GR5A.5 Flobecq – Ronse (18,0 km)

🥾 Terrein

Afwisselende etappe van Waals platteland naar Vlaamse Ardennen, met vier grote bosdoortochten (Brakelbos, Pottelberg, Sint-Pietersbos, Muziekbos), rustige landbouwwegen, korte passages door dorpen en enkele pittige klimmetjes naar getuigenheuvels. Afwisseling tussen grind, asfalt, bos- en graspaden.

🏞️ Bezienswaardigheden

Brakelbos – Sfeervol bos met beekjes, vlonderpaden en mooie lichtinval
La Houppe & Hoppeberg – Gezellige ontmoetingsplek voor wandelaars en fietsers
Pottelberg – Bosrijke heuvel met holle wegen en eerste vergezichten
Sint-Pietersbos – Rustige groene parel met houten wandelpad
Muziekbos & Muziekberg – Kruispunt van GR’s, bekend om zijn uitzicht en sfeer
Geuzentoren – 19e-eeuwse folly, plus grafheuvel uit de Bronstijd
Ronse – Historisch centrum met Hoge Mote en indrukwekkende basiliek

⏳ Afstand & duur

± 21 km – Circa 5,5 uur inclusief pauzes

⛰️ Zwaartegraad

Gemiddeld – Enkele pittige klimmetjes, maar voldoende vlakke stukken voor herstel

⭐ Oordeel 4,5/5

Ons land kent heel wat GR’s. En blijkbaar kunnen we zelfs claimen de langste luswandeling van Europa op ons grondgebied te hebben. De GR5 A (de link met de GR5 is mij een raadsel) is ook gekend als de wandelronde van Vlaanderen en wandelt de grens van Oost- en West-Vlaanderen af, goed voor 582 km wandelplezier. Na een onverklaarbaar lange periode vond ik de gelegenheid (of de intentie) om een vervolg te breiden aan deze tocht. En die bracht mij naar de bossen en de getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen.

Een mooie start

De weg naar Flobecq begon al opvallend mooi. We reden tussen Lessines en Ath onder een bomenrij die bijna kon concurreren met de befaamde Dark Hedges in Noord-Ierland, maar dan wel in een variant op het Waalse platteland. Na een lang stuk door het veranderende landschap moesten we ons op een iets minder aangename weg meanderen langs bochten en wielertoeristen die met wisselend succes de steiltegraad probeerden te temmen.

Vanop de parking is het meteen een gravelpad in dat op en neer gaat tussen de koetjes en de kalfjes, die gelukkig achter een draad staan. Er waren ook veel gewone wielertoeristen en her en der ruiters te paard. Ik was dus zeker niet alleen toen ik het Brakelbos inging, het eerste van vier volwaardige bossen die deze vijfde etappe te beiden heeft.

Druk in het bos

Na een stuk asfalt moet een bospadje niet links gelaten worden maar wel worden genomen om het bos in te gaan.  Aan de ingang stond een groep ruiters verzameld, waarvan een van de paarden plots een nerveuze beweging maakte. Gelukkig was ik er al even gepasseerd. Het Brakelbos zelf is een erg leuk bos, met enkele beekjes en korte stukken vlonderpaden. Aan een van de beekjes staat een mooie boom met een strategisch geplaatst bankje. Even verder leert een wegwijzer mij dat het nog 180 kilometer is tot aan De Panne.

Op dit uur van de dag was de lichtinval in het bos prachtig. Ook de rust viel heel vaak goed mee. Tot de rust even verstoord werd door een tweespan, en niet veel later een stel dolle honden die richting de paarden blaffen. Wat verder komt de GR langs het kleine gehuchtje La Houppe, waar twee brasseries zorgen voor een verzamelplaats van wandelaars, fietsers, ruiters en motards. Voor mij was het echter te vroeg om al de dorst te lessen. Ik ging rechtdoor tot op de feitelijke Hoppeberg (148 meter).

Van ”berg” naar “berg”

Nog hoger was het op de Pottelberg (159 meter), met ook een gelijknamig bos, en aan de ingang een brasserie, sportvelden en een zendmast. Ook dit was opnieuw een mooi bos, met een holle weg en bomen die een erehaag vormden. Eens uit het bos kwamen de eerste vergezichten. De GR zelf volgde wel een asfaltweg langs eclectische huizen en even later een veldweg parallel met de baan. Een klein stukje volgt de weg zelf, maar dat was gelukkig maar kort.

Daarna volgde een klein stukje bos, dat duidelijk overstromingsgevoelig is, maar gelukkig met het weer geen probleem vormde. Er volgde opnieuw een stukje langs huizen en daarna een landbouwweg in. In een nieuwe bescheiden passage door een bos, dook plots een trap op, gelegen op een stuk dat niet op de Atlas (der buurtwegen?) stond en waarbij de gemeente Ellezelles zich onttrok van alle verantwoordelijkheid. Bijzonder. Gelukkig kwam ik er ongeschonden uit en na een kilometer tussen de akkers en weiden en het oversteken van een drukke steenweg was het gedaan met de onaangename paden. Au revoir Pays des Collines, hallo Vlaamse Ardennen.

