Offa’s Dyke Path: Een korte samenvatting

294

Offa’s Dyke aan de linkerkant (heroverd door de natuur)

De wat van wie?

Net als de muur van Hadrianus volgt Offa’s Dyke Path een historische grens. Koning Offa was van 757 tot 796 koning van Mercia, een van de verschillende koninkrijken die Engeland op dat moment kende. Mercia grensde aan de Welshe koninkrijken, voornamelijk Powys en Gwent. Ook al is het niet geweten in welke mate Offa verantwoordelijk was voor de gehele dyke, wordt het wel gelinkt aan zijn regeerperiode. We weten dus al wie Offa was, maar wat met die dyke?

De dyke was een aarden muur, op vele plaatsen ongeveer 20 meter breed en tot 3 meter hoog. Het vertrok bovenaan aan de Ierse zee en kwam onderaan uit in het Bristol Channel. Het gehele traject was ongeveer 240 km lang, maar omdat ook hier gebruik werd gemaakt van natuurlijke barrières zou er ongeveer zo’n 130 km echt gebouwd zijn. Volgens sommige theorieën zou het in zijn geheel of gedeeltelijk al enkele eeuwen voor Offas regeerperiode gebouwd zijn, maar daar is geen historische consensus over. In ieder geval volgt de grens tussen Engeland en Wales ook vandaag nog grotendeels deze lijn, ook al is de dyke zelf met de jaren op de meeste plaatsen verdwenen.

Een wandelroute?

Offa's dyke 1

Halfweg de trail

Offa’s Dyke Path is net zoals Hadrian’s Wall Path een van de national trails die in Engeland, Schotland en Wales te vinden zijn. Het hele traject is 285 kilometer. Het vertrekt bovenaan in Prestatyn, aan de Ierse zee, en meandert tussen Engeland en Wales. Achtereenvolgens passeer je de Clwydian Range, de Shropshire hills en de Black mountains in de Brecon Beacons, waar het hoogste punt van de trail, op ongeveer 800 meter, te vinden is. Het werd officieel “geopend” in 1971. Het is een gevarieerde en uitdagende wandelroute, waar mooie natuur afgewisseld wordt met enkele boeiende steden in Wales en Engeland.

Deze blogreeks zal, net zoals bij Hadrian’s Wall Path de dagetappes in kaart brengen, met enkele interessante bezienswaardigheden en een focus op bed en brood. Het moet wel meteen gezegd dat wij iets meer dan de helft van deze route hebben gedaan, met beginpunt in Prestatyn en eindpunt in Knighton, goed voor 156 van de 285 kilometers. Voor de reis zelf deden wij opnieuw beroep op de Trailblazer guide, alsook de Cicerone-gids, al is deze laatste beschreven van zuid naar noord en is het dus wat moeilijker om te gebruiken in functie van navigatie. De route zelf is, los van een welbepaald punt, echter goed aangegeven door de gekende pijlen en eikelsymbolen van de national trails.

Dag 8: Carlisle – Bowness-on-Solway (24 km)

Carlisle

De laatste dag was de derde die boven de 20 km ging. Wat we niet wisten, het was toen voor ons nog het pre-smartphone tijdperk, was dat er een code oranje was afgekondigd voor wind. Dat hebben we pas ontdekt na de wandeling, al was het ons opgevallen dat er heel weinig mensen op baan waren. Deze dag stond in het teken van de derde opeenvolgende rivier. Na de Irthing en de Eden was daar nu de Solway, die uitmondt in de Ierse Zee. Bowness-on-Solway was dan ook een perfecte afsluiter van deze mooie wandelreis.

Carlisle – Burgh-By-Sands  (13,1 km)

Het pad volgt nog een tijdje de Eden, in een groene, boomrijke omgeving. Na een passage met een imposante negentiende eeuwse spoorwegbrug en wat weilanden, was er een kleine omweg nodig. De route richting Beaumont was ontoegankelijk vanwege een grondverzakking en dus moest er de iets minder aangename weg worden genomen. Beaumont zelf is een klein dorpje met een charmant kerkje, zoals er al enkelen gepasseerd zijn. Na het verlaten van het dorpsplein volgt even een natte passage, maar enkele kilometers verder kom je aan in Burgh-By-Sands.

