Dag 8: Deià – Esporles

Deià

Deze laatste dag stond in het teken van een van de meest opzienbarende stukken van de hele GR221, de Cami de s’Archiduc, een pad dat aan het einde van de 19de eeuw uitgehouwen werd zodat Ludwig Salvator, een telg van de Habsburgdynastie met een bijzondere liefde voor Mallorca, er met zijn paard naartoe kon. Het pad ligt 800 meter boven de zeespiegel, en biedt de mooiste uitzichten over de baai van Deià en het Tramuntana-gebergte. Met mijn significante dosis hoogtevrees had ik mij hier op voorhand druk in gemaakt. Want die mooie vista kwam er natuurlijk ook voor een stuk omdat het zo dicht tegen de afgrond ligt. Maar goed, het ontbijt van Es Moli was rijkelijker dan goed was voor iemand die 700 meter moest stijgen op een goede 3 à 4 km.

Deià – Cami de s’Archiduc

Uiteindelijk viel het zowel met dat klimmen als met de Cami zelf goed mee. Zoals dat vaak gaat maak je je op voorhand vaak druk over de zaken die je later het meest bijblijven, en dat was hier niet anders. Het pad kronkelde naar boven, steeds steiler, en ons hotel, dat vanwege het dakzwembad goed zichtbaar was, werd een steeds kleinere vlek. Uiteindelijk viel het zelfs met een zekere mate van hoogtevrees goed mee, los van een stukje waar ik liever over de redelijk uit de kluiten gewassen rotsblok klom dan het smalle pad vlak naast de achtergrond te nemen. Na een flink stuk klimmen kwamen we aan het begin van de Cami. Een goed moment om even te rusten en te genieten van het uitzicht.

Cami de s’Archiduc – Valldemossa

Zoals hierboven al gezegd is de Cami een laat negentiende eeuwse toevoeging, op vraag van Ludwig Salvator von Habsburg. Het pad dat hij liet uithouwen is maar een deel van zijn erfenis op Mallorca. Hij liet ook nog onder andere een paleis bouwen in s’Estaca. Op Mallorca hield hij zich bezig met de studie van fauna en flora en lapte vaak de regels van de etiquette aan zijn laars. Zo mengde hij zich tussen de Mallorcanen en begon hij zelfs een affaire met een plaatselijke vrouw, Catalina Homar. Het pad loopt zowel op de kam van de berg als langs de flank. Het is daar waar je het beste zicht hebt over de zee en de dorpen die 800 meter lager liggen.

De GR 221 doet niet de hele Cami aan. De route is een goede 19 km en aangezien je het eerste stuk al redelijk lang doet om naar boven te gaan, is de extra detour, als je naar Esporles gaat, moeilijk in te passen. Wie eindigt in Valldemossa heeft echter geen enkele reden om niet zijn tijd te nemen op deze bijzondere plek. Wij moesten echter alweer een flink stuk dalen, naar Valldemossa dus. Het pad slingert ditmaal naar beneden, tussen de bossen, met onder andere ook een passage langs een watertank. Na een tijdje wordt Valldemossa (je kan het zingen op de tonen van “Zaragozaaa”) zichtbaar. Het is dan nog een goed half uurtje tot je in dit kunstenaarsstadje bent.

Valldemossa – Esporles

Net als Deià was ook Valldemossa erg geliefd bij Ludwig Salvator én de kunstenaars van hun tijd. Waar het eerste plekje kan uitpakken met Robert Graves, was het tweede een geliefkoosde plek van Frédéric Chopin en zijn geliefde, George Sand (pseudoniem van Amantine Lucile Aurore Dupin). Valldemossa is een grotere versie van het eerder bezochte Fornalutx, met ook vele kleine, vaak steile steegjes, vol met kleurige bloemen. Het is er aangenaam vertoeven, al blijf ik toch meer onder de indruk van Deià.

Maar de dagtaak was natuurlijk naar Esporles geraken. Vanaf dit stuk is de route amper nog bewegwijzerd en moet er gebruik worden gemaakt van zogenaamde steenmannetjes. Dit zijn stapels stenen die gevolgd kunnen worden om het juiste pad te nemen. Meestal is het wel duidelijk hoe het pad gaat, maar op bepaalde stukken is het geen overbodige luxe.