A lunch with a view

De asfaltweg hier ging al meer op en neer, met glooiingen rondom. Een smal pad ging richting het Sint-Pietersbos. Het naderde op dat moment al 13 uur en het was al even zoeken naar een bank of andere geschikte lunchplek. Gelukkig botste ik vlakbij de ingang op een ligbank met prachtig zicht. Het Sint-Pietersbos zelf was een leuk voorsmaakje op het laatste bos van de dag. Het viel op dat er meer en meer wandelaars onderweg waren. Na een breed stuk gras, ging de GR langs een prachtige rij bomen en vervolgens kriskras door het bos. Hoogtepunt hier was een leuk houten pad waar sommige planken wel wat meegaven. Van daaruit was het gestaag klimmen naar de Muziekberg (145 meter)

Folly’s en wandelgekte

Nu was het echt het Muziekbos in, het vierde bos van de dag al, maar ook het laatste. Hier kwamen verschillende GR’s samen, met op de kruising ook nog de GR 129 Dwars door België en de StreekGR Vlaamse Ardennen. De stilte werd even verstoord door de plotse muziek en het gepraat en gekletter van brasserie Boekzitting. Hierna was ik even de weg kwijt. Het hielp niet dat een groep met een hond zelf overal naar toe draalden. Maar het bleek dat ik 1 pad te links was ingeslagen en na de rechtzetting kwam ik dan toch aan op de Muziekberg.

Een tweehonderd meter verder nam ik een sidetrack naar de Geuzentoren, een folly uit de 19de eeuw. Op de top van de toren kregen de Vlaamse Ardennen ook hun naam, door de dichter Pol De Mont die verwonderd was over het uitzicht. Ietsje verder ligt er ook nog een grafheuvel uit het Bronzen tijdperk. De mini-omweg meer dan waard! Het laatste stuk van het Muziekbos was ik plots alleen en kon ik nog genieten voor ik definitief het open terrein indook.

Richting Ronse

De Vlaamse Ardennen waren nu zichtbaar, met in de verte ook al de basiliek van Ronse. Hier neemt de GR een pad langs een spoorwegberm en zo een fietspad waar industrieel erfgoed zorgt voor een lokale toets. Het eindigt in het centrum van Ronse, met historisch erfgoed. De Hoge Mote is een voorsmaakje voor de indrukwekkende basiliek, dat deze titel pas ontving in 2019. Een mooi slot voor een etappe langs getuigenheuvels en bossen.

Meer wandelingen op de GR5A vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-5a-wandelronde-van-vlaanderen/

Groene wandeling 4: Sint-Agatha-Berchem – Vorst (17,8 km)

🥾 Terrein

De stedelijke context ontmoet het randstedelijk groen. Een wandeling van contrasten: tussen stationswijken, tuinwijken, industrie, natuurreservaten en het Pajottenland. Afwisselend pad: grind, kasseien, asfalt, gras, en bospaadjes. Tamelijk vlak, met enkele lichte glooiingen.

🏞️ Bezienswaardigheden

Zavelenberg – Groen stiltegebied pal naast het station
Kattebroek – Rustige, natuurlijke enclave tussen woonwijken
Tuinwijk Moortebeek – Coöperatieve wijk met kleurrijke, karaktervolle huizen
Tuinwijk Goede Lucht – Minder charmant, maar boeiende straatnamen
Luizenmolen – Replica van de 19e-eeuwse windmolen
Neerpede – Anderlechts opleidingscomplex + vijver met lunchplek
Ketelhoeve – Inspirerend duurzaam voedseproject
Vogelzangpark & -beek – Rustig park met vijvers, bankjes, natuur en collectief groen
Natuurreservaat Vogelzangbeek – Ongetemde natuur met netels
Kanaal Brussel-Charleroi – Bekend zicht, met terras en sluizencomplex
Zenne & Industrielaan – Ruwe industriële afsluiter voor terugkeer naar Vorst

⏳ Afstand & duur

± 20 km – Circa 4 à 5 uur inclusief pauzes en omleidingen

⛰️ Zwaartegraad

Licht – Weinig hoogteverschillen, wel af en toe stukken asfalt

⭐ Oordeel 3,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het laatste deel van vier etappes vertrekt in Sint-Agatha-Berchem om de luswandeling te vervolledigen in Vorst, aan het station Vorst-Zuid.

Gespreid groen

Van het drukke station Sint-Agatha-Berchem, waarbij de lege lachgasflessen en de wat vreemd ogende sujetten opvielen, ging het al snel langs de groene, omheinde weide van de Zavelenberg. Kort daarna ging het naar een nette woonwijk en niet veel later een iets minder aangename drukke weg. De oude stationswinkel was omgetoverd tot een “vape shop & more”, een teken van de tijd.

