaal was. Uiteindelijk volgde er een punt dat er gras tussen de modder was in plaats van omgekeerd. En deze kleine stukjes gras waren ook niet altijd even stabiel. Er zat niet veel anders op dan er gewoon voor te gaan. Ik zakte enkele keren met de voeten in de zompige ondergrond, maar geraakte uiteindelijk wel aan het einde van dit stuk.

Een stukje heide en een authentieke molen

Het ergste was gelukkig achter de rug. Ik vond een picknickbankje om even op effen te komen en zette mij aan de laatste 4,6 kilometer. Gelukkiger waren er ook hier nog enkele hoogtepuntjes. Zo deed het Bokdammerveld, hoewel kort, enken aan de mooie heidestukjes op het Pieterpad. Iets verder pronkte de Noordmolen, roterend in volle kracht. De Noordmolen in Twickel dateert overigens van 1347!

De laatste twee kilometer waren mooi, maar boden niets speciaal of memorabel meer. Omdat ik nog lang moest wachten op de bus en het weer uiteindelijk meeviel, besloot ik om de 2,7 kilometer naar het hotel ook nog te wandelen. Ouch.

Rem-Co E-ve-ne-poel

Een zalige douche later kon ik mij neerplonzen in het hotelbed en zien hoe Remco Evenepoel geschiedenis schreef in Monmartre, vanuit het mooie en gezellige Delden. Het was fijn verblijven in Hotel Sevenster en dat gold ook voor het eten dat ik ter plaatse kon nuttigen. Tijdens het avondmaal in het hotel, waar ik een vega burger nuttigde, begon het dan toch plots te gieten. Dat beloofde voor de volgende dag.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 2: Oldenzaal – Borne

🥾 Terrein:
Afwisseling van stadse omgeving, recreatiedomein met bospaden, Twentse velden, drassige weides, overgroeide graspaden en een modderig stuk langs een beek. Overwegend onverhard, met lichte hoogteverschillen en af en toe wat klauteren door begroeiing.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Het Hulsbeek: recreatiedomein met surfvijver, grillige bospaadjes en aanlegsteiger
  • Twentse velden: landelijke charme met veel rust
  • Deurningen: dorpskern met gezellig terrasje vlakbij de kerk
  • Graspad langs de beek: mooi, natuurlijk slotstuk van de etappe

Afstand & duur:
Ongeveer 15,5 kilometer, inclusief aanloop naar Borne en detour door modder.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Kortere dag met enkele drassige passages die wat evenwicht en improvisatie vereisten. Overwegend goed te doen.

Oordeel: 4/5

Toprecreatie

Vandaag was het een kortere wandeling, nog een beetje verlengd door de aftakking naar Borne. Ik kon dit ook doen met wat minder gewicht op de rug, aangezien ik ’s avonds terug naar Oldenzaal keerde. Om aan het mooie stuk te geraken, volgde het pad wel eerst door een wat troosteloos stuk van de stad.

Maar daar stond dan weer een verrassend leuke passage door recreatiedomein Het Hulsbeek tegenover. Zeker het stuk aan de surfvijver was leuk wandelen in een smal bospad dat op en neer een grillig bochtenparcours volgde. Een aanlegsteiger volledig omringd door water was dan weer een mooi symbolisch beeld (het zal wel een functie hebben).

Na het stukje op het domein, ging het vooral door de Twentse velden. Dit was voor een stuk geasfalteerd maar net als de rest van de wandeling aangenaam vaak onverhard. Via de wat drassige velden, naderde ik Deurningen, waar vlakbij de kerk een leuk terrasje was om even iets te drinken (en een toiletbezoek in te lassen).

Drassige paden

Na de tussenstop was het nog een 4,7 kilometer op het Marskramerpad zelf, en opnieuw was het afwachten of een detour nodig was door de nattig- en drassigheid. Dat leek in eerste instantie niet het geval, maar uiteindelijk moest ik toch op mijn passen terugkeren om niet door het zompige, platgetrapte gras opgeslokt te worden.

Ook het 2de stuk leek in eerste instantie heel modderig, maar werd al snel vlot begaanbaar. Hoewel het op dat stuk wel duidelijk was dat het Marskramerpad niet zo populair of druk bewandeld is als het Pieterpad. Het gras was hoog en het was af en toe takken duwen om verder te kunnen. Maar dat heeft ook zijn charme.

Maar een mens mag niet klagen. Het is sowieso leuker dan de laatste vier kilometer op asfalt te moeten strompelen. Het laatste stuk was nog langs een beek. Hier was het af en toe glad en modderig, maar zonder erg. Zeshonderd meter later zat de officiële etappe erop.