DSC04682

Richting eindmeet

Burgh-By-Sands – Bowness-on-Solway (10,9 km)

In Burgh-By-Sands volgt de passage waar je de getijden in de gaten moet houden. Bij hoogtij kan de weg onder water lopen en moet je, net zoals de koeien, in de hogergelegen weide gaan lopen. Hoewel we dachten alles goed uitgeplozen te hebben, bleek het water toch sneller op te rukken, vooral omdat de 5 km in rechte lijn redelijk vermoeiend was door de zware tegenwind. Het feit dat we deze afstand in een sneltempo hebben afgelegd, zorgde er wel voor dat we uitgeput in het kleine Drumburgh aankwamen. Vabdaar is het nog een uurtje en half naar Bowness-on-Solway en het eindpunt van Hadrian’s Wall Path.

DSC04692

Code Oranje

Bowness-on-Solway

Aan het einde van de reis staat er een bordje met “End of Hadrian’s Wall Trial”. Helaas had de vriendelijke jongeheer die we hadden gevraagd een foto van ons bij het vermelde bordje te trekken niet door dat dat de bedoeling was. Maar we hebben de finish dus wel degelijk gehaald.

DSC04723

Het eten

Bowness-on-Solway heeft in feite ook een pub, die ook nog eens simpelweg The King’s Arms heet. Britser kan het bijna niet. Omdat het niet altijd hamburger moet zijn, nam ik heerlijke lamskroon, terwijl Sara ging voor gekruide kip.

Het verblijf

Shoregate House is een gezellige B&B met een zeer moederlijke gastvrouw, die Sara bij aankomst, toegegeven ze zag er wat bleekjes uit, overladen heeft met “Are you sure you are ok, sweetie?” In ieder geval was de kamer ruim en was er zicht op zee, iets wat na acht dagen vertoeven in de glooiende heuvels van het land van de muur van Hadrianus niet misstaat.

Bijzonderheden

– Edward I Longshanks overleed in Burgh by Sands.

Dag 7: Newtown – Carlisle (19 km)

Newtown

Er was geen reden om al te lang te blijven dralen in Newton. Na het lekkere ontbijt (met eitjes van de kippen van de eigenaars) is het vanuit Irthington nog een dikke kilometer omhoog opnieuw op het pad te geraken. En vanaf daar is het een rustige dag langs de oevers van de Eden.

Newtown – Crosby-on-Eden (9 km)

Dag 7 is niet echt een overgangsetappe, hoewel je het gevoel kan krijgen dat er toch minder te zien is dan op andere dagen. Het eerste deel van de reis gaat langs een vallum en door weiden, maar los van het mooie groene gras is er niets dat echt in het oog springt. Het kleine plaatsje Crosby-on-Eden is er ook enkel om gewoon door te wandelen, hoewel het kleine kerkje nog best mag gezien worden.

DSC04635

Daar zijn die wolken weer.

Crosby-on-Eden – Carlisle (10 km)

Gelukkig is het tweede deel iets aangenamer, vooral omdat je daar de waterloop van de Eden volgt. En mensen die mij kennen weten dat ik een zwak heb voor waterloopjes en dat is hier niet anders. Naast de mooie natuur zijn er nog twee opvallende architecturale points of interests. Linstock castle is een voormalig Normandisch kasteel, dat ten dele is blijven rechtstaan en waar in de loop van de eeuwen een boerderij aan gebouwd werden. Rickerby estate werd ons in onze reisgids dan weer aangekondigd als een victoriaans landhuis met veel folietjes. Helaas was het verstopt achter een resem struiken en bomen en was enkel het torentje en het wachtershuis te zien. Na een kleine wandeling langsheen een sportcentrum kom je aan in Carlisle.

DSC04644

Een waterloopje en wat water uit de hemel

Carlisle

Wie in Carlisle is moet zeker Tullie House & Museum bezoeken. Ten eerste heeft het een uitgebreide collectie voorwerpen uit de Romeinse tijd, met een educatieve en eigentijdse vormgeving. Ten tweede worden ook andere interessante momenten in de geschiedenis aangeboord. Zo kom je meer te weten over de plunderbendes die de zogenaamde Border Area onveilig maakten of de opkomst van Carlisle in de industriële context. Verder is Carlisle een stadje waar je mooie negentiende eeuwse gebouwen en een kasteel uit de twaalfde eeuw kan zien, maar waar voor het overige niet zoveel opzienbarends te beleven valt. Het is wel ideaal om nog wat geld af te halen, aangezien geldautomaten een zeldzaamheid zijn in de kleine dorpjes langs de muur.

DSC04673

Het eten

Wandelen op de Britse eilanden is heel fijn, zeker als je historicus en/of anglofiel bent. Het enige nadeel is dat je doorgaans qua voeding nogal in hetzelfde vaarwater blijft (lees frietjes met hamburger of fish & chips). Carlisle bood als stad (toch 75000 inwoners) wel meer mogelijkheden. Omdat we onze zinnen hadden gezet op een Italiaanse restaurant gingen we naar La Mezzaluna. De bediening was er heel vriendelijk (ze namen er ons ondanks het feit dat het eigenlijk volgeboekt was toch nog ergens tussen), het eten was degelijk.