Na de drukke baan voerde een kort grindpad langs een droge Molenbeek, middenin een woonwijk en zo naar Kattebroek, een groen gebied met weilanden, rietvelden en bosjes. Daarna passeerde de Groene Wandeling aan een van de vele volkstuintjes die onderweg te bewonderen zijn, de volkstuinen van de Oude Pereboom, aangelegd in 2010. Tussen twee begraafplaatsen door, deze van Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem, ging het het Wilderbos in. Na opnieuw een woonwijk volgde al snel het Scheutpark, een grindpad met wat groen en zicht op woontorens, een constant beeld op deze luswandeling.

Van wijk naar wijk

In het volgende deel bleef de bebouwing ook nooit ver weg. De Groene Wandeling klom omhoog en zo naar rechts, langs een bomenlaan. Vervolgens deed het de tuinwijk Moortebeek aan. Deze wijk werd in 1921 aangelegd vanuit een coöperatieve en heeft herkenbare huizen in licht crèmegeel en oranjerood. Erg de moeite! De verscheidenheid aan architectuur zette zich door, met appartementen in verschillende stijlen, van zielloze, verouderde woontorens tot pogingen tot aangename, modernere architectuur.

Nog een wat zielloos intermezzo kwam er aan Westland Shopping Center. Daarna kwam de tweede tuinwijk, Goede Lucht, van dezelfde coöperatieve als deze van Moortebeek. Hoewel de wijk minder aansprak, onder andere door de werken aan de straat die hierdoor open lag, vielen de straatnamen op, met Geestdriftstraat als opvallendste. Helaas stond het een beetje in contrast met de huizen zelf. Eens uit deze wijk begon een nieuw stuk.

Brussels Pajottenland

Want hier kwamen we in het Brussels Pajottenland, met kasseiwegen en glooiingen en in de verte de Luizenmolen, oorspronkelijk uit 1864, maar vandaag is de kopie uit 1996 te zien. Een omleiding zorgde voor wat onverwachte extra kilometers, die leidde naar de ingang van Neerpede, het opleidingscentrum van Anderlecht. Iets later, aan de plaatselijke vijver, was het ideaal om te lunchen. Hier raakte ik even aan de praat met een uithijgende man die me vroeg hoeveel meter ik dacht dat het tot de volgende bank was. Mijn gok (40 meter) was best ok (het was 36 meter volgens zijn compagnon). Het bleek te zijn zodat hij wist hoeveel hij naar de bank daarna moest overbruggen, want toen ik vertrok zat het tweetal daar.

Ik passeerde even later aan de Ketelhoeve, een project waarbij 4 vzw’s een plaatselijke hoeve uitbaten in het kader van circulariteit en duurzame voedseltransitie. Het zag er gezellig en inspirerend uit. Maar ik moest mijn tocht doorzetten en wandelde onversaagd langs de fermettes en villa’s die wel heel herkenbaar aandeden. Hier sijpelt de Vlaamse Rand Brussel binnen. Na een kapel en een schijnbaar gevaarlijk golfterrein, dat ik ongeschonden passeerde, moest ik langs de gigantische site van het Erasmusziekenhuis en het instituut Jules Bordet. En daarna was het weer groen op de Groene Wandeling.

Park en natuurreservaat

Via een zijweg onder de bomen ging het langs de Vogelzangbeek en zo naar het gezellige Vogelzangpark, met vijvers en een hele hoop bankjes en rustplekken. Ook hier zijn de hoge appartementsgebouwen aanwezig, maar ook heel wat collectief groen. Een rood-wit lint gaf opnieuw een omleiding aan en dus moest ik een tweehonderd meter extra doen en zo via een tweede vijver naar een kasseiweg.

Daarna volgde nog een laatste groene hoogtepunt met het natuurreservaat van de Vogelzangbeek, een stukje onversneden natuur, waarbij het ietsje meer ruimte kreeg om te woekeren en ik zo her en der (onsuccesvol) netels moest omzeilen. Plotseling botste ik op een gekende plek, de Bergensesteenweg, de Ikea links van mij, het bord van shopping Pajot rechts van mij, een ware mindfuck. En eens de drukke baan overgestoken was ik weer in het groen, met zicht op de koeltoren van Drogenbos. Het einde was in zicht.

Kanaal en industrie

Dat laatste stuk was langs een ander gekend ijkpunt, het kanaal Brussel-Charleroi, dat ik quasi elke dag op de een of andere manier passeer in Halle. Dit was blijkbaar de linkeroever van de Haven van Brussel, waar mensen waren verzameld op het terras van Le Cercle de Régats. De overkant was te bereiken via de sluis van Anderlecht. En in lijn van de wandeling van vandaag, was er nog een laatste omleiding.

