Groene wandeling 4: Sint-Agatha-Berchem – Vorst (17,8 km)

🥾 Terrein

De stedelijke context ontmoet het randstedelijk groen. Een wandeling van contrasten: tussen stationswijken, tuinwijken, industrie, natuurreservaten en het Pajottenland. Afwisselend pad: grind, kasseien, asfalt, gras, en bospaadjes. Tamelijk vlak, met enkele lichte glooiingen.

🏞️ Bezienswaardigheden

Zavelenberg – Groen stiltegebied pal naast het station
Kattebroek – Rustige, natuurlijke enclave tussen woonwijken
Tuinwijk Moortebeek – Coöperatieve wijk met kleurrijke, karaktervolle huizen
Tuinwijk Goede Lucht – Minder charmant, maar boeiende straatnamen
Luizenmolen – Replica van de 19e-eeuwse windmolen
Neerpede – Anderlechts opleidingscomplex + vijver met lunchplek
Ketelhoeve – Inspirerend duurzaam voedseproject
Vogelzangpark & -beek – Rustig park met vijvers, bankjes, natuur en collectief groen
Natuurreservaat Vogelzangbeek – Ongetemde natuur met netels
Kanaal Brussel-Charleroi – Bekend zicht, met terras en sluizencomplex
Zenne & Industrielaan – Ruwe industriële afsluiter voor terugkeer naar Vorst

⏳ Afstand & duur

± 20 km – Circa 4 à 5 uur inclusief pauzes en omleidingen

⛰️ Zwaartegraad

Licht – Weinig hoogteverschillen, wel af en toe stukken asfalt

⭐ Oordeel 3,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het laatste deel van vier etappes vertrekt in Sint-Agatha-Berchem om de luswandeling te vervolledigen in Vorst, aan het station Vorst-Zuid.

Gespreid groen

Van het drukke station Sint-Agatha-Berchem, waarbij de lege lachgasflessen en de wat vreemd ogende sujetten opvielen, ging het al snel langs de groene, omheinde weide van de Zavelenberg. Kort daarna ging het naar een nette woonwijk en niet veel later een iets minder aangename drukke weg. De oude stationswinkel was omgetoverd tot een “vape shop & more”, een teken van de tijd.

Na de drukke baan voerde een kort grindpad langs een droge Molenbeek, middenin een woonwijk en zo naar Kattebroek, een groen gebied met weilanden, rietvelden en bosjes. Daarna passeerde de Groene Wandeling aan een van de vele volkstuintjes die onderweg te bewonderen zijn, de volkstuinen van de Oude Pereboom, aangelegd in 2010. Tussen twee begraafplaatsen door, deze van Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem, ging het het Wilderbos in. Na opnieuw een woonwijk volgde al snel het Scheutpark, een grindpad met wat groen en zicht op woontorens, een constant beeld op deze luswandeling.

Van wijk naar wijk

In het volgende deel bleef de bebouwing ook nooit ver weg. De Groene Wandeling klom omhoog en zo naar rechts, langs een bomenlaan. Vervolgens deed het de tuinwijk Moortebeek aan. Deze wijk werd in 1921 aangelegd vanuit een coöperatieve en heeft herkenbare huizen in licht crèmegeel en oranjerood. Erg de moeite! De verscheidenheid aan architectuur zette zich door, met appartementen in verschillende stijlen, van zielloze, verouderde woontorens tot pogingen tot aangename, modernere architectuur.

Nog een wat zielloos intermezzo kwam er aan Westland Shopping Center. Daarna kwam de tweede tuinwijk, Goede Lucht, van dezelfde coöperatieve als deze van Moortebeek. Hoewel de wijk minder aansprak, onder andere door de werken aan de straat die hierdoor open lag, vielen de straatnamen op, met Geestdriftstraat als opvallendste. Helaas stond het een beetje in contrast met de huizen zelf. Eens uit deze wijk begon een nieuw stuk.

Brussels Pajottenland

Want hier kwamen we in het Brussels Pajottenland, met kasseiwegen en glooiingen en in de verte de Luizenmolen, oorspronkelijk uit 1864, maar vandaag is de kopie uit 1996 te zien. Een omleiding zorgde voor wat onverwachte extra kilometers, die leidde naar de ingang van Neerpede, het opleidingscentrum van Anderlecht. Iets later, aan de plaatselijke vijver, was het ideaal om te lunchen. Hier raakte ik even aan de praat met een uithijgende man die me vroeg hoeveel meter ik dacht dat het tot de volgende bank was. Mijn gok (40 meter) was best ok (het was 36 meter volgens zijn compagnon). Het bleek te zijn zodat hij wist hoeveel hij naar de bank daarna moest overbruggen, want toen ik vertrok zat het tweetal daar.

Ik passeerde even later aan de Ketelhoeve, een project waarbij 4 vzw’s een plaatselijke hoeve uitbaten in het kader van circulariteit en duurzame voedseltransitie. Het zag er gezellig en inspirerend uit. Maar ik moest mijn tocht doorzetten en wandelde onversaagd langs de fermettes en villa’s die wel heel herkenbaar aandeden. Hier sijpelt de Vlaamse Rand Brussel binnen. Na een kapel en een schijnbaar gevaarlijk golfterrein, dat ik ongeschonden passeerde, moest ik langs de gigantische site van het Erasmusziekenhuis en het instituut Jules Bordet. En daarna was het weer groen op de Groene Wandeling.

Park en natuurreservaat

Via een zijweg onder de bomen ging het langs de Vogelzangbeek en zo naar het gezellige Vogelzangpark, met vijvers en een hele hoop bankjes en rustplekken. Ook hier zijn de hoge appartementsgebouwen aanwezig, maar ook heel wat collectief groen. Een rood-wit lint gaf opnieuw een omleiding aan en dus moest ik een tweehonderd meter extra doen en zo via een tweede vijver naar een kasseiweg.

Daarna volgde nog een laatste groene hoogtepunt met het natuurreservaat van de Vogelzangbeek, een stukje onversneden natuur, waarbij het ietsje meer ruimte kreeg om te woekeren en ik zo her en der (onsuccesvol) netels moest omzeilen. Plotseling botste ik op een gekende plek, de Bergensesteenweg, de Ikea links van mij, het bord van shopping Pajot rechts van mij, een ware mindfuck. En eens de drukke baan overgestoken was ik weer in het groen, met zicht op de koeltoren van Drogenbos. Het einde was in zicht.

