Wandeldag 3: Königstein – Kurort Gohrisch

🥾 Terrein:
Een korte maar gevarieerde etappe met flink wat klimmen en dalen. Vooral de klim na Königstein en de pittige afdaling via het Nadelöhr maken het fysiek uitdagender dan de afstand doet vermoeden. Mooie bospaden, rotspassages en smalle doorgangen houden het interessant. Technische moeilijkheden zijn beperkt, maar trappen, ladders en smalle kloven vragen wel enige tredvastheid.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Königstein – charmant stadje met winkels en horeca
  • Pfaffenstein-massief – imposante rotsformaties, goed bewegwijzerd wandelgebied
  • Barbarine – 42 m hoge rotsnaald, icoon van de regio
  • Panorama’s zoals Teufelskessel, Dom & Einsamer Ritter
  • Nadelöhr – spannende passage met trap en ladder
  • Pfaffendorf & Kurort Gohrisch – kuuroorddorpjes met rustige sfeer

⏳ Afstand & duur:
± 12,5 km
Wandeltijd: ca. 4 – 5 uur incl. zij-uitstap en pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Technisch niet extreem, maar door het klimmen, de passages met trap en ladder en de korte maar intensieve afdalingen een fysieke dag. De beperkte afstand maakt het beheersbaar.

⭐ Oordeel: 4/5

Königstein ontdekken

Neue Schanke was de hele avond onze uitvalsbasis geweest. Het was namelijk niet mogelijk om zomaar even het dorpje zelf te verkennen. Dat moest steeds door het stukje te klimmen naar de burcht en dan flink te dalen. Op de derde wandeldag zouden we dit echter doen als deel van de route, na een ontbijt waarin de artistiek gesneden worstjes de show steelden.

Na het uitchecken moesten we dus opnieuw klimmen en daarna best pittig afdalen door een bos. Zo kwamen we aan in Königstein wat best een gezellig centrum heeft. Het maakte het extra jammer dat we aan de overkant van de heuvel hadden moeten overnachten. Maar goed, we konden hier proviand voor twee dagen inslaan en een sanitaire stop inlassen. Ik vreesde wel plots dat mijn bril was blijf liggen in ons vorig verblijf, maar terugkeren was niet echt een optie. Het was wachten op de bagage vanavond.

Opnieuw een icoon van de Malerweg

Eens uit Königstein was het meteen stijl stijgen, eerst langs een klein lokaal weggetje, daarna opnieuw via een bosweg en zo naar een bos, waar we best lang in zouden vertoeven op deze korte wandeling. Het smalle, kronkelende pad voerde langs de rotsformaties en heuveltoppen met namen als Kletterhöle en Quirlwachter, alsook een stenen drinktrog. Daarna werd het bos even verlaten om niet veel later naar het hoogtepunt van de dag te gaan, het massief van Pfaffenstein. De weg ernaar toe ging al gepaard met een toename van grillige en imposante rotsen en formaties.

En we konden ons tegoed doen aan een drieluik van natuurlijk vertier. Eerst was er de zij-uitstap naar de Barbarine, een rotsnaald van 42 meter hoog en een lokale darling. Het vergde wel wat zoekwerk maar gelukkig misten we deze parel niet. De aanhouder won in deze. De weg ernaar liep ook via een eerste smalle kloof.

Rotsen en afdaalvertier

Eens teruggekeerd hadden we twee opties. Optie 1 was een makkelijke afdaling, optie 2 gaf ons panorama maar volgens de reisgids ook een pittige afdaling. We kozen voor de volledige ervaring en dus voor het laatste. Na wat klimmen en de plaatselijke horecatrekpleister op het plateau te passeren, deden we een rondje langs de panorama’s allerhande, waaronder de Teufelskessel, de Dom en de Einsamer Ritter. Het bleek ook een goede picknickplek. Wat wel opviel waren de vele jonge ouders en zeer jonge baby’s die de tocht eveneens waagden.

Daarna restte nog de afdaling langs de zogenaamde Nadelöhr, een flessenhals waar eventjes een laddertje en een steile ijzeren trap nodig was. Ik wist er met mij met enig geschraap van de rugzak door te wurmen. De stukken daarna waren wel pittig door de hoogteverschillen van de stenen en treden, maar eerder traditioneel qua afdalingskunsten.

Een kuuroord met beperkte eetgelegenheden

We daalden verder af naar Pfaffendorf, een klein gezellig dorpje, en ten slotte naar Kurort Gohrisch, al even gezellig, ietsje groter, maar ook met veel verblijven en weinig horeca. Gelukkig verbleven we in Pension Villa Irena, waar ze zo behulpzaam waren om voor ons te reserveren. Even daarvoor hadden we ons ook gewaagd aan ons eerste (en enige) ijsje.

