Dag 8: Carlisle – Bowness-on-Solway (24 km)

Carlisle

De laatste dag was de derde die boven de 20 km ging. Wat we niet wisten, het was toen voor ons nog het pre-smartphone tijdperk, was dat er een code oranje was afgekondigd voor wind. Dat hebben we pas ontdekt na de wandeling, al was het ons opgevallen dat er heel weinig mensen op baan waren. Deze dag stond in het teken van de derde opeenvolgende rivier. Na de Irthing en de Eden was daar nu de Solway, die uitmondt in de Ierse Zee. Bowness-on-Solway was dan ook een perfecte afsluiter van deze mooie wandelreis.

Carlisle – Burgh-By-Sands  (13,1 km)

Het pad volgt nog een tijdje de Eden, in een groene, boomrijke omgeving. Na een passage met een imposante negentiende eeuwse spoorwegbrug en wat weilanden, was er een kleine omweg nodig. De route richting Beaumont was ontoegankelijk vanwege een grondverzakking en dus moest er de iets minder aangename weg worden genomen. Beaumont zelf is een klein dorpje met een charmant kerkje, zoals er al enkelen gepasseerd zijn. Na het verlaten van het dorpsplein volgt even een natte passage, maar enkele kilometers verder kom je aan in Burgh-By-Sands.

DSC04682

Richting eindmeet

Burgh-By-Sands – Bowness-on-Solway (10,9 km)

In Burgh-By-Sands volgt de passage waar je de getijden in de gaten moet houden. Bij hoogtij kan de weg onder water lopen en moet je, net zoals de koeien, in de hogergelegen weide gaan lopen. Hoewel we dachten alles goed uitgeplozen te hebben, bleek het water toch sneller op te rukken, vooral omdat de 5 km in rechte lijn redelijk vermoeiend was door de zware tegenwind. Het feit dat we deze afstand in een sneltempo hebben afgelegd, zorgde er wel voor dat we uitgeput in het kleine Drumburgh aankwamen. Vabdaar is het nog een uurtje en half naar Bowness-on-Solway en het eindpunt van Hadrian’s Wall Path.

DSC04692

Code Oranje

Bowness-on-Solway

Aan het einde van de reis staat er een bordje met “End of Hadrian’s Wall Trial”. Helaas had de vriendelijke jongeheer die we hadden gevraagd een foto van ons bij het vermelde bordje te trekken niet door dat dat de bedoeling was. Maar we hebben de finish dus wel degelijk gehaald.

DSC04723

Het eten

Bowness-on-Solway heeft in feite ook een pub, die ook nog eens simpelweg The King’s Arms heet. Britser kan het bijna niet. Omdat het niet altijd hamburger moet zijn, nam ik heerlijke lamskroon, terwijl Sara ging voor gekruide kip.

Het verblijf

Shoregate House is een gezellige B&B met een zeer moederlijke gastvrouw, die Sara bij aankomst, toegegeven ze zag er wat bleekjes uit, overladen heeft met “Are you sure you are ok, sweetie?” In ieder geval was de kamer ruim en was er zicht op zee, iets wat na acht dagen vertoeven in de glooiende heuvels van het land van de muur van Hadrianus niet misstaat.

Bijzonderheden

– Edward I Longshanks overleed in Burgh by Sands.

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9

Dag 7: Newtown – Carlisle (19 km)

Newtown

Er was geen reden om al te lang te blijven dralen in Newton. Na het lekkere ontbijt (met eitjes van de kippen van de eigenaars) is het vanuit Irthington nog een dikke kilometer omhoog opnieuw op het pad te geraken. En vanaf daar is het een rustige dag langs de oevers van de Eden.

Newtown – Crosby-on-Eden (9 km)

Dag 7 is niet echt een overgangsetappe, hoewel je het gevoel kan krijgen dat er toch minder te zien is dan op andere dagen. Het eerste deel van de reis gaat langs een vallum en door weiden, maar los van het mooie groene gras is er niets dat echt in het oog springt. Het kleine plaatsje Crosby-on-Eden is er ook enkel om gewoon door te wandelen, hoewel het kleine kerkje nog best mag gezien worden.

DSC04635

Daar zijn die wolken weer.