Deze leidde vooral naar industrie, met heel even een glimp op de Zenne. En na de industrie volgde de Industrielaan een druk weg met garages, bedrijven en het Brusselse Center for Food Expertise. Na een kleine doortocht door Vlaams-Brabant, meerbepaald Drogenbos, wandelde ik terug, Brussel in, namelijk naar Vorst en bevond ik mij op eindplek, die ongeveer anderhalf jaar geleden de startplek was van mijn rondtocht door Brussel, het station van Vorst-Zuid

De eindconclusie

De Groene Wandeling doet wat het moet doen, je met andere ogen naar Brussel doen kijken. En toch ook weer niet helemaal. Want in elke etappe had je wel de dualiteit, voor elke verrassing werd een stereotype gedachte over de hoofdstad bevestigd. Maar het was een boeiende toch van iets meer dan 57 kilometer, in vier etappes, langs parken en bossen, wijken en buildings, rivieren, kanalen, beekjes en vijvers en vooral boeiende architectuur en geschiedenis. Een aanrader voor wie graag vlot bereikbare en korter etappes zoekt en zo ook eens Brussel met de ogen van een wandelaar wil zien.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

GR 120 dag 4: Boulogne-sur-Mer – Hardelot-sur-Plage

🥾 Terrein: Afwisselend; havengebied, strand, duinen en velden. Soms lastige overgangen (uitdagingen met afgesloten duinpad en beek).

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Historische binnenstad Boulogne
  • Haven met bedrijvigheid en vislucht
  • Kleine aerodrome met paragliders
  • Grote bunker langs de route
  • Equihen-Plage
  • Hardelot-Plage: dijk, oude villa’s

🗺️ Afstand & duur: Ongeveer dagwandeling, ca. 20-22 km

⛰️ Zwaartegraad: Gemiddeld – strandzand, omwegen en technische stukken bij beek en afgesloten paden maken het een klein beetje pittig.

⭐ Oordeel: 3,5/5

Vandaag was er opnieuw een volwaardige wandeldag. Deze was dus te beginnen met een goed ontbijt. We wandelden bij het verlaten van het centrum van Boulogne langs de inmiddels gekende plaatsen in de historische binnenstad. Het contrast met het eerste gedeelte van deze wandeldag was dan ook best groot.

Havenactiviteit

Om uit Boulogne te geraken wandel je namelijk een vrij lang stuk door de haven. Dat is in het begin best nog charmant en geeft je een zicht op de vele bedrijven. Maar na een tijdje verlang je toch naar natuur en er is maar zoveel visgeur dat een mens kan hebben.

Na opnieuw wat verward te zijn door de navigatie-app en de daadwerkelijke route kwamen we uit op een parking richting het strand. Hier trokken we duinen in, wat ook niet helemaal de juiste keuze bleek te zijn. En dus namen we het strand naar Le Portel, een nogal typisch kustplekje.

Verbetering in zicht

Het was dus even uit de bebouwing geraken, maar eens in de velden was het wel prettig. Zo passeerden we een kleine aerodrome waar we iemand zagen paragliden. Er waren hier ook een hele hoop mooie paarden en verder passeerden we ook nog een uit de kluiten gewassen bunker.

In Equihen-Plage werden we beloond met het doel van onze tussenpauze, de plaatselijke Carrefour. We hadden hierop gerekend zodat we minder eten tijdens het eerste deel van de wandeling moesten meenemen. Zo kon er wat gewicht gespaard worden. Verder waren we vooral blij dat we hier niet moesten overnachten.

Noodgedwongen strandwandelen #5

Na een kilometer uit het dorpje kwamen we terug op het strand. Hier ging de GR normaal gezien door een mooi duinenpad. Maar opnieuw stond er dat de route afgesloten was, dit keer door overstromingen en bijgevolg de onbegaanbaarheid van het gebied. We keerden dus terug voor nog wat strandwandelen.

In de verte zagen we de wat meer typische kustskyline van Hardelot-Plage met moderne appartementsblokken. Om daar te geraken moesten we nog een obstakel voorbij, een beekje dat te diep was om zomaar over te steken. We ging via een zandpad met weinig marge en kans op verzakking. We geraakten gelukkig aan de overkant zonder twee meter naar beneden richting het water te schuiven.

Hardelot-sur-Plage

Op de dijk was het tijd om te rusten. Sara’s zin in een ijsje resulteerde in 2 ferrero-Magnums per persoon, aangezien we uiteraard geen diepvries hadden en een pak van 4 volgens haar value for money was. Ons hotel, les Jardin des Hardelots, was heel proper. Na een slaatje en pasta verkenden we Hardelot zelf, met nog heel wat knappe oude villa’s en een kerk waar agenten de wacht hielden voor de mis. Speciaal.

Meer wandelingen op de GR 120 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-120-de-opaalkust/

GR 120 dag 3: Wimereux – Boulogne-sur-Mer

🥾 Terrein: Korte wandeling met lichte klim naar natuurgebied en daarna strand, havengebied en historische stad binnen de omwalling.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Pointe de la Crèche (natuurgebied met bunker en industrieel erfgoed)
  • Boulogne-sur-Mer: haven, historische binnenstad met belfort en kathedraal
  • Omwalling met wandelmogelijkheden en mooi uitzicht
  • Aquarium Nausicaa: educatief en indrukwekkend met zeehonden en roggen

🗺️ Afstand & duur: Kort, ca. 5 km; gecombineerd met bezoek aquarium en stad.

