Dag 3: Dresden – Bad Schandau

Vals alarm

De ochtendstond heeft vaak goud in de mond. Deze ochtend had het echter vooral een pittig element en een wat bittere nasmaak. Genietend van het ontbijt in de tuin van het hotel, werden we plots opgeschrikt door een brandalarm. Het toeval wilde dat Sara de gsm had laten insteken om op te laden wat het paniekbrein meteen triggerde. Eerst was het dus wat verwarrend, maar toen er drie grote en een kleine brandweerwagen met sirenes kwamen aangereden, werd het toch wat spannender. Gelukkig bleek het loos alarm en kon het blusmateriaal snel opgeborgen worden.

Barokke patsers

We verlieten het gastvrije Martha en bezochten eerst de zeer barokke Frauekirche, om daarna in de musea in het voormalige paleis van de keurvorsten rond te dwalen. Hier was het uitpakken en opzien baren aan 200% met naturalia, artificalia, wapens en wapenuitrustingen, Ottomaanse uitrustingen en tenten en, voor de liefhebbers (ik ben er geen van), de derde grootste muntcollectie van Duitsland. Ook waren er enkele imposante zalen, doorgaans niet bemeubeld, maar daarom niet minder tot de verbeelding sprekend.

Na ons bijna drie uur zoet te houden in het museum, kochten we lunch kopen in het al even decadente, maar veel modernere shoppingcenter Altmarkt. Ons middagmaal werd verorberd aan de Elbe, op de zogenaamde Brühlsche Terrasse, een verzameling van allerhande historische gebouwen in een kleine parkomgeving. De volgende bestemming was opnieuw het station (3x keer is scheepsrecht) die ons deze keer echt naar de Säksische Schweiz ging voeren. Van Dresden (+- 550.000) inwoners naar Bad Schandau (+- 3.500)

Naar de Säksische Schweiz

Terwijl we op de trein zaten, kwam de voorspeelde neerslag uit de lucht vallen. Meer dan de dagen ervoor veranderde het landschap in sneltempo. Nog maar twintig minuten van Dresden konden we al genieten van bossen, heuvels en de Elbe die oevers en dorpen doormidden kliefde. Wat ook opviel, ondanks het feit dat onze weerapp een onweericoontje aangaf, waagden diverse mensen zich nog in kajakken en bootjes op de rivier.

Vlakbij het station van Bad Schandau was de ferry te vinden die personen van de ene kant naar de andere kant van de Elbe voert, naar het centrum. Daar was ons hotel ook vlakbij te vinden, een geel gebouwd met de treffende naam Elbhotel (Niet te verwarren met Elbresidenz en Elbterrasse, die op een boogscheut van elkaar liggen).

Een ruïne en een gezellig dorpje

Omdat het al snel gestopt was met regenen, zagen we onze kans schoon om het klein dorpje wat te verkennen. En toen we op het stadsplannetje plots “schlossruin” zagen staan, konden we onszelf niet bedwingen. Het was meteen een goede oefening voor de komende dagen. Het pad leidde gedurende 500 meter naar omhoog, eerst via houten en ijzeren treden, dan via een slingerende bosweg.

De ruïne zelf was een semi-ruïne. Er stond op deze plaats wel degelijk een echt kasteel dat in de 15de werd beschadigd. Maar de ruïne zoals die vandaag te bewonderen (en een beetje te beklimmen) is, is eigenlijk een folie die men in de negentiende eeuw heeft herbouwd met te stenen van de oorspronkelijke tolburcht. Het was echter wel en mooi gelegen en we kregen zo ook een eerste panorama.

Na de installatie in het Elbhotel liepen we nog even door de gezellige straten van Bad Schandau, met al wat tekenvertier (met het potlood, niet met de vieze beesten die ziekten geven). We vonden nog een leuk plekje op het terras van ons hotel en genoten daar van onze eerste echte Duitse kost.

Het verblijf

Het Elbhotel is een groot hotel gelegen aan de Elbe. De kamers zijn er eveneens groot en het verblijf zeer comfortabel.

Het eten

Een soort omelet-quiche met champignons, ui, spek en patatjes. Sara ging voor de schweineschnitzel.

