Dag 8: Carlisle – Bowness-on-Solway (24 km)

Carlisle

De laatste dag was de derde die boven de 20 km ging. Wat we niet wisten, het was toen voor ons nog het pre-smartphone tijdperk, was dat er een code oranje was afgekondigd voor wind. Dat hebben we pas ontdekt na de wandeling, al was het ons opgevallen dat er heel weinig mensen op baan waren. Deze dag stond in het teken van de derde opeenvolgende rivier. Na de Irthing en de Eden was daar nu de Solway, die uitmondt in de Ierse Zee. Bowness-on-Solway was dan ook een perfecte afsluiter van deze mooie wandelreis.

Carlisle – Burgh-By-Sands  (13,1 km)

Het pad volgt nog een tijdje de Eden, in een groene, boomrijke omgeving. Na een passage met een imposante negentiende eeuwse spoorwegbrug en wat weilanden, was er een kleine omweg nodig. De route richting Beaumont was ontoegankelijk vanwege een grondverzakking en dus moest er de iets minder aangename weg worden genomen. Beaumont zelf is een klein dorpje met een charmant kerkje, zoals er al enkelen gepasseerd zijn. Na het verlaten van het dorpsplein volgt even een natte passage, maar enkele kilometers verder kom je aan in Burgh-By-Sands.

DSC04682

Richting eindmeet

Burgh-By-Sands – Bowness-on-Solway (10,9 km)

In Burgh-By-Sands volgt de passage waar je de getijden in de gaten moet houden. Bij hoogtij kan de weg onder water lopen en moet je, net zoals de koeien, in de hogergelegen weide gaan lopen. Hoewel we dachten alles goed uitgeplozen te hebben, bleek het water toch sneller op te rukken, vooral omdat de 5 km in rechte lijn redelijk vermoeiend was door de zware tegenwind. Het feit dat we deze afstand in een sneltempo hebben afgelegd, zorgde er wel voor dat we uitgeput in het kleine Drumburgh aankwamen. Vabdaar is het nog een uurtje en half naar Bowness-on-Solway en het eindpunt van Hadrian’s Wall Path.

DSC04692

Code Oranje

Bowness-on-Solway

Aan het einde van de reis staat er een bordje met “End of Hadrian’s Wall Trial”. Helaas had de vriendelijke jongeheer die we hadden gevraagd een foto van ons bij het vermelde bordje te trekken niet door dat dat de bedoeling was. Maar we hebben de finish dus wel degelijk gehaald.

DSC04723

Het eten

Bowness-on-Solway heeft in feite ook een pub, die ook nog eens simpelweg The King’s Arms heet. Britser kan het bijna niet. Omdat het niet altijd hamburger moet zijn, nam ik heerlijke lamskroon, terwijl Sara ging voor gekruide kip.

Het verblijf

Shoregate House is een gezellige B&B met een zeer moederlijke gastvrouw, die Sara bij aankomst, toegegeven ze zag er wat bleekjes uit, overladen heeft met “Are you sure you are ok, sweetie?” In ieder geval was de kamer ruim en was er zicht op zee, iets wat na acht dagen vertoeven in de glooiende heuvels van het land van de muur van Hadrianus niet misstaat.

Bijzonderheden

– Edward I Longshanks overleed in Burgh by Sands.

Dag 7: Newtown – Carlisle (19 km)

Newtown

Er was geen reden om al te lang te blijven dralen in Newton. Na het lekkere ontbijt (met eitjes van de kippen van de eigenaars) is het vanuit Irthington nog een dikke kilometer omhoog opnieuw op het pad te geraken. En vanaf daar is het een rustige dag langs de oevers van de Eden.

Newtown – Crosby-on-Eden (9 km)

Dag 7 is niet echt een overgangsetappe, hoewel je het gevoel kan krijgen dat er toch minder te zien is dan op andere dagen. Het eerste deel van de reis gaat langs een vallum en door weiden, maar los van het mooie groene gras is er niets dat echt in het oog springt. Het kleine plaatsje Crosby-on-Eden is er ook enkel om gewoon door te wandelen, hoewel het kleine kerkje nog best mag gezien worden.

