Etappe 1: Glengarriff – Adrigole

33.479 stappen, 26 km waarvan 19 km op de Beara Way

702 m gestegen en 708 m gedaald.

Upward and onwards!

Dit keer was het ontbijt voor echt. En dus nam ik de Full Irish Breakfast. Onze anonimiteit werd in de ontbijtruimte al meteen doorprikt. We deelden dezen namelijk met 3 West-Vlamingen (die de route weliswaar deden met een dag voorsprong) en twee vrouwen uit de Kempen. Daarnaast was er ook nog een Duits koppel en een Duitse eenzaat. Onze gesprekken waren dus voor het grootste deel verstaanbaar.

Om 9u30 waren we uiteindelijk klaar om deze eerste wandeldag aan te vatten. Terwijl Sara inkopen deed in de Spar, sloeg ik een praatje met de West-Vlaamse avonturiers. Zij vertelden dat het best pittig was, maar heel erg mooi. Het profiel van vandaag leek vrij eenduidig. We wandelden eerst op het relatieve vlakke, om vervolgens naar het hoogste punt van de Beara Way te klimmen en daarna in de tweede helft vooral te dalen.

Van bos naar top

Het eerste stuk liep nog langs de weg. Na een scherpe bocht trokken we het Glengarriff Woods Nature Reserve in, dat ook eerst geasfalteerd was, maar vervolgens wel een echt bospad werd. Na de oversteek van een rivier (dat kletterend geluid!) ging het weer eventjes via een asfaltweg. Maar vanaf het bord dat ons naar de berg stuurde, met obligatoire tekenwaarschuwing, werd het spectaculairder met elke stap.

Deze eerste wandeldag was namelijk samen te vatten als weg richting bergpad, bergpad richting top, top, meertje en dalen richting Adrigole. Het bergpad was op zich nog vrij goed te doen. Pas op het einde werd het wat venig (lees een tikkeltje zompig en een beetje alsof je op een trampoline wandelde). Het deed enigszins nadenken over hoe dit pad erbij ligt als het veel heeft geregend.

Een korte maar krachtige klim leidde naar de top van de Sugarloaf Mountain (en het hoogste punt van de Beara Way). Een korte maar krachtige afdaling bracht ons dan weer naar het Tobervanaha Lough, een absoluut gezellige picknickplek. Tot dan was de bewegwijzering heel duidelijk geweest en waren GPX en aanvullend boekje niet echt nodig.

Dilemma’s en vreemde omens

Maar dan kwamen we aan een tweeluik van dilemma’s. Het eerste was nog enigszins vlot opgelost. Bij het tweede was het iets lastiger. De Duitsers en de 2 Kempische vrouwen kozen de weg naar beneden. Na enig aarzelen besloot ik te vertrouwen op de GPX-track (en gelukkig maar). Het betekende dat we op het juiste pad zaten.

Het pad zelf was iets minder aangenaam. Eerst een venig pad langs prikkeldraad, dan een doodlopend stuk met een ietwat dreigende schapenschedel. We klommen dan maar over een stuk roestige prikkeldraad. En toen moest er opnieuw een steil pad met losliggende stenen komen. De Duitsers hadden ons inmiddels ingehaald, nadat ze waren teruggekeerd en ons voorbeeld hadden gevolgd.

De afdeling op de stenen duurde maar 450 meter, maar het voelde als 4,5 kilometer. Het veranderde in een bospad waar onze volgende uitdaging op ons wachtte, een hoop gigantische koeien (psychopaten op 4 poten). Dit kwam dan weer uit op een asfaltweg die naar Adrigole leidde.

Uitgeput en uitgedroogd

Daar dronken we heerlijk gekoeld water, want ondanks de kortere dag hadden we ons misrekend qua water. Aan Peg’s shop zagen we het Duits koppel weer (helaas voor hen had de vrouw last van haar knieën gekregen) en de twee vrouwen, die de verkeerde weg hadden genomen en 4,5 kilometer op asfalt hadden moeten wandelen. Dat kwam bovenop hun eerdere pech (vlucht uitgesteld en bagage verloren) en het feit dat een van hen serieus verbrand was aan de schouders.

Zij bleven in Adrigole. Wij gingen terug naar Glengarriff, met de taxi van dé Finbar, de beste steel guitar player van het dorpje die ook nog eens een begenadigd golfer bleek. Na een deugddoende douche en tekencheck, gingen we naar Casey’s bar, die vandaag wel eten serveerden. We scoorden nog nipt een plekje en maakten kennis met de geneugten van de Ierse cider (Magners).

