Dag 2: Bodfari – Clwyd Gate (18 km)

Bodfari

Offa’s Dyke Path gaat doorheen enkele area’s of outstanding natural beauty (AONB) en natuurparken. Het eerste is de Clwydian range, een reeks heuvels (met een maximale hoogte van 554 meter) met een bijzondere fauna en flora. Deze AONB is gekoppeld aan de Dee valley. Verder volgt het pad zuidwaarts de Wye valley. Clwydian range is ook de eerste van drie heuvelkammen, samen met de Shropshire hills en de Brecon Beacons. Genoeg om naar uit te kijken op deze tweede dag, dus.

097

Typisch kleurenpalet van de Clwydian Range

Bodfari – Moel Arthur

Vanuit de B&B is het meteen flink dalen naar het eigenlijke beginpunt. En dat is een beetje de blauwdruk van de dag. Stijgen – dalen – stijgen – dalen. Het is typisch aan de Britse wandelroutes dat dat stijgen en dalen vaak via de meest directe weg gebeurt en je dus serieus wat stijgingspercentages te verwerken krijgt. Gelukkig is het uitzicht altijd de moeite. De wandelroute is een opeenvolging van moels (heuvels), waarbij vaak langsheen de zogezegde schouder wordt gegaan. Je krijgt eerst de lange, trage en gestage tocht naar de Pen-y-Cloddiau (440) waar de restanten van een hill fort te vinden zijn (zeer goed verstopt). Vervolgens daal je stevig en kan je rusten aan een pittoresk bankje, vooraleer de Moel Arthur te temmen.

113

Rustpunt in de prachtige natuur

Moel Arthur – Llanferes

De tocht naar Moel Arthur is dan weer een goed voorbeeld van het recht omhoog principe. De opeenvolging van stijgen en dalen is, zeker met rugzak, geen evidentie, maar het is uiteindelijk een kleine 20 km en bij goed weer kan je genoeg pauzes nemen om uit te blazen. Ook je stijgingstechniek kan verschillen. Ikzelf ga graag in een ruk naar boven om daar uit te hijgen, mijn vriendin is meer van het principe dat je beter pauzes inlast. Uiteindenlijk kom je wel terecht op Moel Arthur (455 m).

115

Op en neer

Vooraleer je de hoofdschotel van de dag krijgt, moet je nog langs twee heuvelschouders wandelen. Moel Llys-y-coed is 465 meter hoog, Moel Dywyll doet daar nog 7 meter bij. Het mag ondertussen wel duidelijk zijn dat het geen kwestie is van gewoon 7 meter stijgen. Je zakt meestal enkele tientallen meters om er dan opnieuw ietsje meer bij te doen. Goed voor de conditie en de honger. En de hoofschotel? Dat is Moel famau, met zijn 555 meter het hoogste punt van de dag en het noordelijke deel van Offa’s Dyke, het deel dat wij uiteindelijk zouden doen. Van ver zie je al de karakteristieke jubilee tower (zie onder), maar omdat het pad kronkelt, lijkt het lange tijd niet dichterbij te komen.

121

Moel Famau in de verte.

Moel Famau is een ideaal punt om nog even te rusten en een blik te werpen op de glooiende heuvelruggen die de revue gepasseerd zijn. Van daaruit is het via een groot eenvoudig pad dalen naar de parking (langswaar de meeste mensen komen). Normaal gezien volgt er nog een heuvel Foel Fenlli op 511 meter, maar omdat er enkel accomodatie is in het naburige dorpje Llanferes is het aan de parking linksaf draaien en nog een goede 3 kilometer wandelen, op een autoweg tussen de naaldbomen.

Het eten

The Druid Inn is een standaard Inn. Ze hebben wel (anno 2015) een weekmenu met elke dag een andere schotel. Ik ging dan ook met plezier voor de curry, die gelet op het feit dat je het in een gehucht in Wales eet, best lekker was. Het zat er in ieder geval vol met locals, wat doorgaans een goed teken is.

Het verblijf

The Druid Inn is de beste optie in de buurt. Je moet wel het pad wat vroeger verlaten en de volgende dag vraag je best een lift naar het pad (waar je evenwel 5 pond extra voor betaalt), maar de kamer is goed en je hebt meteen ook avondeten en packed lunch voor de volgende dag (opnieuw 5 pond per persoon).

Bijzonderheden

– In 1810 besloot men op Moel Famau, het hoogste punt van de Clwydian Range, een monument te bouwen voor het gouden jubileum van George III. Bedoeling was om er een obeliskvormige toren te zetten. Door gebrek aan geld werd het nooit afgewerkt en in het midden van de 19de vernielde een storm ook nog eens een deel van de incomplete toren. Daarom is de Jubilee Tower vandaag zo’n eigenaardig monument.

