Etappe 5: Mollem – Sint-Kwintens-Lennik (26 km)

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen, van Kortenberg naar Eppegem. Een langere etappe van Eppegem naar Mollem volgde in september. Met het mooie wandelweer in het vooruitzicht, was het de opportuniteit om deel vijf te temmen.

Een valse start en een mooi begin

Op de trein was het even verwarring troef. Net voor het station Mollem besloot de boordcomputer om de bestemmingen om te keren, waardoor het leek alsof we onze startplaats al voorbij waren gereden en de trein al aan de weg terug naar Brussel was begonnen. Gelukkig kwamen we uiteindelijk toch niet terecht in Zellik of Asse, maar was het niet meer dan een glitch in de NMBS-matrix.

Het kon de pret van de start niet bederven. De etappe begon meteen met een hele hoop mooie natuur. Eerst ging het door de velden van Paddenbroeken en Mazenzele, waarmee we op de grens wandelden tussen Asse, Merchtem en Opwijk. Het eerste hoogtepuntje van de dag was echter het mooie Kravaalbos, een overblijfsel van het oude Kolenwoud. Het was er aangenaam wandelen, met een grote eigenheid en zelfs even een licht spectaculaire uitkijk op een privé-vijver.

Vuur en as(se)

Elke wandeling heeft ook een moment van spanning nodig. Dat werd dit keer gebracht door een onverwacht zicht. Na uit het bos komen zagen we in de verte plots een rookpluim. De veronderstelling dat het om een van de koeltorens van Vorst ging werd al snel de kop in gedrukt. De rookpluim werd steeds donkerder en klom ook steeds hoger. Het was spectaculair, maar er was ook nog wat onduidelijkheid (en spanning) over de oorzaak. Uiteindelijk bleek het om een brand in Mollem te gaan, waar een tweedehandslinnenfabriek in vuur opging. Wij waren gelukkig al even onderweg en hadden een alibi.

Sowieso wandelden we gestaag en dapper voort, dan eens weg van en dan eens in de richting van de rookpluim, terwijl er af en toe sirenes op de achtergrond te horen waren. De andere mensen die we tegen kwamen, inwoners van het zeer treffend genaamde Asbeek, bleven er stoïcijns bij. Gelukkig waren er ook mooie vergezichten en aangename paden. Op voorhand kon ik mij niet veel voorstellen bij deze vijfde etappe, maar met elke stap groeide de appreciatie

Van kerk naar kerk

Het eerste deel ging grotendeels door velden en bossen. Hoewel deze ook aanwezig waren in het tweede gedeelte, lag er hier toch ook meer focus op de verschillende dorpskernen. Het tweede deel kan best omschreven worden als tocht van kerk naar kerk. Van het al eerder vermelde Asbeek ging het naar Ternat, waar we even pauzeerden aan de plaatselijke Okay, waar we op een half afgebroken zitbankje onze vermoeide voeten even ademruimte konden geven.

Het centrum van Ternat, met een bijzonder schoolgebouw dat bestond uit weerspiegelend materiaal, werd niet verlaten via het mooi ogend park, maar wel via een straat met zicht op het mooi ogend park. Een bizarre keuze van de samenstellers van deze GR. We doken wat verder onder een spoorwegbrug en gingen zo naar de volgende deelgemeente van Ternat, Wambeek.

Het laatste stuk ging nog even door de velden. De glooiingen werden steeds aanweziger, het Pajottenland was finaal bereikt. Dit zorgde niet enkel voor mooie uitzichten, maar ook voor wat conditietraining. Deze was gelukkig beter dan verwacht, zelfs na 20+ kilometer. Los van de passages door de dorpskernen was het grootste deel van de route over onverharde paden, wat fijner is voor de voeten.

En zo kwamen we aan het tweeluik in Lennik. Sint-Martens-Lennik en Sint-Kwintens-Lennik liggen op een boogscheut van mekaar en zijn gescheiden door een geasfalteerd pad waar vroeger blijkbaar een tram reed. Beide kerktorens zijn in de verte te zien. Sint-Martens-Lennik doet nog iets meer denken aan een Vlaams dorp van weleer. Sint-Kwintens-Lennik kan dan weer uitpakken met een iets grotere markt, met als trekpleister het indrukwekkend standbeeld van het al even indrukwekkend Brabants trekpaard, hier gedoopt tot Prins. Een mooi eindpunt voor de voorlaatste etappe, die op verschillende manieren wist te ver(r)assen.