Een leuke lunch en een Grieks avondmaal

Het is van hieruit nog 2,2 kilometer tot Borne. Door de ideale aankomst, rond kwart voor een, en het feit dat ik al ingecheckt was en dus gewoon naar hetzelfde hotel kon, besloot ik hier te lunchen. Dat deed ik in lunchcafé De Ster, met sociale tewerkstelling. Een lekkere tosti caprese en een leuke bediening, met een kleine steek naar de hockeynederlaag van de Red Panthers tegen Oranje.

En zo ging ik met iets minder verwachting, maar na een mooie, afwisselende en zonnige dag naar Oldenzaal met de trein, waar ik met wat verfrissende dranken met het thuisfront belde en het relaas van de dag uitschreef op het terras van het hotel.

Na Duitse en Italiaanse kost, had ik mijn zinnen gezet op Grieks. Restaurant Sirtaki was sfeervol, met zeer vriendelijke bediening, al blijft alleen eten soms wat ongemakkelijk (of misschien ben ik te zelfbewust). Het leverde mij wel een ouzo van het huis op. Na een voorgerecht met spinazie, feta en bladerdeeg koos ik voor de mixed grill. Lekker maar veel.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 1: Bad Bentheim – Oldenzaal


🥾 Terrein:
Licht heuvelachtig begin in Duitsland (met kasseiweggetjes en bos), gevolgd door velden, smalle (fiets)paden en enkele stukken natuurgebied bij het naderen van Oldenzaal. Afwisselend verhard en onverhard. De meeste hoogtemeters van de eerste vijf etappes, maar nergens echt zwaar.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Östmühle (Gildehaus): charmante korenmolen
  • Forst Bentheim: schaduwrijk bos met infobord over de Tödden
  • Dinkelbrug: grensovergang van Duitsland naar Nederland
  • Mariakapel (rustplek)
  • Binnenstad Oldenzaal & Basiliek
  • Palthehuis Museum: verrassend boeiend stads- en familieverhaal in historisch pand

Afstand & duur:
26,5 km + 650 m aanloop = 27,15 km totaal. Goede 6 à 7 uur wandelen met pauzes.

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot pittig. De afstand is stevig en er zijn enkele klimmetjes, zeker in het Duitse gedeelte.

Oordeel: 4,5/5

Eenzaam aan het ontbijt

Met 26,5 km en de meeste hoogtemeters van de eerste 5 etappes, was deze eerste wandeldag meteen de grootste uitdaging, of toch op papier. En dus had ik in het hotel ontbijt bijbesteld. Alleen was men mij wat vergeten, waardoor ik eenzaam en alleen in een andere zaal moest/mocht plaatsnemen. Op zich nog niet zo erg.

Duitse hoogtemeters

En zo was ik klaar voor de wandeldag. Na 650 meter extra van hotel naar startplaats begon ik aan het Marskramerpad, weliswaar nog met witte T op zwart vierkant als symbool. Dit was nu eenmaal nog het Duitse gedeelte. En op en neer via kasseiweggetjes verliet ik Bad Bentheim.

Net buiten het stadje duikt het pad een klein bos in, om vervolgens via asfaltwegen voorzichtig te stijgen (ok, van 47 naar 75 meter, maar dat zijn meer hoogtemeters dan de eerste 9 etappes van het Pieterpad samen). Het ‘hoogtepunt’ was te vinden in het dorpje Gildenhaus, met een opvallende kerk, maar vooral met de Östmuhle, een leuke korenmolen.

Via de Bürgergarten en een holle weg ging het weer naar beneden en zo door de velden van Achterberg. Een volgend bos, Forst Bentheim, was nog meer de moeite en zorgde voor verkoeling. Aan een schuilhut was de historie van de verschillende marskramers nog eens te lezen, in het Duits. Ik zat dus nog steeds op de Töddenweg.

Nederlands natuurvertier

Inmiddels begon de zenuwachtigheid een klein beetje toe te nemen. Door de regen in juli was het pad vorige week niet begaanbaar en was er een omweg van 3 kilometer (naast de reeds voorziene 26) nodig om het hoge water te vermijden. Maar gelukkig was dit nu niet meer nodig, los van een bescheiden maar waadbare plas. En zo wandelde ik Nederland binnen via de Dinkelbrug. Vanaf hier was het eindelijk rood-witte signalisatie!

De stukken daarna waren vaak door velden en hoewel ik geen enkele collega-Marskramer tegenkwam, waren er wel heel wat fietsers op de baan met het mooie weer. Op dit tweede deel was het dan ook vaak wandelen op een fietspad, zelfs af en toe net breed genoeg voor een fiets. Het was dus af en toe de graskant induiken.