Het verblijf

Cornerhouse guesthouse is waarschijnlijk van alle verblijfplaatsen de minste. Het is degelijk, maar er is redelijk veel straatlawaai en ook de kamers waren wat afgeleefder. Vanuit een of andere vreemde insteek had ik ook gekeken dat het dicht bij het station lag, wat feitelijk irrelevant was, aangezien de wandelroute zelf Carlisle links liet liggen en we dus de volgende dag ook nog 45 minuten extra moesten wandelen. Wat op de schaal der dingen nu ook weer niet zo’n probleem was.

Bijzonderheden

Volgens Morrissey was er ook panic in the streets of Carlisle, in het gelijknamige nummer van The Smiths.

Dag 6: Gilsland – Newtown (17 km)

Gilsland

Ook de zesde dag blijft onder de 20 km. Het zwaartepunt qua authentieke stukken muur ligt duidelijk bij dag 5 en dag 6. Toch zijn ook hier nog enkele prominente Romeinse restaten, alsook een priorij met een groot verleden. Het landschap glooit wat zachter, maar dezelfde ingrediënten passeren de revue. Er zijn boerderijen, muren met trapladders, schapen, koeien en groene landschappen. Gelukkig wou de zon ook mee.

Gilsland – Birdoswald (3,2)

Al meteen na het verlaten van Gilsland volgt een eerste beloning. Eerst is er Poltross Burn, ofte milecastle nr. 48, goed bewaard en scenisch gepositioneerd aan de voet van de heuvel, waardoor het ook nog een bijzonder uitzicht  heeft. Vervolgens kom je aan een nieuw stukje excellent bewaarde muur en waarschijnlijk het beste voorbeeld van een muur waarbij de smalle muur op de brede fundering werd gebouwd. Verder gaat het via een brug over de Irthing, de eerste van drie rivieren, en een steil klimmetje naar Birdoswald, een Romeins fort met onder andere ook een graanschuur. Aangezien wij een andere historische zijuitstap hadden gepland, hielden wij het bij piepen over het muurtje/de Muur.

DSC04588

Brede funderingen, smalle muur

Birdoswald – Walton (11,2)

Niet veel later nadat je Birdoswald fort gepasseerd bent, kan je namelijk even van de weg gaan richting Lanercost Priory. De priorij werd gebouwd in de 12de eeuw door een van de nieuwe Normandische heersers. Doorheen de jaren verbleven hier enkele grote namen zoals Edward I, die hier een tijdje ziek lag, en Robert de Bruce. Aangezien het dicht bij de Schotse grens lag, kwamen er ook vaak plunderaars over de vloer. In 1538 geraakte het echter in onbruik vanwege Hendrik VIII zijn anti-katholiek beleid, vooral vanuit een oogpunt om de schatkist zo veel mogelijk te spijzen. Ondanks het feit dat het dak er letterlijk afging, is het vandaag nog mooi bewaard en zeker de moeite waard. Ondertussen passeert de route nog in Banks en Walton, twee weinig bijzondere plekjes. Net voor Walton verschijnt het laatste stukje muur van de hele route.

DSC04617

De priorij, zonder dak

Walton – Newtown (3,2 km)

Het stuk tussen Walton en Newtown bestaat voornamelijk uit weilanden, waarbij de enige afwisseling ligt in het feit dat de ene weide schapen heeft en de andere koetjes en kalfjes. Het betekent ook wel dat het makkelijk wandelen is. Newtown zelf is een klein dorpje. Op het moment van aankomst was hier een of andere feest of toernooi bezig op de village green. Het is dus het soort dorpje waar je oud en nieuw nog samen op het plaatselijke grasplein krijgt. En dat is ook best fijn.

DSC04627

Koetjes en kalfjes

Het eten

Omdat we in Irthington verbleven en de enige pub daar al volgeboekt was, hadden we gelukkig de mogelijkheid om als plan B gebruik te maken van de cafetaria aan Lanercost Priory. Niet dat dat dé culinaire ervaring van de reis was, maar een volledige dag overleven op enkel parovitas en cheddar is misschien net ietsje te veel van het goede.

Het verblijf

Vallum Barn B&B is in Irthington, ongeveer een km verwijderd van het pad (dalend in het heengaan en dus, logischerwijs de volgende dag stijgend). Het is een heel nette B&B, waar je hartelijk verwelkomd wordt door de eigenaars, met thee en cakes. De kamer is ruim en de faciliteiten super, net als het ontbijt en de packed lunches die je naar eigen goeddunken kunt samenstellen. Het enige nadeel is dus dat Irthington wat moeilijk is qua eetgelegenheden.