Crosby-on-Eden – Carlisle (10 km)

Gelukkig is het tweede deel iets aangenamer, vooral omdat je daar de waterloop van de Eden volgt. En mensen die mij kennen weten dat ik een zwak heb voor waterloopjes en dat is hier niet anders. Naast de mooie natuur zijn er nog twee opvallende architecturale points of interests. Linstock castle is een voormalig Normandisch kasteel, dat ten dele is blijven rechtstaan en waar in de loop van de eeuwen een boerderij aan gebouwd werden. Rickerby estate werd ons in onze reisgids dan weer aangekondigd als een victoriaans landhuis met veel folietjes. Helaas was het verstopt achter een resem struiken en bomen en was enkel het torentje en het wachtershuis te zien. Na een kleine wandeling langsheen een sportcentrum kom je aan in Carlisle.

DSC04644

Een waterloopje en wat water uit de hemel

Carlisle

Wie in Carlisle is moet zeker Tullie House & Museum bezoeken. Ten eerste heeft het een uitgebreide collectie voorwerpen uit de Romeinse tijd, met een educatieve en eigentijdse vormgeving. Ten tweede worden ook andere interessante momenten in de geschiedenis aangeboord. Zo kom je meer te weten over de plunderbendes die de zogenaamde Border Area onveilig maakten of de opkomst van Carlisle in de industriële context. Verder is Carlisle een stadje waar je mooie negentiende eeuwse gebouwen en een kasteel uit de twaalfde eeuw kan zien, maar waar voor het overige niet zoveel opzienbarends te beleven valt. Het is wel ideaal om nog wat geld af te halen, aangezien geldautomaten een zeldzaamheid zijn in de kleine dorpjes langs de muur.

DSC04673

Het eten

Wandelen op de Britse eilanden is heel fijn, zeker als je historicus en/of anglofiel bent. Het enige nadeel is dat je doorgaans qua voeding nogal in hetzelfde vaarwater blijft (lees frietjes met hamburger of fish & chips). Carlisle bood als stad (toch 75000 inwoners) wel meer mogelijkheden. Omdat we onze zinnen hadden gezet op een Italiaanse restaurant gingen we naar La Mezzaluna. De bediening was er heel vriendelijk (ze namen er ons ondanks het feit dat het eigenlijk volgeboekt was toch nog ergens tussen), het eten was degelijk.

Het verblijf

Cornerhouse guesthouse is waarschijnlijk van alle verblijfplaatsen de minste. Het is degelijk, maar er is redelijk veel straatlawaai en ook de kamers waren wat afgeleefder. Vanuit een of andere vreemde insteek had ik ook gekeken dat het dicht bij het station lag, wat feitelijk irrelevant was, aangezien de wandelroute zelf Carlisle links liet liggen en we dus de volgende dag ook nog 45 minuten extra moesten wandelen. Wat op de schaal der dingen nu ook weer niet zo’n probleem was.

Bijzonderheden

Volgens Morrissey was er ook panic in the streets of Carlisle, in het gelijknamige nummer van The Smiths.

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9

Dag 6: Gilsland – Newtown (17 km)

Gilsland

Ook de zesde dag blijft onder de 20 km. Het zwaartepunt qua authentieke stukken muur ligt duidelijk bij dag 5 en dag 6. Toch zijn ook hier nog enkele prominente Romeinse restaten, alsook een priorij met een groot verleden. Het landschap glooit wat zachter, maar dezelfde ingrediënten passeren de revue. Er zijn boerderijen, muren met trapladders, schapen, koeien en groene landschappen. Gelukkig wou de zon ook mee.

Gilsland – Birdoswald (3,2)

Al meteen na het verlaten van Gilsland volgt een eerste beloning. Eerst is er Poltross Burn, ofte milecastle nr. 48, goed bewaard en scenisch gepositioneerd aan de voet van de heuvel, waardoor het ook nog een bijzonder uitzicht  heeft. Vervolgens kom je aan een nieuw stukje excellent bewaarde muur en waarschijnlijk het beste voorbeeld van een muur waarbij de smalle muur op de brede fundering werd gebouwd. Verder gaat het via een brug over de Irthing, de eerste van drie rivieren, en een steil klimmetje naar Birdoswald, een Romeins fort met onder andere ook een graanschuur. Aangezien wij een andere historische zijuitstap hadden gepland, hielden wij het bij piepen over het muurtje/de Muur.