125

– Moel betekent “Kale heuvel” in het Welsh. Moel Famau betekent “Hill of the mothers.”

– Een packed lunch kost meestal 5 pond en bevat (per persoon) twee boterhammen, een koek, een halve liter water, een appelsapje, een zakje chips (een belangrijk bestanddeel van de Engelse maaltijd) en soms ook nog een granola bar. Het is handig omdat er op vele plekken waar je komt geen winkel is in de nabijheid.

Meer wandelingen op Offa’s Dyke Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/offas-dyke-path-dag-per-dag/

Dag 1: Prestatyn – Bodfari (21 km)

Van noord naar zuid

Zoals in de korte introductie al gezegd, gaat deze blogreeks over ongeveer de helft van Offa’s Dyke Path en wordt er van Prestatyn in het noorden zuidwaarts getrokken richting Knighton. Dit had vooral te maken met praktische overwegingen. Men geraakt in Prestatyn via een bescheiden treinreis. Eerst vanuit Brussel-Zuid naar Londen St. Pancras en vervolgens van Euston naar Prestatyn via Chester. Deze binnenlandse treinrit bestrijkt 2 uur en 40 minuten, wat in principe nog goed meevalt. Het is ideaal om alvast in te lezen over de reis en te genieten van het steeds groener en heuvelachtiger worden van het landschap.

Prestatyn: kuststadje met Victoriaanse charme

Prestatyn zelf is een van de Welshe kuststadjes die populair waren als resort in de victoriaanse periode (zoals onder andere ook Llandudno). Vandaag trekt het ook best nog wat volk aan. Met de jaren werd het echter zo populair dat er heuse holiday camps kwamen. Hoe dichter bij de zee, hoe minder charmant de huizen worden. Een kilometer verwijderd van de promenade worden de residenties al exclusiever, en aan het begin van de wandeling wordt de invloed van de victoriaanse badgast duidelijker. Om de eerste dag met volle maag en goede moed aan te kunnen vatten, overnachtten we in Prestatyn zelf, in de B&B Plas Ifan, met een mooie kamer en een goed ontbijt.

030

Bijzondere koepel met zicht op Prestatyn

Prestatyn – Rhuallt (13 km): klim en uitzicht

Na het verlaten van de zilte zeelucht en de drukte van de promenade begint meteen het echte avontuur: een stevige klim richting de Bryn Prestatyn Hillside. Het pad kronkelt tussen felgele gaspeldoorns en wuivende varens, die zich al snel tot een groene muur opstapelen. Terwijl je omhoog hijgt, wordt het uitzicht steeds indrukwekkender: het kuststadje wordt kleiner, de zee strekt zich uit tot aan de horizon en verderop rijzen de windmolens statig op in de frisse zeewind.

Na slechts vijfhonderd meter wordt duidelijk dat deze route pittiger is dan Hadrian’s Wall – geen zachte glooiingen, maar een echte klim die je benen laat voelen dat ze aan het werk zijn. Voorbij de struiken opent zich een weids landschap van levendig groene weiden, grazige velden en kleurrijke heilanden. De lucht boven je is helderblauw, en in dit moment lijkt heel Wales zich te ontvouwen: ruig, fris en vol leven.

042

Blauwe lucht, groene velden

Rhuallt – Bodfari (8 km): dieren, poortjes en smalle paadjes

Rhuallt is een piepklein dorpje met een gezellige pub en een handjevol huizen — niet echt een plek om lang te blijven hangen. Dus zetten Sara en ik onze tocht voort, het landschap in, waar de velden steeds meer worden bevolkt door koeien, schapen én onverwachte bewoners. Tot onze verrassing stonden we oog in oog met een duo nieuwsgierige alpaca’s, die ons met hun vreemde snuit en zachte gegrom bijna deden twijfelen of we wel écht in Wales waren.

058

Wales: meer dan gewoon wat schapen

Verder slingert het pad langs groene heuvels, door kleine poortjes en over stiles — die typische trapjes waarmee je muurtjes overklimt. Af en toe duikt er een charmant architectonisch detail op, zoals het knusse kerkje van St. Bueno. Dan volgt weer een klimmetje, tot het pad opeens zo dicht begroeid is met varens dat het bijna onvindbaar wordt. Met onze armen omhoog en een stevige duw hier en daar weten we ons toch een weg door de groene massa te banen.

Deze eerste kilometers blijven qua hoogteverschil nog redelijk bescheiden, maar wat Offa’s Dyke Path zo kenmerkt, is dat het voortdurend op en neer gaat — en niet via zachte bochten, maar recht omhoog en omlaag. Aan het eind van deze passage nemen we een welverdiende pauze: languit in het gras, genietend van het uitzicht en de rust om ons heen.