Bijzonderheden

– Dat de schapen aan Lanercost Priory ijdel zijn, bewijst volgende foto.

DSC04604

– In de buurt van Walton is er een stukje wachttoren dat in de grond gezonken lijkt.

Dag 5: Once Brewed – Gilsland (14,5 km)

Once Brewed

De vorige dagetappe had gelukkig niet te veel schade aangericht. Geen al te stramme spieren, geen bijkomende wonden aan de voeten en geen deuk in de motivatie. Na de zwaarste etappe van de hele reis stond nu een overgangsdag op het menu. Niet te lang, niet te moeilijk. Northumberland (je herkent ongetwijfeld, indien je wat vertrouwd bent met de oorspronkelijke zeven Engelse koninkrijken, Northumbria) werd ook verlaten voor Cumbria. Het is in dit graafschap waar het Lake District zich bevindt, hoewel een wandeling langs de muur van Hadrianus je noordelijk houdt. De bestemming was Gilsland, een klein, slaperig dorpje dat overleeft bij gratie van Wall-toerisme.

Once Brewed – Cawfields quarry (3 km)

De vijfde dag begint waar de vierde geëindigd is, in hetzelfde glooiende landschap. Het is hier dat op 345 meter het hoogste punt van de hele route wordt bereikt, op de Winshield Crag. Een fotomoment werd ons echter niet gegund. Op deze bescheiden top stond een groep Duitsers met een zeer praatgrage gids die wat deed denken aan Claude François. Dit is ook het land van mythen en legenden, met onder andere passages langs Bogle Hole (Goblin’s Hollow) en Bloody Gap. Een mens kan enkel vermoeden wat er hier doorheen de geschiedenis gebeurd is. Het op- en neergaan van het landschap vermindert hierna. Op het vlak van wat de natuur vermag is het eventjes uitkijken naar Cawfields quarry, een voormalige groeve die nu onder water staat en daardoor een oase van rust en voor eenden is geworden.

DSC04544

Cawfields quarry

Cawfield quarry – Thirlwall Castle (5,5 km)

Ook de passage na de groeve bevat nog wat Romeinse architectuur, onder andere aan het Great Chesters fort, waar eveneens een restant van een altaar te vinden zou zijn. Ondanks verwoede pogingen om dit altaar te lokaliseren, konden we niet met zekerheid zeggen naar welke hoop stenen we moesten kijken. Ook de volgende paar kilometers, langsheen de Walltown Crags, bieden nog aan wat je van een Hadrian’s Wall Path kunt verwachten. Even later passeer je een brug die de grens tussen Northumbria en Cumbra aangeeft.

Eens Cumbria ingetrokken verandert het landschap enigszins. De ruige crags worden ingeruild voor velden, weiden en akkers, hoewel het pad nog wel wat op en neer kan gaan. Naast al het natuurlijke schoons is er ook wat entertainment voor de historici. Thirlwall Castle is vandaag een ruïne. Dit komt gedeeltelijk omdat het gebouwd werd met stenen die eigenlijk te klein waren om de constructie te ondersteunen. Daarnaast was het ook het podium van diverse conflicten doorheen de geschiedenis. Edward I “Longshanks” was een van de prominente historische figuren die hier verbleven, in 1306, op weg naar Burgh-by-Sands, een plek waar de wandelroute nog passeert.

DSC04569

Thirlwall Castle, zonder dwerg

Thirlwall Castle – Gilsland (6 km)

Na de ruïne is het beste van de dag alweer gepasseerd. Je wandelt nog even langs een spoorlijn, een stukje muur en een vallum, om al snel aan te komen in het kleine Gilsland, dat niettemin goed in staat is om de wandelaar te verwennen. Het aanzicht van het dorpje, dat in feite bestaat uit een straat of vijf, komt ook geen seconde te vroeg, aangezien na het inchecken de hemelsluizen prompt werden geopend. Vanuit de comfortabele kamer in de Samson Inn, tijdens het drinken van een warme chocomelk, heeft zelfs dat iets pittoresk. Of was het subliem?

DSC04574

Onheilspellende wolken

Het eten

Waarschijnlijk krijgen we in het kleine Gilsland, goed voor 400 inwoners en 400.000 bezoekers, het beste eten van de hele reis voorgeschoteld. In The Samson Inn neemt Sara een risotto met halloumi en ikzelf zalmcakes. Het is haast ongelofelijk dat in een klein dorpje als dit zo’n hoogstaande culinaire ervaring kan gevonden worden, met dank aan de muur van Hadrianus.