Etappe 3: Kortenberg – Eppegem (17 km)

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen.

Vliegtuigspotters

Vorige keer waren we geëindigd in het relatief mondaine Kortenberg. De GR gaat verder aan de overkant van het station. De eerste honderd meters gaan opnieuw langs een verkaveling, tot je de velden induikt. Het landschap is mooi, maar het is niet het enige element dat zorgt voor spektakel en vertier. Al snel wordt duidelijk dat het hier het rijk van de vliegtuigen is, vlakbij de luchthaven van Zaventem.

Aanvankelijk doen we nog wat lacherig over vliegtuigspotters, tot we even, per ongeluk, van de GR afwijken en een vliegtuig als een gevaarte schijnbaar vlak over onze hoofden scheert. Het is indrukwekkend en licht angstaanjagend, maar een paal van het wandelknooppuntnetwerk bevestigt dat we niet per ongeluk op de landingsbaan zijn verzeild geraakt. Er is dus misschien toch iets te zeggen voor vliegtuigspotten, hoewel we na het derde vliegtuig al niet echt meer opkijken.

Bos en Perk

Vervolgens wandelen we doorheen de gehuchten Lemmeken en Lelle, bijzondere namen, maar los van enkele mooiere oude gebouwen weinig vermeldenswaardig. Want we zijn hier uiteraard voor het groen. En dat vinden we in een reeks bossen, te beginnen met het Hellebos. Nomen est omen, want het daglicht lijkt inderdaad prompt te verdwijnen. In het bos zelf volgen we een gekanaliseerd beekje. Zo verlaten we Kampenhout, gaan doorheen Steenokkerzeel en meer bepaald naar deelgemeente Perk. Dit hele stuk zijn her en der mooie en kleurrijke bloemen te spotten, en ook worden we af en toe vergezeld door een buizerd. Het Hellebos is echter het eerste van drie bossen. Na de kerk van Perk volgen nog het Snijsselbos en het Moorbos. En na dit natuurlijk intermezzo gaat het richting gekend terrein

De heimat

Ik ben namelijk geboren en getogen in Groot-Zemst. En hoewel we Weerde, de deelgemeente waar ik het grootste deel van mijn leven heb doorgebracht, niet doorkruisen, zijn de andere plekken mij zeker niet vreemd. Eerst passeren we aan de Sint-Hubertuskerk van Elewijt, een ideale lunchplek. Vervolgens neemt een klein steegje ons naar een pad over de Zenne en in een tunnel die onder de E19 gaat, volledig versierd met clandestiene graffiti. Dit is blijkbaar ook een deel van de GR 128, de Vlaanderenroute, die in het Franse Wissant begint en in het Duitse Aken eindigt.

Eens uit de tunnel komen we terecht in een verkaveling die naar een van de bekendste buitenverblijven uit de streek voert. Het Steen, beter bekend als het Rubenskasteel, was ooit het optrekje van, wel ja, Rubens. Deze plek heeft dus een lange traditie als het op groene gordels aankomt.

De volle natuurervaring wacht ons even verder op. Elke fietser duikt vol modder uit het weggetje dat we moeten nemen. We vinden inderdaad vrij schuiverige modder terug, en proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van de bosberm om het ergste voor schoenen en broek te vermijden. Een nietsvermoedende fietser valt in een van de diepe plassen. Niet veel later kruisen we nog een duo. Mijn goedbedoelde waarschuwing wordt in de wind geslagen met een zelfzekere glimlach. Helaas voor de man ligt ook hij zes meter verder in de modder.

Het laatste gedeelte brengt ons naar de Zenne en het wandelpad dat mee meandert met de rivier. In de verte staat “Den ouwe molen”, de oude sluistoren die door de Duitsers werd vernield. Zoals reeds gezegd zullen we deze niet bezoeken. We zetten door naar links en naar Eppegem, waar we genieten van het welslagen van deze derde, mooie etappe en ons te goed doen aan een lekker ijsje.