DSC04635

Daar zijn die wolken weer.

Crosby-on-Eden – Carlisle (10 km)

Gelukkig is het tweede deel iets aangenamer, vooral omdat je daar de waterloop van de Eden volgt. En mensen die mij kennen weten dat ik een zwak heb voor waterloopjes en dat is hier niet anders. Naast de mooie natuur zijn er nog twee opvallende architecturale points of interests. Linstock castle is een voormalig Normandisch kasteel, dat ten dele is blijven rechtstaan en waar in de loop van de eeuwen een boerderij aan gebouwd werden. Rickerby estate werd ons in onze reisgids dan weer aangekondigd als een victoriaans landhuis met veel folietjes. Helaas was het verstopt achter een resem struiken en bomen en was enkel het torentje en het wachtershuis te zien. Na een kleine wandeling langsheen een sportcentrum kom je aan in Carlisle.

DSC04644

Een waterloopje en wat water uit de hemel

Carlisle

Wie in Carlisle is moet zeker Tullie House & Museum bezoeken. Ten eerste heeft het een uitgebreide collectie voorwerpen uit de Romeinse tijd, met een educatieve en eigentijdse vormgeving. Ten tweede worden ook andere interessante momenten in de geschiedenis aangeboord. Zo kom je meer te weten over de plunderbendes die de zogenaamde Border Area onveilig maakten of de opkomst van Carlisle in de industriële context. Verder is Carlisle een stadje waar je mooie negentiende eeuwse gebouwen en een kasteel uit de twaalfde eeuw kan zien, maar waar voor het overige niet zoveel opzienbarends te beleven valt. Het is wel ideaal om nog wat geld af te halen, aangezien geldautomaten een zeldzaamheid zijn in de kleine dorpjes langs de muur.

DSC04673

Het eten

Wandelen op de Britse eilanden is heel fijn, zeker als je historicus en/of anglofiel bent. Het enige nadeel is dat je doorgaans qua voeding nogal in hetzelfde vaarwater blijft (lees frietjes met hamburger of fish & chips). Carlisle bood als stad (toch 75000 inwoners) wel meer mogelijkheden. Omdat we onze zinnen hadden gezet op een Italiaanse restaurant gingen we naar La Mezzaluna. De bediening was er heel vriendelijk (ze namen er ons ondanks het feit dat het eigenlijk volgeboekt was toch nog ergens tussen), het eten was degelijk.

Het verblijf

Cornerhouse guesthouse is waarschijnlijk van alle verblijfplaatsen de minste. Het is degelijk, maar er is redelijk veel straatlawaai en ook de kamers waren wat afgeleefder. Vanuit een of andere vreemde insteek had ik ook gekeken dat het dicht bij het station lag, wat feitelijk irrelevant was, aangezien de wandelroute zelf Carlisle links liet liggen en we dus de volgende dag ook nog 45 minuten extra moesten wandelen. Wat op de schaal der dingen nu ook weer niet zo’n probleem was.

Bijzonderheden

Volgens Morrissey was er ook panic in the streets of Carlisle, in het gelijknamige nummer van The Smiths.

Hadrian’s Wall Path: Een korte samenvatting

De wat van Hadrianus?

De Romeinen slaagden er in om een succesvolle invasie van de Britse eilanden te organiseren. Maar daar waar de greep en invloed op het zuidelijke deel van het land relatief eenvoudig werd geconsolideerd, lagen de zaken in het noorden anders. De wilde stammen in Caledonië, het huidige Schotland, waren allesbehalve welwillend en talrijke militaire campagnes later moesten de Romeinen constateren dat het gebied er een van onrust en continue dreiging bleef. Domitianus was de eerste keizer die door middel van het opleggen van een grens probeerde om de Romeinse bezittingen in Engeland veilig te stellen. Deze afbakening lag oorspronkelijk hoger, tot zelfs aan de voet van de Highlands, maar door het systematisch terugtrekken van Romeinse troepen, werd steeds zuidelijker afgezakt.

