Etappe 7: Sleen – Coevorden (21 km)

Deze ochtend geen ontbijt maar wel 2 koffiekoeken (voorverpakt) uit de Albert Heijn (sorry voor de product placement). Om 9 uur namen we de bus naar Sleen. De buschauffeur dacht dat ik naar Zweden wilde. Om maar te zeggen dat een gedeelde taal geen garantie is op vlotte communicatie. Om kwart na 9 konden we dus starten aan de derde etappe, de eerste met mijn compagnon.

Slenteren langs het kanaal

Vandaag zou het een dag zijn met een wat monotoner karakter, met een stukje zandweg, waar we Mish, de Australische Pieterpatter die ik gisteren had ontmoet, al snel opnieuw tegenkwamen. Zij wandelde de hele dag met ons mee. Dat hielp ongetwijfeld voor alle partijen om de wat saaiere stukken te animeren. Het gesprek ging dan weer wel alle kanten uit. Van Australië, tot wandelavonturen, tot de politieke toestand van Europa en Australië, maar even goed het eurovisiesongfestival.

Twee kanalen en een hoop asfalt

Na een stuk bospad, ging het dus naar het water, meer bepaald naar de Jongbloedvaart. Een groot stuk was, zoals al gezegd, langs een zanderig pad, wat nog aangenaam wandelen was. Maar daarna volgde een stuk asfalt langs de Verlengde Hoogeveensche vaart. Er werd af en toe van kant gewisseld via een brugje. Het moest zorgen voor een klein beetje afwisseling.

Daarna passeerden we enkele plekjes, zoals Holsloot, Den Hool en Dalerveen, waar de hoop op een picknickbankje de kop werd ingedrukt en we uiteindelijk onze lunch moesten nuttigen op een stukje gras naast de weg.

Een klein beetje beterschap

Het deel daarna zou opnieuw voor een groot stuk over asfalt lopen. Al waren er wel wat opvallendheden. Zo was er een waarschuwingsbord dat alludeerde op een gevaarlijke buizerd. Gelukkig geraakten we ongedeerd aan de overkant. Verder was er nog een klein Joods kerkhof en een Plopsa Indoor center met een reuzegrote Maya de Bij.

Het laatste stuk was grotendeels onverhard, maar de zon was inmiddels zo hard aan het schijnen dat ook dat heel erg pittig was. Daar moest nog wat extra asfalt naast de Stieltjes kanaal aan toegevoegd worden. Eens in Coevorden werd het leuker. Zo arriveerden we in het park en langs een mooie watertoren. Niet veel later werden we beloond op een terras met wat verfrissend bier en bitterballen. Een half uur later begon het te regenen. Even ontsnapt dus!

Stress bij het avondeten

Het avondeten was bijzonder. Tussen twee rokende Polen en een lange wachttijd in besloot mijn smartphone om even de geest te geven. De hamburger was gigantisch waardoor een dessert niet meer aan de orde was. Misschien zaten de nacho’s, ter ere van de derde wandeldag, er nog voor iets tussen. We verbleven in Fletcher hotel Kasteel Coevorden. Helaas betekende dat geen verblijf in het kasteel zelf, maar wel in een bijgebouwd. Maar met een ruime en nette kamer hadden we niet veel te klagen.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 6: Schoonloo – Sleen (23 km)

Aangezien ik alleen in het hotel verbleef, trakteerde ik mijzelf op een ontbijtbuffet, dat deed wat het moest doen, namelijk zorgen voor een goede start. En ook ervoor zorgen dat ik genoeg at voor een goede doorstart. Uiteindelijk kon ik de bus nemen om 8u32 en om iets voor 9 stond ik aan de grote steen in het centrum van Schoonloo, mij alweer in te smeren met zonnecrème.