Etappe 2: Groenendaal – Kortenberg (33 km)

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Ik begon samen met een collega in april aan de eerste etappe, die niet toevallig en zeer handig in Halle begint. Door omstandigheden duurde het even om het vervolg te hervatten, maar naar aanleiding van het vervolledigen van het tweede stuk, alvast een verslag van etappe 1 en 2.

Groenendaal – Tervuren

Tussen half april en half december zit 8 maanden en bijna 3 seizoenen. Maar op deze tweede etappe waren de weergoden ons veel gunstiger gezind dan tijdens onze het eerste stuk. Tussen enkele regenachtige dagen in zouden we vandaag getrakteerd worden op een helderblauwe lucht en ideale wandeltemperaturen, zeker voor de tijd van het jaar. En zo begonnen we in de relatief vroege ochtend, na een treinrit van Halle naar Groenendaal, aan deze tweede etappe die ons 33 km later naar Kortenberg, tegen Leuven, zou brengen.

En het begint zoals het ook geëindigd is, in het Zoniënwoud. De regen was de dagen daarvoor vrij aanwezig, waardoor sommige passages er nogal modderig bijliggen. Maar dat maakt ergens ook wel deel uit van de charme. Iets minder charmant is de spaarzaamheid van de signalisatie, waardoor het vinden van de gele-rode markering soms een speurtocht wordt. De gpx downloaden en deze bij de hand houden is geen overbodige luxe.

DSC08876

Een gesneuvelde boom in het Zoniënwoud

Net als op de eerste dag zullen we ook best wel wat vijvers zien. Deze werden hier vaak aangelegd op vraag van Leopold II. Diens koninklijk domein is namelijk niet al te ver verwijderd meer. Af en toe horen we het geklop van een specht, die schuilend tussen de takken ritmisch met zijn snavel door een stam boort. De specht is op dit stuk een zeer aanwezige metgezel trouwens. Dat geldt ook voor diverse waterlopen. Zo gaan we via een geïmproviseerd brugje een klein afvoerkanaal over.

DSC08880

De kerk van Jezus-Eik met herfstgebladerte

Nadat het Zoniënwoud wordt verlaten, gaat het via een impressionante manege langs een kaarsrecht landbouwweggetje naar Jezus-Eik, een deelgemeente van Overijse en een vroeger bedevaartsoord. De horecazaken die rondom de kerk zijn gebouwd herinneren aan de vroegere herbergen voor de bedevaarders. Het is een klein en tamelijk charmant plekje en we zien opvallend meer medewandelaars dan in april. Het park van Tervuren nadert.

Maar eerst volgt nog een laatste, korte passage door het Zoniënwoud en een iets langere door het geografisch arboretum, een plantage van diverse bomen die deel uitmaakt van de koninklijke schenking en in de vroege twintigste eeuw werd aangeplant. Op sommige plekken doet het haast Noord-Amerikaans aan. En na Jezus-Eik volgt opnieuw een plek met een rijke geschiedenis. We zijn in Tervuren.

Tervuren – Kortenberg

Het centrum van Tervuren is gebouwd rond de Sint-Evangelistkerk waar ook Sint-Hubertus wordt gevierd. Een bezoekje aan de kerk is aan te raden, al was het maar omwille van enkele mooie glasramen. Via een pleintje dat ingepalmd is door tenten en kraampjes, voor de al dan niet nog in gang te trekken kerstmarkt, gaat het via de Warandepoort.

De herinnering aan het koloniale verleden is er niet enkel door de architectuur in de omgeving, met naast de Warandepoort ook het hele park en het impressionante gebouw waar nu het Afrikamuseum is gevestigd, maar ook door 7 graven van Congolezen die in 1897 omkwamen nadat ze voor de toenmalige expo naar hier werden gebracht en omkwamen door de weersomstandigheden. Aanvankelijk werden ze begraven in niet-gewijde grond, maar nu hebben ze een prominente plek gekregen, vlak aan de kerk.