Uiteindelijk geraakten we zo bij Margaretehof, een gezellig restaurant dat bij het gelijknamige hotel hoort. We waagden ons aan een voorgerechtje (geitenkaaskroketjes en champignonsoep). Als hoofdgerecht namen we de lokale specialiteit, Boheemse goulash met knödelen. Het was lekker en de bediening was vriendelijk. Ik verraste onbedoeld de serveuse door per ongeluk een briefje van twintig i.p.v. vijf euro als tip te geven. Gelukkig was ze zo eerlijk om te zeggen dat dat echt wel te veel was.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 2: Kurort Rathen – Königstein

🥾 Terrein:
Afwisselende etappe met enkele pittige klimmetjes en rotsachtige passages. De eerste helft is gevarieerd met trappen, smalle paadjes, stalen brugjes en prachtige panorama’s. De tweede helft brengt bredere bospaden, tafelbergen met korte beklimmingen, en open veldwegen richting Königstein. Technisch niet extreem, maar af en toe flink klimmen en dalen, vooral op Rauenstein. Goede wandelschoenen en conditie aanbevolen.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Basteibrug – hét symbool van de Malerweg, indrukwekkend rotsdecor
  • Ruïne van Neurathen – rotsachtig kasteel via stalen bruggetjes
  • Steinerne Tisch – historische jachtplek van Saksische keurvorsten
  • Stadt Wehlen – charmant stadje met marktplaats en burchtrestant
  • Ferry over de Elbe – kort ritje met een ‘Neins’-waardige overtocht
  • Rauenstein – spectaculaire tafelberg met ladders, trappen en uitzichten
  • Mausoleum en uitkijkpunt – verrassende rustpunten in tweede helft
  • Festung Königstein – imposante vesting bovenop het plateau

⏳ Afstand & duur:
± 18,5 km (volgens GR), ca. 6 uur wandelen incl. pauzes en bezoeken

⛰️ Zwaartegraad:
Matig tot stevig. Door de rotsformaties, trappen, stijgingen en afdalingen een fysieke dag. Vooral het stuk rond Rauenstein vraagt enige (beperkte) behendigheid. Mooie balans tussen uitdaging en beloning.

⭐ Oordeel: 4,5/5

Vandaag stonden enkele vooraf aangekondigde hoogtepunten op het menu. Onze ervaring gisteren leerde ons dat het dus opletten was voor de gemotiveerde dagtoerist. Dat was zeker het geval voor de iconische Basteibrug. En dus was het een zaak om vroeg genoeg te vertrekken. Na een vroeg ontbijt konden we ze om iets na acht Rathen achter ons laten.

Het Malerwegicoon en een bijzondere kasteelruïne

Een korte klim bracht ons naar de Basteibrug, met een prachtig uitzicht op enkele indrukwekkende rotsformaties en het omliggende landschap. Bij de aankomst was er nog amper volk te bespeuren. Tien minuten later was de situatie al heel anders. Onze keuze bleek strategisch de juiste. Zo konden we genieten van dit hoogtepunt, waarbij je je op de grote brug tussen het impressionante landschap heel klein en nietig voelt.

Onze wandelbeschrijving stuurde ons vervolgens naar het zielloze horeca-complex, al leek het mij nog de bedoeling om ergens een panorama op de brug te kunnen scoren. We keerden dan ook terug en kregen zo het gekende adembenemende uitzicht dat menig promofoto siert. Het gaat natuurlijk niet altijd over de foto’s en de panorama’s, maar deze was wel ongelofelijk mooi.

Nu we toch opnieuw aan de brug waren, gingen we nog een klein beetje verder richting ons beginpunt, waar de restanten van een opzienbarend kasteel staan. De ruïne van Neurathen was te bezoeken via een wirwar aan stalen bruggen, sommige met wat meer afgrond dan andere. In ieder geval was het een kort maar leuk bezoek aan een knap staaltje kasteelarchitectuur, ingebed in de rotsen.

Nog sprookjesachtiger

Na de beide kleine maar meer dan terechte zijsprongen gingen we opnieuw langs Bastei en zo wat weg van het toeristengevoel, tot aan de Steinerne Tisch, waar de Duitse uitleg vaagweg iets zei over keurvorsten en jachttradities. De collectie stenen kon op een ander moment zeker een geschikte picknickplek aanbieden, maar we waren nog maar net op pad.

Daarna volgde een passage die deed denken aan het stukje na Hohnstein, alleen was het allemaal nog grootser, schoner en majestueuzer. De rotsen torenden boven ons uit, vaak mossig. Indrukwekkende boomstammen lagen geknakt op de heuvelrug. Bijna elke rots was fotogeniek. Het was een hele (natuur)ervaring om hier te wandelen.