Een jojo-start

Vanuit Schoonloo ging het al snel opnieuw het bos in. Ik was samen vertrokken met twee oudere mannen, die in het begin op hun stappen waren teruggekeerd omdat ze het pad niet vonden, en daarbij werden geholpen door een blonde vrouw. Door hun dagrugzak (en vooral de vergelijking met mijn iets gewichtigere tegenhanger) wandelden we min of meer op hetzelfde tempo, waardoor er al eens een zogenaamde jojo werd gedaan. Wanneer ik de twee metgezellen passeerden, maar even later even moest stoppen om bv. mijn fleece uit te doen, werd ik ingehaald. Het zou even duren voor ze definitief uit beeld verdwenen.

Werklozen maken het moeilijk

Het grootste stuk ging opnieuw door een bos. Dit deel in de boswachterij van Schoonloo werd in de jaren 20 opnieuw onder handen genomen. De heide werd omgespit en er werden bomen geplant. Wat iets minder aangenaam was, was het feit dat men toen ook het bospad verharde met veldkeien (zogenaamde flinten). Het was ongetwijfeld een nobel initiatief, maar voor de wandelaar zijn de kasseien wat minder aangenaam. Zoals een renner tijdens Parijs-Roubaix, besloot ik het grootste stuk op de dunne aarden strook te wandelen.

Vooraf waren er enkele gebieden die op mijn kaartje in de gids enig potentieel hadden. Maar zowel de Tweelingen als de Meeuwenplassen waren korte stukjes waar je niet echt door het stukje natuur kon of ging. Maar er was ook een kort maar krachtig lichtpuntje, namelijk het kleine natuurgebied De Kijl, een restant hoogveen en natte heide met vennen. Er werd op voorhand gewaarschuwd voor eventuele intimiderende grazers, maar de Schotse hooglanders waren nergens te bespeuren.

Oude en nieuwe monumenten

In het tweede stuk volgde enkele ingrediënten die het geheel eigenheid gaven, naast het vele boswandelen. Dat begon met een klein maar mooi bruggetje over het Oranjekanaal. Het was een korte tussenpauze om daarna weer naar bos te gaan, meer bepaald de boswachterij Sleenerzand, wat duidelijk maakte dat ons eindpunt naderde.

Na een tijdje botste ik op een monument (een rare steen), ter ere van Bertje Jans en Toos Goorhuis-Tjalsma, de bedenkers van het Pieterpad. Maar het hoogtepunt van deze etappe lag niet op het Pieterpad zelf, maar wel op een goede 400 meter van het pad. De Papeloze Kerk is een gerestaureerd hunebed. Het was een ideale lunchplek van de dag. Even verder was er ook nog een grafheuvel. Prehistorische sensaties alom.

Ontmoeting op het asfalt

Wat nog restte was een goede 3 kilometer door het bos, met na een tijdje een oorlogsmonument voor een neergestort vliegtuig, en dan 4 kilometer asfalt naar eindbestemming Sleen. Daar geraakte ik aan de praat met de Australische Mish. Ze had op de Camino Primitivo de tip gekregen op het Pieterpad te wandelen. Dat en het feit dat ze familie in Nederland had, maakte dat ze helemaal Down Under kwam om in Nederland van noord naar zuid te wandelen. De leuke babbel zorgde ervoor dat de kilometers op het asfalt snel voorbij gingen.

Sleen en Emmen

Na de wandeling misten we net de bus. Daardoor werd een verfrissende drank genuttige op een leuk Sleens terrasje. Aan de bushalte maakte ik ook nog kennis met Josh, een ingenieur uit Wisconsin die al anderhalf jaar in Nederlande woonde. Hij deed het Pieterpad in stukjes. Het was ergens bijzonder dat deze globetrotters kozen voor het Pieterpad, al had ik natuurlijk zelf ook gekozen voor dit pad.