Het verblijf

The Samson Inn is zelf ook een aangename plek om te verblijven, zeker na het plotse stormweer dat over ons neerdaalde. De regendouche is, ietwat ironisch, zalig. Een nette kamer en het bijhorende uitstekende restaurant zorgen ervoor dat we tevreden zijn van onze keuze. Gilsland telt namelijk 3 B&B’s met een goede reputatie.

Bijzonderheden

– De legende van Thirlwall castle wil dat er in het kasteel vroeger een gouden tafel stond. Bij een raid van een vijandige clan, nam een dwerg de tafel en sprong ermee in de waterput, om deze veilig te stellen. De waterput, de tafel en de dwerg zijn voorlopig nog niet gevonden.

– Halloumi bestaat meestal uit schapen- en geitenkaas. Door het hoge kookpunt smelt het niet, zoals andere kazen. Het is dan ook heel lekker als vleesvervanger bij pasta’s, risotto of couscous.

Dag 4: Chollerford – Once Brewed (21,4 km)

Chollerford

De meeste mensen die we waren tegengekomen, of het nu B&B-eigenaars of collega-wandelaars waren, herhaalden wat onze reisgids ons ook al had geleerd.  De route tussen Chollerford en Steel Rigg, voor ons reeds de vierde dag, was op papier de mooiste, maar ook de zwaarste. Het terrein zou uitdagender worden, de muur langer en de vergezichten spectaculairder. Vanwege ons gebrek aan ervaring met langeafstandswandelingen werd er met enige voorzichtigheid en zenuwachtigheid naar deze etappe gekeken. De lichte glooiingen die de voorbije dagen sporadisch de revue waren gepasseerd,  zouden vandaag veranderen in iets pittigere hoogteverschillen. De meeste wandelaars maakten gebruik van de taxiservice die de bagage van overnachtingsplaats naar overnachtingsplaats brengt. Wij kozen ervoor de rugzak, en dus het extra gewicht, de hele tijd bij ons te houden. Een extra portie spek bij het ontbijt was dus geen overbodige luxe.

Chollerford – Brocolitia Fort (5,5 km)

De dagetappe begint met een schijnbaar zielloze passage langs de drukke autoweg. Schijnbaar, want niet alleen passeer je een huis met de twee meest levensechte standbeelden van een leeuw die je ooit zult zien, maar ook valt je oog op de vierkantshoeve die er eerder uitziet als een grillig gevormd kasteel. Dat Chollerford geen plek voor sukkelaars is, was al langer duidelijk. De moderne beschaving zou echter snel achter ons worden gelaten, en hoe dieper we de velden intrekken, hoe meer en meer het landschap op en neer gaat. Na enkele kilometers geploeter in weiden en velden, arriveer je in Black Carts, waar een flinke portie muur op je wacht. Maar voor even moet de bestaansreden van onze wandelroute naar de achtergrond verschoven worden. Enkele honderden meters verder bevindt zich namelijk een kalksteenkerkhof. De Romeinen hadden het blijkbaar niet onder de markt met deze kolossen. Gefrustreerd door het  vruchteloze hak- en kapwerk, dumpten ze de rotsen op deze plek. Limestone corner was eveneens het meest noordelijke punt van het Romeinse rijk!

DSC04436

Romeinse luiheid

Brocolitia Fort – Housesteads (8,6 km)

De tweede passage begint aan Brocalitia Fort. Het fort zelf ziet er voor het ongeoefende oog niet anders uit dan diegene die reeds gepasseerd zijn of nog moeten passeren. Blikvanger hier is in feite de kleine tempel gewijd aan Mithras. Het Mithraïsme was een oosterse godsdienst die zeer succesvol was bij Romeinse soldaten. De tempel, een mithraeum genoemd, bestaat hier uit enkele altaren en een klein standbeeld van Mithras. Het betreffen hier echter afgietsels, aangezien de originele exemplaren zich in een museum in Newcastle bevinden, waar weer en wind geen verdere schade kunnen aanrichten. Hoewel het terrein beetje bij beetje grilliger wordt, zijn er toch meer wandelaars te bespeuren. Brocolitia Fort is namelijk een traditionele startplaats voor dagjestoeristen die de geneugten van Hadrianus’ meesterwerk willen ontdekken. Het is namelijk hier dat de crags beginnen, kliffen en heuvels à la King’s Hill en Kennel Crags, waar de muur vaak nog intact is gebleven. Reeds 14 km hebben we achter de kiezen als we aan Housesteads aankomen. Vanaf daar wordt het pas echt zwaar voor de beginner-wandelaar, maar ook echt indrukwekkend.