Een tweede burcht en een rotsige tafelberg

Een kort stukje asfaltering bracht ons naar het gezellige plekje Stadt Wehlen. Ook hier konden we langs restanten van een burcht wandelen. Al was deze iets minder goed bewaard en waren ligging en uitzicht wat minder spectaculair. Na een korte pauze op het marktpleintje van Wehlen namen we de ferry. Anders dan gedacht was onze gastenkaart van het hotel niet geldig op deze ferry, wat nogal onvriendelijk door de bestuurder (met twee “neins”) werd duidelijk gemaakt. Zo betaalden we elks €1,80 voor een tochtje van maximum 30 meter.

Na de Elbe even te volgen aan de overkant was het opnieuw klimmen geblazen. In eerste instantie leek het een naar lokale wandelnormen bescheiden vervolg te worden op een aangenaam bospad. Maar dat was zonder de passage over de tafelberg Rauenstein gerekend. De wandeling voerde ons over en tussen de rotsen met stenen en ijzeren trappen en rotsige passages, af en toe met hulp van een railing.

Het aantal dagtoeristen maakte duidelijk dat dit zeer populair was, maar de uitzichten waren dan ook opnieuw fenomenaal. Na een langere stukje ijzeren trap naar beneden ging het via een breed pad tussen de weiden naar het kleine dorpje, Weißig, dat vandaag dienst deed als lunchplek van de dag.

Daarna volgde een tweede stukje veldweg, met geurige bloemen, en nog een bospadje dat langs een klein mausoleum en een uitkijkpunt leidde. Het kleine dorpje Thurnsdorf werd nog doorkruist op weg naar ons eindbestemming van de dag, Königstein en de vestingsburcht die we al meerdere malen in de verte hadden kunnen observeren.

De vesting en het afgelegen verblijf

Daar kwamen we via een stijgend bospad, een drukke parkeerplaats en ons hotel Landgasthof Neue Schanke aan. De vesting zag er op de rots indrukwekkend uit en we hadden deze van ver al langs alle kanten mogen bewonderen. Binnenin was het gigantisch en soms een beetje verloren lopen, al waren er wel enkele specifieke hoogtepunten zoals de muurschildering in het kerkje, het frivole schloss Frederick, de diepe waterput en de steeds groter wordende wijnvaten (die wel snel kapot gingen). Toch was het een beetje te prijzig.

En bij het verlaten van de burcht begon het plots stevig te regen. We konden even wachten om relatief droog het hotel te halen. Het ligt aan de andere kant van de heuvel en dus wat weg van het dorp zelf. Daarom, en ook door onze moeheid en onze bescheiden middagmaal, besloten we de lokale hapsnap te nemen. De schnitzels met frietjes waren niet al te hoogstaand maar het vulde. En dat er een dode wesp in mijn glas lag, vakkundig met een lepel verwijderd door de kok, zullen we maar even door de vingers zien.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Wandeldag 1: Bad Schandau – Kurort Rathen


🥾 Terrein:
Gevarieerde en pittige start van het Malerweg-traject. Stevige stijgingen en afdalingen, met enkele technische passages via trappen, smalle doorgangen en rotspaadjes. Eerste deel bestaat uit rustige boswegen, veldwegen en dorpjes. Tweede helft veel avontuurlijker met trappen, bruggetjes, rotsplateaus en een kloof. Goed begaanbaar, maar fysieke basisconditie is vereist.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Zicht op Lilienstein en Königstein – iconische panorama’s op bekendste rotsmassieven van de regio
  • Rotsformatie Drakenkopf – natuurkunst met een mythisch kantje
  • Dorpje Hohnstein – charmant met zicht op de burcht, goed voor lunchstop
  • Sprookjesachtige boskloof – watervalletjes, bruggetjes en romantische sfeer
  • IJzeren trap door kloof – spannende passage, krap maar memorabel
  • Hockstein – uitzichtpunt met zicht op Hohnstein en omgeving
  • Amselsee – recreatiemeer met bootverhuur
  • Kleine Bastei – minder druk, wel prachtig zicht over Elbe en omgeving

⏳ Afstand & duur:
Ca. 20 km – 6 à 7 uur wandelen, afhankelijk van tempo en pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door het hoogteverschil, de langere afstand en de technische passages met trappen en smalle doorgangen. Niet extreem technisch, maar zeker uitdagend voor de beginnende wandelaar.

⭐ Oordeel: 3,5/5

Vandaag begonnen we eindelijk met het wandelgedeelte, het eerste stuk van een vijfluik. Eerst was het dus aan een vroeg ontbijt om ons goed op weg te zetten. Dat lukte dit keer zonder ongelukken en brandalarmen. Nog wat boodschappen later konden we ons aan de wandeling zetten, een goede 20 kilometer.