De bus voerde naar Emmen, waar ik een hotel vlakbij de lokale zoo Wildlands had geboekt. Het was een leuk plekje met een groot marktplein. Door het goede weer zaten de terrasjes vol. Na een snelle hap, een vegetarische wrap, pikte ik om 9 uur mijn compagnon op aan het station, waar de plaatselijke jeugd bezig was om plaatselijke jeugddingen te doen, zoals in het beste geval een kinderstep uitproberen en in het minder goede geval mij proberen te lonken om mij waarschijnlijk drugs aan de man te brengen. Daarmee eindigde ook mijn tweedaagse waarop ik op mijn eigen gezelschap was aangewezen. Het viel beter mee dan verwacht.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 5: Rolde – Schoonloo (19 km)

Treingerelateerde avonturen

Door een onvoorziene omstandigheid bij mijn reisgezel, werden de wandelplannen enigszins gewijzig. Ik zou namelijk de eerste twee (van de vijf) wandeldagen alleen afleggen. En dat betekent dus ook dat ik de relatief lange reisweg op m’n eentje moest trotseren. Daarnaast had ik, door de toen nog voorspelde regen, de twee campings ingeruild voor een iets comfortabelere hotelkamer.

De treinrit was voldoende eenduidig en op papier waren er geen obstakels te verwachten. Via de Eurostar ging het van Brussel naar Schiphol. Mijn Aziatische buurvrouw claimde voor een groot deel de buitenzijde en deed dat al slapend met haar hoofd op het uitklapbaar tafeltje, waardoor ik zonder drank en vertier zat ingesloten. In Schiphol zelf werd er dan weer veel gewandeld, maar duidelijk niet door wandelaars, zo toonde de vele tokkelende en daardoor botsende reizigers. Van hieruit ging het met de trein naar Assen.

Aan het station van Assen voltrok zich opnieuw een bijzonder tafereel. Een groep rekruten van het leger ging naar huis voor het weekend. De selectie was wel enigszins bijzonder. Ze waren allemaal nogal verslingerd aan sigaretten (de echte, zelfs niet de vape-variant). Ook was er een nogal luide jongen met blonde middenstreep die overtuigend Killing in the Name Of van Rage Against the Machine zong. Geen idee of hij de ware betekenis van de tekst kende, maar goed is anders.

Terug naar Rolde

Ook de busrit was even verwarrend. Ik kende de liefde voor het pinnen al. Maar de buslijn had nu ook een systeem waarmee je makkelijk in- en uit kon pinnen met je bankkaart i.p.v. dat je nog een ticket moest kopen. Handig! Maar mijn onwetendheid kon niet op mededogen rekenen van de nogal assertieve en korte buschauffeur.

Om 10 voor 1 kon ik dan eindelijk terug oppikken waar ik vorig jaar, samen met mijn compagnon, was gestopt. Om weliswaar meteen terug van het pad te gaan want er was al meteen zij-vertier voorzien. Vlakbij de kerk van Rolde lagen namelijk twee mooie hunebedden te wachten. Het was hier ook meteen raak voor een gesprek.

Op een bankje zat een oudere vrouw te rusten naast haar fiets. Ze vroeg of ik ook een pad ‘liep’. Ze had zelf een stuk Pieterpad gewandeld, maar was gestopt door een verouderde gids. Ook gaf ze een handige tip mee, namelijk het concept van “Vrienden op de fiets”, waar je bij gastgezinnen kon logeren. Interessant. En de hunebedden zelf waren erg knap!

Een aarzelende start

Het eerste deel voerde over een lang stuk voormalige spoorlijn. Het was leuk genoeg wandelen en het uitzicht was ook best aangenaam, hoewel eerder doorheen velden, weiden en akkers. Het werd al iets leuker in het Andersche Diep, een natuurgebied met na een tijdje een smal, kronkelend pad. In de gids werd nog een stukje avontuur beloofd via een geïmproviseerd bruggetje met touw, maar er was inmiddels al een volwaardig houten brugje over de beek gezet.