080

A hill with a view

Na een laatste stevige klim, waarbij onze knieën toch wel even protesteerden, volgt nog een steile klim van zo’n driehonderd meter naar onze eindbestemming: Bodfari. Deze eerste wandeldag blijft me bij als een memorabele start. De zee ligt nu achter ons, terwijl voor ons de echte uitdaging wacht: de imposante Clwydian Range.

Het eten

Zoals het zo vaak gaat met kleine dorpjes was er ook in Bodfari een beperkte keuze. Wij gingen naar The Downing Arms, alwaar wij ons naar goede gewoonte trakteerden op een hamburger en een goede pint bier. In het heengaan maakten we de fout via de nogal drukke weg te gaan, in het teruggaan konden we echter rekenen op het advies van een local, zodat we een veilige maar wel vermoeiende binnenweg konden nemen.

Het verblijf

Het vinden van een verblijf in Bodfari bleek een uitdaging. Twee B&B’s uit onze reisgids waren inmiddels gesloten, omdat de eigenaars ermee stopten. Een andere was tijdelijk dicht door het overlijden van de moeder die mee de B&B runde, en weer een ander was volgeboekt vanwege een bruiloft. Gelukkig vonden we een plekje bij Llety’r Eos Ucha, gerund door Ian Priestley (niet te verwarren met Ian Paisley…), een lokaal gemeenteraadslid met een gastvrije glimlach. De kamer? Ruim, comfortabel en precies wat we na zo’n dag nodig hadden.

Bijzonderheden

 – De ll (dubbele l) wordt in het Welsh uitgesproken als een slj waarbij je als een lama door je tanden blaast.

– Toeval wil trouwens dat ook we ook echt lama’s tegenkwamen onderweg. En toeval wil dat die het wel degelijk leuk vonden naar ons te blazen.

– De start van Offa’s Dyke Path heeft zijn eigen sculptuur dat verwijst naar zowel “het begin” als “het einde” voor elke wandelaar dus wat wils.

019

Het monument aan de start/einde van de trail

– De traditie wil dat je je schoen nat maakt in de zee en een schelp meeneemt vanuit Prestatyn en die op het einde in Severn het water ingooit.

Meer wandelingen op Offa’s Dyke Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/offas-dyke-path-dag-per-dag/

Dag 4: Chollerford – Once Brewed (21,4 km)

Chollerford

De meeste mensen die we waren tegengekomen, of het nu B&B-eigenaars of collega-wandelaars waren, herhaalden wat onze reisgids ons ook al had geleerd.  De route tussen Chollerford en Steel Rigg, voor ons reeds de vierde dag, was op papier de mooiste, maar ook de zwaarste. Het terrein zou uitdagender worden, de muur langer en de vergezichten spectaculairder. Vanwege ons gebrek aan ervaring met langeafstandswandelingen werd er met enige voorzichtigheid en zenuwachtigheid naar deze etappe gekeken. De lichte glooiingen die de voorbije dagen sporadisch de revue waren gepasseerd,  zouden vandaag veranderen in iets pittigere hoogteverschillen. De meeste wandelaars maakten gebruik van de taxiservice die de bagage van overnachtingsplaats naar overnachtingsplaats brengt. Wij kozen ervoor de rugzak, en dus het extra gewicht, de hele tijd bij ons te houden. Een extra portie spek bij het ontbijt was dus geen overbodige luxe.

Chollerford – Brocolitia Fort (5,5 km)

De dagetappe begint met een schijnbaar zielloze passage langs de drukke autoweg. Schijnbaar, want niet alleen passeer je een huis met de twee meest levensechte standbeelden van een leeuw die je ooit zult zien, maar ook valt je oog op de vierkantshoeve die er eerder uitziet als een grillig gevormd kasteel. Dat Chollerford geen plek voor sukkelaars is, was al langer duidelijk. De moderne beschaving zou echter snel achter ons worden gelaten, en hoe dieper we de velden intrekken, hoe meer en meer het landschap op en neer gaat. Na enkele kilometers geploeter in weiden en velden, arriveer je in Black Carts, waar een flinke portie muur op je wacht. Maar voor even moet de bestaansreden van onze wandelroute naar de achtergrond verschoven worden. Enkele honderden meters verder bevindt zich namelijk een kalksteenkerkhof. De Romeinen hadden het blijkbaar niet onder de markt met deze kolossen. Gefrustreerd door het  vruchteloze hak- en kapwerk, dumpten ze de rotsen op deze plek. Limestone corner was eveneens het meest noordelijke punt van het Romeinse rijk!

