Etappe 6: Schoonloo – Sleen (23 km)

🥾 Terrein:
Overwegend bosrijk, met stukken over zanderige paden, veldkeien (flinten) en later langere stukken asfalt. Vooral boswachterijen Schoonloo en Sleenerzand vormen de ruggengraat van deze etappe. Paden soms oneffen of hard, maar goed begaanbaar. Een aantal kortere uitstapjes richting natuurgebieden zoals De Kijl en de Papeloze Kerk zorgen voor afwisseling.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Oranjekanaal met pittoresk bruggetje
  • De Papeloze Kerk (gerestaureerd hunebed)
  • Monument Bertje Jans & Toos Goorhuis-Tjalsma
  • Grafheuvel in Sleenerzand
  • Oorlogsmonument (neergestort vliegtuig)
  • Centrum van Sleen met terrasjes
  • Emmen: marktplein, Wildlands zoo in de buurt van het hotel

Afstand & duur:
Redelijk lange dagetappe, vooral door de combinatie van bos en een stevig slotstuk van ± 4 km asfalt. Start rond 9u, eindstation Emmen bereikt in de vooravond.

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld. De veldkeienpaden zijn fysiek zwaarder en mentaal vermoeiend, maar verder nergens uitgesproken lastig. De lange rechte stukken vragen wel om doorzettingsvermogen en een mentaal duwtje.

Oordeel: 3,5/5

Aangezien ik alleen in het hotel verbleef, trakteerde ik mijzelf op een ontbijtbuffet, dat deed wat het moest doen, namelijk zorgen voor een goede start. En ook ervoor zorgen dat ik genoeg at voor een goede doorstart. Uiteindelijk kon ik de bus nemen om 8u32 en om iets voor 9 stond ik aan de grote steen in het centrum van Schoonloo, mij alweer in te smeren met zonnecrème.

Een jojo-start

Vanuit Schoonloo ging het al snel opnieuw het bos in. Ik was samen vertrokken met twee oudere mannen, die in het begin op hun stappen waren teruggekeerd omdat ze het pad niet vonden, en daarbij werden geholpen door een blonde vrouw. Door hun dagrugzak (en vooral de vergelijking met mijn iets gewichtigere tegenhanger) wandelden we min of meer op hetzelfde tempo, waardoor er al eens een zogenaamde jojo werd gedaan. Wanneer ik de twee metgezellen passeerden, maar even later even moest stoppen om bv. mijn fleece uit te doen, werd ik ingehaald. Het zou even duren voor ze definitief uit beeld verdwenen.

Werklozen maken het moeilijk

Het grootste stuk ging opnieuw door een bos. Dit deel in de boswachterij van Schoonloo werd in de jaren 20 opnieuw onder handen genomen. De heide werd omgespit en er werden bomen geplant. Wat iets minder aangenaam was, was het feit dat men toen ook het bospad verharde met veldkeien (zogenaamde flinten). Het was ongetwijfeld een nobel initiatief, maar voor de wandelaar zijn de kasseien wat minder aangenaam. Zoals een renner tijdens Parijs-Roubaix, besloot ik het grootste stuk op de dunne aarden strook te wandelen.

Vooraf waren er enkele gebieden die op mijn kaartje in de gids enig potentieel hadden. Maar zowel de Tweelingen als de Meeuwenplassen waren korte stukjes waar je niet echt door het stukje natuur kon of ging. Maar er was ook een kort maar krachtig lichtpuntje, namelijk het kleine natuurgebied De Kijl, een restant hoogveen en natte heide met vennen. Er werd op voorhand gewaarschuwd voor eventuele intimiderende grazers, maar de Schotse hooglanders waren nergens te bespeuren.

Oude en nieuwe monumenten

In het tweede stuk volgde enkele ingrediënten die het geheel eigenheid gaven, naast het vele boswandelen. Dat begon met een klein maar mooi bruggetje over het Oranjekanaal. Het was een korte tussenpauze om daarna weer naar bos te gaan, meer bepaald de boswachterij Sleenerzand, wat duidelijk maakte dat ons eindpunt naderde.

Na een tijdje botste ik op een monument (een rare steen), ter ere van Bertje Jans en Toos Goorhuis-Tjalsma, de bedenkers van het Pieterpad. Maar het hoogtepunt van deze etappe lag niet op het Pieterpad zelf, maar wel op een goede 400 meter van het pad. De Papeloze Kerk is een gerestaureerd hunebed. Het was een ideale lunchplek van de dag. Even verder was er ook nog een grafheuvel. Prehistorische sensaties alom.

