Groene wandeling 4: Sint-Agatha-Berchem – Vorst (17,8 km)

🥾 Terrein

De stedelijke context ontmoet het randstedelijk groen. Een wandeling van contrasten: tussen stationswijken, tuinwijken, industrie, natuurreservaten en het Pajottenland. Afwisselend pad: grind, kasseien, asfalt, gras, en bospaadjes. Tamelijk vlak, met enkele lichte glooiingen.

🏞️ Bezienswaardigheden

Zavelenberg – Groen stiltegebied pal naast het station
Kattebroek – Rustige, natuurlijke enclave tussen woonwijken
Tuinwijk Moortebeek – Coöperatieve wijk met kleurrijke, karaktervolle huizen
Tuinwijk Goede Lucht – Minder charmant, maar boeiende straatnamen
Luizenmolen – Replica van de 19e-eeuwse windmolen
Neerpede – Anderlechts opleidingscomplex + vijver met lunchplek
Ketelhoeve – Inspirerend duurzaam voedseproject
Vogelzangpark & -beek – Rustig park met vijvers, bankjes, natuur en collectief groen
Natuurreservaat Vogelzangbeek – Ongetemde natuur met netels
Kanaal Brussel-Charleroi – Bekend zicht, met terras en sluizencomplex
Zenne & Industrielaan – Ruwe industriële afsluiter voor terugkeer naar Vorst

⏳ Afstand & duur

± 20 km – Circa 4 à 5 uur inclusief pauzes en omleidingen

⛰️ Zwaartegraad

Licht – Weinig hoogteverschillen, wel af en toe stukken asfalt

⭐ Oordeel 3,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het laatste deel van vier etappes vertrekt in Sint-Agatha-Berchem om de luswandeling te vervolledigen in Vorst, aan het station Vorst-Zuid.

Gespreid groen

Van het drukke station Sint-Agatha-Berchem, waarbij de lege lachgasflessen en de wat vreemd ogende sujetten opvielen, ging het al snel langs de groene, omheinde weide van de Zavelenberg. Kort daarna ging het naar een nette woonwijk en niet veel later een iets minder aangename drukke weg. De oude stationswinkel was omgetoverd tot een “vape shop & more”, een teken van de tijd.

Na de drukke baan voerde een kort grindpad langs een droge Molenbeek, middenin een woonwijk en zo naar Kattebroek, een groen gebied met weilanden, rietvelden en bosjes. Daarna passeerde de Groene Wandeling aan een van de vele volkstuintjes die onderweg te bewonderen zijn, de volkstuinen van de Oude Pereboom, aangelegd in 2010. Tussen twee begraafplaatsen door, deze van Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem, ging het het Wilderbos in. Na opnieuw een woonwijk volgde al snel het Scheutpark, een grindpad met wat groen en zicht op woontorens, een constant beeld op deze luswandeling.

Van wijk naar wijk

In het volgende deel bleef de bebouwing ook nooit ver weg. De Groene Wandeling klom omhoog en zo naar rechts, langs een bomenlaan. Vervolgens deed het de tuinwijk Moortebeek aan. Deze wijk werd in 1921 aangelegd vanuit een coöperatieve en heeft herkenbare huizen in licht crèmegeel en oranjerood. Erg de moeite! De verscheidenheid aan architectuur zette zich door, met appartementen in verschillende stijlen, van zielloze, verouderde woontorens tot pogingen tot aangename, modernere architectuur.

Nog een wat zielloos intermezzo kwam er aan Westland Shopping Center. Daarna kwam de tweede tuinwijk, Goede Lucht, van dezelfde coöperatieve als deze van Moortebeek. Hoewel de wijk minder aansprak, onder andere door de werken aan de straat die hierdoor open lag, vielen de straatnamen op, met Geestdriftstraat als opvallendste. Helaas stond het een beetje in contrast met de huizen zelf. Eens uit deze wijk begon een nieuw stuk.

Brussels Pajottenland

Want hier kwamen we in het Brussels Pajottenland, met kasseiwegen en glooiingen en in de verte de Luizenmolen, oorspronkelijk uit 1864, maar vandaag is de kopie uit 1996 te zien. Een omleiding zorgde voor wat onverwachte extra kilometers, die leidde naar de ingang van Neerpede, het opleidingscentrum van Anderlecht. Iets later, aan de plaatselijke vijver, was het ideaal om te lunchen. Hier raakte ik even aan de praat met een uithijgende man die me vroeg hoeveel meter ik dacht dat het tot de volgende bank was. Mijn gok (40 meter) was best ok (het was 36 meter volgens zijn compagnon). Het bleek te zijn zodat hij wist hoeveel hij naar de bank daarna moest overbruggen, want toen ik vertrok zat het tweetal daar.

Ik passeerde even later aan de Ketelhoeve, een project waarbij 4 vzw’s een plaatselijke hoeve uitbaten in het kader van circulariteit en duurzame voedseltransitie. Het zag er gezellig en inspirerend uit. Maar ik moest mijn tocht doorzetten en wandelde onversaagd langs de fermettes en villa’s die wel heel herkenbaar aandeden. Hier sijpelt de Vlaamse Rand Brussel binnen. Na een kapel en een schijnbaar gevaarlijk golfterrein, dat ik ongeschonden passeerde, moest ik langs de gigantische site van het Erasmusziekenhuis en het instituut Jules Bordet. En daarna was het weer groen op de Groene Wandeling.

Park en natuurreservaat

Via een zijweg onder de bomen ging het langs de Vogelzangbeek en zo naar het gezellige Vogelzangpark, met vijvers en een hele hoop bankjes en rustplekken. Ook hier zijn de hoge appartementsgebouwen aanwezig, maar ook heel wat collectief groen. Een rood-wit lint gaf opnieuw een omleiding aan en dus moest ik een tweehonderd meter extra doen en zo via een tweede vijver naar een kasseiweg.

Daarna volgde nog een laatste groene hoogtepunt met het natuurreservaat van de Vogelzangbeek, een stukje onversneden natuur, waarbij het ietsje meer ruimte kreeg om te woekeren en ik zo her en der (onsuccesvol) netels moest omzeilen. Plotseling botste ik op een gekende plek, de Bergensesteenweg, de Ikea links van mij, het bord van shopping Pajot rechts van mij, een ware mindfuck. En eens de drukke baan overgestoken was ik weer in het groen, met zicht op de koeltoren van Drogenbos. Het einde was in zicht.

Kanaal en industrie

Dat laatste stuk was langs een ander gekend ijkpunt, het kanaal Brussel-Charleroi, dat ik quasi elke dag op de een of andere manier passeer in Halle. Dit was blijkbaar de linkeroever van de Haven van Brussel, waar mensen waren verzameld op het terras van Le Cercle de Régats. De overkant was te bereiken via de sluis van Anderlecht. En in lijn van de wandeling van vandaag, was er nog een laatste omleiding.

Deze leidde vooral naar industrie, met heel even een glimp op de Zenne. En na de industrie volgde de Industrielaan een druk weg met garages, bedrijven en het Brusselse Center for Food Expertise. Na een kleine doortocht door Vlaams-Brabant, meerbepaald Drogenbos, wandelde ik terug, Brussel in, namelijk naar Vorst en bevond ik mij op eindplek, die ongeveer anderhalf jaar geleden de startplek was van mijn rondtocht door Brussel, het station van Vorst-Zuid

De eindconclusie

De Groene Wandeling doet wat het moet doen, je met andere ogen naar Brussel doen kijken. En toch ook weer niet helemaal. Want in elke etappe had je wel de dualiteit, voor elke verrassing werd een stereotype gedachte over de hoofdstad bevestigd. Maar het was een boeiende toch van iets meer dan 57 kilometer, in vier etappes, langs parken en bossen, wijken en buildings, rivieren, kanalen, beekjes en vijvers en vooral boeiende architectuur en geschiedenis. Een aanrader voor wie graag vlot bereikbare en korter etappes zoekt en zo ook eens Brussel met de ogen van een wandelaar wil zien.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

Groene wandeling 3: Evere – Sint-Agatha-Berchem (13,8 km)

🥾 Terrein:
Sterk gevarieerd terrein: van woonstraten en spoorlijnen tot uitgebreide parken, kanaalzones, en zelfs een stukje GR en Camino. Hoogteverschillen zijn beperkt, maar het stadsverkeer en de vele overgangen maken de wandeling mentaal intensiever. De lengte is eerder beperkt, maar het voelt als een lange dag door het afwisselende decor.