DSC04438

Tempel van Mithras

DSC04455

Another brick in the wall

Housesteads – Steel Rigg (Once brewed) (7,3 km)

In Housesteads kan je het gelijknamige fort bezoeken. Gezien de pijnlijke voeten en de wil om op tijd in de youth hostel te geraken, lieten wij het museum links liggen en maakten ons gereed voor de laatste 7 km van deze mooie maar uitdagende dag. Het klimmen en dalen begint vanaf hier zo’n proporties aan te nemen dat de stenen trappen welgekomen zijn. Het laatste stuk was zowel letterlijk als figuurlijk adembenemend. De voetkussens begonnen pijn te doen, de kuiten stonden gespannen en de schouders dreigden te begeven onder het gewicht van de klotsende rugzak. Na wat pittig klim- en daalwerk en een pittoreske wandeling over de Highshield crags, een klein bang momentje voor mensen die echt hoogtevrees hebben, wacht de uitgeputte wandelaar nog een laatste verrassing, de cat stairs. De afdaling is al steil genoeg voor de gemiddelde wandelaar, de vermoeide voeten en het extra gewicht van de rugzak doen de rest. Een kilometer later bereikten we moe maar tevreden onze youth hostel.

DSC04486

Over the hill and far away

SycamoreGap

Het mooiere klimwerk

Het eten

Meteen na de aankomst in de youth hostel trakteerden we onszelf op enkele oreo’s. Het hoofdgerecht was een simpele doch smaakvolle hamburger met frietjes. Sara nam de vegetarische variant, maar was niet bijster enthousiast (al kon dat even goed vanwege de vermoeidheid zijn).

Het verblijf

YHA Once Brewed werd in gebruik genomen in 1934 en is daarmee een van de oudste hostels van de YHA in het Verenigd Koninkrijk. De accommodatie is bij wijlen wat rustiek. Vooral de doucheruimte is niet wat we gewend zijn van de B&B’s, maar het is ook niet geheel onlogisch. De eetruimte heeft dan weer veel weg van een goede, ouderwetse schoolkantine. Het geheel is echter sferisch.

Bijzonderheden

-Dichtbij de tempel van Mithras vind je ook de rudimentaire restanten van een waterput, gewijd aan de Keltische godin Coventina. Bij de opgravingen werden 22 altaren en 16000 Romeinse munten opgegraven.

– Op onze laatste rustplaats, Sycamore Gap, staat een, verrassing, sycamore tree. Deze werd echter wereldberoemd door de film Robin Hood: Prince of Thieves met Kevin Costner.

– Het stuk muur vanaf Housesteads wordt vaak “Clayton wall” genoemd, naar de archeoloog John Clayton, die dit stuk muur kocht en restaureerde, hoewel hij afweek van de werkwijze van de Romeinen.

– Een stuk muur tussen Housesteads en Steel Rigg werd in 2004 zwaar beschadigd nadat een groep van 800 Nederlandse bankiers bij wijze van teambuilding gedurende 6 kilometer op de restanten van de muur hebben gewandeld.

– Once Brewed & Twice Brewed worden beide gebruikt voor het kleine dorpje. Wie van het oosten komt ziet een bord met ‘Once Brewed’, kom je uit het westen dan zie je ‘Twice Brewed’

 

Dag 2: Heddon-on-the-wall – East Wallhouses (10,5 km)

Heddon-on-the-wall

Dag 1 had ons, mede vanwege een gebrekkig oriëntatievermogen, uiteindelijk een dagtocht van 27 km opgeleverd. Aangezien de Hadrian’s Wall Trail onze eerste langeafstandswandeling was, hadden we met het oog op een mogelijks slecht recuperatievermogen besloten om op dag 2 meteen een gezapige overgangsetappe in te lassen. Van Heddon-on-the-Wall naar East Wallhouses (toponiemen met Wall zijn in trek) is het uiteindelijk maar 10,5 km. Het gaf ons de mogelijkheid om wat langer te slapen en rustig van het uitgebreide ontbijt te genieten.

We hadden bijgevolg tijd genoeg om ons eerste stuk muur de nodige aandacht te schenken die het verdient. Het is namelijk een half mirakel dat er restanten van die lengte op deze plek te vinden zijn. In de meest bevolkte gebieden gebruikte de lokale bevolking de stenen namelijk voor het bouwen van huizen, kerken en andere constructies. Ook is de drukke B6528, die een hele tijd parallel zal lopen met de wandelroute, maar enkele meters van deze site verwijderd. Enkele eeuwen daarvoor liep de Military Road hier, die een snelle verbinding tussen Newcastle en Carlisle moest verzekeren. Het zijn allemaal factoren die er op andere plekken voor zorgden dat er niets van archeologische waarde overbleef.