Meteen na Valldemossa is het aardig stijgen. Daar kom je de restanten van een stenen watertank tegen, samen met de restanten van een woning die net zoals de tank gebruikt werd door arbeiders op een aanpalend domein, Sa Comuna. Dit tweede gedeelte klimt nog tot twee maal toe, een keer vanuit Valldemossa naar 700 meter en een keer naar de Pla de l’Aljub, waar in de buurt nog meer restanten van o.a. een oven en een watertank te vinden. Je krijgt opnieuw passages over puntige rotsen, soms zelfs met het betere klauterwerk om uiteindelijk uit te monden in een goed begaanbaar pad tussen de bomen, waar je dus bovenstaande restanten vindt. Je daalt ten slotte nog een keer tot je nog eens een wegwijzer van de GR tegenkomt. Vanaf daar is het nog een goed uurtje op asfalt (helaas) naar Esporles, een niet zo charmant plekje.

Esporles

En daarmee zat ons avontuur op de GR 221 er op. Er zijn in principe nog enkele etappes om hem helemaal te wandelen. Dit is dan het stuk dat nog niet bewegwijzerd is. Het gaat hier concreet over Esporles naar Estellencs, van Estellencs naar La Trapa en van La Trapa naar Port d’Andratx.  Dit staat zeker nog op de to do, maar die to do-lijst dikt uiteraard wel aan. Voor een liefhebber van Brits groen was de GR 221 in ieder geval een heel interessante en afwisselende ervaring en een grote aanrader voor mensen die zon en zee graag gecombineerd zien met natuur en het betere stapwerk.

Het eten

Esporles is niet zo groot en ook niet zo levendig, toch zeker niet op het moment dat wij er waren. Sa Bodega d’en Rino is een pizzaria die er uitziet als een cafetaria maar wel goede pizza’s heeft. En Tinto de Verano!

Het verblijf

Hostel Sa Fita is een hele toffe hostel met een toffe en joviale eigenaar, Juan, zelf een liefhebber van wandelen en klimmen. In zijn beste Engels gaf hij ons een rondleiding door het historische pand. De kamers zijn goed, de faciliteiten ook en de hostel heeft ook hele goede voorzieningen, inclusief een mooie tuin.

Trivia

– Ludwig Salvator was, zoals hierboven al gezegd, een bijzonder figuur. Hij liet het hof achter zich en trok de wijde wereld in. Hij reisde niet enkel naar de toen nog onbekende Balearen om de fauna en flora in kaart te brengen, maar ook onder andere naar Sicilië en de Ionische Zee. Hij was ondanks zijn status iemand die gesteld was op een normaal leven. Zo is er een anekdote dat hij uitgenodigd was, waarbij de gastheer er op stond dat hij zich kleedde zoals het een aartshertog betaamt. Toen hij aankwam goot hij de soep in zijn zakken, en verliet het huis met de woorden “Je hebt niet mij maar mijn outfit uitgenodigd. Nu mijn outfit gegeten heeft, kan ik weg.”

– Tinto de Verano bestaat uit een deel wijn en een deel soda, vaak limonade. Het is een zoetere versie van de Sangria. Ik hou ervan.

– Valldemossa is de geboorteplaats van Catalina Thomas, de patroonheilige van Mallorca. Daarom zijn er op de huizen kleurrijke tegels te vinden die het verhaal van Santa Catalina uit de doeken doen.

DSC03510

Dag 7: Sóller – Deià

Sóller

Na 4 avonden en 3 dagen in Sóller, gingen we dit aangename stadje verlaten. Tijdens onze dagtocht naar Port de Sóller hadden we al een groot stuk van de GR221 naar Deià bewandeld. Gelukkig hadden we een ervaren metgezel die Sóller en omgeving als zijn broekzak kende, waardoor we een alternatieve route konden nemen. En die route zou ons naar een bijzondere plek voeren. Vanuit ons huisje in Sóller konden we namelijk een boom zien, door onze reisgezellen de eenzame boom genoemd. Vandaag zouden we dit opmerkelijk punt van dichtbij kunnen zien.