🏰 Bezienswaardigheden:

  • Modernistisch stadhuis van Evere (1938)
  • Station Schaarbeek en omgeving
  • Parken van Laken (met beperkt toegankelijke ruïnes)
  • Chinees Paviljoen & Japanse Pagode (verloederd, maar visueel nog steeds indrukwekkend)
  • Monument voor de Dynastie op 50m hoogte
  • Zicht op het Atomium
  • Koloniale Tuin met Normandische cottage (!?)
  • Koning Boudewijnpark & Poelbos
  • Molenbeek (de waterloop, niet de wijk)
  • Populierenbos Nestor Martin

Afstand & duur:
14 km, eerder dagdeel, wel met veel stops en zijpaadjes. De echte afstand is niet overdreven lang, maar door de visuele prikkels, culturele uitstapjes en extra kilometers buiten het officiële pad voelt het als een stevigere wandeling.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht . De ondergrond is vlot begaanbaar, maar de stadscontext vereist wat oriëntatievermogen en geduld op verkeersknooppunten.

Oordeel: 4,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het derde deel vertrekt in Evere en eindigt in Sint-Agatha-Berchem.

Een woonwijk, een spoorlijn en een kanaal

Het eerste stuk van de wandeling gaat voornamelijk door de straten van Evere. Naast de vaak aangename rijhuizen springt vooral het stadhuis in het oog. Het modernistische gebouw werd in 1938 gebouwd en heeft onder andere een imposante toren. Het was maar een van de vele bijzondere gebouwen op deze derde wandeldag.

Na het meer bebouwde stuk gaat het door twee parken, eerst het kleinere Doolegtpark en vervolgens het al grotere en bosrijke Goede herderpark. Na een klein en wat verloederd moerasje te passeren, gaat het terug richting de beschaving, namelijk naar het mooie station van Schaarbeek en bijhorende omgeving. Hier is het eventjes moeilijk om de weg te vinden, maar we geraken uiteindelijk toch over het kanaal.

Parkenhoogtepunten

Dit is het begin van een reeks hoogtepunten waar parken de hoofdrol spelen. Het eerste is nog een beetje van een tegenvaller. Ik zag namelijk op mijn kaart ruïnes aangeduid, maar dit bleek in het deel van het park van Laken te liggen dat niet toegankelijk was. Gelukkig volgde al snel iets opzienbarend, het park van het Chinees Paviljoen en de Japanse Pagode.

Deze tuin werd in 1910 geopend, na het overlijden van Leopold II, maar ontsproot (uiteraard) ook aan diens brein. Vroeger zat hier ook nog een museum met Oriëntaalse kunst. Vandaag is de tuin zelf wel onderhouden, maar dat kan helaas niet gezegd worden van het mooie paviljoen zelf, dat achter een omheining staat te verloederen. Jammer!

Een volgen park is het park van Laken, onderdeel van het Koninklijk Domein. Ook hier gingen we even een zij-uitstap doen naar het Monument voor de Dynastie, dat bovenop een heuvel van 50 meter staat te pronken, tussen 1878 en 1881 gebouwd ter ere van Leopold I. Als bonus wandel je terug naar de Groene Wandeling via een stukje Camino en een GR.

In de verte is het Atomium te bewonderen, terwijl in het park Brusselaars in grote getale naar buiten zijn gekomen om te genieten van de zon. Aan het Atomium is het ook drummen geblazen, want daar hebben de supporters van Union (die de beker van België zou winnen tegen Antwerp, nvdr.) zich verzameld. Wij kiezen terug voor de rust van de Koloniale Tuin (ja, er is een thema). Daar staat een enig mooie Normandische cottage. Want waarom ook niet.

Koning Boudewijn en de Molenbeek

Na een akkefietje op een kruispunt, waar een lijnbus gedurende enkele minuten zorgt voor een blokkering op de weg en in het hoofd van enkele chauffeurs, gaat het naar het Koning Boudewijnpark in Jette. Dit is een uitgestrekt park, dat uitloopt in de Poelbos, maar eerst nog passeert langs weiden, speeltuinen en vijvers. En de Molenbeek, die hier ook rustig naast de Groene Wandeling ligt de kabbelen.

Het enige wat dan nog rest is een passage op de Bosstraat, waar natuur en woontorens in de verte elkaar ontmoeten. Daarna gaat het nog langs een spoorlijn en het ietwat weinig indrukwekkend moeras van Ganshoren naar het Populierenbos van Nestor Martin, om daar de Groene Wandeling opnieuw achter ons te laten, richting het station van Sint-Agatha-Berchem.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

Groene wandeling 2: Bosvoorde – Evere (14,8 km)

🥾 Terrein:
Een gevarieerde etappe, met zowel onverharde bos- en parkpaden als verstedelijkte stukken. Het traject langs de Woluwe is bijzonder sfeervol, maar bij regenval ook modderig en glad. Vooral in het laatste kwart worden asfalt en appartementsblokken dominanter.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Bosvoordse vijvers
  • Ten Reukenpark, Senypark, Hertoginnendal, Mellaertsvijvers, park van Woluwe, Maloupark
  • Woluwevallei (bij droog weer: aan te raden!)
  • Lindekemalemolen: historische watermolen met wortels in de 12de eeuw
  • Kerkhof van Brussel (bekende namen begraven, geen foto’s toegestaan)

Afstand & duur:
Ongeveer 17 à 18 km met aanloop en extra lussen inbegrepen. Tijdsbesteding is sterk afhankelijk van weer, pauzes en oriëntatieproblemen.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht. Niet fysiek zwaar, maar wel opletten op gladde modderstroken en in de stad oriënteren vraagt mentale scherpte. Voldoende afwisseling maakt het een aangename tocht.

Oordeel: 3,5/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Het tweede deel vertrekt in Bosvoorde en eindigt in Evere.

Bosvoorde city

Aangezien ik vorige keer even van het pad af moest (letterlijk) om naar station Bosvoorde te gaan, ging ik logischerwijs eerst opnieuw via deze zijweg terug. Dat duurde een kleine tien minuten, waarna ik mijn tweede stuk op de Groene Wandeling echt kon aanvatten. Het pad voert langs het Solvaypark, dat er van de zijkant best leuk uitziet. Maar door het voorspelde wisselvallige weer koos ik om mij toch aan de route te houden.

De weg komt al snel uit bij de Bosvoordse vijvers en vervolgens gaat het eventjes door de straten van Bosvoorde en langs het plaatselijke kerkhof, het eerste van drie. Niet veel later zit ik weer in het Zoniënwoud, deze keer weliswaar een leuker stukje dan het vorige. Het is minder brede laan en meer bospad, wat de boswandelervaring ten goede komt.

Parken, parken, parken en de Woluwe.

Terwijl de eerste dag nog wat meer door natuurgebied en bos trok, is er nu veel parkvertier. Dat begint met het Ten Reukenpark. Het introduceert ook een belangrijk element dat de hele route zou kleuren, de Woluwe, een zijriviertje van de Zenne. Hier wordt het nog overvleugeld door de grote vijver met enkele zwanen en ganzen.

Het volgende park is het kleinere Senypark. Niet veel later volg je een klein wegje langs de Woluwe, om uit te komen om een drukke baan. De bebouwing en de grote appartementsblokken en kantoorgebouwen zijn hier erg aanwezig, maar gelukkig maar voor een beperkte fractie van de wandeling.