Hier is echter een stuk muur met een lengte van maar liefst 125 meter te vinden. Het is ook bijzonder omdat het een beeld schept van hoe de Romeinen de muur aanvankelijk vorm wouden geven. In Heddon-on-the-Wall vindt men namelijk brede funderingen én een brede muur. Door het extra werk dat dit opleverde werd hier na een tijdje van afgestapt. Op andere plekken kan men dit zien doordat een smalle muur op brede funderingen werd gebouwd. Er is hier eveneens een restant van een oven, waarschijnlijk bijgebouwd in de vroege middeleeuwen. Het heeft letterlijk wat voeten in de aarde gehad, maar dag 2 begon meteen met een historische sensatie.

DSC04296

Het eerste “stukje” muur

Heddon-on-the-Wall – Harlow Hill (6,6 km)

De urbane industrie- en recreatieterreinen lagen vanaf dag 2 finaal achter ons. Nu waren het weiden, akkers en glooiingen die het landschap domineerden. Dit betekende ook meteen dat we konden rekenen op het gezelschap van schapen, veel schapen. Doorgaans zijn deze aimabele dieren schichtig en is het aaien ervan een heuse opgave. De schapen in Heddon-on-the-Wall en omstreken bleken echter zeer sociaal en hun vertrouwen in de wandelaars oneindig. Een schaap probeerde zelfs verlekkerd wat zonnecrème op te likken. Misschien was het gewoon een gekke kudde. Onze ontmoeting met de sociale, licht psychotische dieren vond plaats op de site van Vindovala. Van het fort zelf is niet veel te zien. De grond is in het bezit van de gemeente, maar plannen om de site op te graven zijn er voorlopig nog niet.

DSC04303

Romeins fort, Engels schaap en Oudenaardse deerne

Harlow Hill – East Wallhouses (3,9 km)

Vanaf Harlow Hill, met het gedeeltelijk uit Hadrian’s wall-stenen opgetrokken kerkje, is het nog maar een kleine 4 km naar de eindbestemming van de dag, het illustere East Wallhouses met de befaamde Robin Hood Inn. De volgende noemenswaardige tussenstop is het Witthledene Reservoir’s Great North Lake. Door een continue wateraanvoer vriest dit meer zelden toe, waardoor het het hele jaar door een aanrader is voor vogelspotters. Het waterreservoir en natuurreservaat huisvest 190 soorten vogels, herten, marters, wolmuizen, eekhoorns en nog talrijke andere dieren. Sara en ik zagen… 2 zwanen. Het is echter wel een gezellige plek om te picknicken. Een goede kilometer verder bevindt zich reeds de eindbestemming van de dag, East Wallhouses, met de Robin Hood Inn én de Vallum Farm.

DSC04315

A picknick with a view

Het eten

We aten in de Robin Hood Inn. Ikzelf nam de heerlijke chicken breast, gerold in ham met geitenkaas en chorizo. Toegegeven, het is niet meteen kost dat je in de gemiddelde Vlaamse brasserie op de kaart zou terugvinden. Sara opteerde voor een klassiekere, maar daarom niet minder lekkere pastaschotel. Het hoofdgerecht was zeer te pruimen, vooral met een goede pint lokaal bier. Het voorgerecht was echter iets minder succesvol. De pepertjes waren simpelweg in stukken gehakt, zonder pitjes te verwijderen. Geen enkele dipsaus is tegen zulks pikant salvo bestand.

Het verblijf

De Robin Hood Inn is voor Hadrian’s hikers haast even monumentaal als de muur zelf. De roots van de pub liggen in 1752. Het heeft dan ook alles en meer dan wat je van dit soort historisch etablissement kunt verwachten, zoals een rustiek interieur, veel bier en een leuke naam met dito uithangbord. De kamer was relatief rudimentair, maar zeer ruim.

Bijzonderheden

– Henry Stedman, auteur van onze reisgids, was over weinig zaken zo duidelijk als over de kwaliteit van de lemon drizzle cake in Vallum Farm. Hij beschreef deze als volgt:

As for the food, I can personally recommend the scones, and it can only be a matter of time before hymns are being written and sung in praise of their lemon drizzle cake.

Toegegeven. De Lemon drizzle cake van Vallum Farm was zeer lekker.

 

 

Hadrian’s Wall Path: Een korte samenvatting

De wat van Hadrianus?

