Wandeldag 1: Bad Schandau – Kurort Rathen


🥾 Terrein:
Gevarieerde en pittige start van het Malerweg-traject. Stevige stijgingen en afdalingen, met enkele technische passages via trappen, smalle doorgangen en rotspaadjes. Eerste deel bestaat uit rustige boswegen, veldwegen en dorpjes. Tweede helft veel avontuurlijker met trappen, bruggetjes, rotsplateaus en een kloof. Goed begaanbaar, maar fysieke basisconditie is vereist.

🏞️ Bezienswaardigheden:

  • Zicht op Lilienstein en Königstein – iconische panorama’s op bekendste rotsmassieven van de regio
  • Rotsformatie Drakenkopf – natuurkunst met een mythisch kantje
  • Dorpje Hohnstein – charmant met zicht op de burcht, goed voor lunchstop
  • Sprookjesachtige boskloof – watervalletjes, bruggetjes en romantische sfeer
  • IJzeren trap door kloof – spannende passage, krap maar memorabel
  • Hockstein – uitzichtpunt met zicht op Hohnstein en omgeving
  • Amselsee – recreatiemeer met bootverhuur
  • Kleine Bastei – minder druk, wel prachtig zicht over Elbe en omgeving

⏳ Afstand & duur:
Ca. 20 km – 6 à 7 uur wandelen, afhankelijk van tempo en pauzes

⛰️ Zwaartegraad:
Gemiddeld door het hoogteverschil, de langere afstand en de technische passages met trappen en smalle doorgangen. Niet extreem technisch, maar zeker uitdagend voor de beginnende wandelaar.

⭐ Oordeel: 3,5/5

Vandaag begonnen we eindelijk met het wandelgedeelte, het eerste stuk van een vijfluik. Eerst was het dus aan een vroeg ontbijt om ons goed op weg te zetten. Dat lukte dit keer zonder ongelukken en brandalarmen. Nog wat boodschappen later konden we ons aan de wandeling zetten, een goede 20 kilometer.

Velden en uitzichten

Goed begonnen is half gewonnen, en dus klommen we meteen een kort maar stevig pad naar omhoog, eerst verhard, daarna door een stukje bos. Bad Schandau werd al snel achter ons gelaten. Niet veel later kwamen we aan op een plateau met zicht op de rotsformatie Lilienstein en onze bestemming van morgen, Königstein, met z’n imposante vesting.

Vervolgens ging het naar twee kleine dorpjes. Rathmansdorf bereikten we via een bospadje, voor Porschdorf klommen we eerst omhoog, weg van de weg, om daarna stevig te dalen. Hier zagen we een brug in opbouw, wat ons opnieuw deed afvragen waarom ze geen bruggen over de Elbe bouwen, maar kiezen voor de ferry.

Een mooi pad en honderden treden

Kort na dit tweede dorp volgende we een pad met veel kleine trapjes, bruggen en boomwortels, dat parallel aan de weg bleef lopen. Aan onze linkerkant begonnen de rotsen en bomen echter boven onze hoofden te torenen. Dit was slechts een voorsmaakje van onze beklimming van de dag. Volgens onze gids moesten we +- 800 treden zien te overwinnen om Brand te bereiken, daarmee en goede 150 meter stijgen.

Het gedeelte daarna ging eerst via een kiezelpad tussen de bomen. Maar vanaf dan waren we wel eindelijk de Malerweg aan het volgen. Na een korte poos zagen we opvallend meer wandelaars (maar 99 % in de tegenovergestelde richting zagen). De bosomgeving werd indrukwekkender, met grotere rotsformaties en diepere hellingen. Ook zagen we de Drakenkopf, een rots die doet denken aan, wel ja, een drakenkop.

Na nog wat gekronkel doorheen de bossen, besloten we het dorpje Hohnstein te bezoeken en daar ons middagmaal te verorberen. Het dorpje was wel schattig, maar minder idyllisch dan we ons op basis van het klokkengeluid in het bos hadden voorgesteld. Boven ons torende Schloss Hohnstein hoog boven de huizen uit. Maar omdat we nog best wat moesten afwandelen, lieten we die beklimming voor wat het was.

Sprookjesachtige natuurpracht

Het eerste deel was mooi, maar vanaf Hohnstein begon de natuurpracht echt. De rotsen en beboste heuvels werden nu vergezeld door stroompjes, watervalletjes en zelfs een keer een Romantisch ogend bruggetje boven onze hoofden. Een sprookjesachtig tafereel. Uit het bos kwamen we in Polenstal, dat enkel leek te bestaan uit een pension.

Een volgend hoogtepuntje bood zich al snel aan. De trappen doken weer op. In het begin was dit nog een combo van hout en aarde, een beetje later hout en dan moesten we een ijzeren trap op door een smalle kloof. Vooral het betreden van de ingang was zelfs met onze bescheiden dagrugzak even wringen. Ik vroeg me af welk kunst- en vliegwerk nodig zou zijn met een volwaardige trekrugzak.