Recreatief door Brussel

Het volgende stuk gaat lange tijd langs een recreatieve zone waar wandelaars, joggers en fietsers het rijk helemaal voor zich hebben. Links en rechts bevinden zich straten, de een al drukker dan ander en, voor de verandering parken. Zo gaat het langs Hertoginnendal, de Mellaertsvijvers en het park van Woluwe. Hier, in de verte, was er een bijeenkomst dat zowel een manifestatie als een bijeenkomst van een jeugdbeweging kon zijn. In ieder geval bracht het veel geroep met zich mee.

Een authentieke molen

Hoewel ik grotendeels gespaard bleef, begon het even verder te hagelen, gelukkig maar voor korte duur. Maar de dreigende wolken waren nu wel vaker aanwezig. Dat belet niet dat het volgende park, het Maloupark, ook weer best mooi is. Het is stilaan een constante, maar ook hier is er een best uit de kluiten gewassen vijver, met name de Struybeekvijver.

Een hoogtepunt van dit deel is echter de Lindekemalemolen, niet alleen vanwege de variatie, maar ook omdat het een historisch ijkpunt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is. Deze watermolen werd al in de 12de eeuw vermeld. Het diende aanvankelijk als graanmolen maar werd later een papiermolen. Het is nu in bezit van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe. Leuk om te passeren!

Modderige paden en drukke wijken

Na de authentieke molen is er nog een stukje onversneden wandelgenot naast de Woluwe. Door de regen was dit stukje best modderig en was het opletten geblazen dat je niet struikelde en zo het water kon voelen in plaats van het enkel te zien en horen kabbelen. Helaas was het ook het laatste stukje echte natuur.

Daarna was het nog enkele kilometers wandelen langs drukkere wegen, met opnieuw heel wat appartementsblokken en kantoorruimten. Even week het pad af van de gpx-track. Ik volgde het, tot ik de wegwijzers niet meer vond en me dus maar opnieuw terug richting het ‘officiële’ (of voormalig officiële?) pad. Waarschijnlijk gaat de nieuwe weg via het Roodebeekpark, wat ongetwijfeld wat charmanter is.

Ik nam echter het pad door de Sterrenbeeldenwijk. En daarmee was de laatste 2 kilometer ingezet. De bebouwing en beschaving waren nooit ver. Nog een laatste opzienbarendheid was het kerkhof van Brussel (fotograferen niet toegelaten!) waar naast enkele Brusselse burgemeester ook onder andere Jacques-Louis David, Paul Van den Boeynants en de schrijver van de Brabaçonne begraven liggen. Na een kilometer was het opnieuw tijd om de groene wandeling te verlaten en een 500 meter later te eindigen aan het station van Evere.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

Groene wandeling 1: Vorst – Bosvoorde (11,3 km)

🥾 Terrein:
Afwisseling troef: van industriële zones over stadsparken en natuurgebieden tot bosrijke dreven. Hoogteverschil (tot ±70m) zorgt voor variatie en een korte pittige klim richting Engelandplateau. Sommige delen kunnen modderig zijn bij regenweer. Bewegwijzering over het algemeen duidelijk.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Bemptpark met zijn afgesloten vijvers en een oud spoorlijntje
  • Keyenbempt: waardevol ecologisch gebied met volkstuintjes
  • Spoorwegbrug bij Bourdon: verrassend imposant stukje infrastructuur
  • Natuurgebied Kinsendael-Kriekenput: verlaten stuk dat opnieuw leeft
  • Plateau van Engeland: beschermd, heuvelachtig en rustgevend
  • Verrewinkelbos: oud bosgebied, vroeger deel van het Zoniënwoud
  • Zoniënwoud met de Tumuli – mysterieuze grafheuvels van lang geleden
  • Vijver en Solvaypark net voor Bosvoorde als aangenaam slotaccent

Afstand & duur:
Ongeveer 11 km, goed te doen in een halve dag. Rekening houdend met pauzes en ommetjes (zoals die naar de vijver of Solvaypark), is het ideaal als korte kennismaking met de Groene Wandeling.

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Geen technische moeilijkheden, wel een klimmetje hier en daar. Goede stapschoenen zijn aangeraden, zeker bij regenachtig weer.

Oordeel: 4/5

Onze hoofdstad wordt vaak nogal meewarig bekeken en komt niet altijd even goed in het nieuws. Na het temmen van de streekGR Groene Gordel rond Brussel leek het mij dan ook leuk om de Groene wandeling door Brussel af te wandelen. Meer info kan je alvast hier vinden. Voor de eerste kennismaking kies ik voor een korte tocht tussen twee treinstations, dat van Vorst-Zuid en Bosvoorde.

Industrie en parkvertier

Het begin van deze wandeling is misschien nog wel het meest karakteristieke. Vorst-Zuid ligt middenin een stuk Brussel met heel wat industriële activiteit. Gelukkig duurt het maar even voor je dit achter je laat en in het eerste park terechtkomt. Het Bemptpark is een klein stadspark waar de vijvers achter omheiningen staan en er ook een dood spoor is voor een klein treintje.

Uitkomend op het sportcomplex van Neerstalle en het tramdepot in Ukkel, gaat het opnieuw naar een stukje groen. Keyenbempt is een natuurlijk gebied dat naast een grote ecologische waarde ook volkstuintjes huisvest, iets wat op dit stukje Groene Wandeling een constante is. Daar aansluitend is er nog een heraangelegde vlakte van Bourdon, waar je onder een best indrukwekkende spoorwegbrug wandelt.

De betere ongereptheid

De echte natuurpracht komt er al snel aan met het natuurgebied Kinsendael en Kriekenput. Kinsendael werd ooit gekocht door Charles Woeste (ja, die van Daens) en lag voor een groot stuk van de twintigste eeuw verlaten en werd niet onderhouden. Vandaag is ook dit een belangrijke stuk natuur voor fauna en flora. De Groene Wandeling doet er maar een stukje van.

Ook een volgend stukje natuurgebied mag er zijn. Het Engelandplateau stond lange tijd onder druk maar is vandaag beschermd natuurgebied. De regen van de voorbije dagen had een stuk van het pad best modderig gemaakt waardoor het oppassen geblazen was. Het is trouwens best pittig. Tussen Vorst-Zuid en het Englandplateau ligt toch al een 70 meter verschil in hoogte. Het pad stijgt best.

Tussen bos en villawijk

Na een klein stukje verkaveling volgt een eerste van twee bossen. Het Verrewinkelbos bevindt zich op de noordelijke helling van de Verrewinkelbeek en bestaat voornamelijk uit beuken. Ooit was het een onderdeel van het Zoniënwoud. Een bord waarschuwt dat het er bij stormweer best gevaarlijk kan zijn, maar vandaag was het erg fijn wandelen. Dat we ons in het rijkere stuk van Brussel begeven wordt hierna duidelijk, met een passage langs indrukwekkende villa’s, meestal met hekken en toegangspoorten.

Daarna rest nog enkel een goede drie kilometer door een oude gekende. Het Zoniënwoud werd ook aangedaan op de eerste wandeldag van streekGR Groene Gordel, maar dan wel in het nabije Sint-Genesius-Rode. Nu leidt het richting Bosvoorde. Het is vooral wandelen op een brede, rechte dreef, wat niet meteen het meest avontuurlijk is. De route bereikt hier wel het hoogste punt (126 meter). Toch is er ook nog een ander klein hoogtepuntje. Je passeert namelijk langs de Tumuli van het Zoniënwoud, twee historische grafheuvels.

Mooi en lelijk Bosvoorde

Om aan het station van Bosvoorde te geraken besloot ik naar links te gaan net voor een spoorwegbrugje, zodat ik ook nog een van de vijvers kon bezoeken en het nabijgelegen Solvaypark als start van de volgende etappe. Na een korte maar pittige klim, kom je aan in het iets minder aangename Bosvoorde, waar geen bomen maar kantoorgebouwen boven je uittorenen. Voeg daar nog een versleten, lekkend station aan toe en het is iets minder fijn. Maar toch is dit eerste stukje Groene Wandeling heel erg bevallen. Als het een voorbode is van wat nog komen moet, dan is het een leuke manier om het Brussels gewest te ontdekken.