Kanaal en industrie

Dat laatste stuk was langs een ander gekend ijkpunt, het kanaal Brussel-Charleroi, dat ik quasi elke dag op de een of andere manier passeer in Halle. Dit was blijkbaar de linkeroever van de Haven van Brussel, waar mensen waren verzameld op het terras van Le Cercle de Régats. De overkant was te bereiken via de sluis van Anderlecht. En in lijn van de wandeling van vandaag, was er nog een laatste omleiding.

Deze leidde vooral naar industrie, met heel even een glimp op de Zenne. En na de industrie volgde de Industrielaan een druk weg met garages, bedrijven en het Brusselse Center for Food Expertise. Na een kleine doortocht door Vlaams-Brabant, meerbepaald Drogenbos, wandelde ik terug, Brussel in, namelijk naar Vorst en bevond ik mij op eindplek, die ongeveer anderhalf jaar geleden de startplek was van mijn rondtocht door Brussel, het station van Vorst-Zuid

De eindconclusie

De Groene Wandeling doet wat het moet doen, je met andere ogen naar Brussel doen kijken. En toch ook weer niet helemaal. Want in elke etappe had je wel de dualiteit, voor elke verrassing werd een stereotype gedachte over de hoofdstad bevestigd. Maar het was een boeiende toch van iets meer dan 57 kilometer, in vier etappes, langs parken en bossen, wijken en buildings, rivieren, kanalen, beekjes en vijvers en vooral boeiende architectuur en geschiedenis. Een aanrader voor wie graag vlot bereikbare en korter etappes zoekt en zo ook eens Brussel met de ogen van een wandelaar wil zien.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

Etappe 4: Delden – Rijssen

🥾 Terrein:
Zandpaden door bos en langs rivier, enkele asfaltstroken, steile hellingen en modderige passages. Wisselende ondergrond met uitdagende klimmetjes, natte weides en een veer om de Regge over te steken. Afsluitend een weinig aantrekkelijk stuk over industrieterrein.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Twentekanaal: uitdagende klim naar brug
  • Landgoed Het Rheins: rustplek met appel-vlierbloesemsap
  • Regge-rivier: natuurgebied met weides en grazende koeien
  • Veer over de Regge: handbediend voetveer, spannend en leuk
  • Station Almelo: overnachtingsplek in een voormalige gevangenis

Afstand & duur:
Ongeveer 24 kilometer inclusief pauzes, omleidingen en extra stuk.

⛰️ Zwaartegraad:
Uitdagend door modderige paden, koeienpassages en omleidingen. Het veer en klauterwerk aan kanaal verhogen de avontuurlijke factor.

Oordeel: 3,5/5

Een rustige start

Een wat moeilijkere nacht, misschien door het wat smalle bed, werd gecompenseerd door een goed ontbijt. Om iets na 9 vertrok ik aan het hotel. Om de drukke baan te vermijden, nam ik opnieuw de binnenweg en deed ik de laatste kilometer van gisteren opnieuw. Niet dat dat zo speciaal was, maar het was er toch wat aangenamer wandelen.

De eerste 2,5 kilometer was grotendeels gekend terrein. Het waren voornamelijk zandpaden tussen de bomen, met af en toe een beetje asfalt. Het zand was door de regen hier en daar wat zwaar geworden. Er was dus wat spanning over de passages naast de rivier die vandaag prominent aanwezig waren.

Een eerste nieuwe ingrediënt kwam er met het Twentekanaal. Het pad naar de brug was goed verstopt, waardoor ik mij naar boven hees langs een steile helling die niet het pad bleek te zijn. Het was desondanks een goede oefening in het betere wandelklimwerk.

Na dit intermezzo was het terug tijd voor wat zandpaden en kleine asfaltwegen. Hier kwam het Marskramerpad uit op een iets drukkere weg, waar een goed verdoken paadje zowaar de afdalingskwaliteiten testte. Na nog een goede kilometer passeerde het pad aan landgoed het Rheins, met rust en vertier voor elks (en voor mij een pauze met appel-vlierbloesemsap).

Wandelen langs de Regge

Hierna volgde weer een zandpad, maar de afwisseling en gevarieerdheid was nabij. Een groot deel van het resterende stuk volgde de rivier de Regge. Het was even vrezen voor natte voeten, zeker na de plensbui van gisteren. Maar dat viel heel goed mee. En de weide naast de rivier waar soms naar het pad moest gezocht worden deed denken aan de meer vrije right to roam-routes die we destijds in het Verenigd Koninkrijk bewandelden.

De grootste horde bleek uiteindelijk niet eens de modder te zijn, maar wel een stel koeien en kalfjes die de weg blokkeerden. Ik ging naar best vermogen langs de kudde heen. Het was even verschieten toen een koe zich nogal intimiderend rechtzette, maar gelukkig geraakte ik heelhuids aan de overkant.

Na deze passage was een picknickbank welgekomen. In de verte zag ik een koppel met hun kind dralen in de wei en steeds op hun stappen terugkerend. Bijna wilde ik mijn galante zelve zijn, maar gelukkig had ik op tijd door dat ze helemaal de weg niet kwijt waren maar aan het geocachen waren.

Na dit deel was er een kleine omleiding (best veelzeggend gezien de redelijk ononderhouden paden die al gepasseerd waren). Het was weer langs een zandpad. Op een brug had ik, op dag vier, een eerste gesprek met een collega-wandelaar. Hij deed het Marskramerpad niet, maar was wel positief over het traject. Dat belooft.

Verwarring en versperring

Wat later was er weer een verwarrende passage aan een brug. Het was niet duidelijk welke kant er op of onder moest gegaan worden, maar de derde keer, was de goede keer. Ik zat dan wel op het juiste pad, maar zou toch op mijn passen moeten terugkeren. Ik had op X/Twitter gezien dat iemand had gemeld dat het vlonderpad kapot was. Er was geen beterschap en ik probeerde nog wel een weg te vinden, maar het was te drassig.