Daarna volgde een heel lang stuk door bosgebied. Af en toe deed het denken aan soortgelijke dagen op de Chemin de Stevenson, de GR 70 in de Cevennes. Dat werd nog versterkt door het feit dat er heel wat insecten waren, inclusief mugjes, die rond de eenzame wandelaar verzamelde. Bij het doodkloppen van een ervan plensde er zelfs bloed op mijn been (hopelijk dat van mij…)

Venig vertier

Gelukkig was er ook nog een bijzonder stukje, waarbij ik mogelijk een omleiding negeerde. Het Meindersveen is een heel mooi stukje natuur. Op een plek was het door de regen van de dagen ervoor en de nabijheid van veen wel heel erg zompig en modderig, maar niet genoeg om een omleiding te verantwoorden en dit stukje te missen. Al moet gezegd zijn dat ik wel even met 1 voet in de zompige bodem wegzakte.

Het daaropvolgende Grolloërveld, een stukje heide, was dan misschien een tikkeltje teleurstellend. Maar dat was zonder het laatste stuk asfalt (met nog een heel klein beetje bos) gerekend. Met enige vermoeidheid ging ik de bus op naar Assen, na een mooie eerste etappe onder een aangename lentezon.

Assen

Assen zelf is een klein stadje met een gezellig centrum, de Brink, waar Hotel De Jonge gelegen is. Omdat het al een lange dag was geweest, besloot ik naar het hotel-restaurant te gaan, waar ik voor de verandering werd gezien als niet-Nederlandstalig en in het Engels werd geholpen. Ik liet het passeren en versterkte die gedachte nog meer door een lekkere Fish & Chips te eten.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 4: Zuidlaren – Rolde (17 km)

Het comfortabele bed was welkom. Zeker omdat we op deze laatste dag heel vroeg uit de veren gingen. We moesten namelijk wel maar 19 kilometer doen, maar wel een trein halen tegen een bepaald uur. Onze voorziene reis, van Assen naar Rotterdam en van Rotterdam naar België was gewijzigd. Door werken tussen Rotterdam en Breda was de hogesnelheidstrein geen optie. En dus zou het een langere tocht met meer overstappen worden. Dan is het interessanter om goed op tijd de trein te nemen.

Vroeg op pad op een lege maag

Waar de voorbije dagen al wat hadden moeten improviseren met het ontbijt was dit op de laatste dag helemaal het geval. Over beter gezegd, oorspronkelijk viel er niet veel te improviseren. We waren al om 8 uur op de baan, maar de Albert Heijn van Zuidlaren opende pas om 9. We botste op een plaatselijke markt, maar daar liet de marktkramer met lekker fruit weten dat ze pas twee uur later zouden opstarten.

En dus begonnen we te wandelen doorheen Zuidlaren met in ons achterhoofd dat we in het beste geval nog ergens een bankje konden vinden om het gasvuurtje boven te halen en havermout te maken. Maar dat was uiteindelijk niet nodig omdat we met veel geluk botste op de campingwinkel van Camping De Vledder, waar we bijna de hele resterende voorraad croissants plunderde, samen met wat chocomelk in brik en ontbijtkoek. Ons geluk was duidelijk gekeerd.

Daarvoor hadden we eventjes nabij de verschillende faciliteiten van de psychiatrische instelling Denneoord gewandeld. Rond de eeuwwisseling werd hier een voorziening gebouwd door de Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland. Naast een hoofgebouw zijn er ook vandaag nog heel wat bijgebouwen, woningen voor begeleid zelfstandig wonen en in het midden een kleine zorgboerderij met naast geitjes ook onder andere alpaca’s en zelfs walibi’s.

Diep, heide, hunebed

Op deze 4de dag is ons het mooiste op natuurvlak gegund. Eerst gaat het langs het Schipborgse diep, langs kleurrijke velden en het mooie waterloopje zelf. Niet veel later gingen we over een brug. Eventjes krijg je door het zeer bescheiden en zeer kortdurende stukje omhoog het gevoel alsof je in de Ardennen of Oostkantons zit.