Wil je nog meer wandelingen op de Groene Wandeling? Deze kan je hier vinden: https://fromtheseatothelandbeyond.com/groene-wandeling-brussel/

GR 128.1 Tielt – Deinze (21,4 km)

🥾 Terrein:
Licht golvende etappe met aangename afwisseling tussen veldwegen, graspaden, bospassages en stukjes asfalt. De klim naar de Poelberg is kort maar pittig, de rest van de dag verloopt vrij geleidelijk. Geen technische moeilijkheden, maar het knuppelpad richting Grammene vraagt wat aandacht. Overwegend onverhard, wat het stapritme ten goede komt. Mist en ochtendnevel gaven een bijzondere sfeer.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Poelberg (45 m) – mini-puist met uitzicht, Lourdesgrot & Poelbergmolen
  • Meikensbos/Vijverbos – bos in herstel, verrassende aanplanting
  • Kerk van Wontergem – mooie binnenkant, standbeeld Lucien Buysse
  • Oude stationsbrug (WO II) – met Duitse inscriptie
  • Kerk van Grammene – mysterieuze kerkkat
  • Leiepad via Natte Meersen & Meirekouter
  • Graf van Agnes Desimpel – tragisch oorlogsverhaal
  • Lorenzobrug – smeedijzeren spoorwegbrug à la Eiffeltoren
  • Deinze – levendige stad met parkje en Grote Markt

⏳ Afstand & duur:
± 24,5 km
Wandeltijd: 6 – 6,5 uur incl. rust en sightseeing

⛰️ Zwaartegraad:
Licht tot matig. Niet zwaar qua terrein, maar de afstand vraagt een zekere basisconditie. Voldoende zit- en rustplekken onderweg.

⭐ Oordeel: 4/5

Nadat we de streekGR Groene Gordel na enkele jaren eindelijk hadden getemd, was het voor mijn wandelgezel en ik zoeken naar een nieuw wandelproject waar we ons voor langere tijd zoet mee konden houden. We zochten het dit keer, toch om te beginnen, iets verder en kozen voor de GR 128, de Vlaanderenroute. Deze start eigenlijk in Wissant aan de opaalkust en gaat zo door Vlaanderen naar Aken. Wij gingen echter voor de meest haalbare startplaats i.f.v. openbaar vervoer en begonnen ons GR 128-avontuur in het West-Vlaamse Tielt.

Een mistige start, de Poelberg-puist en een bizar bos

Na het bereiken van de overkant van de spoorweg begon een mistige wandeling waarbij Tielt al snel werd verlaten voor de betere lokale weg in het groen. Ons eerste hoogtepunt van de dag (en van ons GR 128-avontuur) ligt iets verder op de Poelberg. Deze Poelberg (45 meter hoog) wordt voorgesteld als een lokale Baskische mini-puist, maar de hoge stijgingspercentages lagen duidelijk aan de overkant.

Op de Poelberg liggen echter meteen enkele hoogtepunten. Zo is er het Klooster De Hoop waarbij in 1938 een Lourdes-grot werd bijgebouwd. Het historisch vertier komt echter in duo. Want iets verder, een beetje verhuld in de mist, staat ook nog de Poelbergmolen. Deze gaat terug tot de 17de eeuw en bleef tijdens de twee wereldoorlogen intact, hoewel er wel wat herstellingen nodig waren. Net zoals vele molens verloederde deze wel in de decennia daarna, tot hij werd gekocht door de gemeente en vanaf de jaren ’90 weer maalvaardig werd gemaakt.

Na deze passage ging het naar het Meikensbos. Dit is de historische naam van het Vijverbos, dat doorheen de decennia door boskap en landbouwactiviteit steeds kleiner werd. Vanaf 2000 kwam het in het bezit van Natuur & Bos dat het beetje bij beetje aan het herstellen en uitbreiden is. Door de beplanting doet het vandaag wat vreemd aan. Het lijkt namelijk soms eerder dat je door een boomgaard in een weide loopt, eerder dan een bos.

Van kerk naar kerk

Na het bos volgt de GR 128 grotendeels veldweggen, graspadjes en af en toe een asfaltbaan, richting de steenweg die onder Aarsele loopt. Over het algemeen mag je op deze etappe niet klagen over de ondergrond. Het is heel vaak onverhard, wat het malen van de kilometers aangenamer maakt. De vergezichten zijn ietsje minder dan ze konden zijn, omdat tot de middag de velden nog verhuld zijn in nevel en mist. Het geeft weliswaar ook een zekere charme aan het geheel.

Het gaat daarna van kerk naar kerk. De eerste is een goede 3 kilometer verwijderd. De kerk van Wontergem is langs buiten niet al te speciaal, maar heeft wel nog een mooie binnenkant. Verder zijn hier ook bankjes die zich lenen tot het nuttigen van een kleine snack of je lunchpakket. We waren niet de enige met die idee, getuige de enthousiaste groep van 10 vrouwen die deelnamen aan een wandeling van de Wandelclub De Natuurvrienden Deinze. Aan deze kerk is er ook een standbeeld voor de wielrenner Lucien Buysse, die 5 etappes won in de Ronde van Frankrijk en eindoverwinnaar was in 1926.

Van de kerk van Wontergem gaat het naar deze van Grammene. Het pad is hier echter nog wat mooier. Zo passeer je een oude stationsbrug, die door het Belgische leger werd opgeblazen en herbouwd werd door de Duitsers in 1942. Vandaag zie je nog de Duitse inscriptie. Ook is er een knuppelpad, dat weliswaar her en der al z’n beste tijd heeft gehad, met gammele planken tot gevolg. Even later verschijnt de kerk van Grammene. Hier wordt het grootste avontuur verzorgd door een zwarte kat die met ons mee in de kerk binnenglipte. Of dat dachten we toch. Het is ook best mogelijk dat we de kerkkat van Grammene buiten zette en zo het dorpje en omstreken in een periode van tegenslag hebben ondergedompeld…

Langs het water naar Deinze

Eens voorbij Grammene volgt het finale deel van deze eerste etappe op de GR 128, eentje die voert langs de oude en nieuwe Leie, via de paden Natte Meersen en Meirekouter. Het is aangenaam wandelen langs het water, dat op dit gedeelte een duidelijk groene kleur heeft. We passeren tijdens dit stuk, waarbij we een bocht maken, ook het graf van Agnes Desimpel, die op 26 september 1976, op 37-jarige leeftijd overleed toen ze tijdens het rooien van de aardappelen op een obus uit de eerste wereldoorlog botste en deze wegwierp, waardoor deze tot ontploffing kwam.

Even verder wandel je langs de Lorenzobrug van Grammene. Deze spoorwegbrug, gebouwd volgens dezelfde techniek als de Eiffeltoren, was bijna gesneuveld. De NMBS wilde deze namelijk afbreken en vervangen door een andere. Maar heel wat mensen tekenden protest aan, waaronder Grammenaar Laurent Vanhaesebrouck en kunstenaar Roger Raveel. De NMBS plooide en vandaag staat de brug gekend als de Lorenzobrug, als eerbetoon aan Vanhaesebrouck.

Deinze

Daarna keert het pad weer en gaat het nog voor een laatste rechte lijn langs de Leie, om zo naar Deinze te gaan. Eerst zien we nog enkel de industrie, maar al snel komen we aan de stad zelf, waar langs de Leie heel wat nieuwbouwappartementen staan. Ook horen we het enthousiaste publiek van SK Deinze tijdens hun wedstrijd tegen Seraing. Via een parkje komen we ten slotte uit op de Grote Markt, dat volgelopen is door het aangename weer en de autoluwe zondag. Een mooi eindpunt van onze eerste kennismaking met de Vlaanderenroute.

Meer wandelingen op de GR 128 vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/gr-128-vlaanderenroute/

Etappe 6: Sint-Kwintens-Lennik – Halle (22 km)

🥾 Terrein

Glooiende wegen in het typische Pajottenland, met dorpsdoorsteken, kerkwegels, veldpaden en verharde stukken. Hier en daar modderige stroken, maar vlot te doen. Geen zware klimmetjes, wel wat lange hellingen. Duidelijk gemarkeerd, al was het vandaag soms wat verstopt tussen deelnemers van een georganiseerde wandeltocht.