Ik moest een eigen omleiding zoeken, keerde terug naar de brug en nam een stuk Reggepad. Zo omzeilde ik de hele drukke baan en ging ik via een iets minder drukke baan terug het Marskramerpad op. Daarna was het nog een twee kilometer tot aan het einde van de etappe.

Veer, voetpad en treinspoor

Ik deed er nog 300 meter van de volgende dag bij. Hier moest de rivier overgestoken worden via een voetveer, zelf te besturen via een draaiwiel. Ik had het geluk dat ik meekon met een Nederlands koppel en hun kind, waarbij de vader plichtsbewust aan het wiel draaide. Zo kon ik veilig en droog naar de overkant.

Na een reeds uitgebreide en vrij gevulde wandeling van +- 24 kilometer moest ik nog naar het station strompelen via een weinig boeiend industrieterrein. De trein ging naar Almelo waar ik verbleef in een omgebouwde voormalige gevangenis. Bijzonder! Door het latere uur (weer een wielerwedstrijd, maar dit keer de vrouwen) had ik niet veel inspiratie, maar wel veel honger en belandde weer in een pizzeria. Best lekker.

Meer wandelingen op het Marskramerpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-marskramerpad/

Etappe 8: Coevorden – Hardenberg (19 km)

🥾 Terrein:
Begint met stadsomgeving en stationsbuurt, daarna afwisselend natuur en industrie langs de Vecht. Het pad loopt regelmatig langs en over de rivier. Soms nat gras en wat modderige stukken, zoals bij de omweg naar het Joods bergje. Bosgedeelte in Engelandsche Bos biedt aangenaam wandelpad.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Molen ‘De Arend’ bij Coevorden
  • Poort van Drenthe (kunstwerk met grote stenen)
  • Gramsbergen: charmant centrum met kerk, Meibloomplein, aapjesstandbeeld, monument Slag van Ane, en moderne kunst
  • Joods bergje met begraafplaats, indrukwekkend uitzicht
  • Hardenberg: lange witte brug over de Vecht, kerkhof met Commonwealth-oorlogsgraven
  • Ommen: mooi stadscentrum langs de Vecht, molens, plaatselijk slot, Pinkstertulpenfestival, kinderboerderij

Afstand & duur:
19 km, afwisseling van stedelijke en natuurlijke stukken. Iets meer dan een dagdeel.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot gemiddeld. Geen zware beklimmingen, maar door natte stukken en gras soms iets uitdagender.

Oordeel: 3,5/5

Deze 4de etappe lag in lijn met deze van gisteren. Om het lichaam mee te krijgen was het dus belangrijk om dat ook te doen met de geest. En dus investeerde we in een ontbijt in ons hotel. Geen overbodige luxe. En daar waar we in een bijgebouw sliepen, kon het ontbijt wel degelijk genuttigd worden in het kasteel zelf. Daarna waren we klaar voor de op papier kortste etappe.

Industrie en natuur

Coevorden werd verlaten via de stationsbuurt en een wat drukkere baan, waarbij we botsten op een entertainmentcentrum dat nog volop koos voor een stereotype invulling van de cowboy en indianen-trope. Aan de overkant stond molen ‘De Arend’ trots. Kort daarna ging het naar een stukje natuur, met steeds aanleunend in de verte (of iets minder ver) industrie. Blijkbaar wilde men dit symbolisch scheiden door de Poort van Drenthe, een kunstwerk met grote stenen.

Van Drenthe naar Overijssel

Deze etappe betekende ook een andere symbolische overgang. We verlieten Drenthe en kwamen aan in Overijssel, en verwelkomde zo de Vecht, een rivier wiens loop doorheen de jaren serieus wijzigde. Het pad liep dus geregeld langs en over deze waterloop. En dat is altijd leuk.

Daarna volgde een passage door het verrassend mooie en charmante Gramsbergen, met een gezellig centrum. Tijdens het nuttigen van onze lunch op een bankje aan de kerk gingen de hemelsluizen voor het eerst volledig open. Een koppel en hun zoon keken smalend naar ons vanaf hun droge tafel in Harry’s, het caféetje dat over ons was gevestigd. Gelukkig was de nattigheid van korte duur en zetten we ons onversaagd door.

Via het gezellige Meibloomplein ging het verder naar onder andere een standbeeld met aapjes, een monument voor de slag van Ane (de Nederlandse Guldensporenslag!) en een fancy kunstwerk. Daar begon het opnieuw serieus te regenen. Ook dit was gelukkig van korte duur en het werd al snel heel zonnig.

Een leuk einde

Save the best for last. Het Engelandsche Bos was een klein bosje, met een aangenaam pad, dat deed terugdenken aan de eerste twee etappes van deze trip. Daarna gingen we nog even op een omweg, door het natte, hoge gras om de begraafplaats op het Joods bergje te bezoeken. Een bijzondere plek en een indrukwekkend zicht.

De intrede in Hardenberg was ook speciaal. Aan de Vecht stonden er hoge flatgebouwen en de rivier moest worden overgestoken via een lange, witte brug. Het centrum was wat minder charmant, al was er wel nog een iet of wat aangenaam kerkhof, met ook enkele oorlogsgraven van de Commenwealth. En dat trekt altijd aan.

We namen de trein naar Ommen. Dit was een veel leuker plekje. De Vecht stroomt door het centrum, met aan weerszijden mooie gebouwen en molens. Ook in het deel achter de Vecht is leuk vertoeven, met heel wat restaurants en cafétjes. Op weg naar het station passeerden we ook nog een plaatselijk slot, met Pinkstertulpenfestival, en een kinderboerderij. Een bijzonder stadje dus. Eind goed, al goed, en er werd pizza genuttigd!

Ons hotel, Hotel De Zon, was trouwens ook top. Een ruime kamer, met gratis update naar een kamer met mooi zicht. En dat klopte volledig.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 7: Sleen – Coevorden (21 km)

🥾 Terrein:

Afwisseling van bospaden, zandwegen en veel asfalt. Grote stukken langs kanalen: Jongbloedvaart en Verlengde Hoogeveensche Vaart. Laatste stuk grotendeels onverhard. Weinig zitgelegenheid onderweg, zeker voor rustige lunch.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Bruggetjes over de vaart (voor wat variatie)
  • Waarschuwingsbord voor een gevaarlijke buizerd
  • Klein Joods kerkhof
  • Plopsa Indoor met gigantische Maya de Bij
  • Watertoren van Coevorden
  • Park bij aankomst in Coevorden

Afstand & duur:

21 kilometer, vrij veel verhard wat effect heeft op tempo, maar iets meer dan dagdeel wandelen.