Het is een goede herinnering aan de gruweldaden tijdens de koloniale periode en de manier waarop er met de Congolezen werd omgegaan. Met dat in het achterhoofd wandelen we het Warandepark van Tervuren in. Ook hier zijn verschillende vijvers aangelegd, met een hele resem vogels om te bewonderen. Van koeten en eenden tot aalscholvers. Het park is een ideale plek om even te pauzeren en een lunch te nuttigen. Door het redelijk hoge aantal kilometers dat nog voor de boeg ligt, is een bezoek aan het Afrikamuseum geen optie.

We gaan opnieuw langs enkele vijvers, met daartussen het zogenaamde Spaanse Huis, een molen die deze naam kreeg vanwege het type baksteen dat gebruikt werd, eerder dan een link met het Zuid-Europese land. Na de Vossemvijver gaat het naar een gezellig padje langs de Voer, een klein beekje dat etymologisch verwant is met Tervuren. Ook dat komt van Fura, wat zoveel betekent als afvoer. De Voer leidt ons naar Vossem, deelgemeente van Tervuren.

DSC08917

De Voer in Tervuren

Vossem is niet al te groot en dus is het ook niet echt interessant om hier al te lang te blijven hangen. Via een korte kasseiweg gaat het naar een smal pad langsheen de velden. Daar waar links nog een weinig charmante autoweg ligt, kan je aan de rechterzijde genieten van een mooi uitzicht over velden, met Leefdaal in de verte en daarachter zelfs Leuven. Zo kom je via de curieuze Coigesteenweg in Moorsel.

We verlaten al snel dit laatste stukje Tervuren en komen zo via het Hogenbos en het gehucht Vrebos de gemeente Kortenberg binnen. In de verte zien we de E40 opduiken en we moeten deze autosnelweg zelfs even doorkruisen via een brug. Terwijl onder ons de auto’s tegen een vervaarlijke snelheid voorbij razen, gaan wij tegen een aanzienlijk doch verhoudingsgewijs zeer traag tempo naar het laatste gedeelte van deze tweede etappe.

En dat brengt ons eerst langs de hekken en prikkeldraden van de gesloten jeugdinstelling van Everberg dat De Grubbe werd gedoopt. Hier zitten een 40-tal jongeren die hier maximaal 2 maanden en 5 dagen kunnen verblijven en die hier terechtkomen nadat ze een ernstig misdrijf hebben gepleegd of hiervan verdacht worden. Het is een vreemde passage op deze GR.

Everberg zelf heeft nog een oud gemeentehuis, een jeugdcentrum en een kerk en doet gewoon zeer typisch en Vlaams aan. De verschillende buurt- en voetwegen voeren ons vaak langs de achtertuinen die bijna zonder uitzondering worden afgeschermd door hagen, hekken en draden. Heel af en toe heb je inkijk en kan je pluizig pluimvee en dartele konijnen bewonderen.

DSC08932

Het bos van Kortenberg

Voor we in Kortenberg zelf aankomen, gaan we nog een keer door een bos. De herfstkleuren zijn ook hier mooi, maar beetje bij beetje zakt de zon. Een koplamp is nog niet nodig, maar lang laat de duisternis niet op zich wachten. Via een atletiekpiste en sportcomplex nemen we nog enkele buurtwegen, door het park van de Oude Abdij en zo naar de Leuvensesteenweg met nieuwe abdij. Hier zien we nog enkele mooie villa’s in Art Deco- en Art Nouveau-stijl, zoals de Villa Lurmann, met een indrukwekkende poort. De Villa werd ontworpen door de architect Emiel Van Averbeke, die ook onder andere het poortgebouw van de Zoo van Antwerpen ontwierp.

DSC08935

De poort van Villa Lurmann

Een halve minuut later eindigt onze wandeltocht van 33 km, van het station van Groenendael, via het Zoniënwoud en het park van Tervuren naar Kortenberg. Het station zelf heeft een mooie en ruimte fietsenstalling, maar is zelf een beetje troosteloos. Dat geldt ook voor de stationsbuurt, wat op een zondagavond doods en verlaten is. Er is dus geen mogelijkheid om ons, met het vallen van de avond, op te warmen aan een warme chocomelk. Maar anders dan de vorige keer voert de trein ons wel geruisloos van Kortenberg naar Halle.

DSC08937

Terug naar Halle