🏞️ Bezienswaardigheden

Gaasbeek – Dorp met devoot karakter; bijzondere sfeer in de kerk
Kasteel van Gaasbeek – Gezien vanop afstand langs de vijvers en terrassen
Wandelgekte – Grote groep medewandelaars van wandelvereniging Bellingen; unieke sfeer
VRT-zendmast – Lelijk maar iconisch oriëntatiepunt in Sint-Pieters-Leeuw
Sint-Laureins-Berchem & Oudenaken – Charmante dorpskernen, open vergezichten en beekvalleitjes
Kasteel Coloma – Stijlvol park met winterse rust; in de lente gekend om rozentuin
Basiliek van Halle – Symbolisch eindpunt van een pelgrimstocht van vier jaar, met intense devotie
Kanaal Brussel-Charleroi & Zenne – Slotstuk met bruggetje en laatste natuurstrook

Afstand & duur

± 20 km
Rekening houdend met pauzes en lunch: ± 5 uur wandelen

⛰️ Zwaartegraad

Matig – de combinatie van afstand, enkele langere hellingen, wisselende ondergrond en het tempo van een drukkere wandeldag maken het net pittig genoeg om je benen te voelen, zonder echt zwaar te worden.

Oordeel 3,5/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen, van Kortenberg naar Eppegem. Een langere etappe van Eppegem naar Mollem volgde in september. Met het mooie wandelweer in het vooruitzicht, was het in juli de opportuniteit om deel vijf te temmen, van Mollem naar Sint-Kwintens-Lennik. En dan, bijna vier jaar na de start van de eerste etappe was daar eindelijk het slotstuk.

Naar Gaasbeek in een wandelgekte

Langs een klein buurtwegje wordt het marktplein, met standbeeld Prins opnieuw in een hoofdrol, verlaten. Wat volgt is een mooi parcours te midden het glooiende landschap van het Pajottenland, af en toe onderbroken door de dorpskern van een van de vele dorpse deelgemeenten. Het eerste daarvan is Gaasbeek, gekend van het gelijknamige kasteel. Maar ook de kerk op het dorpsplein is de moeite waard om eventjes binnen te springen. Daar waren we getuigen van het feit dat devotie hier nog een ding is. Een vrouw zat knielend te bidden aan het standbeeld van Maria.

Tijdens onze rit naar het startpunt waren we al te weten gekomen dat ook de wandelvereniging van het Pepingse Bellingen vandaag een wandeldag organiseerde. Deelnemers konden kiezen tussen wandelroutes gaande van 7 tot 50 km. Deze volgde vaak ook onze GR, waardoor we tussen Gaasbeek en Sint-Pieters-Leeuw geregeld tussen een opvallend aantal medewandelaars liepen. Het was enerzijds verbazend maar anderzijds ook fijn om te zien hoeveel mensen op de grauwe februaridag kozen om toch naar buiten te gaan.

Van het dorpsplein van Gaasbeek ging het richting het kasteel. Hier werd echter enkel de rand van het park gevolgd. We zagen dus wel het kasteel van z’n meest spectaculaire kant, langs het water met de bescheiden terrassen, maar de kapel of de voorkant van het kasteel werd niet bezocht. Er werd doorgestoken richting onze volgende bestemmingen, de dorpjes Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken.

Zendmast en een tweede kasteel

Vanaf een bepaald punt wordt de gekende VRT-zendmast een vast element in het decorum. Deze toren van bijna 300 meter is in Sint-Pieters-Leeuw en omgeving een haast iconisch landschapselement. Het is niet bijster mooi, maar het zorgt wel voor een grote herkenbaarheid en oriëntatie. Gelukkig is er daarnaast vooral veel natuurpracht tussen de kerken van Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken zijn de uitzichten mooi en is er ook een passage door een klein bosje.

Er worden ook diverse beekjes gevolgd op weg naar het centrum van Sint-Pieters-Leeuw, waar na enige tijd de kerktoren zichtbaar wordt. Eens voorbij het kerkplein gaat het naar het park van het kasteel van Coloma, vooral gekend van zijn rozentuin vanaf mei, maar nu misschien op z’n minst mooi, zonder vallende bladeren maar wel met kale bomen. In ieder geval was het wel de ideale plek om te lunchen en ons laatste stukje streekGR te temmen.

Naar de basiliek

Dat stukje pelgrimstocht is gekend terrein. Het is maar enkele kilometers van mijn woonplaats en het is dan ook meermaals bewandeld. Toch is het nog een mooi slotstuk. Langs de Leeuwse velden gaat het net niet naar de zendmast en daarna blijft het pad op en neer kronkelen door velden en weiden, tot de wijk Stroppen, met gelijknamige voetbal- en jeugdbewegingterreinen worden bereikt. Er wordt nog een laatste keer afgedaald langs het kanaal Brussel-Charleroi, een brugje over de Zenne genomen (waar mijn wandelgezel net voor het einde nog te maken krijgt met wat hondenpoep) en zo naar de basiliek.

Ook hier zien we nog een vroom koppel. Zij biddend op de knieën, hij biddend met een paternoster. Ons bezoek is niet sacraal, maar heeft wel iets mooi. In april 2019 begonnen we hier aan een tocht van een goede 150 km, waar we uiteindelijk, door omstandigheden net geen 4 jaar over deden. De streekGR is echter een mooie tocht rond Brussel, gevarieerd met heel wat ontdekkingen. Maar het is vooral het beste bewijs dat je niet ver hoeft te gaan voor een leuke wandelervaring.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

Etappe 5: Mollem – Sint-Kwintens-Lennik (26 km)

🥾 Terrein

Velden, bossen en dorpskernen met onverharde paden, afgewisseld met geasfalteerde trajecten. Glooiend Pajottenland zorgt voor afwisselende hoogtes.

🏞️ Bezienswaardigheden

• Rookpluim van brandende tweedehandslinnenfabriek in Mollem
Dorpskern Asbeek
Kerk en centrum van Ternat: inclusief opvallend schoolgebouw met weerspiegelend materiaal
Spoorwegbrug naar Wambeek, deelgemeente van Ternat
Glooiende landschappen van het Pajottenland
Sint-Martens-Lennik, typisch Vlaams dorp
Sint-Kwintens-Lennik: markt met standbeeld van het Brabants trekpaard ‘Prins’

⏳ Afstand & duur

± 22 km, 5 tot 6 uur wandelen, met wisselende inspanningsniveaus

⛰️ Zwaartegraad

Matig – het terrein is grotendeels zacht met onverharde paden, maar door het heuvelachtige Pajottenland is er af en toe een pittige klim.

⭐ Oordeel 3,5/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen, van Kortenberg naar Eppegem. Een langere etappe van Eppegem naar Mollem volgde in september. Met het mooie wandelweer in het vooruitzicht, was het de opportuniteit om deel vijf te temmen.

Een valse start en een mooi begin

Op de trein was het even verwarring troef. Net voor het station Mollem besloot de boordcomputer om de bestemmingen om te keren, waardoor het leek alsof we onze startplaats al voorbij waren gereden en de trein al aan de weg terug naar Brussel was begonnen. Gelukkig kwamen we uiteindelijk toch niet terecht in Zellik of Asse, maar was het niet meer dan een glitch in de NMBS-matrix.

Het kon de pret van de start niet bederven. De etappe begon meteen met een hele hoop mooie natuur. Eerst ging het door de velden van Paddenbroeken en Mazenzele, waarmee we op de grens wandelden tussen Asse, Merchtem en Opwijk. Het eerste hoogtepuntje van de dag was echter het mooie Kravaalbos, een overblijfsel van het oude Kolenwoud. Het was er aangenaam wandelen, met een grote eigenheid en zelfs even een licht spectaculaire uitkijk op een privé-vijver.