⛰️ Zwaartegraad: Licht, geschikt als ontspannende dag met cultuur en natuur.

⭐ Oordeel: 3/5

Vandaag was er een heel korte wandeling ingepland van om en beide vijf kilometer. Dit had een goede reden. Boulogne-sur-Mer is een grotere stad met ook het grootste aquarium van Europa, iets wat mijn vrouw al heel lang wilde bezoeken. De wandeling zelf was dus kort, maar krachtig en stond ook op zichzelf als een redelijk fijn stuk.

Pointe de la Crèche

Het begon met een trage maar gestage klim uit Wimereux richting Pointe de la Crèche. Dit is een natuurgebied met ook nog een bunker en op het strand onderaan restanten van een industriële site met voormalige spoor. Er was geen regen vandaag, maar wel heel stevige wind, die vooral op het gelijknamige uitkijkpunt serieus te keer ging. Het landschap was best mooi, met zicht op zee.

Aan de dijk en binnen de muren

Niet veel later (zeker op een wandeling van vijf kilometer) draaiden we af richting Boulogne-sur-Mer, waar we via het strand op de dijk kwamen die iets minder feeëriek was. De havenindustrie langs deze kant was zichtbaar in de verte en gaf een verlaten, verouderde indruk, wat op zich nog wel iets had. Een iets aangenamer gedeelte bracht ons naar de brug waar het officiële einde van deze wandeldag lag.

De eerste kennismaking met het centrum was ook iets minder aangenaam. De straat was wat grellig en het was ook best pittig stijgen. Maar de historische stad, binnen de omwalling, is wel erg de moeite, met z’n belfort, gezellig parkje aan het stadhuis en vooral z’n in het oog springende kathedraal. Je kan er ook op de omwalling wandelen en meer leren over de wijk tussen de muren en het stuk Boulogne daarbuiten.

Blub blub

Na een lekkere lunch (erg goede broodjes) trokken we naar Nausicaa, waar het erg druk was omwille van de paasvakantie. Het is verrassend erg educatief, met heel veel uitleg over de oceaan, het leven in de zee, het klimaat en hoe die allemaal verbonden zijn. Er waren enkele leuke en opvallende dieren met als hoogtepunt de zeehonden, de gigantische rog en de vele vissen in het enorme bassin.

Avondvertier

Na ons bezoek en een wandeling op de muren was het tijd voor de check in en daarna lekker eten in een klein Italiaans restaurantje. Gusto ligt net buiten de stadsmuren en wordt uitgebaat door een heel enthousiaste vrouw en haar man. We aten er een lekkere pizza en een pasta al pomodoro. Een hele leuke setting en sympathieke eigenaars. We sloten nog af met een rondje op de omwalling.

Meer wandelingen op de GR 120 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-120-de-opaalkust/

Wandeldag 1: Rønne – Hasle

🥾 Terrein:
Bosrijke paden met zachte ondergrond, overgaand in zanderige kustduinen en smalle kustpaadjes langs rotsen en meren. Wisselende hoogteverschillen, duinlandschap en open zeezicht, afgewisseld met wat asfalt en drukke wegen tijdens uitstap.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Nordskoven / Bykobbe Plantation: bos aangelegd tegen zandverstuiving
  • Sorhat en meren: overblijfselen van industrieel verleden met kool- en kleiwinning
  • Smaragdsøen: pitstop bij een meer, nabij fossielen en dinosauriërsvoetafdrukken
  • Kultippen: “maanlandschap” gevormd door oude koolwinning
  • Hasle: pittoresk, minder toeristisch kuststadje
  • Brogårdsteen: hoogste runensteen van Bornholm, Vikingperiode

Afstand & duur:
Circa 10 kilometer, korte dagetappe inclusief pauzes en omwegen.

⛰️ Zwaartegraad:
Makkelijk tot matig, vooral door zanderige paden en enkele korte hoogteverschillen.

Oordeel: 4/5

Op deze dag was het eindelijk tijd voor het eerste stuk van het kustpad van Bornholm, Kyststien in het Deens. Het selfservice hotel in Rønne deed wat ervan werd verwacht. Er was een degelijk ontbijt zonder franjes. Op de grote TV in de eetruimte was de marathon bij de mannen te bewonderen. Later, op het pad, kwam het leuke nieuws van een zilveren medaille voor Bashir Abdi. Wij hadden daarentegen een kortere etappe op de boeg van 10 kilometer.

Door het bos

Rond 11 uur, na het kopen van lunch, begonnen we aan de eerste meters van de route. Vandaag was er gelukkig al meer zon op sunshine island, weliswaar vergezeld van een hele hoop wind, die de golven naast ons met veel kracht tegen de stenen liet kletsen.