Ontmoeting op het asfalt

Wat nog restte was een goede 3 kilometer door het bos, met na een tijdje een oorlogsmonument voor een neergestort vliegtuig, en dan 4 kilometer asfalt naar eindbestemming Sleen. Daar geraakte ik aan de praat met de Australische Mish. Ze had op de Camino Primitivo de tip gekregen op het Pieterpad te wandelen. Dat en het feit dat ze familie in Nederland had, maakte dat ze helemaal Down Under kwam om in Nederland van noord naar zuid te wandelen. De leuke babbel zorgde ervoor dat de kilometers op het asfalt snel voorbij gingen.

Sleen en Emmen

Na de wandeling misten we net de bus. Daardoor werd een verfrissende drank genuttige op een leuk Sleens terrasje. Aan de bushalte maakte ik ook nog kennis met Josh, een ingenieur uit Wisconsin die al anderhalf jaar in Nederlande woonde. Hij deed het Pieterpad in stukjes. Het was ergens bijzonder dat deze globetrotters kozen voor het Pieterpad, al had ik natuurlijk zelf ook gekozen voor dit pad.

De bus voerde naar Emmen, waar ik een hotel vlakbij de lokale zoo Wildlands had geboekt. Het was een leuk plekje met een groot marktplein. Door het goede weer zaten de terrasjes vol. Na een snelle hap, een vegetarische wrap, pikte ik om 9 uur mijn compagnon op aan het station, waar de plaatselijke jeugd bezig was om plaatselijke jeugddingen te doen, zoals in het beste geval een kinderstep uitproberen en in het minder goede geval mij proberen te lonken om mij waarschijnlijk drugs aan de man te brengen. Daarmee eindigde ook mijn tweedaagse waarop ik op mijn eigen gezelschap was aangewezen. Het viel beter mee dan verwacht.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/

Etappe 3: Groningen – Zuidlaren (21 km)

🥾 Terrein:
Begin van de dag op verharde wegen langs stadsrand en water, daarna overstap naar voornamelijk onverharde paden door natuurgebieden: zandpaden, boswegen en heide. Wissel van kiezel, gras, zand en zachte bosgrond. Prima begaanbaar, lichte hoogteverschillen.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Museumeiland Groningen & Noord-Willemskanaal
  • Paterwoldse Meer & monument Britse piloten
  • Nationaal Park Drentsche Aa met moerassen en ooievaarennest
  • Lutsborgweg: bijzondere onverharde doorgaande weg
  • Appèlbergen: voormalig militair terrein met schapen en vijver
  • Noordlaarderbos: recreatiebos met wandelmogelijkheden
  • Hunebedden G1 (origineel) en G3 & G4 (vernieuwd)
  • Esdorp Zuidlaren met gezellige brink en lokale horeca

⏳ Afstand & duur:
Ongeveer 21 km – 6 à 7 uur inclusief pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Mild tot gemiddeld, door lange afstand en deels zandige ondergrond. Goed te doen voor wandelaars die gewend zijn aan dagtochten. Licht glooiend terrein en rustige paden.

⭐ Oordeel: 4/5

Onze hostel was ok, maar de ruimte was er nogal beperkt en het was waarschijnlijk ook niet aangewezen om een gasbrandertje boven te halen en in de kamer havermout te maken. Hoewel het zondag (en Pinksteren) was, konden we toch al terecht bij een Albert Heijn in het station van Groningen, waar we enkele koffiekoeken en een verfrissende smoothie op de kop konden tikken. Een ontbijt dat moest volstaan voor dag 3, met 21 km voor de kiezen.

Dag dag, verharde wegen

Er was nog een kort stuk op het verharde. Dat ging eerst langs de achterkant van het museumeiland en vervolgens langs het kanaal, waarbij we opnieuw eventjes naar de overkant moesten voor een omleiding. Het is niet slecht wandelen langs de Noord-Willemanskaai, maar het is toch uitkijken naar het moment dat we dit letterlijk links mogen laten liggen, want stilaan nam natuur het over van de stad.

Aan de ene kant volgden we de Hoornse Diep, langs de andere kant liggen het Hoornse meer en het Paterswoldse meer, een uitgestrekte hoop water dat voor een groot stuk fungeert als recreatiedomein. Het mooie weer nodigde ook duidelijk uit om naar buiten te trekken. Er waren heel wat wandelaars die ons voorbeeld volgden en ook fietsers en joggers passeerden met hopen per minuut. 

Onze eerste rustpauze namen we aan een bankje waar twee vrouwen met nogal enthousiaste grote honden ook aan het rusten waren. Hier staat ook een bord dat het lot van vier Britse piloten beschrijft. Zij stortte met hun vliegtuig neer boven het Paterwoldse meer. Een van hen overleefde het. Ook de Duitse piloot die hen neerschoot, Ludwig Becker, krijgt een vermelding. Een boeiend stukje geschiedenis op een plek die vandaag zo rustig is.