Vuur en as(se)

Elke wandeling heeft ook een moment van spanning nodig. Dat werd dit keer gebracht door een onverwacht zicht. Na uit het bos komen zagen we in de verte plots een rookpluim. De veronderstelling dat het om een van de koeltorens van Vorst ging werd al snel de kop in gedrukt. De rookpluim werd steeds donkerder en klom ook steeds hoger. Het was spectaculair, maar er was ook nog wat onduidelijkheid (en spanning) over de oorzaak. Uiteindelijk bleek het om een brand in Mollem te gaan, waar een tweedehandslinnenfabriek in vuur opging. Wij waren gelukkig al even onderweg en hadden een alibi.

Sowieso wandelden we gestaag en dapper voort, dan eens weg van en dan eens in de richting van de rookpluim, terwijl er af en toe sirenes op de achtergrond te horen waren. De andere mensen die we tegen kwamen, inwoners van het zeer treffend genaamde Asbeek, bleven er stoïcijns bij. Gelukkig waren er ook mooie vergezichten en aangename paden. Op voorhand kon ik mij niet veel voorstellen bij deze vijfde etappe, maar met elke stap groeide de appreciatie

Van kerk naar kerk

Het eerste deel ging grotendeels door velden en bossen. Hoewel deze ook aanwezig waren in het tweede gedeelte, lag er hier toch ook meer focus op de verschillende dorpskernen. Het tweede deel kan best omschreven worden als tocht van kerk naar kerk. Van het al eerder vermelde Asbeek ging het naar Ternat, waar we even pauzeerden aan de plaatselijke Okay, waar we op een half afgebroken zitbankje onze vermoeide voeten even ademruimte konden geven.

Het centrum van Ternat, met een bijzonder schoolgebouw dat bestond uit weerspiegelend materiaal, werd niet verlaten via het mooi ogend park, maar wel via een straat met zicht op het mooi ogend park. Een bizarre keuze van de samenstellers van deze GR. We doken wat verder onder een spoorwegbrug en gingen zo naar de volgende deelgemeente van Ternat, Wambeek.

Het laatste stuk ging nog even door de velden. De glooiingen werden steeds aanweziger, het Pajottenland was finaal bereikt. Dit zorgde niet enkel voor mooie uitzichten, maar ook voor wat conditietraining. Deze was gelukkig beter dan verwacht, zelfs na 20+ kilometer. Los van de passages door de dorpskernen was het grootste deel van de route over onverharde paden, wat fijner is voor de voeten.

En zo kwamen we aan het tweeluik in Lennik. Sint-Martens-Lennik en Sint-Kwintens-Lennik liggen op een boogscheut van mekaar en zijn gescheiden door een geasfalteerd pad waar vroeger blijkbaar een tram reed. Beide kerktorens zijn in de verte te zien. Sint-Martens-Lennik doet nog iets meer denken aan een Vlaams dorp van weleer. Sint-Kwintens-Lennik kan dan weer uitpakken met een iets grotere markt, met als trekpleister het indrukwekkend standbeeld van het al even indrukwekkend Brabants trekpaard, hier gedoopt tot Prins. Een mooi eindpunt voor de voorlaatste etappe, die op verschillende manieren wist te ver(r)assen.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

Etappe 4: Eppegem – Mollem (26 km)

🥾 Terrein

Een gevarieerde route van 27 km, met een mix van zachte natuurpaden langs de Oude Zenne en Maalbeek, afgewisseld met asfaltwegen door woonwijken en dorpskernen. Rond Grimbergen is het terrein licht glooiend, met enkele onverharde stukken door bos en park. Na Meise overheerst het asfalt, met lange rechte stukken tussen akkers, spruitenvelden en bebouwing. Naar het einde toe begint het landschap licht te golven richting het Pajottenland.

🏞️ Bezienswaardigheden

Oude Zenne & industrie – Mooi contrast tussen natuur en de industriële skyline van Vilvoorde
Verbrande Brug – Brug uit 1968 op historische plek waar Spanjaarden in 1577 de originele brug vernietigden
Grimbergse Abdijkerk – Monumentale kerk met middeleeuws karakter, sfeer versterkt door vlaggen en plein
Donjon van het Prinsenbos – Enige overgebleven middeleeuwse woontoren in de regio
Maalbeekvallei – Groen wandelpad langs water en oude molens
Plantentuin van Meise (naast GR) – Eén van de grootste botanische tuinen van Europa
Spruitenveld bij Ossel – Verrassend fotogeniek stukje Vlaams platteland
Zicht op Brussel – Regelmatig uitzicht op de stad in de verte

⏳ Afstand & duur

± 27 km – Een lange maar goed te doen etappe met voldoende afwisseling, al kan het vele asfalt naar het einde toe mentaal doorwegen

⛰️ Zwaartegraad

Gemiddeld – grotendeels vlak, met een licht heuvelachtig slotstuk richting Mollem. Weinig technische stukken, maar de lengte en het asfalt vragen toch wat uithouding

⭐ Oordeel: 4/5

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Samen met een ex-collega tackelden we al twee van de zes etappes, naar Groenendaal en naar Kortenberg. Een dikke anderhalf jaar en een covidgolf of drie later lukte het dan eindelijk om het derde stuk af te wandelen. Het ijzer kon verder gesmeed worden nu het heet was, met opnieuw een langere vierde etappe.

Treinbeslommeringen en Zennevertier

Het vergde weliswaar enige moeite om op onze bestemming te geraken. Vlak voor Schaarbeek stond onze trein stil en kregen we te horen dat er iemand op het spoor werd gesignaleerd. Na een goed half uur mochten we, na extra supervisie door maar liefst 3 semi-bonkige mannen van Securail, toch aanzetten. Onze tijdswinst die we via de overstap realiseerde was zo meteen ongedaan gemaakt.

Eens aangekomen in Eppegem ging het van bekend terrein, langs de kerk van Eppegem, naar onontgonnen terrein, zelfs voor een geboren Zemstenaar (Wel, Weerdenaar). Al snel brengt een klein pad ons naar de Oude Zenne, met op de achtergrond af en toe een hint van industrie. De combinatie van natuur en industrie wordt pas echt vervolmaakt wanneer we in de verte de koeltorens van Vilvoorde zien.

Dichterbij passeren we een andere klassieker in de regio, de zogenaamde Verbrande Brug. De moderne, licht iconische brug uit 1968, heeft de naam gekregen door de voorganger uit de 16de eeuw die daar werd gebouwd en door de Spanjaarden in brand gestoken werd in 1577.

Grimbergse hoogtepunten en indrukwekkende villawijken

Het hoogtepunt van de etappe ligt ongetwijfeld in en rond Grimbergen. Ik ken de gemeente al relatief goed dankzij mijn vrouw haar keramiekactiviteiten en een eerdere wandeling op de Grimbergse kapellenwandeling, maar de combinatie van natuur en erfgoed blijft aangenaam verrassen.

De korte passages langs verkavelingen en schoolgebouwen nemen we er graag bij, want daarnaast krijgen we oude molens, gekuier langs de Maalbeek, de indrukwekkende abdijkerk én de enige echte donjon van het Prinsenbos voorgeschoteld. Grimbergen heeft een rijke geschiedenis en zeker op het plein aan de abdijkerk krijg je even het gevoel dat je in de Middeleeuwen gekatapulteerd werd, zeker door de sfeervolle vlaggen die er uithangen.

Na het Prinsenbos volgt nog een stukje door de mooie natuur, met wat onverharde grond, maar vanaf Meise gaat de GR bijna exclusief over asfalt en door woonwijken. Vlak naast de plantentuin, die we door het strakke schema niet konden bezoeken, ligt het soort villawijk waar je nekpijn krijgt van de hoogte én breedte van de woningen, om nog maar te zwijgen over het feit dat je al eens een halve kilometer naast iemands perfect onderhouden en omheinde tuin kunt wandelen.

Het overgangsstuk

De vlakke Brabantse kouters worden hierna stilaan verlaten en de weg naar Mollem voelt wat aan als een overgangsstuk, met opnieuw meer asfalt en door bebouwde kommen. We kunnen ons wel nog tegoed doen aan een spruitenveld, dat opzienbarend esthetisch is, en enkele velden met zicht op Brussel. Daarna volgt een langer stuk richting Ossel, met zeer gedegen kerkgebouw.