Een klein stukje asfalt door een buitenwijk scheidde ons nog van het echte begin van de natuurpracht. Weliswaar was het bij deze etappe nog niet meteen langs de zee. Eerst ging het door het noordelijke bos (Nordskoven) ook wel Bykobbe plantation genoemd. Deze bossen werden aangelegd om de verstuiving van het zand tegen te gaan. Het was een aangenaam bospad, met een zachte ondergrond.

Een nieuwe look& feel

Enkele kilometers later veranderde de look & feel van het pad. De ondergrond werd zanderiger en de zee was vaker zichtbaar. Hoewel het nog steeds bebost was, voelde het al een heel stuk meer als een kustpad, met een bescheiden duinlandschap op hoogte. De wind bleef hyperactief, waardoor er overal meeuwen gleden. Goed om meteen in de juiste stemming te komen.

We kwamen voorbij verschillende plekken die een blik wierpen op het industriële verleden van het eiland en de pogingen om op lucratieve wijze kool en klei te ontginnen. Zo was er het plekje Sorhat en wat verder nog enkele meren. Zo pauzeerden we aan Smaragdsøen om even een appel te nuttigen. In de buurt werden er trouwens fossielen en voetafdrukken van dinosauriërs gevonden.

Maanlandschap

Na de passages aan de meren bleef het een soortgelijk, smal padje, dat hier bescheiden op en neer ging, de kust volgend. Een laatste hoogtepunt was het zogeheten maanlandschap van de Kultippen, ook een resultaat van koolwinning, toen dat in de 1ste en de 2de wereldoorlog nodig was.

Daarna was het nog minder dan 2 kilometer naar Hasle, maar eerst aten we onze lunch met zicht op zee. Hasle zelf was groter dan verwacht maar ook minder toeristisch. Hier had ik even een schrikmomentje toen de rits van mijn wandelbroek plots niet meer bleek te werken en mijn smartphone vast  zat. Een toiletbezoek en wat gefriemel later, kreeg ik het onding toch open.

Vikings & vis

Na het inchecken besloten we nog een zij-uitstap te doen. De Brogardsteen is met 2 meter de hoogste runesteen op Bornholm en daarmee een van de meest prominente restanten van de Vikingperiode. Het was de moeite waard. Alleen stond het aan een drukke weg die niet voorzien was op wandelaars. Ook de terugweg, waar we besloten een andere route te nemen, zorgde voor spanning en verwarring. Na een grote omweg, kwamen we uiteindelijk opnieuw aan in Hasle.

We konden dus meteen eten. In het restaurant van ons hotel, waar een menu aan een billijke prijs werd voorzien, was er geen plaats meer. Na wat omzwervingen kwamen we bij de gezellige strandbar Kabyssen uit, waar we beide fish & chips namen met zicht op zee. Een mooie, gevulde dag en een goed voorproefje voor de topdag die morgen, alvast op papier, was voorzien.

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Bornholm proloog: Rondje Rønne

Op zee

Op deze dag verlieten we het vasteland om naar onze echte bestemming te gaan, het eiland Bornholm. Het was nog geen echte wandeldag en dus werd er met mate genoten van het puike ontbijt. In de ontbijtzaal viel het op dat de mannen vanaf een bepaalde leeftijd graag een dun, kort staartje droegen, wat zelden flatterend was. Ook zagen ze er allemaal een beetje uit alsof ze tandpijn hadden. Arme vrouwen.

Na het ontbijt trokken we gepakt en gezakt naar de haven. Gisteren hadden we nog een korte, kleine paniek gehad toen we plots iets Zweeds zagen over toegestane bagage. Gelukkig was het lost in translation en ging het louter over de handbagage. Onze rugzakken werden op een lorry gedropt en met een half uurtje vertraging vertrokken we op een uit de kluiten gewassen en commerciële ferry op zee. Altijd fijn om de golven te zien kolken.

Rondje Rønne

Na ons te vergewissen van het wat complexe bussysteem (waarover later meer) en onze bagage meteen in de hotelkamer te zetten, besloten we om, ondanks het regenweer dat voorspeld werd, toch onze wandelschoenen aan te trekken en een eerste wandeling te maken, een plaatselijke wandeling die was uitgebreid met een stuk langs de kust.

Deze wandeling ging via een bospark naar veldweggetjes, graspaden en boswegen. Omdat het eerder landinwaarts trok, was het landschap anders, maar zeker mooi. Zo waren er enkele meren waar we langs wandelden en passeerden we ook aan restanten van de lokale klei-industrie, belangrijk voor Rønne en Bornholm.

Het was op zich een mooie wandeling en ideaal om de eerste dag te spenderen, zeker aangezien we al ’s middags waren gearriveerd. Helaas kwam de voorspelde regen wel op de proppen. In het bos zelf was het nog eerder beperkt, maar eens in de suburbs begon het echt te gieten, waardoor onze nochtans best waterbestendige kledij in een mum van tijd doorweekt. Nog geen voorsmaakje van Sunshine Island dus.