Dag 2: Hannover – Dresden

Treinobservaties

De nacht was best verkwikkend na een relatief vermoeiende dag en een avond vol schlagers op televisie. Het ontbijt in de Premier Inn was eveneens veelzijdig, met voor elk wat wils. Ik probeerde voor de leut en uit interesse de vegan salami. Het was beter dan verwacht.

Rond kwart voor tien verlieten we het hotel richting station. Sara nam de taak op zich om onze proviand aan te vullen, met wisselend succes. Geen broodjes, wel wilde bloemenkaas die best prijzig was. Op de trein was het even puzzelen met de zakken. Het hielp niet dat er een paar ogen in mijn nek priemden en instructies door vreemden werd gepreveld in het Duits.

De vier uur durende treinrit tussen Hannover en Dresden gaf de gelegenheid om het landschap en het wisselen ervan te observeren, hoewel de variatie ervan beperkter bleek dan gedacht. Het was voor een groot stuk pastoraal, met akkers en velden. Soms was het al eens wat meer bosrijk, soms meer glooiend. Ook wisselden oude en nieuwe windmolens elkaar af (weliswaar met een ratio in het voordeel van de nieuwe). Al bij al deed het vooral denken aan kolonisten van Catan.

De meeste haltes klonken vertrouwd in de oren. Magdeburg had een mooie, weliswaar verkleurde dom. Braunschweig was dan weer een iets minder indrukwekkend provinciestadje. We stopten ook in Halle, een licht verwarrende ervaring. Het was na dit bekend onbekend rustpunt dat we ons waagde aan de exotische en prijzige kaas, wat beter meeviel dan verwacht.

Nieuwe oude barok en Romantische zielen

Anderhalf uur later arriveerden we in Dresden. We wandelden eerst naar het hotel, dat gelegen was in de wijk Neustadt, aan de andere kant van de rivier. Zo kregen we een eerste impressie van het Firenze aan de Elbe. De barokke stad werd heropgebouwd na de vernietigende bombardementen. Negentig procent van de binnenstad was vernietigd. De restauratie zou decennia duren en pas na de eenmaking afgerond worden in zijn huidige pracht.

Het is een gegeven in de meeste Duitse steden. Het historische is per definitie niet authentiek. Maar dat maakt het niet minder mooi. Ons hotel, hotel Martha, lag in het nieuwere gedeelte, ook al had het meer dan honderd jaar geschiedenis als herberg/hotel/overnachting. Op de website is te vinden dat het ook een christelijke traditie kent. En inderdaad, het nieuwe testament was op het nachtkastje te vinden.

Na ons geïnstalleerd te hebben gingen we naar het Albertinum, een kunstmuseum dat heel wat te bieden heeft. Zo zijn er heel wat werken van Romantische schilders. Naast de gekende Caspar David Friederich kregen we ook al wat voorsmaakjes van onze wandelroute dankzij onder andere Johann Gottfried Jentzsch  en Johann Gottlob Schumann. Het is meteen duidelijk dat het landschap van de Säksische Schweiz mooi en inspirerend is.

Zaal na zaal schoven de decennia op. Van realistischere pastorale taferelen ging het al snel naar het impressionisme en expressionisme. En gezien de specifieke Duitse context was er ook een zaal geweid aan de Weimarperiode en Nazi-Duitsland, met verschillende stijlen, invalshoeken en politieke zijden. En zelfs het hedendaagse kon charmeren, met Gerhard Richter en een kleurrijke installatie.

Die eerste had een indrukwekkend werk waarin hij 48 fotorealistische maar artistiek wazige portretten maakte van 48 mannen die op een of andere manier de vaderfiguurrol opnam voor de man en de artiest Richter. Onder andere Thomas Mann, Oscar Wilde en Franz Kafka passeerden de revue. De manier van presentatie, van de blik naar rechts tot de blik naar links, en een spiegelinstallatie in het midden maakten het werk erg de moeite. Het Albertinum heeft dus een gevarieerde collectie in een mooi jasje.

Het Firenze aan de Elbe

Na ons museumbezoek gingen we naar een van de vele tapas bars in het centrum. Een excellente keuze, ook al koos ik de verkeerde kleur wijn en zag ik mij genoodzaakt om deze alleen binnen te hijsen. Na het eten deden we nog een kleine wandeling langs de Elbe en het oude stadsgedeelte. Hoogtepunt hiervan was de Zwinger, een voormalig paleizencomplex dat vandaag vooral dienst doet als plek voor musea allerhande.