Van daaruit is het nog een goede 7 kilometer naar Mollem in Asse. Brussel blijft in de verte opduiken, terwijl dichter bij het pad vooral weidelandschappen en akkers te vinden zijn. Een bord, op een goede 6 km van het einde, leert ons dat we nog maar 55 kilometer verwijderd zijn van begin- en eindpunt Halle. Het landschap verandert subtiel tijdens het laatste stuk, met vooral meer hellingsgraad. Het is na 27 kilometer al een kleine hint voor wat er in de volgende etappe zit aan te komen, want dan voert de GR ons naar het Pajottenland.

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

Etappe 2: Groenendaal – Kortenberg (33 km)

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Ik begon samen met een collega in april aan de eerste etappe, die niet toevallig en zeer handig in Halle begint. Door omstandigheden duurde het even om het vervolg te hervatten, maar naar aanleiding van het vervolledigen van het tweede stuk, alvast een verslag van etappe 1 en 2.

Groenendaal – Tervuren

Tussen half april en half december zit 8 maanden en bijna 3 seizoenen. Maar op deze tweede etappe waren de weergoden ons veel gunstiger gezind dan tijdens onze het eerste stuk. Tussen enkele regenachtige dagen in zouden we vandaag getrakteerd worden op een helderblauwe lucht en ideale wandeltemperaturen, zeker voor de tijd van het jaar. En zo begonnen we in de relatief vroege ochtend, na een treinrit van Halle naar Groenendaal, aan deze tweede etappe die ons 33 km later naar Kortenberg, tegen Leuven, zou brengen.

En het begint zoals het ook geëindigd is, in het Zoniënwoud. De regen was de dagen daarvoor vrij aanwezig, waardoor sommige passages er nogal modderig bijliggen. Maar dat maakt ergens ook wel deel uit van de charme. Iets minder charmant is de spaarzaamheid van de signalisatie, waardoor het vinden van de gele-rode markering soms een speurtocht wordt. De gpx downloaden en deze bij de hand houden is geen overbodige luxe.

DSC08876

Een gesneuvelde boom in het Zoniënwoud

Net als op de eerste dag zullen we ook best wel wat vijvers zien. Deze werden hier vaak aangelegd op vraag van Leopold II. Diens koninklijk domein is namelijk niet al te ver verwijderd meer. Af en toe horen we het geklop van een specht, die schuilend tussen de takken ritmisch met zijn snavel door een stam boort. De specht is op dit stuk een zeer aanwezige metgezel trouwens. Dat geldt ook voor diverse waterlopen. Zo gaan we via een geïmproviseerd brugje een klein afvoerkanaal over.

DSC08880

De kerk van Jezus-Eik met herfstgebladerte

Nadat het Zoniënwoud wordt verlaten, gaat het via een impressionante manege langs een kaarsrecht landbouwweggetje naar Jezus-Eik, een deelgemeente van Overijse en een vroeger bedevaartsoord. De horecazaken die rondom de kerk zijn gebouwd herinneren aan de vroegere herbergen voor de bedevaarders. Het is een klein en tamelijk charmant plekje en we zien opvallend meer medewandelaars dan in april. Het park van Tervuren nadert.

Maar eerst volgt nog een laatste, korte passage door het Zoniënwoud en een iets langere door het geografisch arboretum, een plantage van diverse bomen die deel uitmaakt van de koninklijke schenking en in de vroege twintigste eeuw werd aangeplant. Op sommige plekken doet het haast Noord-Amerikaans aan. En na Jezus-Eik volgt opnieuw een plek met een rijke geschiedenis. We zijn in Tervuren.

Tervuren – Kortenberg

Het centrum van Tervuren is gebouwd rond de Sint-Evangelistkerk waar ook Sint-Hubertus wordt gevierd. Een bezoekje aan de kerk is aan te raden, al was het maar omwille van enkele mooie glasramen. Via een pleintje dat ingepalmd is door tenten en kraampjes, voor de al dan niet nog in gang te trekken kerstmarkt, gaat het via de Warandepoort.

De herinnering aan het koloniale verleden is er niet enkel door de architectuur in de omgeving, met naast de Warandepoort ook het hele park en het impressionante gebouw waar nu het Afrikamuseum is gevestigd, maar ook door 7 graven van Congolezen die in 1897 omkwamen nadat ze voor de toenmalige expo naar hier werden gebracht en omkwamen door de weersomstandigheden. Aanvankelijk werden ze begraven in niet-gewijde grond, maar nu hebben ze een prominente plek gekregen, vlak aan de kerk.

Het is een goede herinnering aan de gruweldaden tijdens de koloniale periode en de manier waarop er met de Congolezen werd omgegaan. Met dat in het achterhoofd wandelen we het Warandepark van Tervuren in. Ook hier zijn verschillende vijvers aangelegd, met een hele resem vogels om te bewonderen. Van koeten en eenden tot aalscholvers. Het park is een ideale plek om even te pauzeren en een lunch te nuttigen. Door het redelijk hoge aantal kilometers dat nog voor de boeg ligt, is een bezoek aan het Afrikamuseum geen optie.

We gaan opnieuw langs enkele vijvers, met daartussen het zogenaamde Spaanse Huis, een molen die deze naam kreeg vanwege het type baksteen dat gebruikt werd, eerder dan een link met het Zuid-Europese land. Na de Vossemvijver gaat het naar een gezellig padje langs de Voer, een klein beekje dat etymologisch verwant is met Tervuren. Ook dat komt van Fura, wat zoveel betekent als afvoer. De Voer leidt ons naar Vossem, deelgemeente van Tervuren.

DSC08917

De Voer in Tervuren

Vossem is niet al te groot en dus is het ook niet echt interessant om hier al te lang te blijven hangen. Via een korte kasseiweg gaat het naar een smal pad langsheen de velden. Daar waar links nog een weinig charmante autoweg ligt, kan je aan de rechterzijde genieten van een mooi uitzicht over velden, met Leefdaal in de verte en daarachter zelfs Leuven. Zo kom je via de curieuze Coigesteenweg in Moorsel.

We verlaten al snel dit laatste stukje Tervuren en komen zo via het Hogenbos en het gehucht Vrebos de gemeente Kortenberg binnen. In de verte zien we de E40 opduiken en we moeten deze autosnelweg zelfs even doorkruisen via een brug. Terwijl onder ons de auto’s tegen een vervaarlijke snelheid voorbij razen, gaan wij tegen een aanzienlijk doch verhoudingsgewijs zeer traag tempo naar het laatste gedeelte van deze tweede etappe.

En dat brengt ons eerst langs de hekken en prikkeldraden van de gesloten jeugdinstelling van Everberg dat De Grubbe werd gedoopt. Hier zitten een 40-tal jongeren die hier maximaal 2 maanden en 5 dagen kunnen verblijven en die hier terechtkomen nadat ze een ernstig misdrijf hebben gepleegd of hiervan verdacht worden. Het is een vreemde passage op deze GR.

Everberg zelf heeft nog een oud gemeentehuis, een jeugdcentrum en een kerk en doet gewoon zeer typisch en Vlaams aan. De verschillende buurt- en voetwegen voeren ons vaak langs de achtertuinen die bijna zonder uitzondering worden afgeschermd door hagen, hekken en draden. Heel af en toe heb je inkijk en kan je pluizig pluimvee en dartele konijnen bewonderen.

DSC08932

Het bos van Kortenberg

Voor we in Kortenberg zelf aankomen, gaan we nog een keer door een bos. De herfstkleuren zijn ook hier mooi, maar beetje bij beetje zakt de zon. Een koplamp is nog niet nodig, maar lang laat de duisternis niet op zich wachten. Via een atletiekpiste en sportcomplex nemen we nog enkele buurtwegen, door het park van de Oude Abdij en zo naar de Leuvensesteenweg met nieuwe abdij. Hier zien we nog enkele mooie villa’s in Art Deco- en Art Nouveau-stijl, zoals de Villa Lurmann, met een indrukwekkende poort. De Villa werd ontworpen door de architect Emiel Van Averbeke, die ook onder andere het poortgebouw van de Zoo van Antwerpen ontwierp.