Rønne deel 2

Na een relatief vermoeiende dag, door de omstandigheden, besloten we iets te gaan eten in Café Gustaf, waar we respectievelijk een hamburger en kippenburger namen. Na het eten was het gelukkig droger en zonniger, waardoor we Rønne toch konden verkennen en botsten op dezelfde kleurrijke huisjes als in Ystad, maar ook de bijzondere vuurtoren en vooral de zeer karakteristieke kerk. Mooi!

Meer wandelingen op het kustpad van Bornholm vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/kystsi-bornholm-dk/

Dag 1: Wallsend – Heddon-on-the-wall (24 km)

Van oost naar west

Een langeafstandswandelroute heeft in feite twee start- en eindpunten. Dit is ook het geval voor Hadrian’s Wall Path. De avonturier kan kiezen tussen de oost-westroute en de west-oostroute. Wij kozen ervoor om ietwat contradictorisch te beginnen in Wallsend en te eindigen in Bowness-on-Solway. Dit heeft enkele voordelen. Wallsend is een buitenwijk van Newcastle en de dagetappe naar Heddon-on-the-Wall behoort tot de minst opzienbarende van de hele reis. De route eindigt op deze manier ook aan de kust, wat een perfecte en pittoreske afsluiter is. Wandelaars die van west naar oost gaan, doen dit vaak omwille van de weersomstandigheden, en dan meer specifiek vanwege de gunstige rugwind.

De start- en de eindplaats zijn sinds de opening van de wandelroute hetzelfde gebleven, maar toch is er op de respectievelijke plekken doorheen de tijd heel wat veranderd. Een nostalgische grootvader, die met zijn kleinkinderen een stuk muur in Chollerford bezocht, wist ons te vertellen hoe hij van Bowness naar Wallsend was gewandeld en hoe indrukwekkend het was om de reis af te sluiten in Newcastle, toen er nog industriële activiteit was. De kranen en vrachtschepen torenden boven de nietige wandelaars uit.

Omgekeerd is Bowness-on-Solway dezer dagen gecontesteerd of wordt het toch op z’n minst vaak over het hoofd gezien. Het kustdorpje ligt namelijk op een goede 30 km van het laatste restje muur. Velen laten deze plek dan ook links liggen en stoppen in Carlisle. Dat een BBC-programma over de wandelroute hetzelfde deed, schoot bij de inwoners in het verkeerde keelgat. Net zoals talrijke andere dorpjes op de route leeft Bowness namelijk van het muurtoerisme.

Wallsend – Newcastle (7 km)

De wandelroute begint, zoals reeds gezegd, in Wallsend. Het startpunt ligt vlak bij de metrohalte. Ten tijde van keizer Hadrianus stond de plaats gekend als Segedunum en was hier een groot fort gebouwd. Oorspronkelijk eindige de muur nog een mijl verder westwaarts, aan de Pons Aelius, maar om veiligheidshalve het hele gebied te dekken werd deze alsnog doorgetrokken, met een extra bijhorende defensieve structuur. Vandaag de dag is hier een gelijknamig museum gevestigd. Het biedt de geïnteresseerde wandelaar de kans om meer te weten te komen over de constructie van de muur en het leven in de forten en milecastles. Gezien de aanzienlijke kilometers die op de eerste dag moesten verteerd worden, opteerden wij niet voor een bezoek, maar zetten we meteen aan voor het eerste deel van de eerste etappe.

Tussen Wallsend en Newcastle stad bevindt men zich voornamelijk in het uitgebreide Walker Riverside Park, met af en toe zicht op industrieel erfgoed, zoals de kranen van Swan Hunter shipyard. Dit was een van ’s werelds grootste schepenbouwers, tot ze finaal de boeken neerlegden in 2006. De fabrieken die vandaag nog steeds actief zijn, vervullen de toeschouwer minder met bewondering of nostalgie. Het groen van het stadspark wordt afgewisseld met een occasionele woonwijk. Het is een atypisch begin en in dat opzicht eerder een noodzakelijk kwaad. Na enkele kilometers vervoegt het pad de rivier Tyne (Newcastle heet voluit Newcastle-upon-Tyne), de waterweg die eeuwenlang de bron van inkomsten was voor de stad. Her en der ziet men nog restanten van deze industriële hoogdagen, stille getuigen van de neergang die het noorden van Engeland heeft getroffen.

Oude scheepwerf - Newcastle

Oude scheepswerk aan de oever van de Tyne, Newcastle.

Newcastle

Na 7 km kom je in het hart van de stad terecht, hoewel de Victoriaanse historische kern niet wordt aangesneden. De route wijkt niet van de zijde van de rivier af.  Er werd heel wat geïnvesteerd in dit gebied, zoals zo vaak het geval is met voormalige docksides, waardoor industriële panden netjes samengaan met moderne gebouwen. Vooral het Baltic centre for contempary art, geïnspireerd op het uitzicht van een gordeldier, spring in het oog. Wat nog meer opvalt zijn de vele bruggen die hoog boven de rivier uittorenen. De eerste brug van in totaal 7 exemplaren is meteen de meest opvallende. Het betreft hier de Millennium Bridge, een kantelbrug die in 2002 werd geopend. Daarna volgen nog onder meer de Swing Bridge (1876), de High Level Bridge (1849) en de King Edward VIII Bridge (1906). Nadat je onder of voorbij de zeven bruggen hebt gewandeld wacht een volgend symbool van de industriële hoogdagen. De Dunston Coal Staithes werden gebruikt voor het transporteren van de kolen van koolmijn naar de kolenschepen, die hun lading naar de havens van Liverpool of Londen moesten vervoeren.