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door lange rechte stukken asfalt en wat monotone omgeving

Oordeel: 2/5

Deze ochtend geen ontbijt maar wel 2 koffiekoeken (voorverpakt) uit de Albert Heijn (sorry voor de product placement). Om 9 uur namen we de bus naar Sleen. De buschauffeur dacht dat ik naar Zweden wilde. Om maar te zeggen dat een gedeelde taal geen garantie is op vlotte communicatie. Om kwart na 9 konden we dus starten aan de derde etappe, de eerste met mijn compagnon.

Slenteren langs het kanaal

Vandaag zou het een dag zijn met een wat monotoner karakter, met een stukje zandweg, waar we Mish, de Australische Pieterpatter die ik gisteren had ontmoet, al snel opnieuw tegenkwamen. Zij wandelde de hele dag met ons mee. Dat hielp ongetwijfeld voor alle partijen om de wat saaiere stukken te animeren. Het gesprek ging dan weer wel alle kanten uit. Van Australië, tot wandelavonturen, tot de politieke toestand van Europa en Australië, maar even goed het eurovisiesongfestival.

Twee kanalen en een hoop asfalt

Na een stuk bospad, ging het dus naar het water, meer bepaald naar de Jongbloedvaart. Een groot stuk was, zoals al gezegd, langs een zanderig pad, wat nog aangenaam wandelen was. Maar daarna volgde een stuk asfalt langs de Verlengde Hoogeveensche vaart. Er werd af en toe van kant gewisseld via een brugje. Het moest zorgen voor een klein beetje afwisseling.

Daarna passeerden we enkele plekjes, zoals Holsloot, Den Hool en Dalerveen, waar de hoop op een picknickbankje de kop werd ingedrukt en we uiteindelijk onze lunch moesten nuttigen op een stukje gras naast de weg.

Een klein beetje beterschap

Het deel daarna zou opnieuw voor een groot stuk over asfalt lopen. Al waren er wel wat opvallendheden. Zo was er een waarschuwingsbord dat alludeerde op een gevaarlijke buizerd. Gelukkig geraakten we ongedeerd aan de overkant. Verder was er nog een klein Joods kerkhof en een Plopsa Indoor center met een reuzegrote Maya de Bij.

Het laatste stuk was grotendeels onverhard, maar de zon was inmiddels zo hard aan het schijnen dat ook dat heel erg pittig was. Daar moest nog wat extra asfalt naast de Stieltjes kanaal aan toegevoegd worden. Eens in Coevorden werd het leuker. Zo arriveerden we in het park en langs een mooie watertoren. Niet veel later werden we beloond op een terras met wat verfrissend bier en bitterballen. Een half uur later begon het te regenen. Even ontsnapt dus!

Stress bij het avondeten

Het avondeten was bijzonder. Tussen twee rokende Polen en een lange wachttijd in besloot mijn smartphone om even de geest te geven. De hamburger was gigantisch waardoor een dessert niet meer aan de orde was. Misschien zaten de nacho’s, ter ere van de derde wandeldag, er nog voor iets tussen. We verbleven in Fletcher hotel Kasteel Coevorden. Helaas betekende dat geen verblijf in het kasteel zelf, maar wel in een bijgebouwd. Maar met een ruime en nette kamer hadden we niet veel te klagen.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 2: Winsum – Groningen (22 km)

🥾 Terrein:
Voornamelijk verhard (fietspaden en asfaltwegen), met naar het einde toe meer onverharde secties (gravel- en jaagpaden). Relatief vlak, goed begaanbaar, lichte omleiding onderweg.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Oude Diepje & Reitdiep
  • Wierdedorp Garnwerd met ophaalbrug & molen
  • Omleiding langs groene fietspaden (Oostum gemist)
  • Bruggenritueel langs Reitdiep (wachten op passerende boten)
  • Starkenborghkanaal & de verdwenen Paddepoelsterbrug
  • Kopstoot Kompanen (bij de universiteit)
  • Noorderbegraafplaats & Noorderplantsoen
  • Historisch centrum Groningen: A-Kerk, Martinitoren, Grote Markt, synagoge
  • Café De Sleutel & Italiaan Capricio

⏳ Afstand & duur:
22 km – ongeveer 6 tot 7 uur inclusief pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Licht. Technisch eenvoudige route met beperkt hoogteverschil. De afstand is voelbaar, zeker op harde ondergrond. Op het einde voel je de kilometers wel in de benen.

⭐ Oordeel: 3,5/5

Hoewel onze trekkershut met zo’n 9 m² vrij compact was, beschikte het wel over een gasvuurtje, waardoor we onszelf konden trakteren op wat havermout, een goede basis voor de 22 kilometer die we op deze tweede dag moesten wandelen. Na het goede ontbijt gingen we nog wat aankopen doen en waren we vertrekkensklaar om van het dubbele wierdendorp Winsum naar de grote universiteitsstad Groningen te gaan.

Allemaal beestjes

Het begin van onze tweede dag had best nog wat weg van onze eerste dag. Ook vandaag zou het nog vaak over verharde paden en dan vooral fietspaden gaan. Maar het agrarische karakter veranderde wel. Er waren minder akkers met granen en gewassen en meer weidelanden met allerhande dieren. We zagen schapen, koeien, paarden en een occasioneel varken.

Het eerste deel volgde de loop van het Oude Diepje, een kleine waterdiep vlakbij het grotere Reitdiep, dat we niet veel later zouden aantreffen en aan onze zijde hebben. Even hadden we ook iets onvoorzien aan onze zijde. Aan een boerderij vonden twee lammetjes hun weg over de omheining, niet veel later waren ze op wandel. We waren zo beleefd om de boer even te verwittigen maar die maakte zich weinig zorgen “zolang ze maar geen fietsers tegenkwamen”. Dat was nogal een lastigheid op deze zonnige dag.