DSC04588

Brede funderingen, smalle muur

Birdoswald – Walton (11,2)

Niet veel later nadat je Birdoswald fort gepasseerd bent, kan je namelijk even van de weg gaan richting Lanercost Priory. De priorij werd gebouwd in de 12de eeuw door een van de nieuwe Normandische heersers. Doorheen de jaren verbleven hier enkele grote namen zoals Edward I, die hier een tijdje ziek lag, en Robert de Bruce. Aangezien het dicht bij de Schotse grens lag, kwamen er ook vaak plunderaars over de vloer. In 1538 geraakte het echter in onbruik vanwege Hendrik VIII zijn anti-katholiek beleid, vooral vanuit een oogpunt om de schatkist zo veel mogelijk te spijzen. Ondanks het feit dat het dak er letterlijk afging, is het vandaag nog mooi bewaard en zeker de moeite waard. Ondertussen passeert de route nog in Banks en Walton, twee weinig bijzondere plekjes. Net voor Walton verschijnt het laatste stukje muur van de hele route.

DSC04617

De priorij, zonder dak

Walton – Newtown (3,2 km)

Het stuk tussen Walton en Newtown bestaat voornamelijk uit weilanden, waarbij de enige afwisseling ligt in het feit dat de ene weide schapen heeft en de andere koetjes en kalfjes. Het betekent ook wel dat het makkelijk wandelen is. Newtown zelf is een klein dorpje. Op het moment van aankomst was hier een of andere feest of toernooi bezig op de village green. Het is dus het soort dorpje waar je oud en nieuw nog samen op het plaatselijke grasplein krijgt. En dat is ook best fijn.

DSC04627

Koetjes en kalfjes

Het eten

Omdat we in Irthington verbleven en de enige pub daar al volgeboekt was, hadden we gelukkig de mogelijkheid om als plan B gebruik te maken van de cafetaria aan Lanercost Priory. Niet dat dat dé culinaire ervaring van de reis was, maar een volledige dag overleven op enkel parovitas en cheddar is misschien net ietsje te veel van het goede.

Het verblijf

Vallum Barn B&B is in Irthington, ongeveer een km verwijderd van het pad (dalend in het heengaan en dus, logischerwijs de volgende dag stijgend). Het is een heel nette B&B, waar je hartelijk verwelkomd wordt door de eigenaars, met thee en cakes. De kamer is ruim en de faciliteiten super, net als het ontbijt en de packed lunches die je naar eigen goeddunken kunt samenstellen. Het enige nadeel is dus dat Irthington wat moeilijk is qua eetgelegenheden.

Bijzonderheden

– Dat de schapen aan Lanercost Priory ijdel zijn, bewijst volgende foto.

DSC04604

– In de buurt van Walton is er een stukje wachttoren dat in de grond gezonken lijkt.

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9

Dag 5: Once Brewed – Gilsland (14,5 km)

Once Brewed

De vorige dagetappe had gelukkig niet te veel schade aangericht. Geen al te stramme spieren, geen bijkomende wonden aan de voeten en geen deuk in de motivatie. Na de zwaarste etappe van de hele reis stond nu een overgangsdag op het menu. Niet te lang, niet te moeilijk. Northumberland (je herkent ongetwijfeld, indien je wat vertrouwd bent met de oorspronkelijke zeven Engelse koninkrijken, Northumbria) werd ook verlaten voor Cumbria. Het is in dit graafschap waar het Lake District zich bevindt, hoewel een wandeling langs de muur van Hadrianus je noordelijk houdt. De bestemming was Gilsland, een klein, slaperig dorpje dat overleeft bij gratie van Wall-toerisme.

Once Brewed – Cawfields quarry (3 km)

De vijfde dag begint waar de vierde geëindigd is, in hetzelfde glooiende landschap. Het is hier dat op 345 meter het hoogste punt van de hele route wordt bereikt, op de Winshield Crag. Een fotomoment werd ons echter niet gegund. Op deze bescheiden top stond een groep Duitsers met een zeer praatgrage gids die wat deed denken aan Claude François. Dit is ook het land van mythen en legenden, met onder andere passages langs Bogle Hole (Goblin’s Hollow) en Bloody Gap. Een mens kan enkel vermoeden wat er hier doorheen de geschiedenis gebeurd is. Het op- en neergaan van het landschap vermindert hierna. Op het vlak van wat de natuur vermag is het eventjes uitkijken naar Cawfields quarry, een voormalige groeve die nu onder water staat en daardoor een oase van rust en voor eenden is geworden.