Naar Oldenzaal

De kilometers begonnen inmiddels wel wat te wegen en een rustpauze, aan een Mariakapel, was welkom. Daarna was het nog een goede 4,5 kilometer te gaan. Het Marskramerpad gaat rond Oldenzaal en doet nog wat natuur aan voor het de historische binnenstad binnengaat. Na 26,5 kilometer kon ik rusten aan de basiliek, al begon het toen plots net te regenen.

Omdat ik sneller dan verwacht in Oldenzaal was, kon ik na de douche nog iets bezoeken. Ik besloot naar het Paltehuis te gaan, waar een 18de-19de eeuws interieur van een lokale patriciërsfamilie te bewonderen is, samen met enkele objecten uit de geschiedenis van de stad. Het was best boeiend en de info was handig vormgegeven via een tablet. Zeker een bezoekje waard.

Eenzaam bij het avondeten

Door de lange wandeling besloot ik al vroeg naar La Tavernetta te gaan. Waarschijnlijk te vroeg. Want lange tijd zat ik alleen in de zaak, los van de klanten die kwamen afhalen. Met een gezellig aangestoken kaars was het een beetje eenzaam en zielig. Maar de lekkere pizza (capricciosa met zowaar zalm en garnaal) en een lekkere tiramisu, samen met een gezellig kader, maakte het toch een leuke ervaring. Een mooie afsluiter!

Het verblijf

Ik boekte een kamer in Stadshotel Ter Stege, wat gelegen is aan de grote markt. Qua ligging kan het dus niet beter. Het is ook een hotel-restaurant dus wie niet graag zoekt kan er ook iets drinken en eten. De eenpersoonskamer was comfortabel en net. Aangezien ik hier twee dagen verbleef was ik dus best tevreden over mijn keuze.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Het Marskramerpad: Wat?

De marskramer: Wat?

Het marskramerpad is genoemd naar een specifiek soort handelaar, of beter gezegd specifieke soorten. Want iedereen kan nog wel iets voorstellen bij een marskramer, een handelaar die onderweg is. Door mijn keuze voor dit pad ontdekte ik echter een specifieke geschiedenis, waarbij Duitsland en Nederland in de 16de en 17de eeuw (dus in feite de Republiek) de hoofdrol spelen.

Want, zo blijkt, zijn er enkele verschillende types. Zo zijn er de Hannekesmaaiers. Dit waren seizoensarbeiders uit het verarmde Westfaalse platteland die gingen werken tijdens de zaai- en oogstijd. De naam komt van “Hannes”, wat blijkbaar toen werd gebruikt om te verwijzen naar de Duitsers. Een andere bijnaam is iets specialer. Ze werden blijkbaar ook poepen genoemd.

Een tweede type is de Kiepenkerl. Dit waren marskramers die te voet door de Republiek trokken met een kiep (gevlochten mand) op de rug. Zij verkochten garen, knopen, naalden en kousen. Deze verkochten ze op strategische plekken. En ten slotte heb je ook nog de tödden. Deze specialiseerden zich dan weer in linnen en lappen.

Het Marskramerpad: Wat?

Toen ik besloot om er eens alleen op uit te trekken, voor het eerst, dacht ik dat Nederland wel een veilige keuze was voor mocht het tegenvallen. Aangezien ik met het Pieterpad al gefaseerd van noord naar zuid aan het wandelen ben, leek het mij leuk om het Marskramerpad te doen, een wandeling doorheen Nederland, maar dan van oost naar west.

Het pad (LAW 3) begint net over de grens, in het Duitse Bad Bentheim en eindigt 372 kilometer verder in Den Haag (meerbepaald aan de kust in Scheveningen). Doorheen de wandeling passeer je dus langs steden en plekken die terug doen denken aan de geschiedenis van de marskramers, maar ook van de handel in z’n geheel, denk maar aan de Hanzesteden.

Voor fans van het thema is er goed nieuws. LAW 3 maakt eigenlijk deel uit van een hele lang wandelroute, de E11, die helemaal doorloopt tot in de Baltische staten, meerbepaald tot in het Estse Tallinn. Er is ook een Duitse variant, de Töddenweg, en die loopt van Bad Bentheim door naar Osnabrück.

De gids raadt 20 etappes aan, doorgaans tussen de 16 en de 23 kilometer. Net zoals het Pieterpad met z’n noord-zuidas, zorgt ook deze manier van wandelen door Nederland voor heel wat afwisseling. Zo passeer je onder andere de Sallandse heuvelrug, de hoge Veluwe, de Utrechtse heuvelrug en het Rijnland. Heel wat te ontdekken dus!