Daarna deden we de Gasterse Duinen aan, een gebied van heide en stuifduinen. Het zanderige pad is omringd door kleurrijke heide. In de verte zagen we een boom met daar een paar Galloways die ons opwachtten. Gezien mijn ervaring met koeien ben ik niet zo happig op deze dieren, zeker niet als ze zo dicht op het pad staan. Maar we konden niet veel anders dan ze te passeren. En inderdaad, toen ik trachtte een foto te nemen begon een van hen alvast te briesen. De psychopaten op 4 poten deden hun bijnaam alle eer aan.

Ter compensatie kregen we nog een laatste hunebed voorgeschoteld. Het werd toegeschreven aan het trechterbekervolk en is 6,7 meter lang en 3,1 meter breed en niet meer intact. Het zou tijdens de Renaissance de bijzonder bijnaam  Duyffelskutte (vrouwelijk geslachtstdeel van de duivel) gekregen hebben en gelinkt aan mensenoffers. Vandaag is het grootste gevaar in de buurt dus bovenstaande runderen.

Een tussenstop en het hoogtepunt

Hierna volgt het nog even de mooie heidepaden om uit te komen in esdorp Gasteren waar de Pannenkoekenboerderij Brinkzicht op ons wachtte. Het was wat vroeg voor een pannenkoek, maar een koffie kon er wel in. Het gaf ons beide de mogelijkheid om ook nog eens een kleine toiletstop in te lassen en met optimale benen en blaas het laatste stuk, en mogelijks het hoogtepunt, te temmen.

Het Ballooërveld is de grootste restant woeste heide in Drenthe. Het werd gered doordat het tijdens een groot deel van de 20ste eeuw militair oefengebied was. De heide werd beschermd tegen vergrassing door kuddes schapen. Naast sporen uit de tweede wereldoorlog zijn er ook archeologische restanten en een galgenberg.

De ondergrond is zeer zanderig. Hier is het niet ijdel om te spreken over duinen. Gelukkig was de temperatuur al wat gezakt, zodat het niet nog zwaarder werd door hitte. Het ideale wandelweer maakte ook dat we enkele collega-wandelaars hadden. Een van hen had echter pech. Hoewel hij wel de intentie had om een groter stuk van het Pieterpad te wandelen, was zijn schoenzool losgekomen. Met het betere veterwerk probeerde hij dit te verhelpen, maar ideaal is anders.

Een laatste stukje zandweg door een veld (waar we werden gevraagd om maar liefst 25 meter afstand te houden van paarden en koeien!) bracht ons naar Rolde, waar we niet veel later een GR-teken naar links moesten negeren om zo in het centrum van het dorpje aan te komen. In de plaatselijke supermarkt konden we een middagmaal op de kop tikken en rustig verorberen als eindritueel van deze 4-daagse kennismaking met het Pieterpad.

Naar huis

Er restte ons nog enkel een hele hoop overstappen te beginnen met een busrit van Rolde naar station Assen. Door werken aan het spoor werd onze snelle weg via Rotterdam geannuleerd. In de plaats gingen we naar Zwolle, van daaruit naar Breda, waar we nog een pasta aten en zo, na alweer een goede zes uur onderweg in Brussel-Zuid. Door werken aan het spoor werd ik nog getrakteerd op een vreselijke busrit die even heet als oncomfortabel was. Met mooie herinneringen aan deze eerste etappes van het Pieterpad en met goesting om het vervolg te ontdekken.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 1: Pieterburen – Winsum (13 km)

Een reis naar de reis

Deze eerste dag is, alsof het zo voorzien is voor ons, een korte dag. Met maar 13 kilometer voor de boeg is het perfect mogelijk om aan te komen en zonder voorafgaande overnachting naar de eerste eindhalte te wandelen. Het was wel nog steeds voor het ochtendgloren vertrekken. Om 20 na 6 startte de reis al vanuit Halle en daarna volgde nog drie overstappen.