Trajanus besloot nog verder geografisch te zakken, zodat de grens de belangrijke handelsroute tussen Corstopitum (Corebridge) en Luguvalium (Carlisle) zou beschermen. Hij gebruikte deze barrière ook als een lanceerplatform voor nieuwe aanvallen tegen de verschillende stammen. Hadrianus, zijn opvolger, had vooral defensieve intenties. Hij koos ervoor om de grenzen te versterken met het bouwen van een muur, die verder reikte dan de Stanegate-handelsroute. De ambitie van de keizer was om van de ene kust naar de andere te gaan. De bouw begon in 122 na Christus.

De muur zelf was op de meeste plekken zes meter hoog en drie meter dik en het materiaal en de kwaliteit was vaak afhankelijk van de plaats waar een bepaald stuk gebouwd werd. Aan de noordzijde van de muur werd eveneens een gracht gegraven die het de Caledoniërs extra moeilijk moest maken om de muur, en dan vooral de overzijde, te bereiken. Op sommige plekken werd deze gracht vervangen door natuurlijke barrières, zoals de kliffen in het middelste gedeelte van de grenslijn. Er werden ook 80 milecastles gebouwd, met een voorziene capaciteit van 32 soldaten, met daartussen telkens twee uitkijktorens. Later werden er ook nog 16 forten aan toegevoegd, waar ruimte was voor 500 tot 1000 man.

Aan de zuidelijke kant werd enkele jaren later ook nog een vallum gebouwd, een  constructie bestaande uit twee aarden muren van 3 meter hoog en een gracht van 3 meter diep. Aangezien het aan de Romeinse kant van de muur lag, had het naar alle waarschijnlijkheid geen defensieve waarde, maar was het een barrière tussen de zuivere militaire zone en de handelsposten en nederzettingen die ten zuiden van de vallum lagen. Gewone burgers wisten dus dat ze op deze plek niets te zoeken hadden. Antoninus Pius, de opvolger van Hadrianus, zou tien jaar na het einde van de constructie van diens muur opnieuw proberen om de grens naar het noorden te verleggen en bouwde zijn eigen Antonine Wall.

Een wandelroute?

De wandelroute zelf is een 135 km-lange national trail die loopt van Wallsend (tegen Newcastle) in het oosten naar Bowness-Upon-Solway in het westen (of omgekeerd) en dus wel degelijk van kust naar kust. De totstandkoming van deze route had haast evenveel voeten in de aarde dan de constructie van de oorspronkelijke muur. Gezien de aard van het landschap, met diverse onopgegraven archeologische schatten, was het een huzarenstukje om de wegmarkeringen aan te brengen. Bij elk paaltje dat in de grond werd geklopt moest namelijk een archeoloog aanwezig zijn, die moest inschatten of de integriteit van het werelderfgoed niet werd aangetast, en of er niets van historische waarde werd vernietigd. De wandelroute werd na 10 jaar voorbereidend werk in gebruik genomen. De muur zelf was op 6 jaar gebouwd.

De wandeling van oost naar west levert de bescheiden avonturier een hele resem aan ervaringen op. De (amateur-)historicus kan zich niet enkel tegoed doen aan de muur zelf, de forten en milecastles incluis, maar even goed aan de Victoriaanse glorie van Newcastle, de handelsnederzetting Hexham of Lanercost Priory, een ruïne met een zeer rijke geschiedenis. Maar daarnaast is de natuurlijke schoonheid een extra troef. Van de rustige oevers van de Tyne gaat het naar het glooiende Northumberland, dat via  kliffen en venen overgaat in het rurale Cumbria, om ten slotte te eindigen aan de Ierse Zee. Deze blog probeert een impressie te geven van datgene wat Hadrian’s Wall Path te bieden heeft, met voldoende aandacht voor geschiedenis, natuur, cultuur en infrastructuur.