Velden en uitzichten

Goed begonnen is half gewonnen, en dus klommen we meteen een kort maar stevig pad naar omhoog, eerst verhard, daarna door een stukje bos. Bad Schandau werd al snel achter ons gelaten. Niet veel later kwamen we aan op een plateau met zicht op de rotsformatie Lilienstein en onze bestemming van morgen, Königstein, met z’n imposante vesting.

Vervolgens ging het naar twee kleine dorpjes. Rathmansdorf bereikten we via een bospadje, voor Porschdorf klommen we eerst omhoog, weg van de weg, om daarna stevig te dalen. Hier zagen we een brug in opbouw, wat ons opnieuw deed afvragen waarom ze geen bruggen over de Elbe bouwen, maar kiezen voor de ferry.

Een mooi pad en honderden treden

Kort na dit tweede dorp volgende we een pad met veel kleine trapjes, bruggen en boomwortels, dat parallel aan de weg bleef lopen. Aan onze linkerkant begonnen de rotsen en bomen echter boven onze hoofden te torenen. Dit was slechts een voorsmaakje van onze beklimming van de dag. Volgens onze gids moesten we +- 800 treden zien te overwinnen om Brand te bereiken, daarmee en goede 150 meter stijgen.

Het gedeelte daarna ging eerst via een kiezelpad tussen de bomen. Maar vanaf dan waren we wel eindelijk de Malerweg aan het volgen. Na een korte poos zagen we opvallend meer wandelaars (maar 99 % in de tegenovergestelde richting zagen). De bosomgeving werd indrukwekkender, met grotere rotsformaties en diepere hellingen. Ook zagen we de Drakenkopf, een rots die doet denken aan, wel ja, een drakenkop.

Na nog wat gekronkel doorheen de bossen, besloten we het dorpje Hohnstein te bezoeken en daar ons middagmaal te verorberen. Het dorpje was wel schattig, maar minder idyllisch dan we ons op basis van het klokkengeluid in het bos hadden voorgesteld. Boven ons torende Schloss Hohnstein hoog boven de huizen uit. Maar omdat we nog best wat moesten afwandelen, lieten we die beklimming voor wat het was.

Sprookjesachtige natuurpracht

Het eerste deel was mooi, maar vanaf Hohnstein begon de natuurpracht echt. De rotsen en beboste heuvels werden nu vergezeld door stroompjes, watervalletjes en zelfs een keer een Romantisch ogend bruggetje boven onze hoofden. Een sprookjesachtig tafereel. Uit het bos kwamen we in Polenstal, dat enkel leek te bestaan uit een pension.

Een volgend hoogtepuntje bood zich al snel aan. De trappen doken weer op. In het begin was dit nog een combo van hout en aarde, een beetje later hout en dan moesten we een ijzeren trap op door een smalle kloof. Vooral het betreden van de ingang was zelfs met onze bescheiden dagrugzak even wringen. Ik vroeg me af welk kunst- en vliegwerk nodig zou zijn met een volwaardige trekrugzak.

Hierna kwamen we aan de Hockstein, een plateau met uitzicht over de omgeving, waaronder het dorpje Hohnstein en z’n burcht. Het laatste stuk van de wandeling was een makkelijk pad door het bos. De exponentiële toename van medewandelaars verraadde de nabijheid van onze eindbestemming.

Recreatiemeer en een klein panorama

Deze begon met een passage aan de Amselsee, geen idyllisch meertje maar wel een paradijs voor waterplezier, met heel wat roei- en peddelboten. Nog een halve kilometer later kwamen we aan in Kurort Rathen, populaire als uitvalsbasis voor de befaamde Basteibrug. Dat maakten de vele toeristen alvast duidelijk.

We besloten om een klein ommetje te maken naar de kleine Bastei, een uitkijkpunt naar de andere kant van Rathen, de Elbe en opnieuw de Lilienstein en een stukje Konigstein. Na dit extra uitje ging we naar ons hotel Amselgrundschlossen. Niet veel later begon het fel te regenen. We mochten dus niet klagen over de aangename wandelomstandigheden van de dag. En dat bleef het nog de hele avond doen. Gelukkig konden we reserveren in ons hotel en was de regen vooral een getokkel op de achtergrond. Al was de vraag hoe dat zich de volgende dag op het pad zou vertalen.

Het verblijf

Hotel Amselgrundschlossen is een gezellig hotel dat perfect past in het door groen en rotsen omringde kuuroord.

Het eten

We namen beide gebakken kip met kroketjes en een paprikasaus. Best lekker. En we gunden ons daarnaast ook appelstrudel.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/