Verblijf

Island view B&B deel twee.

Eten

Fish & chips (J) en beef lasagna (S)

Beara Way-proloog: Cork – Glengarriff

Slenteren door de stad

Een goed ontbijt is een eerste voorwaarde om een wandeldag goed te beginnen. Vandaag was het in se niet nodig, maar we hielden toch al een geslaagde generale repetitie. Sara ging, eerder uit goesting dan uit nostalgie, voor de Belgian waffles en ik nam scrambled eggs en zalm. Genoeg om onze actieve ochtend in te zetten.

Want om ons ontbijt toch goed te benutten, hadden we nog enkele uren Cork te goed. De positieve eerste indruk op dag 1 werd op dag 2 bevestigd. Fitzgerald Park was charmant en bracht ons naar de overkant van de rivier Lee. Daarna bezochten we de English Market, een overdekte markt met lokale en onafhankelijke verkopers die in vaak kleurrijke kraampjes hun producten verkochten.

We bevestigden ook onze liefde voor lokale musea, met een bezoekje aan het Cork Public Museum, dat een stadsgeschiedenis geeft aan de hand van archeologische vondsten, historische objecten en heel wat infopanelen. Naast deze globale indruk was er ook nog een tijdelijke tentoonstelling over twee lokale helden van de Ierse onafhankelijkheidsoorlog, Tomas McCurtain & Terence MacSwiney. Met een afsluitende lunch aan een kletterende fontein met kabbelende vijver namen we afscheid van Cork.

Van groot naar klein

Contrasten moeten er zijn. En gevoelsmatig, rijdend en reizend op en met een bus naar Glengarrif, was het gevoel dat de overstap van de bruisende stad van 200.000 naar een dorp met een goede 200 inwoners een serieus contrast was. Maar onze bus was vol, op het eerste zicht met heel wat collega-wandelaars, dus het was best mogelijk dat ook het kleine dorpje op zijn manier zou bruisen.

Aangekomen in Glengarriff installeerden we ons eerst in de gezellige B&B waar we een warme welkom kregen van gastvrouw Imelda. Daarna gingen we naar het terras van Casey’s Bar, waar we de warme temperaturen trachtten te temmen met een verfrissende drank. Zoals gedacht was het dorpje heel anders dan Cork, ook al is er een drukke hoofdstraat, waar al het verkeer passeert. Er zijn hier ook opvallend veel cafés en restaurants voor een dorp van deze grootte. Aan het diverse aanbod van Cork valt niet te tippen, ook al is er hier een pizzeria en kebabzaak.

De busrit gaf ons al een eerste vooruitblik op onze wandeling van morgen. Het was een kleine maar fijne sensatie om bos en heuvel te zien veranderen in berg (iets grotere heuvel) en oceaan. Vanwege de ligging zou dit deel van de Beara Peninsula een subtropisch klimaat hebben. We zagen toch meteen enkele palmbomen.

Het was met enige spanning afwachten wat de route zou geven, maar vooral hoe het zat met onze eigen conditie, bij gebrek aan een gedegen voorbereiding. Mooi zou het in ieder geval wel worden, en gezien de warmte zouden we sowieso zweten en al minstens een beetje afzien. Ook de vergezichten zouden ons gegund zijn.

Muziek en mooie uitzichten

De avond bracht ook nog wat leuks. De bar Murphy’s bleek ook The Park Bistro te zijn. Daardoor kregen we culinair ietsje meer dan pubfood. Maar de pub zorgde dan wel weer voor muzikaal vertier, gepresenteerd door een zanger-gitarist die wat weg had van Richard Hawley (qua stem) en, aldus de man, zijn vriend Finbar, de beste ‘steel guitar player’ van Glengarriff.

Na het eten deden we uit nieuwsgierigheid nog een korte uitstap naar Blue Pool, waar we de Seal Point Walk deden. We zagen (voorlopig) nog geen zeehonden, maar hadden wel al enkele mooie uitzichten over het water en het groene Garnish Island. Het begon zeker te kriebelen om eindelijk op pad te gaan.

Verblijf

Island view B&B biedt een geweldig uitzicht maar ook een heel ruime kamer en comfortabele douche. Ideaal voor een verblijf van twee dagen.

Eten

Ik nam de seafood tagliatelle en Sara een creamy chicken supreme. Daarna nog een apple crumble met een bolletje ijs en een passievrucht-cheescake.