Niet veel later begon onze tocht langs de Reitdiep, eerst nog verborgen achter een groene dijk met een eenzame koe er bovenop. Achter de doorgaans verborgen Reitdiep lag ook nog het dorp Garnwerd, opnieuw een deels afgegraven wierdedorp. Gelukkig kregen we toch een mooi zicht op de ophaalbrug uit 1933, de korenmolen De Meeuw uit 1851 en enkele schepen waaronder een fraai exemplaar.

Een jammerlijke omleiding

Een goede 400 meter verder wacht er een kleine domper op de feestvreugde. We botsten op een groot geel bord waarop een omleiding wordt aangekondigd. Daardoor misten we onder andere Oostum, de, aldus onze reisgids, meest geschilderde en gefotografeerde wierd van Groningen. Het alternatief was een druk gebruikt fietspad dat gelukkig wel mooi in het groen lag. Uiteindelijk kwamen we vlak bij Wierumerschouw terug op het echte Pieterpad uit.

Wachten aan de bruggen

Daarna was het over de ene ophaalburg naar de andere. Omdat er net enkele boten passeerden bij de eerste brug, volgde deze ons langsheen de hele Reitdiep, waardoor we automatisch ook aan de anderen bruggen eventjes de tijd hadden om te genieten van de warme lentezon en het kabbelende water. De boten die passeerden waren zowel kleine jachten als een uit de kluiten gewassen afvalschip. Het schepte een band met onze lotgenoten, die we altijd opnieuw op deze manier inhaalden (of omgekeerd).

Na de laatste ophaalbrug volgde ons eerste echt lange stukje onverhard op de kaart. Het pad langs het Starkenborghkanaal is een pad met kleine kiezelsteentjes. Het bood dus nog geen echt wandelcomfort, maar het luidde wel het begin in van een iets minder asfaltgeoriënteerd vervolg. Bijna aan het einde van het jaagpad zetten we ons op een bankje over de Paddepoelsterbrug. Of beter gezegd, de ex-Paddepoelsterbrug. Deze werd vernield doordat het geramd werd door een boot.

Er is een heus comité dat hoopt dat er een nieuwe brug komt. Een oudere, ietwat ruig uitziende man bevestigde dat. Hij kwam op zijn brommertje aangereden en vertelde ons dat hij al sinds zijn zevende naar hier komt. Die dag deed hij zich tegoed aan twee broodjes met haring. Het is een rustige plek aan het water, op korte afstand van de stad. De afwezigheid van de brug zorgt er voor dat hij een hoop moet omrijden om zijn gekende toer te rijden. Maar de rust, de stilte en het water, ongetwijfeld in combinatie met een hoop herinneringen, maken de omleiding toch de moeite waarde.

Van de stilte naar het gebruis

Na onze pauze zaten we niet al te ver meer van Groningen. We wandelden de stad binnen via een pad aan de campus van de Universiteit van Groningen, waar we kennismaakten met de Kopstoot Kompanen. Neen, dit is geen gevaarlijke bende, maar een vereniging voor mannen groter dan 1m95 en vrouwen groter dan 1m80. Daarna ging het naar de Noorderbegraafplaats, aangelegd in 1826. Deze begraafplaats is mooi, maar het valt in het niets met het indrukwekkende Noorderplatsoen. De voormalige vesting werd tussen 1880 en 1920 omgetoverd tot een park in Engelse landschapsstijl. Op een zonnige dag is het een ontmoetingsplek voor Groningse gezinnen en studenten. En een mooie toegangspoort voor de binnenstad.

Groningen

Die binnenstad centraliseert zich voor een stuk rond de Noorderhaven aan de Reitdiep, waar woonboten aangemeerd liggen. Ook het water is een verzamelplaats, vooral dankzij diverse terrasjes. Verder brengt een toer door de stad je nog naar onder andere diverse historische panden, van handelshuizen tot een 19de eeuwse interpretatie van een technische gemeentelijke loods en natuurlijk ook historische monumenten zoals de A-Kerk, de Martinitoren (waar we helaas te laat waren om deze nog te beklimmen), de gebouwen op de Grote Markt en de synagoge uit 1906, opnieuw ingewijd in 1981.

Nadat we onze spullen in onze kamer (Bud Gett Hostels) hadden gedropt en na een verkwikkende douche ging het naar Café De Sleutel, met een bijzonder interieur en roots in de 17de eeuw. Het is een mooie setting voor een lekker verfrissende Ginger Beer van City Farm, uit Amsterdam. Als avondeten kozen we voor een lekkere pizza bij Capricio, een gezellige en huiselijke Italiaan met een bijzondere en praatgrage Iranese eigenaar. De pizzas waren wel zeer lekker.

Na het eten was het vet echter van de soep. Groningen mag dan wel bruisen, maar onze tweede wandeldag had ons toch een zekere klop gegeven, waardoor we enkel nog een beetje konden lezen om vervolgens op een vroeg uur het stapelbed op te klimmen (in mijn geval dan toch). Het was op zich niet erg na een mooie en leuke dag en met nog twee interessante etappes voor de boeg.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Dag 4: Fécamp – Sassetot-le-Mauconduit

🥾 Terrein

De dag begon met een stevige klim naar een kapel op een heuvel, omgeven door een imposante klif met vuurtoren, bunkers en een uitkijkpunt. Daarna volgden een korte passage door bos en open velden met zicht op windmolens. Het pad wisselde af tussen verharde straatjes in dorpjes en pittige afdalingen en beklimmingen in de beboste valleuses. Een lastig stuk liep over hard beton met putten gevuld met kiezelstenen. Het laatste deel was vlakker, met een wandeling langs de kust bij Les Grandes Dalles, gevolgd door een korte afstand naar het hotel in Sassetot.