DSC04544

Cawfields quarry

Cawfield quarry – Thirlwall Castle (5,5 km)

Ook de passage na de groeve bevat nog wat Romeinse architectuur, onder andere aan het Great Chesters fort, waar eveneens een restant van een altaar te vinden zou zijn. Ondanks verwoede pogingen om dit altaar te lokaliseren, konden we niet met zekerheid zeggen naar welke hoop stenen we moesten kijken. Ook de volgende paar kilometers, langsheen de Walltown Crags, bieden nog aan wat je van een Hadrian’s Wall Path kunt verwachten. Even later passeer je een brug die de grens tussen Northumbria en Cumbra aangeeft.

Eens Cumbria ingetrokken verandert het landschap enigszins. De ruige crags worden ingeruild voor velden, weiden en akkers, hoewel het pad nog wel wat op en neer kan gaan. Naast al het natuurlijke schoons is er ook wat entertainment voor de historici. Thirlwall Castle is vandaag een ruïne. Dit komt gedeeltelijk omdat het gebouwd werd met stenen die eigenlijk te klein waren om de constructie te ondersteunen. Daarnaast was het ook het podium van diverse conflicten doorheen de geschiedenis. Edward I “Longshanks” was een van de prominente historische figuren die hier verbleven, in 1306, op weg naar Burgh-by-Sands, een plek waar de wandelroute nog passeert.

DSC04569

Thirlwall Castle, zonder dwerg

Thirlwall Castle – Gilsland (6 km)

Na de ruïne is het beste van de dag alweer gepasseerd. Je wandelt nog even langs een spoorlijn, een stukje muur en een vallum, om al snel aan te komen in het kleine Gilsland, dat niettemin goed in staat is om de wandelaar te verwennen. Het aanzicht van het dorpje, dat in feite bestaat uit een straat of vijf, komt ook geen seconde te vroeg, aangezien na het inchecken de hemelsluizen prompt werden geopend. Vanuit de comfortabele kamer in de Samson Inn, tijdens het drinken van een warme chocomelk, heeft zelfs dat iets pittoresk. Of was het subliem?

DSC04574

Onheilspellende wolken

Het eten

Waarschijnlijk krijgen we in het kleine Gilsland, goed voor 400 inwoners en 400.000 bezoekers, het beste eten van de hele reis voorgeschoteld. In The Samson Inn neemt Sara een risotto met halloumi en ikzelf zalmcakes. Het is haast ongelofelijk dat in een klein dorpje als dit zo’n hoogstaande culinaire ervaring kan gevonden worden, met dank aan de muur van Hadrianus.

Het verblijf

The Samson Inn is zelf ook een aangename plek om te verblijven, zeker na het plotse stormweer dat over ons neerdaalde. De regendouche is, ietwat ironisch, zalig. Een nette kamer en het bijhorende uitstekende restaurant zorgen ervoor dat we tevreden zijn van onze keuze. Gilsland telt namelijk 3 B&B’s met een goede reputatie.

Bijzonderheden

– De legende van Thirlwall castle wil dat er in het kasteel vroeger een gouden tafel stond. Bij een raid van een vijandige clan, nam een dwerg de tafel en sprong ermee in de waterput, om deze veilig te stellen. De waterput, de tafel en de dwerg zijn voorlopig nog niet gevonden.

– Halloumi bestaat meestal uit schapen- en geitenkaas. Door het hoge kookpunt smelt het niet, zoals andere kazen. Het is dan ook heel lekker als vleesvervanger bij pasta’s, risotto of couscous.

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9

Dag 1: Wallsend – Heddon-on-the-wall (24 km)

Van oost naar west

Een langeafstandswandelroute heeft in feite twee start- en eindpunten. Dit is ook het geval voor Hadrian’s Wall Path. De avonturier kan kiezen tussen de oost-westroute en de west-oostroute. Wij kozen ervoor om ietwat contradictorisch te beginnen in Wallsend en te eindigen in Bowness-on-Solway. Dit heeft enkele voordelen. Wallsend is een buitenwijk van Newcastle en de dagetappe naar Heddon-on-the-Wall behoort tot de minst opzienbarende van de hele reis. De route eindigt op deze manier ook aan de kust, wat een perfecte en pittoreske afsluiter is. Wandelaars die van west naar oost gaan, doen dit vaak omwille van de weersomstandigheden, en dan meer specifiek vanwege de gunstige rugwind.