Hierna kwamen we aan de Hockstein, een plateau met uitzicht over de omgeving, waaronder het dorpje Hohnstein en z’n burcht. Het laatste stuk van de wandeling was een makkelijk pad door het bos. De exponentiële toename van medewandelaars verraadde de nabijheid van onze eindbestemming.

Recreatiemeer en een klein panorama

Deze begon met een passage aan de Amselsee, geen idyllisch meertje maar wel een paradijs voor waterplezier, met heel wat roei- en peddelboten. Nog een halve kilometer later kwamen we aan in Kurort Rathen, populaire als uitvalsbasis voor de befaamde Basteibrug. Dat maakten de vele toeristen alvast duidelijk.

We besloten om een klein ommetje te maken naar de kleine Bastei, een uitkijkpunt naar de andere kant van Rathen, de Elbe en opnieuw de Lilienstein en een stukje Konigstein. Na dit extra uitje ging we naar ons hotel Amselgrundschlossen. Niet veel later begon het fel te regenen. We mochten dus niet klagen over de aangename wandelomstandigheden van de dag. En dat bleef het nog de hele avond doen. Gelukkig konden we reserveren in ons hotel en was de regen vooral een getokkel op de achtergrond. Al was de vraag hoe dat zich de volgende dag op het pad zou vertalen.

Het verblijf

Hotel Amselgrundschlossen is een gezellig hotel dat perfect past in het door groen en rotsen omringde kuuroord.

Het eten

We namen beide gebakken kip met kroketjes en een paprikasaus. Best lekker. En we gunden ons daarnaast ook appelstrudel.

Meer wandelingen op de Malerweg vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.com/malerweg-en-saksisch-zwitserland/

Malerweg en Saksische Zwitserland: Wat?

Deze zomer deden we een stukje Europa dat al lang op onze lijst stond, Saksisch Zwitserland, met daarin de bekende wandelroute Malerweg (de schildersweg, waarover later meer). Saksisch Zwitserland ligt in (verrassing) Saksen, in het oostelijk deel van Noord-Duitsland, nabij de Tsjechische grens. Het is gekend voor zijn specifieke natuurpracht. 

Een prachtig landschap 

De typische rotsformaties in de Sächsische Schweiz

De kern van Saksisch Zwitserland wordt afgebakend door het nationaal park Sächsische Schweiz, wat nog wordt aangevuld door het Nationaal park České Švýcarsko, het Boheemse Zwitserland, waar een soortgelijk landschap en geologie te vinden is. Deze is ontstaan door erosie op het vroegere zandsteengebergte, dat oorspronkelijk onder de zeebodem lag. Door deze erosie krijg je de bijzondere rotsformaties en massieven die het landschap kenmerken. 

Inspiratie voor kunstenaars en trekpleister voor toerisme 

Caspar David Friederich – Der Wanderer über dem Nebelmeer

Het landschap wordt niet enkel gewaardeerd door wandelaars. Ook al in de 18de en 19de eeuw was het populair. Eerst bij een hele resem schilders. De bekendste daarvan is ongetwijfeld Caspar David Friederich en in zijn zog andere  kunstenaars zoals Johann Christian Dahl en Ludwig Richter. Zij lieten zich inspireren door de landschappen. Zonovergoten en mistig, dag en nacht, maar steeds de grootsheid ervarend en erend. 

Ook het toerisme kwam er al vroeg op gang. Zowel in de dorpjes als op de wandelpaden zijn er verscheidene getuigen van de populariteit vanaf de 19de eeuw. Het gaat dan niet enkel over de overduidelijke wandelcultuur, maar ook hotels, restaurants en cafés pronken met een lange traditie die tot in de 19de eeuw teruggaat. Wandelen, schilderen en klimmen zitten hier wel degelijk vervat in het lokale DNA. En dan heb je nog de dorpen die uitpakken met het label “kuuroord”. 

De Malerweg 

De Malerweg is rond de 115 km en zo goed als een lus met nog een aantal kilometers naar het start- en eindpunt, dat wel een klein beetje uit mekaar ligt. Het is een relatief korte wandeling, maar heeft wel wat hoogtemeters, waardoor je best wel wat langer kunt doen over een kleiner aantal kilometers. Omwille van de toeristische aantrekkingskracht zijn de verschillende dorpen en stadjes uitgerust met heel wat hotels, B&B’s, campings en restaurants.  De dorpjes liggen kort bij mekaar en zijn verbonden via een spoorlijn. Wat wel bijzonder is, voetgangers nemen niet de brug over de Elbe. Daarvoor zijn er verschillende (zeer) lokale ferry’s voorzien.

Onze reis 

We hebben onze reis gemakshalve opnieuw bij Zuiderhuis geboekt. Het voordeel is naast het ontzorgen ook het feit dat er opnieuw bagagevervoer is voorzien. De eerste dag van de reis begint in Dresden. Aangezien dat een lange treinreis is besloten we om een tussenstop te voorzien. Dat hebben we ook gedaan op het einde. We wandelden 4 dagen (zo goed als volledig) op de Malerweg en er is ook nog een vijfde wandeldag in Saksisch Zwitserland, naar het hoogste punt.