🏞️ Bezienswaardigheden

Kapel op een heuveltje: gewijd aan vissers, nabij de indrukwekkende klif met vuurtoren en WOII-bunkers
• Uitzicht vanaf het uitkijkpunt boven de kapel
Bosrijke valleuses
Kerkhof van Saint-Pierre-en-Port: met Commonwealth oorlogsgraven
Les Grandes Dalles: Woelige kust en strand
Sassetot-le-Mauconduit: Met Château de Sissi en gezellige village green

⏳ Afstand & duur

± 18 km, comfortabel te wandelen maar met enkele uitdagende stukken voor de voeten

⛰️ Zwaartegraad

Gemiddeld – pittige beklimmingen en stevige afdalingen, met een vermoeiend deel op hard beton en kiezelputten, maar ook rustiger vlakke stukken

⭐ Oordeel 3,5/5

36.050 stappen gezet (27,3 km, waarvan 16,8 km op de GR 21)

344 meter gestegen, 289 meter gedaald

Windkracht 10

Fécamp was een aangename verrassing gebleken en zou aan het begin van deze 4de wandeldag nog wat troeven op tafel gooien. We klommen naar de kapel die, net als die van de dag ervoor in Étretat, gewijd was aan de vissers en op een heuveltje stond. Maar de klif die boven het plekje uittorende herbergde ook nog een vuurtoren en enkele bunkers uit de tweede wereldoorlog. Voeg daar nog een uitkijkpunt aan toe, en onze dag kende een fantastische start.

Na een korte doortocht door een bos en wat velden, met de statige rij windmolens voor, naast en wat later achter ons, volgde het weinig opzienbarende Senneville-sur-Fécamp. Helaas kwam niet veel later het al even weinig charmante Eletot bij. Maar we waren hier natuurlijk niet in eerste instantie voor de dorpjes, maar wel voor de natuur. En die wist de verwachtingen wel waar te maken. We daalden af naar de beboste valleuses, waar een actieve zee gepaard ging met een zeer sterke wind. We besloten niet te genieten van het uitzicht op het bankje, maar klommen naar boven, waar we een mooi uitzicht als beloning kregen.

Boodschapperikkelen

Tussen de bossen van de vallei en Eletot moesten onze voeten de gruwelijkste ondergrond doorstaan, een combinatie van de hardste beton met putten en kiezelsteentjes waarmee de putten waren gevuld. Maar de GR geeft en neemt en we vonden er in het dorpje wel een gezellige picknickbank waar onze heerlijke saucisson werd binnengespeeld, samen met een stokbrood gemaakt door de meester-bakker van Frankrijk voor Carrefour. In Frankrijk is stokbrood belangrijk, zo niet heilig, zelfs in je supermarkt.

Het laatste deel van de dag was enigszins speciaal. Het restaurant van het hotel, nochtans vermeld in de Micheling-gids, was helaas gesloten op maandagen. Ikzelf was er pas een dag eerder op gebotst. Na een bezoek aan het plaatselijk kerkhof van Saint-Pierre-en-Port, met enkele Commonwealth oorlogsgraven, gingen we naar het plaatselijke winkeltje om wat proviand in te slaan. Het was al zowaar de tweede avond dat we het met wat schamele, zelf gekochte voeding moesten zien te redden.

Na de boodschappen ging het nog even naar de kust van Les Grandes Dalles. De zee was er woelig en het strand vrij beperkt. Toch waagden enkele dapperen zich aan een duik in het water. Een Duits meisje kwam ons uithoren over ons wandelavontuur. Toen dat door onze gebrek aan kennis van het Duits niet lukte, kwam de moeder. Zij hielden ook van wandelvakanties maar hadden door COVID beslist om te kamperen op een plek. Volgend jaar hopelijk beter voor hen!

Weg van de GR

2,5 km scheidden ons nog van Sassetot, een charmant dorpje met naast ons hotel ook nog het Chateau de Sissi. Hier was weliswaar ook een restaurant, maar naar ons gevoel hadden we er niet de juiste kledij voor. En dus gingen we na de wandeling braafjes naar onze chambres d’hôtes, alwaar we na de installatie ons avondmaal, een zak Brett’s chips, op een bankje op de plaatselijke village green aten, waarna we een spelletjesavond organiseerde.

Het eten

Brett’s op houtoven gebakte pizza, koekjes en cola zero

Het verblijf

Les Relais des Dalles biedt opnieuw een kamertje aan, opnieuw wat groter dan de vorige en perfect om op adem te komen.

Meer wandelingen op de GR 21 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-21-albasten-kust/

Dag 7: Welshpool – Montgomery (17 + 1,5 km)

Welshpool

We waren Welshpool binnengewandeld via het kanaal en besloten een andere weg te nemen om terug richting het pad te wandelen. Soms is het reeds begane pad de betere optie. Via de binnenstad en doorheen de weinig charmante wegen van de buitenwijken kom je uiteindelijk toch langs het kanaal terecht, en maar goed ook. Het zorgde voor een extra 2,5 km. Maar deze voorlaatste dag herbergt wel enkele mooie plekken.

397

Nog een keer langs het kanaal

Welshpool – Kingswood & Forden (10 km)

Het eerste gedeelte van de wandeling is een redelijk stijle trek naar de top van Beacon Hill, een oud heuvelfort dat nu beplant is met beuken en met als kers op de taart ook nog een zendmast. Dankzij de gele graanvelden is de weg naar boven niet enkel uitdagend maar ook visueel aangenaam. De top is een ideale plek voor een korte pauze.

404

Naar Beacon Hill

Het hoogtepunt van de dag is waarschijnlijk de passage door Leighton Estate, een aangenaam pad door een indrukwekkend bos. Dit bos wordt niet enkel gebruikt om wandelaars te behagen, maar ook voor de fok van fazanten. Het mag dan wel leuk zijn om even omringd te zijn door een hondertal manische vogels, het is echter meteen duidelijk dat het hier gaat om gekweekt kannonenvoer. Eens het bos uit passeer je langs de kleine dorpjes Kingswood & Forden.

418

De fazanten zijn niet de enige rare snuiters in het bos

Kingswood & Forden – Montgomery (8,5 km)

Het tweede deel, richting Montgomery, is eerder pastoraal en gaat vooral langs velden en akkers. De historicus kan zich nog even “laven” aan de wetenschap dat een van de bloedigste veldslagen in de Engelse civil war van de 17de eeuw zich in de omgeving van Montgomery afspeelde. Tijdens deze kleine 10 kilometer krijg je ook nog wat van de Dyke zelf te zien. Het is een rustige passage, niet al te opvallend, maar wel aangenaam om te wandelen.