DSC03276

De eenzame boom

Sóller – Eenzame boom

Wie de heuvels op bovenstaande foto bekijkt, ziet dat er vandaag opnieuw wat geklommen zal moeten worden, al blijft het beperkt tot een goede 300 meter. Het begin van de dag is echter tamelijk stijl, het grote klimwerk zit in dit eerste stuk, en met de zon die al van ’s morgens vroeg actief is, is het meteen zweten. Zoals hierboven gezegd volgen we niet de vaste GR 221 route, maar trekken we naar de eenzame boom. We volgen voor een stuk een lokale weg, die ons onder andere naar Finca Son Mica brengt. Een finca is een domein met bijhorend gebouw, doorgaans gelinkt aan agrarische activiteit (bv. olijfteelt). Deze verdelen Mallorca nog in stukken, maar zijn vaak in het bezit van buitenlanders. Sommigen zijn ook omgebouwd tot B&B’s en Hotels. Finca Son Mica is hier een voorbeeld van. Vooraleer naar de eenzame boom te trekken, genieten we nog van een glas versgeperst appelsiensap, met zicht op de Tramuntana.

Eenzame boom – Deià

Vanaf de eenzame boom is het niet meer zo ver van Deià. Het is sowieso een korte dag, waardoor we konden genieten van het weer en het uitzicht. Na een tijdje wordt de zee zichtbaar tussen de bomen. Er deed zich dan ook geregeld een opportuniteit voor om een rustplekje te vinden om iets klein te eten, met zicht op zee en bergen. De hellingen zijn hier eerder bebost. Af en toe zie je een verloren gebouw.

Een ondertussen typisch pad, met droge stenen aan de ene kant en olijfterrassen aan de andere, voert ons in dit tweede stuk naar Deià, een romantisch (en Romantisch) kustdorpje, gebouwd rond een heuvel met terrassen. Met enige zin voor overdrijving leek het even op een groene planeet uit de Star Wars-saga. Vooraleer naar het dorpje zelf te trekken maakten we nog even tijd om naar de Calla, het strand aan de baai, te gaan en op de kiezels te genieten van de prachtige omgeving.

Deià

Deià is samen met Valldemossa, waar we op onze laatste wandeldag zouden passeren, een plaats waar kunstenaars allerhande zich thuisvoelen. Je kan cru stellen dat we de eerste dagen in een gebied zaten waar je traditiegetrouw veel Duitsers tegenkomt, en dat vanaf Deià de Britten en de Fransen het overnemen. De bekendste van deze figuren is waarschijnlijk de Engelse dichter Robert Graves. Wie hier rondwandelt kan niet anders dan de aantrekkingskracht begrijpen.

DSC03433

Het eten

We kozen voor tapasbar Sara Ball, waar we ons tegoed konden doen aan de usual suspects (patatas bravas, spinazieballetjes, vleesspiesjes, geroosterde groenten, etc.). We kregen ook nog gratis en voor niets een jazzconcert, wat helemaal paste in de sfeer van de tapasbar en het dorpje zelf.

Het verblijf

De refugi in Deià was voor de dag dat we er waren al bezet. Daarom hadden we als enig alternatief Es Moli, een redelijk prijzig en redelijk chique hotel waar we als stinkende wandelaars misschien een beetje uit de toon vielen. Na een douche lieten we het niet aan ons hart komen. Het was fijn om o.a. te kunnen genieten van het zwembad, tussen de bergtoppen, en het luxueus en gigantisch uitgebreid ontbijt. Even begreep ik de charme van een all-in vakantie met zwembad, maar de wandelaar in mij wou de volgende dag alweer meer.

Trivia

– Robert Graves was een verdienstelijk poëet, maar zijn werk als classicus wordt vandaag gezien als te weinig kritisch en ongefundeerd. Hij schreef werken over mythologieën en koppelde die aan een centrale godin, die in alle verschillende culturen terugkwam, iets wat onvoldoende onderbouwd werd. Hij speelt hiermee wel een rol in contemporaine hedendaagse cultussen.

– Waar jongeren en rotsen zijn, daar is het fenomeen van het rotsspringen. Ook op het strand van Deià is er een verleidelijke rots die jong en minder jong gebruiken om op kunstige of knullige manier het water in te duiken.

– Mallorca heeft uiteraard ook een eigen specifieke keuken. In de tapasbars ziet men vaak Tumbet terug, een schotel bestaande uit gegrilde aubergine, tomaten, rode pepers, aardappeltjes, olijfolie en look. Ook is er Pa amb oli, inderdaad, brood en olijfolie, met soms ook nog tomaten en look. Het moet wel gezegd worden dat het Mallorcaanse brood bijzonder lekker is.