De Romeinen slaagden er in om een succesvolle invasie van de Britse eilanden te organiseren. Maar daar waar de greep en invloed op het zuidelijke deel van het land relatief eenvoudig werd geconsolideerd, lagen de zaken in het noorden anders. De wilde stammen in Caledonië, het huidige Schotland, waren allesbehalve welwillend en talrijke militaire campagnes later moesten de Romeinen constateren dat het gebied er een van onrust en continue dreiging bleef. Domitianus was de eerste keizer die door middel van het opleggen van een grens probeerde om de Romeinse bezittingen in Engeland veilig te stellen. Deze afbakening lag oorspronkelijk hoger, tot zelfs aan de voet van de Highlands, maar door het systematisch terugtrekken van Romeinse troepen, werd steeds zuidelijker afgezakt.

Trajanus besloot nog verder geografisch te zakken, zodat de grens de belangrijke handelsroute tussen Corstopitum (Corebridge) en Luguvalium (Carlisle) zou beschermen. Hij gebruikte deze barrière ook als een lanceerplatform voor nieuwe aanvallen tegen de verschillende stammen. Hadrianus, zijn opvolger, had vooral defensieve intenties. Hij koos ervoor om de grenzen te versterken met het bouwen van een muur, die verder reikte dan de Stanegate-handelsroute. De ambitie van de keizer was om van de ene kust naar de andere te gaan. De bouw begon in 122 na Christus.

De muur zelf was op de meeste plekken zes meter hoog en drie meter dik en het materiaal en de kwaliteit was vaak afhankelijk van de plaats waar een bepaald stuk gebouwd werd. Aan de noordzijde van de muur werd eveneens een gracht gegraven die het de Caledoniërs extra moeilijk moest maken om de muur, en dan vooral de overzijde, te bereiken. Op sommige plekken werd deze gracht vervangen door natuurlijke barrières, zoals de kliffen in het middelste gedeelte van de grenslijn. Er werden ook 80 milecastles gebouwd, met een voorziene capaciteit van 32 soldaten, met daartussen telkens twee uitkijktorens. Later werden er ook nog 16 forten aan toegevoegd, waar ruimte was voor 500 tot 1000 man.

Aan de zuidelijke kant werd enkele jaren later ook nog een vallum gebouwd, een  constructie bestaande uit twee aarden muren van 3 meter hoog en een gracht van 3 meter diep. Aangezien het aan de Romeinse kant van de muur lag, had het naar alle waarschijnlijkheid geen defensieve waarde, maar was het een barrière tussen de zuivere militaire zone en de handelsposten en nederzettingen die ten zuiden van de vallum lagen. Gewone burgers wisten dus dat ze op deze plek niets te zoeken hadden. Antoninus Pius, de opvolger van Hadrianus, zou tien jaar na het einde van de constructie van diens muur opnieuw proberen om de grens naar het noorden te verleggen en bouwde zijn eigen Antonine Wall.

Een wandelroute?

De wandelroute zelf is een 135 km-lange national trail die loopt van Wallsend (tegen Newcastle) in het oosten naar Bowness-Upon-Solway in het westen (of omgekeerd) en dus wel degelijk van kust naar kust. De totstandkoming van deze route had haast evenveel voeten in de aarde dan de constructie van de oorspronkelijke muur. Gezien de aard van het landschap, met diverse onopgegraven archeologische schatten, was het een huzarenstukje om de wegmarkeringen aan te brengen. Bij elk paaltje dat in de grond werd geklopt moest namelijk een archeoloog aanwezig zijn, die moest inschatten of de integriteit van het werelderfgoed niet werd aangetast, en of er niets van historische waarde werd vernietigd. De wandelroute werd na 10 jaar voorbereidend werk in gebruik genomen. De muur zelf was op 6 jaar gebouwd.

De wandeling van oost naar west levert de bescheiden avonturier een hele resem aan ervaringen op. De (amateur-)historicus kan zich niet enkel tegoed doen aan de muur zelf, de forten en milecastles incluis, maar even goed aan de Victoriaanse glorie van Newcastle, de handelsnederzetting Hexham of Lanercost Priory, een ruïne met een zeer rijke geschiedenis. Maar daarnaast is de natuurlijke schoonheid een extra troef. Van de rustige oevers van de Tyne gaat het naar het glooiende Northumberland, dat via  kliffen en venen overgaat in het rurale Cumbria, om ten slotte te eindigen aan de Ierse Zee. Deze blog probeert een impressie te geven van datgene wat Hadrian’s Wall Path te bieden heeft, met voldoende aandacht voor geschiedenis, natuur, cultuur en infrastructuur.