426

Langs de velden met Montgomery in de verte

Montgomery

Montgomery zelf is waarschijnlijk een van de leukste plekjes op dit eerste gedeelte van Offa’s Dyke, een klein dorpje met pittoreske huizen. Ondanks de relatief beperkte grootte kan je er ook nog wat uren doorbrengen als je wat vroeger bent aangekomen. Het plaatselijke museum heeft een opzienbarend interessante collectie en het kasteel, hoewel een ruïne is de moeite, omwille van de restanten maar ook vanwege de uitleg die je tijdens het bezoek krijgt.

427

Even uitblazen op het dorpspleintje

Het eten

Ook hier werd weer getoond dat je op verbazingwekkend kleine plekjes dankzij een redelijke toeristische wandelroute verfijnd en lekker kunt eten. Ikzelf koos voor een risotto en Sara ging voor een vegetarische pasta. Ik heb ook goede herinneringen aan de chocoladecake.

Het verblijf

The Dragon Inn is een net hotel met ruime kamers en een goede douche (altijd belangrijk als je gaat wandelen). Het personeel was ook zeer behulpzaam, wat handig was aangezien we nood hadden aan een taxi voor de volgende dag.

Bijzonderheden

– Het grensgebied was reeds vanaf de invasie van Willem van Normandië van groot strategisch belang en stond gekend als de Marshes, een buffergebied tussen Engeland en de Welshe koninkrijken.

– Montgomery kreeg zijn naam dankzij de Normandische edelman, en getrouwe metgezel van Willem van Normandië, Roger de Montgomery.

435

Deel van Montgomery Castle

Meer wandelingen op Offa’s Dyke Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/offas-dyke-path-dag-per-dag/

Dag 6: Llanymynech – Welshpool (18,5 km)

Llanymynech

De regen die een code geel had gerechtvaardigd, had vooral ’s avonds lelijk huis gehouden. Gelukkig zaten we toen al eventjes in de veiligheid, warmte en droogte van onze kamer. Op deze zesde wandeldag zou er weliswaar ook wat nattigheid vallen, alleen was het eerder miezer dan een volwaardige bui. Nadeel is wel dat je er even nat van wordt en dat het er ook voor zorgt dat je niet meteen een droge plek vindt om te pauzeren, waardoor we ons middagmaal half zittend onder een boom moesten nuttigen. Het was echter een redelijk vlakke, maar helaas ook vrij monotone etappe.

Llanymynech – Pool Quay (14,5 km)

In feite begon en eindigde deze zesde dag op dezelfde manier, langs een kanaal. Het kanaal van Montgomery is hetzelfde kanaal dat we op dag 4 tegenkwamen, tussen Llangollen en Chirk. Hier is het in eerste instantie licht verloederd. Het is dus wat minder mooi voor de dagjestoeristen die graag met hun boten varen, maar voor de wandelaar die houdt van een beetje Romantische chaos is het wel aangenaam. Zeker aangezien we af en toe een zwanennestje passeren.

345

Een lichtjes verloederd kanaal kan ook mooi zijn

Na het kanaal duikt het pad de weilanden in. De nevelwolken en lichte mist geven het landschap nog een zeker karakter, maar het kan niet verbergen dat je 8 km lang dezelfde, ietwat saaie weg volgt. Er zijn wel enkele lichtpunten. Zo wandel je een stuk op de dijk, volg je voor het eerst de rivier Severn en zie je in de verte ook een indrukwekkende groeve opduiken. Het ligt misschien ook aan het feit dat ik die dag zelf niet in beste vorm was, en dus heel de tijd op Sara’s kleurrijke rugzakregenhoes moest kijken.

361

Het uitzicht van een man met een mindere wandeldag

Pool Quay – Welshpool (4 km)

Alsof dat nog niet ‘erg genoeg’ was, moesten we nog voorbij de grootste hindernis van de dag. We hadden al reeds ontdekt dat koeien nogal assertief uit de hoek konden komen, maar net voor Pool Quay, een klein dorpje, wachtte een sliert koeien ons op, allemaal netjes op een rij, ietsje hoger gepositioneerd, op de Dyke zelf, ons aanstarend als een bende vorte sekteleden. Associaties met Children of the corn waren onvermijdelijk. Op dat moment gebeurde er iets bizar. Een van de koeien liep naar beneden op ons af. Je zou dan kunnen denken dat het niet onlogisch is dat een moeder haar kalfje verdedigt, ware het niet dat het het kalfje was dat ons leek te willen aanvallen. Alsof het een bende wilde honden betrof, probeerden we snel maar geruisloos voorbij de colonne koeien te wandelen. Sindsdien hebben runderen hetzelfde effect op mij als vrachtwagens op de autostrade. Hoe sneller ik er langs ben, hoe beter.

366

Psycho Killer, qu’est-ce que c’est?

Eens Pool Quay voorbij werd ons gelukkig wat rust gegund en kwamen we opnieuw aan het Montgomery Canal. Dat bleven we nog verder volgen dan de feitelijke eindhalte van de dag, Buttington, richting Welshpool, een klein maar gezellig stadje. Door de regen hadden we niet al te veel pauze gehad. In feite hadden we de 18,5 km zo goed als in een trek gewandeld. We (of vooral ik) strompelden dan ook Welshpool binnen, maar voor we op onze lauweren gingen rusten, bezochten we nog Powis Castle (zie onder)

Het eten

Een vreemdsoortig keten, type Lunch Garden, waarbij je zowel wereldkeuken, als hamburger, als pizza als vol-au-vent kunt eten. Niet meteen onze eerste keus, maar de andere opties in Welshpool waren vreemd genoeg volboekt en dit werd ons aangeraden door de eigenaar van de B&B.

Het verblijf

The Stone House is een recent (toch in 2015) gerenoveerde B&B, met een vriendelijke gastheer, een goed ontbijt en een meer dan degelijke packed lunch. Het is gelegen in Welshpool, ongeveer drie kilometer van de route, maar het is sowieso handig om naar daar uit te wijken wanneer je op dit punt komt.