Tegen een hoge snelheid ging het naar Schiphol, met een kleine pauze, om vervolgens met iets minder marge over te stappen in Groningen, waar we een dag later naartoe zouden wandelen. Ten slotte bracht een lokale trein ons naar Winsum, het eindpunt van de dagetappe. Een gezwinde busrit later waren we eindelijk in Pieterburen, een dikke 6 uur na het vertrek thuis.

Pieterburen

Pieterburen zelf is klein maar gezellig, ook al zagen we maar een deel van het dorp. Er was nog ergens in de buurt een zeehondcentrum, maar deze kwamen we niet tegen. Ondanks het enthousiasme van mijn reisgezel lieten we ook de midgetgolf voor )wat het was. Omdat we over voldoende tijd beschikten voor de wandeldag besloten we onszelf wel te trakteren op een lunch. Dat deden we in de tuin van het lunchcafé Bertje Jans, genoemd naar een van de twee uitdenkers van onze wandelroute. Een tosti en een quiche (verdeeld over ons getweeën) later waren we klaar voor het feitelijke begin.

Of toch nog niet helemaal. Want we besloten nog even een bezoek te brengen aan de plaatselijke kerk. De Petruskerk (om in thema te blijven, maar toch nog een beetje af te wijken) gaat terug tot de 15de eeuw, maar de opvallende toren is wel een 19de eeuwse toevoeging, nadat de vorige werd afgebroken. Vanbinnen is het interieur nog bewaard, maar tijdens ons bezoek werd het aangevuld met kunstwerken van de plaatselijke kunstenaar Koos van Bruggen (1914-1979), die naast een carrière als huisarts zich op de beeldende kunsten toelegde.

De wierden en het water

Dit deel van het Pieterpad wordt mee vormgegeven door de zogenaamde wierden. Gelegen aan de zee heeft dit gebied een lange geschiedenis met de strijd tegen het water. In die strijd werden wierden gebouwd. Dit waren aarden woonheuvels die ervoor moesten zorgen dat bij overstromingen huis en huisraad veilig boven het water uitstak. Doorgaans was dit succesvol. Maar af en toe liep het toch mis, zoals bij de Grote Kerstvloed van 1717, die in totaal 14.000 levens eiste.

Later werden de woonheuvels heuse wierdedorpen, waarbij de belangrijkste gebouwen allemaal op een verhoging werden gebouwd. Vandaag de dag is dit her en der nog te zien. Want door beter landschapsbeheer en sterkere dijken werden de wierden meer en meer overbodig. Net zoals de muur van Hadrianus werd afgebroken voor het bouwen van huizen en boerderijen, werden ook de wierden afgegraven. Alleen werd deze grond getransporteerd naar andere delen van Nederland waar de bodem minder vruchtbaar was. Vanaf de 20ste eeuw kwam er meer en meer aandacht voor de bescherming, waardoor sommige wierden toch nog te ‘bewonderen’ zijn.

Maar dat wil niet zeggen dat water geen rol meer speelt op deze eerste dag. In de tuin van het lunchrestaurant was er al een vijvertje. En het eerste deel gaat voor een groot stuk langs de Pieterbuurstermaar, een voormalige wadgeul. Dit waren vaarwegen naar de dorpen. We volgden een klein asfaltwegje langs het water, tot we bij een houten brug de maar overstaken.

Het bleef nog even door de velden gaan. Het landschap op deze eerste dag wordt sterk bepaald door landbouw en dan vooral teelt van graan en gewassen. Wat ook een constante is, is het verharde pad. Slechts her en der gaan de voeten weg van het asfalt, doorgaans een graspad. Zelfs in het compensatiebosje Oosterbos is het op het een verharde weg te doen. Dat maakt dat het niet altijd even aangenaam wandelen is, maar het mooie landschap maakt gelukkig veel goed.

Molens, kerkjes en boerderijen

Naast de landschapselementen heb je natuurlijk ook heel wat geschiedenis en erfgoed. Dat neemt hier de vorm aan van molens, kerken en historische hoeves en boerderijen. In Eenrum brachten we even een bezoek aan de kerk. Daar werd ons een doopvont uit de 11de eeuw beloofd. Helaas was dit weggehaald om in Groningen tentoongesteld te worden. De kerk zelf was sober.