DSC04436

Romeinse luiheid

Brocolitia Fort – Housesteads (8,6 km)

De tweede passage begint aan Brocalitia Fort. Het fort zelf ziet er voor het ongeoefende oog niet anders uit dan diegene die reeds gepasseerd zijn of nog moeten passeren. Blikvanger hier is in feite de kleine tempel gewijd aan Mithras. Het Mithraïsme was een oosterse godsdienst die zeer succesvol was bij Romeinse soldaten. De tempel, een mithraeum genoemd, bestaat hier uit enkele altaren en een klein standbeeld van Mithras. Het betreffen hier echter afgietsels, aangezien de originele exemplaren zich in een museum in Newcastle bevinden, waar weer en wind geen verdere schade kunnen aanrichten. Hoewel het terrein beetje bij beetje grilliger wordt, zijn er toch meer wandelaars te bespeuren. Brocolitia Fort is namelijk een traditionele startplaats voor dagjestoeristen die de geneugten van Hadrianus’ meesterwerk willen ontdekken. Het is namelijk hier dat de crags beginnen, kliffen en heuvels à la King’s Hill en Kennel Crags, waar de muur vaak nog intact is gebleven. Reeds 14 km hebben we achter de kiezen als we aan Housesteads aankomen. Vanaf daar wordt het pas echt zwaar voor de beginner-wandelaar, maar ook echt indrukwekkend.

DSC04438

Tempel van Mithras

DSC04455

Another brick in the wall

Housesteads – Steel Rigg (Once brewed) (7,3 km)

In Housesteads kan je het gelijknamige fort bezoeken. Gezien de pijnlijke voeten en de wil om op tijd in de youth hostel te geraken, lieten wij het museum links liggen en maakten ons gereed voor de laatste 7 km van deze mooie maar uitdagende dag. Het klimmen en dalen begint vanaf hier zo’n proporties aan te nemen dat de stenen trappen welgekomen zijn. Het laatste stuk was zowel letterlijk als figuurlijk adembenemend. De voetkussens begonnen pijn te doen, de kuiten stonden gespannen en de schouders dreigden te begeven onder het gewicht van de klotsende rugzak. Na wat pittig klim- en daalwerk en een pittoreske wandeling over de Highshield crags, een klein bang momentje voor mensen die echt hoogtevrees hebben, wacht de uitgeputte wandelaar nog een laatste verrassing, de cat stairs. De afdaling is al steil genoeg voor de gemiddelde wandelaar, de vermoeide voeten en het extra gewicht van de rugzak doen de rest. Een kilometer later bereikten we moe maar tevreden onze youth hostel.

DSC04486

Over the hill and far away

SycamoreGap

Het mooiere klimwerk

Het eten

Meteen na de aankomst in de youth hostel trakteerden we onszelf op enkele oreo’s. Het hoofdgerecht was een simpele doch smaakvolle hamburger met frietjes. Sara nam de vegetarische variant, maar was niet bijster enthousiast (al kon dat even goed vanwege de vermoeidheid zijn).

Het verblijf

YHA Once Brewed werd in gebruik genomen in 1934 en is daarmee een van de oudste hostels van de YHA in het Verenigd Koninkrijk. De accommodatie is bij wijlen wat rustiek. Vooral de doucheruimte is niet wat we gewend zijn van de B&B’s, maar het is ook niet geheel onlogisch. De eetruimte heeft dan weer veel weg van een goede, ouderwetse schoolkantine. Het geheel is echter sferisch.

Bijzonderheden

-Dichtbij de tempel van Mithras vind je ook de rudimentaire restanten van een waterput, gewijd aan de Keltische godin Coventina. Bij de opgravingen werden 22 altaren en 16000 Romeinse munten opgegraven.

– Op onze laatste rustplaats, Sycamore Gap, staat een, verrassing, sycamore tree. Deze werd echter wereldberoemd door de film Robin Hood: Prince of Thieves met Kevin Costner.

– Het stuk muur vanaf Housesteads wordt vaak “Clayton wall” genoemd, naar de archeoloog John Clayton, die dit stuk muur kocht en restaureerde, hoewel hij afweek van de werkwijze van de Romeinen.

– Een stuk muur tussen Housesteads en Steel Rigg werd in 2004 zwaar beschadigd nadat een groep van 800 Nederlandse bankiers bij wijze van teambuilding gedurende 6 kilometer op de restanten van de muur hebben gewandeld.

– Once Brewed & Twice Brewed worden beide gebruikt voor het kleine dorpje. Wie van het oosten komt ziet een bord met ‘Once Brewed’, kom je uit het westen dan zie je ‘Twice Brewed’

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9