Bijzonderheden

  • Het kanaal werd in 1936 officieel gesloten. De restoratie is sinds 1987 traag maar gestaag bezig.
  • Koeien zijn wel degelijk gevaarlijke dieren. In het Verenigd Koninkrijk zijn er elk jaar 4 à 5 doden door koeien, 74 sinds 2000. Maar het cijfer van aanvallen door koeien ligt hoger. Ook opvallend. De aanvallen gebeuren wel degelijk eerder door koeien dan stieren.
  • Powis Castle is zonder twijfel mijn favoriete kasteel in Wales. Oorspronkelijk gebouwd in de 13de eeuw, kende het zijn glorieperiode onder Edward, zoon van Clive of India, die zelf ook governeur van Madras was. Het kasteel wordt gekenmerkt door prachtige kamers, kunst, artefacten en kledij van over de hele wereld en vooral een prachtige tuin.

379

Powis Castle

Meer wandelingen op Offa’s Dyke Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/offas-dyke-path-dag-per-dag/

Dag 4: Llangollen – Chirk (16 km)

Llangollen

Het is een gouden regel onder de wandelaars. Na een zware dag plan je best een kortere etappe in, zeker als je die luxe hebt. Na de onverwachte uitputtingsslag van de derde dag was er een relatief korte wandeldag gepland op dag 4. Aangezien we ’s avonds terug naar de hostel zouden gaan, konden we gewoon met een beperkte rugzak en alle tijd van de wereld genieten.

211

Op de Panorama Walk

Llangollen – Froncysyllte (7 km)

Na een korte klim richting Offa’s Dyke Path vanuit Llangollen begint de dag opnieuw zoals de vorige geëindigd was, langs de brede, geasfalteerde Panorama Walk. Het uitzicht is inderdaad mooi, al is asfalt natuurlijk minder aangenaam aan de voeten en zijn de passerende auto’s ook een (licht) storende factor in de zoektocht naar peis en vree. Gelukkig duik je al snel een bos in, meer bepaald Trevor Hall Wood.

Trevor Hall is een Victoriaans landhuis dat vandaag gedeeltelijk gebruikt wordt voor recepties en trouwfeesten. Het bos maakt deel uit van het domein, maar, zoals dat zo vaak gaat in het Verenigd Koninkrijk, is het wel toegankelijk door middel van een vast te volgen wandelpad. Het bos zelf is anders dan het gruwelijke Llandegla bos (zie dag 3) feeërieker, en herinnert de wandelaar er weer aan waarom J.R.R. Tolkien Wales gedeeltelijk als inspiratiebron nam voor zijn Midden-Aarde.

219

Wél een tof bos

Eens het bos uit ga je onder een tunnel en kom je via een poortje in een weide met paarden. Het is hier waar ik een van de diepere dierenconnecties uit mijn leven heb mogen ervaren, dankzij een kortstondige maar innige vriendschap met een paard. De selfie was al leuk, maar toen het dier het grootste stuk van de weide niet afweek van mijn zijde, had ik even het gevoel dat ik een echte paardenfluisteraar was. Helaas kwam het afscheid er snel aan. Na een korte middagpauze in Trevor, ging het naar Froncysyllte (alweer een makkelijke naam) waar het bekende (toch in het Verenigd Koninkrijk) aquaduct van de Schotse ingenieur Telford staat.

231

Vriendschap voor het leven

Froncysyllte – Chirk (9 km)

Hou je vast. Het aquaduct in Froncysyllte heet Pontcysyllte. Oorspronkelijk maakte het deel uit van een plan om de Severn in Shrewsbury te verbinden met de Mersey in Liverpool. Het aquaduct werd gebouwd in 1805. Maar de nodige middelen waren niet aanwezig om het hele traject af te maken en de komst van de trein zorgde ervoor dat ook het kanaal van Llangollen niet lang voor industriële doeleinden werd gebruikt. Het  is vandaag nog wel operationeel (bevaarbaar) maar dan eerder voor pleziervaarten. Af en toe zie je er ook nog de bekende bootjes die door paarden worden getrokken. Telfords aquaduct is wel het oudste en langste nog bevaarbare aquaduct van het Verenigd Koninkrijk en is met z’n 38 meter hoogte ook indrukwekkend.

Het pad volgt het kanaal een paar kilometer, tot je aan de zogenaamde Irish Bridge naar beneden moet en terug de groene weilanden intrekt. Het goede nieuws is dat er ook meer (of beter gezegd iets) van Offa’s Dyke te zien is.  In eerste instantie is het nog redelijk subtiel, maar na een tijdje is de aarden muur duidelijk waarneembaar. Na een stevig stuk dalen draait het pad rond Chirk Castle (zie onder), waar achter de omheining Offa’s werk te bewonderen is. Het is vanaf daar nog een half uurtje naar het eindpunt van de dag (Castle Mill) en voor ons nog twee kilometer naar het centrum van Chirk, waar ons een weerzien met familie en vrienden wachten.

249

Chirk Castle & Offa’s Dyke

Het eten

Heerlijke spaghetti bij Paul & Ruth, de Welshe volksdansvrienden van mijn ouders.

Dag erna naar Corn Mill, leuk restaurantje met zicht op de Dee.

Het verblijf

Llangollen Hostel was gedurende drie nachten onze uitvalsbasis, omwille van het feit dat mijn ouders op dat moment in het naburige Chirk bij Welshe vrienden zaten, waar de volgende wandeldag ons naartoe zou brengen, en we daarna nog een rustdag extra inplanden. Het was een leuke hostel, met goede faciliteiten.

Bijzonderheden

In Chirk ligt een van mijn favoriete (Welshe) kastelen, het gelijknamige Chirk Castle. Zowel vanbinnen als vanbuiten de moeite. Ook de kasteeltuin en het omliggende domein zijn aanraders, met bijzondere aandacht voor de poort en de legende van de rode hand.

269

Chirk Castle vanuit de kasteeltuin

De legende van de rode hand wil dat een stervende feodale heer niet wist welke van zijn zonen de oudste was. Hij besloot een race te organiseren en de eerste die zijn sterfbed met de hand zou aanraken zou zijn bezittingen en titel erven. Toen een van de zonen merkte dat hij de race zou verliezen, hakte hij zijn hand af en gooide het naar het bed. Vandaar dus de rode, bloederige hand die in de poort verwerkt zit.

Thomas Telford was in zijn tijd een groot ingenieur en bouwde naast kanalen en bruggen, tunnels en havens.

Meer wandelingen op Offa’s Dyke Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/offas-dyke-path-dag-per-dag/