Zelfs ondanks de werken aan het binnenplein was het een prachtige plek, vol barokke grandeur. Door de combinatie van de vele standbeelden, balustrades, trappartijen en een heuse waterpartij kon je je wanen in een Italiaans palazzo. Dresden delivers! En we hadden nog wat tijd om hier dingen te ontdekken en er nog even te vertoeven. Goede vooruitzichten.

Eten

Las Tapas. Een drukke tapasbar vlakbij de Frauenkirche en de Elbe. Goed gelegen. Door de drukte werden we aan de toog gezet, maar dat was op zich geen probleem.

Verblijf

Hotel Martha is een net hotel met een hoop geschiedenis in het deel Neustadt.

Malerweg en Saksische Zwitserland: Wat?

Deze zomer deden we een stukje Europa dat al lang op onze lijst stond, Saksisch Zwitserland, met daarin de bekende wandelroute Malerweg (de schildersweg, waarover later meer). Saksisch Zwitserland ligt in (verrassing) Saksen, in het oostelijk deel van Noord-Duitsland, nabij de Tsjechische grens. Het is gekend voor zijn specifieke natuurpracht. 

Een prachtig landschap 

De typische rotsformaties in de Sächsische Schweiz

De kern van Saksisch Zwitserland wordt afgebakend door het nationaal park Sächsische Schweiz, wat nog wordt aangevuld door het Nationaal park České Švýcarsko, het Boheemse Zwitserland, waar een soortgelijk landschap en geologie te vinden is. Deze is ontstaan door erosie op het vroegere zandsteengebergte, dat oorspronkelijk onder de zeebodem lag. Door deze erosie krijg je de bijzondere rotsformaties en massieven die het landschap kenmerken. 

Inspiratie voor kunstenaars en trekpleister voor toerisme 

Caspar David Friederich – Der Wanderer über dem Nebelmeer

Het landschap wordt niet enkel gewaardeerd door wandelaars. Ook al in de 18de en 19de eeuw was het populair. Eerst bij een hele resem schilders. De bekendste daarvan is ongetwijfeld Caspar David Friederich en in zijn zog andere  kunstenaars zoals Johann Christian Dahl en Ludwig Richter. Zij lieten zich inspireren door de landschappen. Zonovergoten en mistig, dag en nacht, maar steeds de grootsheid ervarend en erend. 

Ook het toerisme kwam er al vroeg op gang. Zowel in de dorpjes als op de wandelpaden zijn er verscheidene getuigen van de populariteit vanaf de 19de eeuw. Het gaat dan niet enkel over de overduidelijke wandelcultuur, maar ook hotels, restaurants en cafés pronken met een lange traditie die tot in de 19de eeuw teruggaat. Wandelen, schilderen en klimmen zitten hier wel degelijk vervat in het lokale DNA. En dan heb je nog de dorpen die uitpakken met het label “kuuroord”. 

De Malerweg 

De Malerweg is rond de 115 km en zo goed als een lus met nog een aantal kilometers naar het start- en eindpunt, dat wel een klein beetje uit mekaar ligt. Het is een relatief korte wandeling, maar heeft wel wat hoogtemeters, waardoor je best wel wat langer kunt doen over een kleiner aantal kilometers. Omwille van de toeristische aantrekkingskracht zijn de verschillende dorpen en stadjes uitgerust met heel wat hotels, B&B’s, campings en restaurants.  De dorpjes liggen kort bij mekaar en zijn verbonden via een spoorlijn. Wat wel bijzonder is, voetgangers nemen niet de brug over de Elbe. Daarvoor zijn er verschillende (zeer) lokale ferry’s voorzien.

Onze reis 

We hebben onze reis gemakshalve opnieuw bij Zuiderhuis geboekt. Het voordeel is naast het ontzorgen ook het feit dat er opnieuw bagagevervoer is voorzien. De eerste dag van de reis begint in Dresden. Aangezien dat een lange treinreis is besloten we om een tussenstop te voorzien. Dat hebben we ook gedaan op het einde. We wandelden 4 dagen (zo goed als volledig) op de Malerweg en er is ook nog een vijfde wandeldag in Saksisch Zwitserland, naar het hoogste punt.