Het volgende plekje liet niet lang op zich wachten. Mensingeweer is een kleine wierde aan het Mensingeweersterloopdiep (ademt uit). Naast een hoop mooie huizen had het ook de molen Hollands Welvaart te bieden. De molen dateert van 1855 en was een koren- (maalt graan tot meel) en pelmolen (pelt gerst tot gort). Decennia na decennia ging het bergaf en in 1969 werd het door een storm vernield. De eigenaar verkocht het aan de gemeente. Bijna 55 jaar later is Hollands Welvaart in ere hersteld. Een fijn bankje aan de molen maakt het ook nog eens een goede plek voor een tussendoortje.

Wandelaars hebben vaak een streepje voor, zo lijkt. En dat is op dit Pieterpad niet anders. Mensen spreken je sneller aan, vragen waar je vandaan komt en waar je naartoe gaat, wensen je succes en delen eigen ervaringen. De gastvrijheid is hier groot. En dat uit zich ook bv. door de bankjes of stoeltjes die mensen aanbieden in hun voortuin. Op een tafeltje vonden we een boekje waar heel wat mensen boodschappen in hadden geschreven. Een leuk initiatief waar ook wij gebruik van maakten.

Na Mensingeweer ging het naar Maarhuizen, waar de Enna Jans Heerd, een monumentale boerderij staat. Deze is beschermd omwille van de grote historische waarde. De gebouwen liggen op een wierd, die deels is afgegraven. Verder op het pad vonden we nog een boekje om in te schrijven, een vijver en een kerkhof met graven uit de 17de eeuw. Ook dit kerkhof lag nog op de oorspronkelijke wierd.

Het mooiste dorp

Het is van daaruit niet meer lang tot we in Winsum aankomen, een dorpje dat in 2020 nog werd verkozen tot mooiste dorp van Nederland. Winsum bestaat uit eigenlijk uit twee wierdedorpen, waarvan Winsum een is en Obergum het ander. Daartussen ligt het Winsumerdiep. Het is inderdaad een gezellig plekje, met mooie huizen, een molen en een leuk pad naast bovenstaande waterloop.

Wij verbleven op camping Marenland, meerbepaald in een leuke trekkershut, een ideale setting voor onze eerste avond. Bij onze check-in was er eventjes rumoer toen een automobilist met de kano die op zijn dak stond de slagboom ramde en deze naar de vaantjes hielp. Onze relatief vroege aankomst gaf ons de kans om door de straten te dwalen, door de hoofdstraat, de zijstraatjes, naar de kerk en de molen en zo terug naar onze camping. De zoektocht naar avondeten was wat moeilijker, deels door de vegetarische insteek die mijn wandelgezel zocht.

Uiteindelijk belandden we gewoon terug op de camping waar De Jongens uit de Buurt niet alleen een goed menu maar ook een heel vriendelijke bediening bood. Door ons late uur waren we genoodzaakt om ons als enige buiten te zetten. Maar ondanks het wat vreemde zicht, was de avondzon wel genadig en hadden we waarschijnlijk nog de beste omstandigheden. We gingen ook voor het Weiland Weibier van de lokale brouwerij Het Zotte Kalf, waarbij het brouwwater vervangen werd door wei, de vloeistof die bij de kaasbereiding ontstaat door het stremmen van de melk na toevoeging van stremsel. Speciaal!

Na het avondeten gingen we opnieuw de trekkershut in, waar het inmiddels toch al wat kouder was geworden. Onder het schuchtere licht van onze lamp speelden we nog eventjes wat gezelschapsspelen (voor de liefhebbers Lost Cities en Take Ten) waarna we vrij vroeg, moe maar tevreden, ons bed inkropen, klaar voor onze eerste volledige wandeldag.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/