De start- en de eindplaats zijn sinds de opening van de wandelroute hetzelfde gebleven, maar toch is er op de respectievelijke plekken doorheen de tijd heel wat veranderd. Een nostalgische grootvader, die met zijn kleinkinderen een stuk muur in Chollerford bezocht, wist ons te vertellen hoe hij van Bowness naar Wallsend was gewandeld en hoe indrukwekkend het was om de reis af te sluiten in Newcastle, toen er nog industriële activiteit was. De kranen en vrachtschepen torenden boven de nietige wandelaars uit.

Omgekeerd is Bowness-on-Solway dezer dagen gecontesteerd of wordt het toch op z’n minst vaak over het hoofd gezien. Het kustdorpje ligt namelijk op een goede 30 km van het laatste restje muur. Velen laten deze plek dan ook links liggen en stoppen in Carlisle. Dat een BBC-programma over de wandelroute hetzelfde deed, schoot bij de inwoners in het verkeerde keelgat. Net zoals talrijke andere dorpjes op de route leeft Bowness namelijk van het muurtoerisme.

Wallsend – Newcastle (7 km)

De wandelroute begint, zoals reeds gezegd, in Wallsend. Het startpunt ligt vlak bij de metrohalte. Ten tijde van keizer Hadrianus stond de plaats gekend als Segedunum en was hier een groot fort gebouwd. Oorspronkelijk eindige de muur nog een mijl verder westwaarts, aan de Pons Aelius, maar om veiligheidshalve het hele gebied te dekken werd deze alsnog doorgetrokken, met een extra bijhorende defensieve structuur. Vandaag de dag is hier een gelijknamig museum gevestigd. Het biedt de geïnteresseerde wandelaar de kans om meer te weten te komen over de constructie van de muur en het leven in de forten en milecastles. Gezien de aanzienlijke kilometers die op de eerste dag moesten verteerd worden, opteerden wij niet voor een bezoek, maar zetten we meteen aan voor het eerste deel van de eerste etappe.

Tussen Wallsend en Newcastle stad bevindt men zich voornamelijk in het uitgebreide Walker Riverside Park, met af en toe zicht op industrieel erfgoed, zoals de kranen van Swan Hunter shipyard. Dit was een van ’s werelds grootste schepenbouwers, tot ze finaal de boeken neerlegden in 2006. De fabrieken die vandaag nog steeds actief zijn, vervullen de toeschouwer minder met bewondering of nostalgie. Het groen van het stadspark wordt afgewisseld met een occasionele woonwijk. Het is een atypisch begin en in dat opzicht eerder een noodzakelijk kwaad. Na enkele kilometers vervoegt het pad de rivier Tyne (Newcastle heet voluit Newcastle-upon-Tyne), de waterweg die eeuwenlang de bron van inkomsten was voor de stad. Her en der ziet men nog restanten van deze industriële hoogdagen, stille getuigen van de neergang die het noorden van Engeland heeft getroffen.

Oude scheepwerf - Newcastle

Oude scheepswerk aan de oever van de Tyne, Newcastle.

Newcastle

Na 7 km kom je in het hart van de stad terecht, hoewel de Victoriaanse historische kern niet wordt aangesneden. De route wijkt niet van de zijde van de rivier af.  Er werd heel wat geïnvesteerd in dit gebied, zoals zo vaak het geval is met voormalige docksides, waardoor industriële panden netjes samengaan met moderne gebouwen. Vooral het Baltic centre for contempary art, geïnspireerd op het uitzicht van een gordeldier, spring in het oog. Wat nog meer opvalt zijn de vele bruggen die hoog boven de rivier uittorenen. De eerste brug van in totaal 7 exemplaren is meteen de meest opvallende. Het betreft hier de Millennium Bridge, een kantelbrug die in 2002 werd geopend. Daarna volgen nog onder meer de Swing Bridge (1876), de High Level Bridge (1849) en de King Edward VIII Bridge (1906). Nadat je onder of voorbij de zeven bruggen hebt gewandeld wacht een volgend symbool van de industriële hoogdagen. De Dunston Coal Staithes werden gebruikt voor het transporteren van de kolen van koolmijn naar de kolenschepen, die hun lading naar de havens van Liverpool of Londen moesten vervoeren.