DSC04259

Een symbiose tussen industrieel erfgoed en modernisme

Newcastle – Newburn (11,7 km)

Na het verlaten van het stadscentrum volgt een tamelijk zielloze passage door Elswick, een industrieterrein met voornamelijk tertiaire activiteit. Ook hier is een groene omgeving nooit ver weg, maar de zuivere natuur is, letterlijk, in geen velden of wegen te bespeuren. Na een korte doortocht langs een sport- en recreatieterrein volgt een tot fiets- en voetpad omgebouwde spoorwegbedding, waar de eenzame wandelaar zich plots omringd ziet door lotgenoten. Het is hier, in Lemington dat de Lemington Glass Cone te vinden is. De bakstenen kegel maakte vroeger deel uit van een heuse industriële site. De productie van glas werd er in 1997 stopgezet. De Cone is de enige restant en een lokaal monument. Het is eerder opvallend dan mooi, maar in afwachting van de eerste resten van de muur zelf een architecturale bijzonderheid.

DSC04269

Lemington Glass Cone

Newburn – Heddon-on-the-wall (6,3 km)

Kort na de passage door Lemington volgt het al even kleine dorpje Newburn, voor sommigen de eerste rustplaats van de trail. Hier neigt het landschap voor het eerst in de richting van de pastorale schoonheid die men in Northumberland kan verwachten. De route volgt opnieuw de Tyne, maar ditmaal zijn de sporen van menselijke bouwkunde relatief afwezig. Het pad gaat nu via bos naar landbouwweiden en via de oude spoorwegbedding van Wilam Waggonway richting Heddon. Deze voormalige spoorwegbedding leidt naar het geboortehuis van George Stephenson, de industrieel die onder meer bekend is geworden door zijn pionierswerk in de treinbouw. Zijn zoon Robert ontwikkelde de locomotief die later bekend zou worden als Stephenson’s Rocket, een stoomlocomotief die ongeladen 47 km/uur kon halen.

Tijdens de laatste kilometers van de dag wordt de urbane drukte van Newcastle-upon-Tyne volledig vergeten. Een steile klim (het dorpje zou in feite Heddon-on-the-hill moeten noemen), een kronkelend pad doorheen een golf course en opnieuw een pad dat de weg omhoog kiest brengen je naar het pittoreske dorpje Heddon-on-the-wall. Een miscommunicatie tussen brein en kaart zorgde er helaas voor dat de zoektocht richting B&B nodeloos werd gerekt en de hoogtemeters aandikten. Met wat hulp van behulpzame locals werd onze plaats van overnachting dan toch bereikt. Het was voorlopig nog wachten op de muur zelf.

Heddon

Landschap, Heddon-on-the-Wall

Het eten

Net zoals in de andere kleine dorpen die fungeren als rustplaatsen is het aanbod in Heddon-on-the-Wall redelijk beperkt. Vaak gaat het hier om een luttele  pub. Maar meer moet dat in de meeste gevallen echter niet zijn. Ook de Swan Inn is moderner en adequater dan men zou verwachten. De hamburgers zijn er royaal en het bier komt standaard in een dikke halve liter.

Het verblijf

In Heddon-on-the-wall kan men kiezen uit een viertal verblijven. Wij verbleven in het niet al te origineel genaamde Hadrian Way Bed & Breakfast, alwaar een warme ontvangst gecombineerd gaat met een zeer comfortabel bed en een heerlijk ontbijt. De eigenares was zeer vriendelijk, haar broer ietwat bizar. Maar dat kan na een goede 27 kilometer wandelen de pret niet bederven.

Bijzonderheden

 – Een stukje muur zou zichtbaar moeten zijn aan het begin van de wandeling, maar vanwege de angst om verloren te lopen is dit ons volledig voorbij gegaan.

– Heddon betekent ‘heuvel waar heide groeide’. Het is dus in zijn volledigheid “Heuvel waar heide groeide aan de Muur (van Hadrianus)”

– Een inwoner van Newcastle wordt ook een Geordie genoemd. Waar deze bijnaam vandaan komt is niet duidelijk. Volgens sommigen is het een verwijzing naar de steun van de inwoners van Newcastle aan koning George II. Anderen verwijzen naar de Geordie, een lamp die in de mijnen werd gebruikt en uitgevonden werd door George Stephenson, vader van Robert.

– De mond- en klauwzeerepidemie in 2001 begon naar alle waarschijnlijkheid op een boerderij in Heddon-on-the-Wall

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9