Aan het bankje maakten we een praatje met twee vriendinnen die net als ons het Pieterpad tackelden in verschillende fases (of dat toch hopen te doen). Op de plek staat een bord waaruit duidelijk blijkt dat we eigenlijk nog niet al te veel hebben verzet op dat vlak. Hoewel we al begonnen waren aan onze derde dag hadden we nog maar 36 km afgelegd sinds we Pieterburen hadden verlaten.

Hallo, onverharde natuurpracht

Na een deugddoende banaan zetten we onze tocht verder, waar we aan de Nijveensterkolk een koppel op een bootje zagen praten met de sluiswachter. Wil je het Paterwoldse Meer op? Dat wordt dan even pinnen. Het is handig in Nederland dat je niet te veel met kleingeld moet klungelen. Zelfs een kaarsje branden in een kerk kan met de bankkaart.

We wandelden nog even door Haren om daarna echt de natuur in te trekken. Dat begon met het nationaal park Drentsche Aa, waar het asfalt in eerste instantie nog overgaat in een kiezelsteentjespad. De natuur is echter wel aanwezig, hetzij in de vorm van meertjes en vijvertjes in een moerassig gebied, hetzij in de vorm van een ooievaar die gebruik maakt van het kunstmatig nest dat werd gemaakt voor het broeden.

Al snel veranderde de kiezelgrond in een ondergrond die vanaf dan een hoofdrol speelde, zand. We vonden het al speciaal dat in de officiële wandelgids een speciale vermelding werd gemaakt van de Lutsborgweg, de eerste onverharde doorgaande weg op het Pieterpad. Even hadden we gevreesd dat dit was omdat het zo’n unicum was, maar het bleek al snel dat, enkele tussenstukken daargelaten, we de rest van onze reis vaak op zand zouden wandelen.

Natuur en prehistorie

De schuchtere graspadjes en de compensatiebossen lagen echt achter ons. Hier is de natuur de volledige ervaring. Dat begon met Appèlbergen, een voormalig militair terrein waar vandaag schapen (gezien) en adders (niet gezien) zich thuis voelen. Naast een bos en wat veen is er ook een idyllische vijver.

Na nog wat zand volgde het Noordlaarderbos, een recreatie- en wandelbos dat omstreeks 1900 werd aangeplant. Het was een perfect plek om ons op een bankje te zetten en van onze lunch (sandwiches en wat hummus) te genieten. Onze positie, op een kruispunt van wandelpaden, maakte dat we geregeld werden aangesproken door voorbijgangers. Dagwandelaars waren nieuwsgierig naar onze Pieterpadambities, collega-Pieterpatters (ja, dit is het woord) waren nog nieuwsgieriger. Een van hen was een vrouw die Mechelen (onzer beider heimat) al enkele decennia had verlaten. Van een Mechelse tongval was niet veel meer te merken.

Naast het steeds mooier wordende landschap is er ook wat prehistorisch vertier. Door de geologische ontwikkeling en na het smelten van het ijs bleven er heel wat zogezegde zwerfkeien achter in het gebied. Het verklaart de grote aanwezigheid van hunebedden. Hunebed G1 lag een 200 meter van het pad, waardoor de meeste wandelaars het leken te missen. Dit exemplaar is het enige in Groningen dat op z’n oorspronkelijke plaats staat en is best indrukwekkend.

Even later volgden nog de hunebedden G3 en G4, ditmaal aan de zijkant van iemands tuin. Ze zijn iets langer en minder hoog, maar het blijft een indrukwekkende verzameling stenen. Deze twee werden in 1870 volledig afgegraven na lange tijd verborgen te zijn. Recent werden er ook heel wat archeologische ontdekkingen gedaan. Het Pieterpad heeft dus niet enkel natuur of zelfs maar geschiedenis in de aanbieding. Ook de prehistorie is vertegenwoordigd.

Zuidlaren

Na nog een laatste stukje zandweg kwamen we aan in Zuidlaren, een zogenaamd esdorp. Een esdorp is gelegen aan de rand van een zandgrond. Het heeft een brink (een open ruimte dat later vaak dorpsplein werd), essen (gemeenschappelijke akkercomplexen), een beek of rivier, heide en boerderijen. Rond de brink is het gezellig. Er waren verschillende terrassen en er staan enkele kramen op het plein, waaronder Waterloo, dat met Belgische vlaggen op het kraam trots verkondigt dat het Vlaamse frieten verkoopt. Het is in ieder geval wel in trek.

Wij kozen om iets te drinken in Olle Stee. Ik ging voor een verfrissende appelcider, met daarbij nog wat nachos. Het terras was gezellig en de voeten licht vermoeid, dus we besloten ook hier ons avondmaal te nuttigen, een hamburger en vegan burger, met daarnaast nog een Texel zeebries biertje met zeevenkel. Het smaakte al meer dan ons kaasbier van twee dagen terug. Daarna trokken we ons terug in het Brinkhotel, waar een comfortabel bed op ons wachtte.

Meer wandelingen op het Pieterpad vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/het-pieterpad/