DSC04259

Een symbiose tussen industrieel erfgoed en modernisme

Newcastle – Newburn (11,7 km)

Na het verlaten van het stadscentrum volgt een tamelijk zielloze passage door Elswick, een industrieterrein met voornamelijk tertiaire activiteit. Ook hier is een groene omgeving nooit ver weg, maar de zuivere natuur is, letterlijk, in geen velden of wegen te bespeuren. Na een korte doortocht langs een sport- en recreatieterrein volgt een tot fiets- en voetpad omgebouwde spoorwegbedding, waar de eenzame wandelaar zich plots omringd ziet door lotgenoten. Het is hier, in Lemington dat de Lemington Glass Cone te vinden is. De bakstenen kegel maakte vroeger deel uit van een heuse industriële site. De productie van glas werd er in 1997 stopgezet. De Cone is de enige restant en een lokaal monument. Het is eerder opvallend dan mooi, maar in afwachting van de eerste resten van de muur zelf een architecturale bijzonderheid.

DSC04269

Lemington Glass Cone

Newburn – Heddon-on-the-wall (6,3 km)

Kort na de passage door Lemington volgt het al even kleine dorpje Newburn, voor sommigen de eerste rustplaats van de trail. Hier neigt het landschap voor het eerst in de richting van de pastorale schoonheid die men in Northumberland kan verwachten. De route volgt opnieuw de Tyne, maar ditmaal zijn de sporen van menselijke bouwkunde relatief afwezig. Het pad gaat nu via bos naar landbouwweiden en via de oude spoorwegbedding van Wilam Waggonway richting Heddon. Deze voormalige spoorwegbedding leidt naar het geboortehuis van George Stephenson, de industrieel die onder meer bekend is geworden door zijn pionierswerk in de treinbouw. Zijn zoon Robert ontwikkelde de locomotief die later bekend zou worden als Stephenson’s Rocket, een stoomlocomotief die ongeladen 47 km/uur kon halen.

Tijdens de laatste kilometers van de dag wordt de urbane drukte van Newcastle-upon-Tyne volledig vergeten. Een steile klim (het dorpje zou in feite Heddon-on-the-hill moeten noemen), een kronkelend pad doorheen een golf course en opnieuw een pad dat de weg omhoog kiest brengen je naar het pittoreske dorpje Heddon-on-the-wall. Een miscommunicatie tussen brein en kaart zorgde er helaas voor dat de zoektocht richting B&B nodeloos werd gerekt en de hoogtemeters aandikten. Met wat hulp van behulpzame locals werd onze plaats van overnachting dan toch bereikt. Het was voorlopig nog wachten op de muur zelf.

Heddon

Landschap, Heddon-on-the-Wall

Het eten

Net zoals in de andere kleine dorpen die fungeren als rustplaatsen is het aanbod in Heddon-on-the-Wall redelijk beperkt. Vaak gaat het hier om een luttele  pub. Maar meer moet dat in de meeste gevallen echter niet zijn. Ook de Swan Inn is moderner en adequater dan men zou verwachten. De hamburgers zijn er royaal en het bier komt standaard in een dikke halve liter.

Het verblijf

In Heddon-on-the-wall kan men kiezen uit een viertal verblijven. Wij verbleven in het niet al te origineel genaamde Hadrian Way Bed & Breakfast, alwaar een warme ontvangst gecombineerd gaat met een zeer comfortabel bed en een heerlijk ontbijt. De eigenares was zeer vriendelijk, haar broer ietwat bizar. Maar dat kan na een goede 27 kilometer wandelen de pret niet bederven.

Bijzonderheden

 – Een stukje muur zou zichtbaar moeten zijn aan het begin van de wandeling, maar vanwege de angst om verloren te lopen is dit ons volledig voorbij gegaan.

– Heddon betekent ‘heuvel waar heide groeide’. Het is dus in zijn volledigheid “Heuvel waar heide groeide aan de Muur (van Hadrianus)”

– Een inwoner van Newcastle wordt ook een Geordie genoemd. Waar deze bijnaam vandaan komt is niet duidelijk. Volgens sommigen is het een verwijzing naar de steun van de inwoners van Newcastle aan koning George II. Anderen verwijzen naar de Geordie, een lamp die in de mijnen werd gebruikt en uitgevonden werd door George Stephenson, vader van Robert.

– De mond- en klauwzeerepidemie in 2001 begon naar alle waarschijnlijkheid op een boerderij in Heddon-on-the-Wall

Meer wandelingen op Hadrian’s Wall Path vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/wandelen-in-de-uk/hadrians-wall-path-dag-per-dag/?frame-nonce=56df28e8a9