DSC08935

De poort van Villa Lurmann

Een halve minuut later eindigt onze wandeltocht van 33 km, van het station van Groenendael, via het Zoniënwoud en het park van Tervuren naar Kortenberg. Het station zelf heeft een mooie en ruimte fietsenstalling, maar is zelf een beetje troosteloos. Dat geldt ook voor de stationsbuurt, wat op een zondagavond doods en verlaten is. Er is dus geen mogelijkheid om ons, met het vallen van de avond, op te warmen aan een warme chocomelk. Maar anders dan de vorige keer voert de trein ons wel geruisloos van Kortenberg naar Halle.

DSC08937

Terug naar Halle

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/

Etappe 1: Halle – Groenendaal (22 km)

De Vlaamse Rand is meer dan een plek waar Vlamingen thuis zijn en de schaduw van onze hoofdstad immer aanwezig is. Het is ook een plek waar wandelaars thuis zijn, dankzij verscheidene wandelknooppuntnetwerken maar ook dankzij een eigen streekGR, de GR groene gordel. Want ondanks de onvermijdelijke verstedelijking en verkaveling, is er nog heel wat natuurpracht te vinden. Ik begon samen met een collega in april aan de eerste etappe, die niet toevallig en zeer handig in Halle begint. Door omstandigheden duurde het even om het vervolg te hervatten, maar naar aanleiding van het vervolledigen van het tweede stuk, alvast een verslag van etappe 1 en 2.

Halle – Sint-Genesius-Rode

20170805_190729

De grote markt van Halle met basiliek

Zoals ik al zei, het is handig meegenomen dat de GR Groene Gordel in Halle begint, met name aan de trots van deze bedevaartstad, de basiliek. Onze basiliek is gekend van de Zwarte Madonna en de kannonballen die deel uitmaken van de legende. Gespeend van enig chauvinisme kan ik wel zeggen dat het een bijzonder mooie basiliek is. Maar goed, de GR dus. De weg wordt doorgaans goed aangeven aan de hand van geel-rode rechthoeken (voor de grote GR’s gebruikt men wit en rood). Maar dit eerste deel gaat door relatief gekend terrein en dus is het minder nodig om volledig af te gaan op de signalisatie.

Aanvankelijk worden we nog vergezeld van een flinke portie regen. Maar eens aan het kerkhof van Buizingen gekomen blijft de schade beperkt tot grijze, dreigende wolken. En een onaangenaam sterke wind die doorheen de dag zal toenemen. Tot de nakende storm uiteindelijk onze tocht door het bos enigszins gevaarlijk maakt en het treinverkeer danig in de war stuur. Maar daarover later meer.

DSC06762

Je moet niet ver gaan voor een mooi wandelpad

Van de Basiliekstraat, de hoofdstraat van Halle, gaat het via Buizingen, waar we het oude sanatorium passeren, naar het al iets groenere Beersel. Het is opvallend hoe tussen de verkavelingen door je toch passages hebt in bossen, langs holle wegen en kleine beekjes, zoals de kapittelbeek. De Zennevallei is natuurlijk van oudsher, net als het aanpalende Pajottenland, een bron van inspiratie geweest voor kunstenaars en schrijvers. Blijkbaar is het Consciencepad dat je van Halle naar Beersel volgt zelfs het oudste bewegwijzerde recreatieve wandelpad van Vlaanderen. Het dateert van 1935.

DSC06763

Een landschap in de Zennevallei met grijze wolken

Na een tijdje komen we aan in het centrum van Dworp, waar je via het oude gemeentehuis en de 18de eeuwse schandpaal naar een pad langs de Molenbeek gaat. Langs dit landschap waren vroeger heel wat molens te vinden. De relatieve heuvelachtigheid van dit landschap maakte dat het een interessante locatie was. Vandaag zijn er nog amper te vinden, maar het pad passeert wel aan de oude papiermolen van Herisem, goed bewaard industrieel erfgoed en een excellente keuze als je op zoek bent naar een leuke trouwlocatie.

Af en toe wordt de rust en oase doorprikt door de drukte van de 21ste eeuwse beschaving. Dan moet je bijvoorbeeld een drukke steenweg over. Maar deze momenten zijn opvallend afwezig en worden al snel gecompenseerd door authentieke hoogtepunten. Soms is dit letterlijk te nemen, zoals in het geval van de hertogelijke OLV-kerk van Alsemberg en z’n pittige trappenpartij. Even later komen we al in onze derde gemeente aan, met name de faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode. Hier gaan we even door het centrum van het dorpje en is het station, op zo’n 12 km, een zeer goede plek om te pauzeren.

Sint-Genesius-Rode – Groenendaal

Na een relatief lange passage over asfalt en door de bewoonde wereld kunnen we terug een aangenaam padje op en komen we niet veel later aan de vijvers van Sint-Genesius-Rode. Ik heb het wel voor waterpartijen. Een gekleurde, afgebroken mozaïek geeft het geheel iets extra melancholisch. De ligging van deze vijvers zijn ook bijzonder. In de Vlaamse Rand gaat groen en gezellig vaak gepaard met villawijken en “kasten van huizen”. Dat is in Sint-Genesius-Rode niet anders.

Wanneer we dit mooi stukje natuur verlaten komen we dan ook opnieuw in een verkaveling met gigantische, maar weinig esthetische bouwwerken. Dat is helaas onvermijdelijk wanneer je gaat wandelen in de Vlaamse Rand, waar ook uitwijkelingen met veel geld thuis zijn. Maar opnieuw zijn deze passages niet zo storend en zit je nooit langer dan een kwartier in dit type wijk.

En het laatste stuk van deze eerste etappe compenseert helemaal voor elke lelijke, uit de kluiten gewassen villa. Na nog een keer een drukke baan te kruisen, gaan we namelijk het Zönienwoud in. Het is geen ongerept bos en de wandelpaden zijn op dit gedeelte vaak geasfalteerd of toch deels verhard. Maar er hangt een bijzonder sfeer door het hierboven vermelde stormweer.

Want de wind begint zich vanaf de namiddag meer en meer te manifesteren, en daar waar dat in de gemiddelde villawijk niet zoveel uitmaakt, is dat wel anders in een bos. Doorheen de wandeling in het Zoniënwoud horen we de bomen dan ook vervaarlijk kraken. Af en toe duikelt er een tak naar beneden. Een keer is dat zelfs een redelijk uit de kluiten gewassen exemplaar dat aan onze voeten neervalt.

DSC06779

Something wicked this way comes

Desondanks proberen we zoveel mogelijk te genieten van de rust en schoonheid van het bos, waar, misschien door de aanwezige wind, niet al te veel volk te bespeuren valt. Ook hier wordt de liefhebber van de betere vijver getrakteerd op mooie exemplaren. De inmiddels zeer dreigende wolken op de achtergrond geven het geheel iets extra. Net als we het bos verlaten horen we een onaards klinkend maar zeer aards gekraak. Aan de overkant van de weg is een boom door de stormwind omgewaaid.

Voor de storm echt ruig wordt, naar Vlaamse normen weliswaar, komen we opnieuw in de bewoonde wereld aan, waar we schuilen in het station van Groenendaal. Op het perron van het station klappert het dak naar boven en onder, maar het is toch nog voldoende goed bevestigd en het blijft bij wat gebonk. We geraken nog wel van Groenendaal naar Brussel-Zuid, maar daar zijn alle treinen door het stormweer afgelast. De bus is gelukkig een goed alternatief, en zo eindigt onze eerste wandeldag, van Halle, doorheen het groene Beersel en Rode en zo naar het Zoniënwoud,  met een rit door het minst aantrekkelijke van Anderlecht en Sint-Pieters-Leeuw.

DSC06781

Eindhalte: Groenendaal

Meer wandelingen op de StreekGR Groene Gordel vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/streekgr-groene-gordel-rond-brussel/